categorie : kamerplanten en bloemen

.
Goed te herkennen aan
– roze lipbloemen met iets uitstekende meeldraden
– in eindelingse, eenzijdige trossen en
– vanaf de basis vertakte stengels met
– zijtakken in een hoek van 45° tot 90° en
– schutbladen niet langer dan de bloemen

.
Algemeen
Rode ogentroost is eenjarige, ruw behaarde plant, die bloeit vanaf juli tot en met oktober. Ze groeit op open, natte of vochtige, voedselrijke, eventueel zilte, grazige grond. Ze is plaatselijk vrij algemeen voor komend in de Lage Landen, maar ze staat op de rode lijst als sterk afgenomen.

Bloem
De bloemen van rode ogentroost staan min of meer naar 1 kant gericht in rijk-bloemige trossen aan het einde van de stengel en zijstengels. Ze zijn roze, rozerood, soms wit gekleurd.

Blad
De bladeren, stengels en kelkbladen zijn kort ruw behaard en vaak roodpaars aangelopen.

Bijzonderheden
Rode ogentroost is een halfparasiet; ze haalt een deel van haar voedsel uit de wortels van de grassen waarop ze groeit.

Vergelijkbare soorten
Naast rode ogentroost is er ook de zeer zeldzaam voorkomende akkerogentroost.
rode ogentroost
– bloeiperiode juli t/m oktober
– schutbladen korter tot even lang als de bloemen
– stengel vertakt voor het midden
– zijtakken maken een hoek van 45° tot 90° met de hoofdas |
akkerogentroost
– bloeiperiode mei t/m augustus
– schutbladen gewoonlijk langer dan de bloemen
– stengel vertakt na het midden
– zijtakken maken hoogstens een hoek van 45° met de hoofdas |
|

akkerogentroost
Algemeen
– helmkruidfamilie (Orobanchaceae)
– eenjarig
– plaatselijk vrij algemeen tot zeer zeldzaam
– 10 tot 50 (80) cm
Bloem
– roze, rood, soms wit
– vanaf juli t/m oktober
– eenzijdige tros
– lipbloem
– 8 tot 11 mm
– 4 kroonbladen, vetgroeid
– 4 kelkbladen, vergroeid
– 4 meeldraden
– 1 stijl
Blad
– (kruisgewijs) tegenoverstaand
– enkelvoudig
– lancetvormig
– top spits
– rand getand
– voet afgerond
– veernervig
– kort ruw behaard
Stengel
– rechtop
– aan de basis vaak verhout
– kort ruw behaard
– stomp vierkantig
zie wilde bloemen


