Category / categorie: video
The Day of Rapture / De dag van de opname in de lucht
preview en aankoop boek “De Openbaring “:
http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget
Ornithogalum umbellatum
Een van Bach’s tweede 19 remedies.
Bereid volgens de koken-methode.
Voor degenen die in grote nood zijn, onder omstandigheden die voor enige tijd heel ongelukkig maken.
Om in een zodanige staat van kalmte te blijven dat de beproevingen en de verstoringen van de wereld ons onberoerd laten, is werkelijk een grote prestatie nodig. Dat bezorgt ons die kalmte die begrip met zich meebrengt. En hoewel dat in eerste instantie buiten het bereik van onze dromen lijkt te liggen, is het in feite, met geduld en doorzettingsvermogen, bereikbaar voor ieder van ons.
Vogelmelk groeit op grasvelden op de wat drogere bodems.
Voor situaties van shock, verdriet, smart, voor hen die troost en bemoediging nodig hebben, voor slecht nieuws, een ongeluk, een schrik, voor hen die ternauwernood ontsnapt zijn, voor een vertraagde schok, om de gevolgen te neutraliseren van iedere schok, nu of in het verleden, zelfs de schok van de geboorte.
Aesculus carnea
Een van Bach’s tweede 19 remedies.
Bereid volgens de koken-methode.
Voor degenen die het moeilijk vinden om niet bezorgd te zijn over andere mensen. Vaak zijn ze ermee opgehouden om zich zorgen te maken over zichzelf, maar kunnen ze veel lijden voor degenen die hen dierbaar zijn, omdat ze keer op keer verwachten dat hen iets vervelends overkomt.
Ieder van ons leeft ook mee met wie in nood is, en dat is logisch, omdat we allemaal op enig moment in ons leven wel eens in nood geweest zijn. Daarom kunnen we niet alleen onszelf genezen, maar hebben we het grote voorrecht om ook anderen te kunnen helpen zichzelf te genezen, en de enige benodigde bekwaamheden zijn liefde en medeleven.
Rode kastanjebomen zijn gemaakt als hybride soort. Ze worden gevonden in tuinen over de hele wereld en worden vaak geplant in lanen en in groepen waar ze kunnen pronken met hun kleur. Ze groeien in matige schaduw, zelden in het wild.
Voor degenen die het moeilijk vinden om niet bezorgd te zijn over andere mensen, moeilijkheden verwachten, zich het ergste voorstellen, zich zorgen maken over anderman’s moeilijkheden, overbezorgd voor de wereldproblemen, bang zijn dat iemand’s kleine kwaaltje een ernstig probleem zal worden, die hun zorgen projecteren.
.
.
.
.
Tegen angsten en blokkades
.
De edele stenen kunnen de mens bij het Reikiwerk waardevolle hulp bieden. Reiki zwengelt vele levensprocessen aan. Door de geestelijk-psychische groei in het bewustzijn van een individu, kunnen angsten ontstaan. Enerzijds heeft de persoon angst om de nieuwe wegen die zich aanbieden, anderzijds heeft hij angst om de oude patronen los te laten. Vele blokkades kunnen bijzonder hardnekkig zijn wat kan leiden tot verkramping. Gelukkig kunnen de vrienden uit het rijk der mineralen waardevolle hulp bieden.
.
.
Voor het Reikiwerk zijn er talloze kristalsoorten mogelijk. In het bijzonder geschikt zijn bergkristal, rozenkwarts en amethist. Alhoewel hun mogelijkheden sterk uiteenlopen vullen ze elkaar prachtig aan. Bergkristallen tonen de waarheid van het licht. Rozenkwartsen wekken de liefdesenergie in ons op en helpen de waarheid van het licht aan te nemen. Amethisten activeren het derde oog en tonen ons de persoonlijke weg naar verlichting.
.
.
Een universele steen
.
Bergkristal heeft de sterkste vibratie in het rijk der mineralen. De vorm van de kwarts staat in relatie met het chacra-systeem. De zes zijden komen overeen met de zes chacra’s in de mens en de punt correspondeert met het kruinchacra. Zijn vermogen om helder te zijn kan de mens helpen bij het wegnemen van blokkades.
Een mens in spirituele groei kan door de veranderingen op zijn nieuwe levensweg erg overweldigd worden. Bergkristal kan deze ontwikkeling opvangen en in goede banen leiden. Ben je in de omgeving van bedrukte mensen is het aan te raden een bergkristal bij je te hebben. Hij zal licht brengen in je aura zodat je geen negativiteit van hun opneemt.
.
De warme, rozige vibratie van een rozenkwarts correspondeert met de liefdevolle kwaliteit van het hartchacra. Via dit centrum gebeuren al de genezingen. Bij een blokkade wordt een mens, door het roze licht van de rozenkwarts, eraan herinnerd dat liefde ook voor hem bestaat. Daarom is de combinatie van een rozenkwarts met een bergkristal aan te raden bij organische en psychische wonden.
Terwijl bergkristal je helpt bij het proces van bewustwording, geeft rozenkwarts je het vermogen de herontdekte liefde in je persoonlijkheid te integreren. Wanneer je een rozenkwarts op het hartchacra legt zal de kristal helpen de vrijgekomen energie te accepteren. Een behandeling met rozenkwarts doet de persoon zichzelf aanvaarden zoals hij is en leert dat God van hem houdt zonder voorwaarden.
.
.
.
.
.
Een spirituele steen
.
Dit violette kristal heeft het vermogen om het derde oog te stimuleren. Het helpt de mens om zijn weg in te zien en te aanvaarden. De steen leert ons wat onze plek op de wereld is in zijn geheel. Daarbij laat hij ons zien hoe onze nieuwe inzichten in ons dagelijks leven kunnen geïntegreerd worden. Bij stimulering van het derde oog kunnen er in het derde chacra, de zonnevlecht, angsten loskomen.
Aangezien dit centrum altijd in evenwicht wordt gebracht door het liefdevolle hartchacra, zullen de angsten sterk verminderen en zelfs vermeden kunnen worden. De steen kan als begeleidende maatregel gebruikt worden bij sterk werkende klieren. Daarnaast kan je de steen ook inschakelen voor hoge bloeddruk, woedeaanvallen, en hysterische toestanden.
.
.
.
.
-de kleur is rood: heeft een invloed op het eerste chacra.
-is je verbinding met de aarde en staat voor overleven>het hier mogen zijn.
.
.
.
.
.
-de kleur is oranje: heeft een invloed op het tweede chacra.
-staat voor seksualiteit en levensvreugde>het voelen.
.
.
.
-de kleur is geel: heeft een invloed op het derde chacra.
-is je krachtcentrum en je machtcentrum>het handelen.
.
.
.
.
.
.
.
.
-de kleur is groen: heeft invloed op het vierde chacra.
-staat voor het vermogen om liefde te geven en te ontvangen>het houden van jezelf en anderen.
.
.
.
.
-de kleur is blauw: heeft een invloed op het vijfde chacra.
-staat voor zelfexpressie, communicatie en creativiteit>het zich kunnen uiten.
.
.
.
.
-de kleur is indigo: heeft een invloed op het zesde chacra.
-is de zetel van de intuïtie en inzichten op de eigen weg>het helder zien.
.
.
-de kleur is violet of wit: heeft een invloed op het zevende chacra.
-is je verbinding met de kosmos>het weten.
.
.
.
Raf Simons
In het allereerste begin droegen de mensen geen kleding. Ze liepen eerst op handen en voeten en waren vrij zwaar behaard. Kleding hadden ze niet nodig. Het leven bestond er vooral in om te overleven. De hele dag waren ze op zoek naar voedsel. De oermens dacht enkel aan zichzelf en overleven. Naarmate het klimaat kouder werd, stelden ze vast dat de vacht van de dieren waarop ze joegen, dichter werd. Hun beharing volstond op een bepaald moment niet meer en daarom gingen ze vacht van gedode beesten gebruiken om rond zich te hangen. Stilaan ontstonden er alzo kleding stukken om zich te verwarmen.
Wanneer de mens kleding voor het eerst als louter decoratie ging zien, is onduidelijk. Vaststaat dat de mens de noodzakelijke kleding wel graag aan de eigen wensen aanpaste. Archeologen hebben geverfde vezels gevonden die zo’n 36.000 jaar oud zijn. Door de jaren heen werd de mens ook steeds creatiever in het gebruik van grondstoffen. Bestonden de eerste gewaden nog vooral uit dierenhuid en dierenvellen, later werd ook vlas, wol en leer geïntroduceerd en soms zelfs gecombineerd. Ondertussen is kleding niet meer weg te denken uit de (moderne) geschiedenis.
Het Oude Egypte was een beschaving die in de vallei van de Nijl ontstond rond 3000 v. Chr. De beschaving ging ten onder na de verovering van Egypte door Alexander de Grote in 332 voor Christus. De essentiële factor in het overleven van beschaving was de irrigatie van het landbouwgebied rond de Nijl. Het rijk kwam tot bloei en bleef jarenlang stabiel dankzij dit water dat ervoor zorgde dat het land veel opbracht.
De Egyptenaren waren hierdoor erg gericht op de jaarlijkse terugkeer van de droogte en de jaarlijkse overstroming van de Nijl. De samenleving van de Egyptenaren was erg gestructureerd. De Egyptenaren waren op allerlei gebieden enorm vooruitstrevend voor hun tijd. Zo werd Egypte geregeerd door farao’s die door ambtenaren werden bijgestaan. Deze ambtenaren inden de belastingen en spraken recht.
De Egyptenaren hadden veel goden en geloofden dat zij na hun dood in een andere wereld verder leefden. Daarom lieten de farao’s graven bouwen waarvan de enorme piramiden het bekendst zijn. Als de farao stierf werd zijn lichaam gebalsemd en in stroken katoen of rameh gewikkeld.
Dit gebeurde omdat men geloofde dat het lichaam na de dood als woonplaats voor de ziel bewaard moest blijven.
Ook op het gebied van wetenschap waren de Egyptenaren de rest van de wereld al een stap voor. De Egyptenaren hun kleding was erg kenmerkend door hun opvallende vorm.
Omdat het Egyptische rijk zo lang heeft bestaan, verdelen wij de geschiedenis in drie perioden:
-het Oude Rijk: vanaf 2700 v. Chr.
-het Middenrijk: vanaf 2000 v. Chr.
-het Nieuwe Rijk: vanaf 1400 v. Chr.
.
De Egyptenaren droegen vanwege de warmte niet veel kleding. De mannen droegen alleen een soort heupschort, de slaven gingen zelfs vaak naakt. De vrouwen droegen kokervormige jurken van de oksels tot de enkels, soms versierd met geplooide stroken. Over deze jurken werd soms een soort poncho gedragen, de kalasiris. Dit was een hemdvormig, nauw kledingstuk.
Deze kon korte mouwtjes hebben of mouwloos zijn, maar had ook vaak alleen maar twee draagbanden die tussen de borsten door liepen en voor in het midden bij elkaar kwamen. Op deze manier had de vrouw haar armen vrij tijdens het werk. De kleding was vaak gemaakt van katoen, linnen of rameh.
In het Midden- en in het Nieuwe Rijk werd er meer kleding gedragen, vooral meer wikkelkleding. De weefsels, die al bijzonder fijn waren, werden nu ook nog geplisseerd. De rijkere mensen droegen soms sandalen. Deze waren gemaakt van gevlochten bladeren van de papyrusplant, die in de Nijl groeide. De mensen uit de hogere stand droegen halskragen die vaak met goud en met edelstenen waren versierd. Mooie sieraden als armbanden, ringen, enkelbanden en halssieraden werden door zowel de mannen als de vrouwen gedragen.
Vanuit Egypte nemen we een grote stap richting Griekenland. Rond 800 voor Christus ontstond in Griekenland de eerste grote Europese beschaving. Deze werd gevormd uit de Griekse stadstaten zoals Athene, Sparta en Milete. Het Grieks gebied rondom de Ionische Zee noemden de Grieken Hellas. De oude Grieken hebben de wiskunde en het Alfabet ontwikkeld en indrukwekkende (tempels) bouwwerken, zoals het Parthenon opgericht.
De kleding die beelden uit het oude Griekenland vaak droegen lijken op het eerste gezicht wat rommelig. Het zijn meestal wijde gewaden met veel plooien die overvloedig gedrapeerd zijn. De Griekse kleding bestond ook uit wikkelkleding of draperiekleding.
Al deze gewaden bestaan uit een rechthoekige lap stof die op een bepaalde manier omgeslagen en vastgespeld wordt. Het verschil tussen een doorsnee en bijzonder statig kledingstuk wordt vooral gevormd door de manier van dragen en door de kwaliteit en versiering van de stof.
Er zijn een aantal soorten gewaden te onderscheiden:
.
De peplos is de typische kledij van vrouwen in het antieke Hellas. Het werd gemaakt van een wollen rechthoekige lap met een afmeting van circa twee bij drie meter. De bovenzijde van de lap werd omgeslagen. Deze omslag werd apotygma genoemd. De lap werd vervolgens tot een koker gevormd, waarbij de zijnaad dichtgenaaid kon worden of open kon blijven. Het gewaad werd op de schouders met kledingspelden (ook wel fibula genoemd) vastgespeld en rond het middel bond de drager een koord of ceintuur. De kledingspelden waren vaak van brons.
De chiton is een kledingstuk dat oorspronkelijk voor mannen bestemd was, maar later ook door vrouwen werd gedragen. De chiton werd evenals de peplos gevormd uit een grote rechthoekige lap. Er waren twee soorten chiton, de Dorische en een Ionische chiton. De Dorische chiton was van wol, terwijl de Ionische chiton van linnen was. Deze was fijner en duurder.
Ook de chiton werd tot een soort koker gevormd. Alleen werd de omslag achterwege gelaten. De zijnaden werden van boven tot beneden gesloten. Op de schoudernaad werden knoopjes gezet, waarbij drie openingen werden uitgespaard voor het hoofd en de beide armen. Het kledingstuk kom met een ceintuur omgord worden. De stof kon over de ceintuur heen getrokken worden, zodat een sterke overbloezing (Grieks: kolpos) ontstond.
De chiton kon zeer wijd zijn wat ervoor zorgde dat hij in duizenden prachtige plooitjes rond het lichaam viel. De chiton van de man was meestal minder wijd omdat die meer bewegingsvrijheid gaf. Bij speciale gelegenheden en door oudere mannen werd de lange chiton gedragen. De chilton is iets luxer uitgevoerd dan de exomis.
Over de peplos en de chiton heen, kon door mannen en vrouwen een mantel, de himation, worden gedragen. Ook dit was een rechthoekige lap, die op zeer veel verschillende manieren om het lichaam gedrapeerd kon worden, al dan niet vastgespeld op de schouder. Soms kon ook het hoofd met de himation worden bedekt.
De clamys was een ander kledingstuk voor mannen. Dat was een lap die de linkerschouder en linkerarm bedekte en die op de rechterschouder werd vastgemaakt.
De meeste eenvoudige mannen droegen een exomis. De exomis zit alleen om de linkerschouder vast.
Op bedelaars en enige filosofen na liep iedereen uit het oude Griekenland op schoenen. Meestal waren dit sandalen (sandaloi). Deze waren gemaakt van een flexibele zool met leren riempjes om de voet. Voor de lange afstand waren er ook echte schoenen, die helemaal dicht zijn.
Mannen hadden lang haar, omdat het in de mode was. Zo konden ze zich onderscheiden van slaven, die kortgeknipt haar moesten hebben. Later gaan ook de normale mannen kort haar dragen. Meestal vinden de vrouwen hun eigen haar niet mooi genoeg. Daarom dragen de chique dames vaak een pruik of een kunstig kapsel. Ze hadden hun haar vaak opgestoken met een paar vlechtjes of een soort clip.
Vrouwen droegen om het hoofd een hoofddoek. Mannen hebben vaak een hoge, naar boven spits oplopende muts op, de pilos. Mannen die op reis gingen droegen vaak een ‘petasos’; een strooien hoed met een brede rand en een band om de kin.
Rond 754 voor Christus is, volgens de legende, door Romulus en Remus de stad Rome gesticht. Deze stad zou al snel uitgroeien tot het centrum van een machtig rijk. Vanaf 510 voor Christus werd Rome een republiek. In de hierop volgende eeuwen veroverden de Romeinen heel Italië. Later moest ook een groot deel van Europa buigen voor de macht van Rome. Het Romeinse Rijk zou in de geschiedenis het grootste rijk in Europa worden.
Typerend voor het Romeinse Rijk was de politiek. De Volksvergadering waarin alle burgers stemrecht hadden maakte de wetten en benoemde de hoge ambtenaren (magistraten). De Senaat, waarin alleen oud-magistraten zaten, hield zich vooral bezig met buitenlandse zaken. Om te voorkomen dat ze teveel macht zouden krijgen benoemden de Romeinen hun magistraten maar voor één jaar. De laagste waren de aedielen.
Daarop volgden de quaestoren, de praetoren en twee consuls . De censor, de hoogste ambtenaar, hield toezicht op het gedrag van de Romeinse burgers. In tijden van nood kon voor zes maanden een dictator worden benoemd. Hij had alle macht. Ook in ons land kwamen de Romeinen tot aan de grote rivieren. Zij brachten hun beschaving mee naar het noordenen dus ook de typische Romeinse kledij.
De Tunica was een lang en mouwloos kledingstuk van linnen of katoen dat rond het middel met een gordel was vastgesnoerd. Het is te vergelijken met een simpel lang hemd met primitieve mouwen. Dit hemd werd met een riem een beetje opgebonden.
De tunica werd door de proletariërs, winkeliers en bouwvakkers gedragen, omdat je je in dit kledingstuk goed kon bewegen. Het eenvoudige volk, dat altijd een Tunica droeg, werd tunicati genoemd.
Een toga is een witte, wollen lap stof van ongeveer 20 m2. Deze doek werd op een ingewikkelde manier om het lichaam gedrapeerd. Het omslaan van dit kleed was zó ingewikkeld, dat veel rijkelui voor dit karwei een aparte slaaf hadden. De toga was een standenkleed. Aan de manier waarop de toga gedragen werd, kon je zien wat voor rang en stand de drager had.
Het was ook erg ingewikkeld om te dragen. In het dagelijkse leven was dit kledingsstuk niet zo van belang door zijn beperkte bewegingsvrijheid. De Toga diende vooral als statussymbool en werd dus alleen bij officiële gelegenheden gedragen.
Een toga werd vaak gekleurd, omdat dat er leuk uitzag. De kostbaarste kleurstof was purper. Die was afkomstig van de purperslakken. Er waren ongeveer 10.000 slakken nodig om een mantel purper te verven. Sommige rijke Romeinen hadden een streep purper op hun mantel. De enige die een geheel purperen toga mocht dragen was de keizer van het Romeinse rijk. Welgestelde Romeinse mannen werden togati genoemd.
De kleding van de Romeinse vrouw lijkt op die van de Griekse, maar is veel rijker. Als basis werd de tunica gedragen. Deze kwam bij vrouwen altijd tot de grond. Vrouwen droegen in plaats van een toga een soort wit wollen gewaad, de stola genaamd.
Over het hoofd werd soms een sluier gedragen. Welgestelde vrouwen droegen over hun tunica de palla, een omslagmantel, die lang genoeg was om over de schouders en of om het hoofd geslagen te worden en tegelijkertijd de knieën te bedekken. De palla was evenals de toga van wol. De meeste vrouwen kozen felle en contrasterende kleuren uit voor hun stola en palla.
De mannen droegen als basis een tunica die tot de knieën kwam. Onder de Tunica werd door de mannen een lendendoek of een ander soort broek gedragen. Over de tunica mochten alleen de vrije Romeinen een groot wikkelkleed dragen, de toga.Een soortgelijk kledingstuk voor de mannen was de paenula.
Dit was een grote rechthoekige wollen lap die over de linker schouder werd gedrapeerd en onder de rechter arm door voor de borst werd getrokken. Bij slecht weer droegen de mannen een wollen cape met capuchon.
Kinderen droegen verkleinde uitgaven van de kleding der volwassenen.
De sandaal was bij de Romeinen veruit favoriet, zowel bij mannen als bij vrouwen. Deze sandalen waren uit één stuk leer gesneden. Boeren droegen de carbatina, een schoen die van een stuk ossenhuid is gemaakt en met riempjes wordt vast gegespt. De Caligae is een ‘marssandaal’. Het zijn sandalen met spijkertjes in de zolen ter voorkoming van een glijpartij.
Het kapsel van de Romeinse leek op dat van de Griekse. Er werden vaak diademen en parels in gedragen. De Romeinse vrouwen waren dol op ingewikkelde kapsels. Ze zaten urenlang bij de kapper, en lieten soms hun haar rood of zwart verven. Soms droeg men blonde pruiken van haar van Germaanse slavinnen. Ook blondeerden de dames hun haar met bleekmiddel. De Romeinse man droeg het haar kort en evenwijdig aan de wenkbrauwen afgeknipt, en had geen baard.
Pasteltekening van John Astria
.
Volgens de kabbalisten zijn alle antwoorden op de grote vragen die elke generatie zich weer stelt, zoals, wie ben ik, waar kom ik vandaan, waarom zijn we hier, in code te vinden in de Torah. Het is lang een geheime leer gebleven die mondeling werd doorgegeven aan een select aantal rabbijnen per generatie.
De studie was voorbehouden aan getrouwde rabbijnen van boven de veertig jaar. Oningewijden die de kabbala bestudeerden, liepen het gevaar gevangen te worden door krankzinnigheid. Men vond de kennis te gevaarlijk om met de grote massa te delen. Het zou ook voor verkeerde doeleinden kunnen ingezet worden.
Men vergelijkt de kennis wel eens met die van een ui. Onder elke laag van de Torah ligt een andere verborgen laag die nieuwe, hogere inzichten onthuld. Volgens de traditie heeft de Torah 70 gezichten, wat wil zeggen dat elke passage in de Bijbel 70 verschillende lagen verbergt.
.
.
We kunnen de Thora (de eerste 5 boeken van het Oude Testament) op vier niveaus lezen: letterlijk, metaforisch, allegorisch en esoterisch. Deze vier manieren verrijken elkaar in betekenis. Het zijn vier invalshoeken die elkaar versterken.
Daarnaast heeft de Thora zeventig gezichten, wat wil zeggen dat elke tekst 70 mogelijke interpretaties in zich verbergt. Het getal 70 verwijst naar het aantal volkeren dat leefde op het moment dat de mensheid de Thora geschonken werd.
“God” moest het boek in een taal schrijven die door deze 70 verschillende volkeren begrepen kon worden. Op deze manier drukt de Thora zich tegelijkertijd uit aan alle mensen, ieder op hun eigen niveau. Ieder ontvangt de kennis op zijn eigen niveau. Iedere letter, ieder woord, ieder vers betekent 70 verschillende dingen.
Zo verscheen er bijvoorbeeld in de veertiende eeuw het boek Tikkunei Zohar dat de 70 interpretaties uitlegde van de eerste drie woorden van de Thora: “In den beginne”. Daarom wordt de Thora ook wel de “levende Thora” genoemd. De tekst verandert niet maar wel ons begrip ervan, en vernieuwt zich in iedere nieuwe generatie.
.
In de Zohar wordt de Thora ook wel eens vergeleken met een aantrekkelijke, jonge maagd die de aandacht op zich vestigt door langzaam haar geheimen aan een minnaar te onthullen. Deze mooie jonge vrouw is opgesloten in een geheime kamer in een paleis. Iedere dag opnieuw passeert haar minnaar langs het paleis in de hoop een glimp op te vangen. Vanaf het moment dat hij haar gezicht vluchtig gezien heeft, is hij verliefd, en kan aan niets anders meer denken.
Zo is het ook met de Thora, onthult de Zohar, wie 1 moment een glimp van haar innerlijke wijsheid heeft opgevangen, is voor altijd verliefd en verlangt meer over haar te weten te komen. Eerst zal ze met hem spreken vanachter een sluier. Ze zal zich aanpassen aan dat waar hij toe in staat is te begrijpen. Ze verbergt dan nog haar wijsheid om hem niet af te schrikken. Daarna zal ze hem verhalen vertellen, raadsels opgeven, allegorieën, om zich op een diepere wijze te onthullen.
Wanneer de minnaar deze begrijpt, zal ze haar sluier afdoen en zal hij met haar kunnen spreken van gezicht tot gezicht. Dan zal ze hem al haar geheimen onthullen. Nu pas zal de minnaar haar werkelijk begrijpen en inzien hoeveel wijsheid er reeds verborgen zaten in haar eerste woorden. Vanwege de sinecure opbouw van de Thora is het natuurlijk verboden om ooit ook maar 1 letter, woord of zin van de Thora te veranderen.
Kabbalisten zijn ervan overtuigd dat er geen enkele contradictie noch fout in de Thora staat. De Thora werd ons in codetaal gegeven om ons uit te dagen de code te ontraadselen, en zelf de antwoorden te vinden omdat dit het principe van leren is. We leren het beste wanneer we klaar zijn om te leren. Wanneer we hongerig zijn naar kennis. Tegelijkertijd is ook de vorm een onderdeel van de code. De structuur van de Thora is complex omdat het de structuur van het universum in zich draagt.
De meeste vormen van de kabbala leren, dat iedere letter, ieder woord, getal en accent een verborgen betekenis bevat. Verder onderwijzen zij de methodes om achter de interpretatie van deze verborgen betekenissen te komen.
.
.
Het eerste boek over de kabbala dat is geschreven, en dat nog altijd bestaat, is de Sefer Jetzira of het boek van de schepping. Zoals voor vele joodse mystieke teksten geldt, was de Sefer Jetzira op zo’n manier geschreven, dat het onbegrijpelijk is voor mensen die het lezen zonder uitgebreide achtergrond.
Het tweede belangrijke joodse mystieke werk is de Bahir of de verlichting. Het bestaat uit ongeveer 12.000 woorden.
Het belangrijkste werk uit de joodse mystiek is de Zohar of de pracht, schittering. Het is een esoterisch mystiek commentaar op de Thora, geschreven in het Aramees en Hebreeuws. De Zohar bevat veel van het materiaal dat in de Sefer Jetzira en de Sefer Bahir staat en breidt dit uit. Ongetwijfeld is de Zohar het ultieme werk van de kabbalistiek.
.
sefer jatzira
.
sefer Bahir
sefer zohar
.
.
Het uitgangspunt van de kabbala is namelijk; “geloof niets wat je niet zelf onderzocht of ondervonden hebt”. De kabbala doet een beroep op de mensen die het willen bestuderen om kritisch te zijn, om zelf ‘de leer’ te toetsen aan de eigen praktijk. Wel doceert de kabbala een groot aantal inzichten over hoe het leven werkt, hoe we als mensen met elkaar om zouden kunnen gaan, en hoe we van deze planeet een aards paradijs kunnen maken.
De kabbala hanteert daarbij als uitgangspunt dat de mens feilbaar is, dat hij fouten zal maken en op zijn bek zal gaan. Dat hoort nu eenmaal bij de ervaring van het leven, en is de reden waarom we hier zijn. We zijn hier om onszelf te ontwikkelen tot de best mogelijke vorm van onszelf. In het maken van fouten zitten dan ook vaak de grootste levenslessen verscholen.
Het doel van de mens is, volgens de kabbala, om zichzelf maximaal te ontplooien. Ieder mens zou zijn capaciteiten optimaal moeten ontwikkelen, om de vrucht ervan aan de wereld te schenken. We zijn samen verantwoordelijk voor de toestand van de wereld.
.
.
Prominent in het nieuws zijn nu de heftige protesten en gevechten in Oekraïne. Wat is er toch aan de hand in dat land? Het oostelijke deel van Oekraïne voelt zich verbonden met Rusland, het westelijke deel met Europa. De president, Janoekovitsj, is een pion in de handen van de Russische president Poetin. De situatie is bijzonder gecompliceerd. Het zijn niet alleen Oekraïners, die het tegen elkaar opnemen, maar er vechten ook Russen mee en allerlei extremistische groeperingen.
.
Ook in Noord-Korea zien we dat volk opstaat tegen volk. Het ene deel van het volk controleert het andere deel. Naar aanleiding van een rapport van een VN-commissie werd de afgelopen week in de media volop geschreven en gesproken over de dramatische situatie in het land, over de verschrikkingen in de kampen, waar tienduizenden mensen op een gruwelijke wijze de dood worden ingejaagd.
.
Ook in Syrië is de situatie buitengewoon ernstig. In dit land vecht eveneens het ene deel van het volk tegen het andere deel. In heel het Midden-Oosten zie je botsingen tussen de twee hoofdstromingen in de islam, de sjiieten en de soennieten. Veel buurvolken van Israel hebben zo de handen vol aan de strijd in eigen land, dat ze voor Israel steeds minder een bedreiging vormen. Wie twijfelt aan de gewelddadigheid van de islam, moet zich maar eens verdiepen in de strijd tussen beide stromingen.
Met name christenen hebben het buitengewoon zwaar in Syrië. De islamitische terroristen richten zich in hun strijd bij voorkeur op de christenen. Velen van hen zijn gevlucht, velen zijn gedood, maar sommigen blijven op hun post om hun getuigenis te laten horen, om mensen in nood bij te staan. We bidden ook voor hen.
.
.
.
.
.