Category/ categorie : video
Dreams about judgement day / Dromen over de oordeelsdag
preview en aankoop boek “De Openbaring “:
http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget
Nardus etherische olie, ook bekend als Jatamansi of Spikenard, wordt gewonnen door stoom destillatie van de gedroogde wortels van de Nardostachys jatamansi plant, die ook bekend is als `valse Valeriaan`.
Dit is een aromatisch kruid wat oorspronkelijk uit de bergachtige streken van Noord-India en China komt. 50 tot 100 kilo wortels zijn nodig voor 1 kilo etherische olie. De olie is lichtgeel tot ambergeel van kleur en heeft een zoete-houtachtige warme geur die iets weg heeft van Valeriaan.
Traditioneel wordt dit kruid als luchtreiniger gebruikt en als medicijn met pijnstillende en stimulerende eigenschappen.
Nardus olie is een zeer werkzaam kalmerend middel vergelijkbaar met Valeriaan en is zeer effectief bij slaapproblemen. Chinese en Indiase artsen hebben al vele eeuwen geleden de positieve werking van Nardus/Jatamansi op neurosen vastgesteld en beschreven.
Nardus olie heeft koortswerende, bacterie- en schimmeldodende eigenschappen. Hij wordt in de aromatherapie vaak toegepast om zijn regulerende werking op hart en zenuwstelsel.
De olie wordt ook gebruikt als parfum en o.a. bij; allergieën, ontstekingen, blauwe plekken, uitslag, nervositeit, slapeloosheid, migraine, stress, buikkrampen, nerveuze hoofdpijn, krampachtige aandoeningen, hysterie en spanningen.
Nardus olie heeft een rustgevende en kalmerende werking op de geest. Hij beschermt tegen stress en een overvloed aan informatie, bij sterke psychische belasting schept Nardus is een beschermend schild. Nardus olie beschermt ons energieveld tegen negatieve energetische invloeden. De olie kan helpen het zelfvertrouwen en de eigen identiteit weer terug te vinden.
Bij meditatie 1 druppel Nardus samen met 1 druppel Roos, 1 druppel Wierook en 1 druppel Mirre verdampen in een aroma diffuser.
Nardus olie kan goed gecombineerd worden met:
Ceder, Citroen, Den, Gember, Hop, Lavendel, Kardamom, Mirte, Patchouli, Roos, Salie en Vetiver.
Contra-indicatie: kan bij puur gebruik de huid irriteren. voorzichtig bij zwangerschap en gebruik bij baby`s /peuters.
.
.
In de eerste weken na een initiatie van Reiki I, II of III ga je dus een zuiveringsperiode doormaken. In deze periode stroomt de Universele energie in grote mate in de Sushumna-nadi. Deze nadi heeft jarenlang relatief stil gelegen en nu vindt er een enorme doorstroom plaats van energie. Het gevolg is dat deze nadi gezuiverd wordt. Dit binnenstromen van de Universele energie is niet blijvend.
Stel dat je na een Reiki cursus helemaal niets doet met Reiki, dan neemt de toestroom langzaam af. Je kunt het later altijd weer terugkrijgen, je blijft namelijk een open kanaal, maar dit zal wel enige tijd in beslag nemen. Daarom is het ook belangrijk na een cursus veelvuldig met Reiki te werken en ervan te leren. Zodoende blijft de energie bij je, blijft het stromen en ga je het steeds beter voelen en ervaren.
De Sushumna-nadi is een kanaal welk loopt van de Kruin-chakra tot aan het Perineum tussen de poeperd en de plasser. In dit kanaal stroomt onze levensenergie (Prana) en loopt door al onze 7 hoofd Chakra’s heen. Blokkades die wij in ons leven hebben gecreëerd zetten zich voornamelijk in deze Sushumna-nadi vast.
.
Door de grote mate toestroom van Universele energie in onze Sushumna-nadi zullen veel van de relatief loszittende (kleinere) blokkades wegspoelen. Dit is het uitzuiveren van het kanaal en de verontreiniging verlaat ons lichaam op de natuurlijke manier. De lever, galblaas, blaas, schildklier maar vooral de nieren spelen hier een belangrijke rol in.
Om de nieren zijn werk goed te laten doen is het belangrijk extra aandacht hieraan te geven. Binnen het behandelingsplan is dan ook een extra positie voor de nieren opgenomen. De nieren kunnen alleen goed werken als de concentratie verontreiniging/water niet te groot wordt. Anders zet het lichaam de verontreiniging weer vast elders in het lichaam of onttrekt het vocht uit reservoirs zoals de hersenen.
Hoofdpijn, misselijkheid, oranje plas en stinkend zweet zijn dan de symptomen. Zorg ervoor dat je ongeveer anderhalve liter extra per dag drinkt om dit te voorkomen. Let daarnaast goed op je voeding: Niet of zo min mogelijk: alcohol, koffie, (rood)vlees, zwarte thee, koolzuurhoudende frisdrank, suikers, junk-food. Wel: groene thee of kruidenthee, vis, groente, fruit, natuurlijke producten. De fysieke zuiveringsperiode duurt ongeveer 3 weken.
.
We hebben verschillende blokkades in verschillende gradaties. Sommige blokkades komen voort uit trauma’s en zijn zeer emotioneel beladen. We praten er met (bijna) niemand over, soms niet eens met onszelf. We proberen het te verdringen en bouwen er een muur omheen. Andere blokkades zijn juist heel subtiel en verdwijnen na een paar uur of een paar dagen doordat we het bespreken en het snel verwerken. Daartussen zijn er vele blokkades die losser of vaster zitten.
Na Reiki II kunnen deze emotionele blokkades vrij komen. Daarnaast merk je dat je heel bewust wordt van je ware ik, je Zijn ofwel je Boeddha natuur. Je zult minder genegen zijn je te laten leiden door de het oordeel van andere. De buitenwacht zou dit kunnen zien als egoïsme maar het is meer datgene doen wat voor jou belangrijk is en niet datgene doen wat anderen van je verwachten.
Hierdoor laat je steeds meer dingen los, kunnen oude vriendschappen of afspraken verbroken worden omdat je de waarde er niet meer in ziet. Het is niet te zeggen hoelang een emotionele zuivering duurt. Hoe lang duurt een verwerkingsproces ?
.
.
In je Sushumna nadi stroomt dus je eigen levensenergie of Prana. Deze Prana heeft zich aangepast aan je levenswijze hier op aarde met alle problemen en blokkades die zich aandienen. Deze Prana heeft een veel lagere trillingsgetal (aantal trillingen per tijdseenheid of frequentie) dan de Universele energie die nu binnenstroomt.
Wil je deze universele energie gaan voelen en ervaren, dan is het zaak om je eigen trillingsgetal zoveel mogelijk te verhogen. Hoe kleiner het verschil tussen beiden energieën, des te beter voel je de Universele energie. Veel met Reiki omgaan, maar ook zo zuiver mogelijk Zijn en mediteren leid ertoe dat je trillingsgetal omhoog gaat.
Mede hierdoor worden je zintuigen en je waarnemingen scherper. Hoe meer je dit toelaat hoe meer ook het 6e zintuig: intuïtie zich zal laten gelden. En hoe meer je op je intuïtie durft te vertrouwen, hoe zuiverder je spirituele ontwikkeling wordt.
.
.
.
.
.
.
.
.
De mantel had dezelfde vorm als die van de man. Dit was een losse cape in de vorm van een rechthoek of een halve cirkel. Bij de adellijke vrouwen werd deze mantel vastgezet op één of twee schouders met een sierspeld. De mantel werd ook bij de adellijke vrouwen afgezet met bont. Bij de burgerlijke vrouwen werd deze mantel vastgezet met steekjes en deze had een capuchon.
Het haar van de vrouwen was geheel anders dan dat van de man. Getrouwde vrouwen droegen een hoofddoek of een stuk van hun mantel over hun hoofd heen. Vrouwen die niet waren getrouwd droegen hun haren in vlechten. De accessoires van de vrouw bestonden uit een gordel met juwelen of metalen plaatjes.
Ze hadden een haarband om hun hoofd heen afgezet met juwelen of metalen plaatjes, sierspelden, een gordeltasje voor aalmoezen en grote oorhangers. De schoenen van de adellijke vrouwen waren van leer of van zijde en waren met gouddraad versierd. De burgerlijke vrouwen liepen op blote voeten of op houten zolen met riemen, ook wel patins genoemd.
.
.
.
De mantel van de vrouw bestaat uit een cape, dat met een kettinkje bij elkaar word gehouden. Vaak worden deze capes ook vastgespeld met sierspelden, maar dat is afhankelijk van de stand van de vrouw. Adellijke vrouwen hadden kettinkjes en sierspelden en burgerlijke vrouwen hadden de cape met steekjes op de schouder vast gezet.
Alle vrouwen droegen in deze tijd iets op het hoofd. Los haar werd namelijk beschouwd als verleidelijk. Koninginnen, jonge adellijke vrouwen en ongetrouwde vrouwen werden meestal afgebeeld zonder iets op het hoofd. Hun haar werd gevlochten en bijeengehouden door een crespine, dat is een soort haarnet.
De hoeden die de vrouwen droegen heet een kaproen.
Dit is een openstaande haarband met siersteken en juwelen (voor de adellijke vrouwen) erop. Bij de kaproen waren meestal twee torentjes van het haar zichtbaar. Oudere vrouwen droegen het meestal met een sluier. Later kwam er hoofdbedekking voor nonnen. De schoenen van de vrouwen waren plat en puntvormig.
.
.
.
.
De mantel van de vrouw was in deze tijd hetzelfde als die van eeuw daarvoor. Het bestond namelijk uit een cape, dat bijeen werd gehouden door een kettinkje of sierspelden. Het haar van de vrouwen in deze tijd bestond uit opgerolde vlechten in een soort van kokertjes. Deze kokertjes hadden een vorm van zuilen en zaten in de buurt van de slapen. Dit werd ook wel templettes genoemd. Vaak droegen de vrouwen deze templettes met hoofdband en sluier.
De sluier werd voornamelijk gebruikt door oudere vrouwen. Veel gebruikte accessoires in deze tijd door de vrouwen waren; een gordel met daaraan edelstenen en een dolkje. De handschoenen werden nog steeds gedragen en vaak werden er ringen overheen gedragen. Verder werden er veel sierspelden en knopen gebruikt. De schoenen waren in deze tijd eigenlijk overbodig, net als kousen. De jurken waren zodanig lang dat je de schoenen of de kousen niet eens zag zitten.
.
.
.
De mantel van de vrouw was in deze tijd hetzelfde als die van eeuw daarvoor. Het bestond namelijk uit een cape, dat bijeen werd gehouden door een kettinkje of sierspelden. Het haar van de vrouwen werd gevlochten in twee horentjes boven de oren vastgezet met metaaldraad. Dit leek een beetje op duivelsoren. Het schoonheidsbeeld was een dik en glad gezicht, daarom werd er wel eens een stukje van de haargrens weggeschoren.
De hoed was hetzelfde als de haren, namelijk breed. De adellijken hadden deze hoeden uitgebreid. De boeren vrouwen droegen deze hoeden met een sluier. Veel gebruikte accessoires door vrouwen uit deze tijd waren; een gordel om de taille, sierspelden, broches, beurs, ringen en handschoenen. Een nieuw soort accessoire in deze tijd voor de vrouwen was een gouden halsketen met parels.
.
.
De mantel van de vrouwen uit deze tijd bestond uit een cape vastgezet met sierspelden. Er bestonden waarschijnlijk in deze tijd ook al jassen met mouwen. De randen van de mantel en de jassen werden bij de adellijke vrouwen afgezet met bont. Het haar van de vrouwen in deze tijd was weggeschoren bij de haargrens en bij de wenkbrauwen. Bij vrouwen die nog niet getrouwd waren was het haar zichtbaar. Het schoonheidsbeeld was nog steeds een dik en glad gezicht.
De hoeden van de vrouwen tot 1470 heetten atouren. Dit was een punthoed of kap met een sluier. Op het voorhoofd zat een lusje, dit was waarschijnlijk een stukje metaaldraad van de hoed, waar het op rustte.
Veel gebruikte accessoires in deze tijd waren; veel ringen, handschoenen, halsketens, dunne kettingen tot aan de buste en gouden broches met parels. De schoenen waren nog steeds plat en puntvormig.
.
.
Pasteltekening van John Astria
Genealogie is de geschiedkundige studie die zich bezighoudt met voorouderonderzoek dan wel de afstamming van de familienaam. Door de Bijbel heen zijn Bijbelcodes gebaseerd op allerlei alledaagse dingen, waaronder na-men en genealogieën. Laten we meteen maar toegeven dat dergelijke lijsten op het eerste gezicht erg saai lijken. Maar wanneer we vooruitgang boeken zul je zien dat Bijbelse namen en genealogieën niet alleen belangrijk zijn als bevestiging van de historische en culturele waarheid van de Bijbel, maar dat zij ook beladen zijn met inzicht, betekenis en soms zelfs een bovennatuurlijk ontwerp.
De eerste genealogie die we in de Bijbel aantreffen gaat van ADAM naar NOACH (Genesis 5). Deze genealogie zal door de hele Bijbel heen (Oude en Nieuwe Testament) om verschillende redenen belangrijk blijken. Men zou kunnen aantonen dat via dit artikel de Bijbel ontworpen is door een schepper. Dit bewijs is gebaseerd op de Hebreeuwse oorsprong van deze chronologisch op elkaar volgende namen namen.
ADAM: adomah betekent “man”. Dit is absoluut logisch, omdat hij de eerste mens was.
SET betekent “toegewezen” of “gegeven”. Eva zei: “God heeft mij in de plaats van Abel, die door Kaïn is gedood, een ander kind gegeven”.
ENOS betekent “sterfelijk”, “broos” of “miserabel”, en werd gebruikt in de context van diepe rouw, ziekte, misère of ellende. In de dagen van Enos begon de mens God te onteren.
KENAN betekent “verdriet”, “requiem” of “elegie”. Nogmaals, dit was een zwarte bladzijde in de geschiedenis en ouders kozen vaak namen voor hun kinderen die verwezen naar de omstandigheden tijdens de geboorte.
MAHALALEL: mahalal betekent “gezegend” of “lof” en El was de naam voor God. Daarom betekent Mahalel traditioneel “de gezegende God” (opmerking: je zult zien dat veel Hebreeuwse namen het woord El bevatten, zoals Dani-el, “God is mijn rechter”, en Nathani-el, “Geschenk van God,” enzovoorts).
JERED: yaradh betekent “zal neerkomen”. Veel schriftgeleerden geloven dat dit afkomstig is uit de tijd waarin de “zonen van God” (gevallen engelen) op aarde “neerkwamen” om de dochters van de mensen te onteren (gemeenschap met vrouwen), wat resulteerde in de zogenaamde Nephilim (de nakomelingen).
HENOCH betekent “onderwijzen” of “aanvang”. Later in de Bijbel leren we dat Henoch de eerste was van vier generaties priesters.
METUSELACH: muth betekent “dood” en shalach betekent “brengen” of “voortbrengen”. Daarom betekent zijn volledige naam “zijn dood zal brengen”.
LAMECH (waarvan de stam nog steeds te zien is in ons woord “lamenteren”) betekent hier in de Hebreeuwse context “wanhopend”.
NOACH: nacham betekent “verlossing bieden” of “troost”.
Als we dit alles nu op een rijtje zetten, dan vinden we:
Is het mogelijk dat Gods reddingsplan voor de mens al meteen hier in het begin van de Bijbel gevonden kan wor-den?
“(De) Mens (is) sterfelijk verdriet toegewezen; (maar) de gezegende God zal neerkomen (om te) onderwijzen (dat) Zijn dood rust zal brengen (aan) de wanhopenden.”
Natuurlijk zullen sommigen beargumenteren dat deze Bijbelcode de oorspronkelijke betekenis van de Hebreeuw-se stamwoorden uitrekt, zodat ze overeenstemmen met het Nieuwe Testament. Anderen zouden kunnen beargu-menteren dat dit alles pas achteraf werd verzonnen. Maar je kunt ons er niet van overtuigen dat een groep Jood-se rabbijnen met opzet probeerde een samenvatting van het christelijke Evangelie te verbergen op deze plek in het begin van de Bijbel, in de genealogie van hun zo dierbare Thora.
In tegenstelling tot onszelf opereert God niet op een lineaire tijdbalk. Hij is alziend en almachtig. Hij weet wat er was, wat er is, en wat nog zal komen. En dat allemaal op hetzelfde moment! Het is voor het menselijke verstand moeilijk te bevatten. En toch heeft de Heer, om ons te helpen, ons profetie gegeven om ons te bemoedigen en ons een glimp te geven van Zijn plannen, Zijn oordelen en Zijn zegens.
In Openbaring 1:3 zegt Hij: “Gelukkig is wie dit voorleest, en gelukkig zijn zij die deze profetie horen en zich hou-den aan wat hier gezegd wordt. Want de tijd is nabij.”
Maar profetische verzen zijn door de hele Bijbel heen te vinden. Gods eerste profetische verkondiging vinden we in Genesis 3:15, wanneer Hij Satan aanspreekt over zijn verleiding van Eva. Sommige profetieën voorspellen de opkomst en ondergang van koninkrijken.
Een groot aantal van de profetieën in het Oude Testament wordt Messiaanse profetie genoemd; deze profetieën hebben betrekking op de komende Messias. Deze Schriftteksten zijn een overtuigende bevestiging van de nauw-keurigheid van de Bijbelse profetieën. Hier volg slechts een greep uit de honderden profetieën:
De vier Evangeliën in het Nieuwe Testament staan vol vervullingen van deze Messiaanse Profetieën door Jezus Christus. Zij voorspelden niet alleen (met 100% nauwkeurigheid) Zijn eerste komst om voor onze zonden te beta-len, maar verhalen ook over Zijn tweede komst (de “wederkomst“) om als Koning der Koningen te heersen (Openbaring 19:11-16).
Veel mensen denken dat profetieën mysterieus en onwerkelijk zijn. Om te begrijpen wat profetie precies inhoudt en voor ons vandaag de dag betekent, moeten we ons bewust zijn van het werkelijke bereik van de profetieën en de bedoeling van God. Profetie verbindt het verleden, het heden en de toekomst van de mensheid en geeft ons zo een balans van Gods complete en eeuwige doel.
WAT DENK JIJ?
Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: “Jezus is de Heer”, dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.
Bidden is iets vragen aan God. Je moet dan natuurlijk wel geloven dat er een God en dat Hij bestaat. En je moet ook geloven, dat God naar je wil luisteren en al evenzeer geloven, dat Hij ook kan doen, wat je vraagt.
Bidden kun je leren. De discipelen, die in hun joodse opvoeding toch echt wel hadden leren bidden, zagen in de omgang van de Here Jezus met Zijn Hemelse Vader iets wat ze niet kenden. Dat bracht hen tot de vraag: “Here, leer ons bidden”. En Jezus leerde hun een gebed.
Ook wij mogen bidden leren. God wil gebeden zijn. Dus laten we werk maken van het gebed. In ons persoonlijk leven en in ons gemeenteleven mag gebed een centrale plaats innemen. Om met elkaar te ontdekken wat bidden nu eigenlijk is en hoe we dit vorm kunnen geven is deze studie van de Bijbel een geweldig middel.
Veel mensen zeggen dat bidden onzin is. Bidden is ook onzin als je niet gelooft dat God bestaat. Bidden is ook onzin als je wel gelooft dat er een wezen bestaat dat God genoemd wordt, maar niet wilt aannemen dat Hij zich nog met ons bemoeit.
Geloven in God en geloven dat Hij naar je luistert is niet vanzelfsprekend. Het is moeilijk te begrijpen als je be-denkt dat er op hetzelfde ogenblik talloze mensen bidden en in vele talen. Eén ieder met zijn eigen problemen, moeiten en vragen.
Als je aanvaardt dat God al die gebeden kan horen, moet je geloven in een God die dat allemaal kan en die alles weet. Je moet dus geloven dat Hij almachtig en alwetend is. En als je wilt aannemen dat Hij naar je wil luisteren, moet je geloven dat Hij van je houdt en je liefheeft.
Bidden is erkennen dat je hulp nodig hebt. Je kunt het zelf niet meer. Je kunt niet meer op eigen benen staan, je eigen boontjes doppen. Je bent niet meer eigen baas. Bidden is jezelf afhankelijk erkennen. Veel mensen bidden niet meer. Wie niet gelooft dat God wil horen, wil helpen, kan helpen, kan ook niet bidden.
In de Bijbel wordt veel over het bidden gesproken en over mensen die bidden. De Bijbel spreekt over bidders die krijgen, waar zo om vroegen, die verhoord worden en over bidders die wel bidden, maar niet ontvangen waar ze om vroegen, die niet verhoord worden. Mag je daaruit concluderen, dat bidden soms wel, soms niet helpt? Lees eens mee wat er staat in Lucas 11 : 5-13. Jezus Christus zelf spreekt over het bidden. Hij doet heel merkwaardige uitspraken :
‘Bidt en u zal gegeven worden’.
Ieder die bidt, ontvangt. Wat je vraagt, dat krijg je. Dat lijkt nogal in tegenspraak met de feiten. Meestal lijkt bid-den niet veel uit te halen. Je kunt bidden om beterschap. Gebeurt het dan ook altijd? Je kunt bidden om werk. Heb je dat dan meteen de volgende dag? En als je geen verhoring kreeg op je gebed, heeft God je dan niet ge-hoord? En stel dat je wel werk kreeg, was dat dan het gevolg van je gebed?
Jacobus, waarschijnlijk een broer van Jezus en leider van de christelijke gemeente in Jeruzalem, schrijft daarover in het boek Jacobus 1 : 5-8.
5 Als u wilt weten wat God van u verwacht, vraag het Hem en Hij zal het u graag vertellen. Want Hij staat altijd klaar om ieder die Hem daarom vraagt, voldoende wijsheid te geven; Hij zal het u niet kwalijk nemen.
6 Maar als u Hem erom vraagt, moet u ook verwachten dat Hij het zal geven. Iemand die twijfelt, lijkt op een golf van de zee, die door de wind heen en weer gejaagd wordt.
7 Zo iemand moet niet denken dat de Here hem iets zal geven,
8 als hij twijfelachtig is en onzeker in zijn optreden.
In de eerste plaats is het belangrijk om niet te twijfelen aan God zelf.
‘Want wie tot God komt moet geloven dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken’. (Hebr. 11 : 6).
In de tweede plaats ook niet twijfelen aan het horen van God. God wil altijd luisteren ook al vind je jezelf nog zo’n slecht mens. Bidden met de gedachte van “Baat het niet, het schaadt ook niet” is niet echt bidden. We moeten vast geloven dat God luistert, dat Hij elk gebed hoort. Er niet aan twijfelen dat Hij helpen kan en wil.
De Bijbel zegt dat we niet te gauw moedeloos moeten worden. We moeten blijven bidden en blijven zoeken. Je-zus vergelijkt (Matth. 7 : 7-12; zie ook Luc. 11 : 1-13) het bidden met zoeken en met het kloppen op een deur tot je wordt opengedaan en ontvangt. Jezus vertelt daarover een verhaal, een gelijkenis zoals dat in de Bijbel heet. (Luc. 18 : 1-8). Hij zegt dat als zelfs een onrechtvaardig, een slecht mens tenslotte toch luistert, dan zal God toch zeker horen, als we erg veel van Hem verwachten.
De Bijbel vertelt ook over gebeden die niet verhoord worden, hoewel God de gebeden wel gehoord heeft. Paulus, een gezondene door Jezus Christus om het evangelie te verkondigen (een apostel genoemd) schrijft over een ge-bed van hem dat niet werd verhoord in 2 Cor. 12 : 7-9.
Hij heeft een geweldige ervaring gehad, hij is in het hemelse paradijs geweest. Zelf weet hij niet of dat nu werke-lijk of in een soort visionaire toestand gebeurde. Hij hoorde woorden die hij niet verder vertellen mag. Iets om behoorlijk trots op te zijn. Maar om hem klein te houden krijgt hij een doorn in het vlees.
Hij zegt niet wat dat nou precies is, maar misschien was het iets als een ooglijden. Paulus bidt driemaal of God die doorn weg wil nemen. Het gebeurt niet. God zegt tegen hem: ‘Mijn genade is genoeg voor u’. Dat betekent: Mijn liefde, waarmee God de schuld van de zonde vergeeft, moet genoeg zijn.
Mozes, de leider uit het Oude Testament, heeft iets dergelijks ervaren (Deut. 3 : 23-28 en Num. 20 : 7-13). Omdat Mozes ongehoorzaam was geweest, mag hij van God het land dat de Israëlieten beloofd was niet binnengaan. Hij vindt dat heel erg. Daarom vraagt hij of hij niet toch het beloofde land mag binnentrekken. Maar God zegt: ‘spreek Mij over deze zaak niet meer’ .
Het gebed van Mozes is door God wel gehoord, maar Hij doet niet wat van Hem gevraagd wordt. Soms zegt God al van te voren dat een gebed niet verhoord zal worden. Hij verbiedt dan zelfs het bidden ( zie Jer. 14 : 7-12 en 15: 1).
Als je het gebed ziet als een middel om over God naar je eigen inzichten te kunnen beschikken, zal er zeker geen verhoring komen op je gebed. En bidden helpt ook niet als je het beschouwt als een middel dat ook wel eens te proberen zou zijn.
In de Bijbel staan veel gebeden. Als je die gebeden eens aandachtig leest, zijn er een paar dingen die telkens sterk opvallen. Dikwijls bidt men om vergiffenis en verlossing. In de Psalmen 25 bidt de dichter om verlossing, maar hij begint daar niet mee.
Blijkbaar is er iets dat de dichter nog meer beangstigt dan de haat van zijn vijanden. Zijn eigen schuld, zijn eigen zonde benauwt hem veel meer . Zonde, dat is niet doen wat God zegt en juist wel doen wat God verbiedt.
Daarom gaat zijn gebed om vergeving van de zonde voorop. Hoewel hij er vast van overtuigd is, dat God zijn ge-bed verhoren wil, vindt hij dat kennelijk toch niet zo’n vanzelfsprekende zaak.
Bidden is wikken en wegen. Ook overwegen en afwegen welke de juiste dosis is van de barmhartigheid en de rechtvaardigheid in de wereld en in ons eigen leven. Bidden is bekommerd zijn dat de naam van God zou gehei-ligd worden en dat zijn wil zou geschieden op de aarde als in de hemel.
Als wij niet bidden zal het verkeerd lopen met de schepping, met de wereld en met ons eigen leven. Sommige mensen hebben een zeer eenzijdige en oppervlakkige opvatting van bidden. Voor hen is bidden enkel vragen. Zij vragen dan meestal dingen in hun eigen belang en voordeel.
Tot in het bidden toe zijn ze nog met zichzelf bezig. Bidden is meeleven met God die de Schepper is en dus mee-leven met heel zijn schepping en mee bezorgd zijn opdat het goed zou zijn in de wereld.
Het gebed is er om ons los te maken van onszelf, om ons open te maken voor God en de wereld, voor Christus en de mensen. Mensen die niet bidden riskeren eng en enggeestig, klein en kleinzielig te worden. Bidden verruimt onze horizon en leert ons leven op de maat van God.