Category, categorie: The Bible explained/De Bijbel uitgelegd: video
1 Samuël 8 / Israël vraagt een koning, Israël demands a king
1 Samuel 8 – Skip Heitzig
.
– aroma: warm, zoet, hout-achtig, ‘als leer’ (de geur blijft lang hangen)
– kleur: olijf-groen tot olijf-bruin (wordt donkerder naarmate ze ouder wordt)
– consistentie: dun
– extractie: stoomdistillatie (van de wortel)
valeriaan olie staat vooral bekend om haar rustgevende eigenschappen en wordt in de aromatherapie vrijwel uitsluitend gebruikt voor klachten die hun oorsprong vinden in stress en nervositeit
in aromatherapie vervult Valeriaan olie een ondersteunende rol in de volgende situaties:
geest en zenuwstelsel
kalmerend, rustgevend en slaapverwekkend: gebruik bij
– slapeloosheid, angstaanvallen en onrust
– overgangsklachten van nerveuze aard zoals stress, geïrriteerdheid, gemoedswisselingen en overgevoeligheid (hysteria)
– rusteloosheid, gebrek aan aandacht en concentratie vermogen (ADD)
– dwangmatig doorgaan met werk of activiteiten (kan niet stoppen) en onvermogen om te ontspannen: meestal ligt hier angst voor een vacuüm, een leegte aan ten grondslag
luchtwegen
– nerveus hoesten en spasmodische hoestbuien
spijsverteringssyteem
– spanning op de maag met indigestie, gebrek aan eetlust en pijn of krampen in het darmkanaal, die erger worden bij toename van stress en nervositeit
– Prikkelbare darmsyndroom (PDS)
hart- en bloedvaten
– hartkloppingen en hoge bloeddruk, veroorzaakt door en verergerd bij toename van stress en nervositeit
– spataderen
– externe aambeien
hoofdpijn en migraines die erger worden bij toename van stress en nervositeit
verkrampte spieren, veroorzaakt door stress en nervositeit
– verdamper
– huid: 4% verdunning per theelepel basis olie (verhoudingsgewijs is dit 4% van de olie)
– bad: 4 druppels, vermengd met een emulgator (bv. badolie of baddouche)
– kan in sommige gevallen huidirritaties veroorzaken
– vermijd tijdens zwangerschap
– niet gebruiken tijdens een periode van borstvoeding
– niet gebruiken bij kinderen jonger dan 3 jaar
– vermijd gebruik van valeriaan olie in combinatie met alcohol, slaapverwekkende medicijnen en antidepressiva
– voorzichtig met gebruik van valeriaan olie in combinatie met andere rustgevende aromatische oliën zoals jatamansi en hop
– niet gebruiken tijdens het rijden of andere aandacht vereisende werkzaamheden
langdurig gebruik of regelmatige overdoses van valeriaan olie of thee kan lijden tot
a) gewenning
b) apathie, lethargie en lusteloosheid
c) hoofdpijn, krampen, onrust, nervositeit en slapeloosheid (tegenovergestelde effect)
– kan ook aangebracht worden onder de voeten of op de slapen
– wordt veel gebruikt in de parfum industrie (chypres, moss en op den gebaseerde parfums), levensmiddelen industrie (smaakmaker voor tabaksproducten en verscheiden biersoorten), cosmetica industrie (o.a. zeep) en in de farmaceutische industrie
– katten zijn gek op valeriaan (een of twee druppels op hun speelgoed kan ze urenlang fascineren)
– in de standaard medische tekstboeken nam valeriaanwortel een toonaangevende plaats in tot de komst van synthetische kalmeringsmiddelen in de veertiger jaren van de vorige eeuw
– bij de bereiding van valeriaanthee geen kokend water gebruiken om te voorkomen dat sommige van de essentiële bestanddelen van het kruid vervliegen
– goed te combineren met aromatische olie van o.a. cederhout, eikenmos, jatamansi, hop, lavandin, lavendel, mandarijn, petitgrain, patchouli, rozemarijn, sinaasappel
– in combinatie met aromatische olie van angelica om het stervensproces te begeleiden en de overgang te vergemakkelijken
Er zijn drie hoofdtypes valeriaan op de markt:
a) Europese valeriaan (valeriana officinalis var. angustifolium)
b) Indiase valeriaan (valeriana wallichii)
c) Japanse valeriaan (valeriana officinalis var. latifolia)
– de chemische samenstelling van elk van deze types varieert sterk afhankelijk van de plaats van herkomst, waarbij factoren een rol spelen zoals de plaatselijke bodemgesteldheid en het plaatselijk klimaat;
– de verschillende chemotypes bevatten weliswaar allen dezelfde hoofdbestanddelen (bornylacetaat, valerotriaat, valerinezuur en anderen) maar niet in dezelfde hoeveelheden
– om deze reden is het therapeutisch effect niet altijd hetzelfde, noch is het nauwkeurig voorspelbaar
– de details betreffende de biochemische eigenschappen en kalmerende werking van valeriaan zijn nog niet bekend
– in de meeste gevallen dient valeriaan gedurende een paar weken gebruikt te worden voordat het natuurlijke slaappatroon hersteld is
– bij deze frequentie is er geen risico van gewenning of nadelige effecten
– in sommige gevallen (maar deze behoren eerder tot de uitzonderingen) wordt het beoogde effect onmiddellijk bereikt
.
.
De geneeskrachtige aspiraties van terpentijn, die uit verschillende soorten naaldbomen stroomt, zijn geen recente bevlieging. Hippocrates, Dioscurides en nog andere heelkundigen wisten al dat dennenhars en jonge dennenscheuten ideaal waren om verkoudheid, hoest, jicht en reuma te lijf te gaan.
Dille is rijk aan minerale zouten, dus kan je een zoutloos dieet met dillezaad aanvullen. Dillezaden hebben een slijmoplossende, krampstillende en verwarmende werking. Als je geplaagd zit met buikkrampen, gasvorming of menstruatiestoornissen kan dillethee helpen. En het helpt tegen de hik. Nierpatiënten gebruiken beter geen dillezaad; er zouden zich niersteentjes kunnen vormen.
In dragon zit ‘estragol’, een vluchtige olie. Deze stof helpt de spijsvertering een handje. En het verbergt je slechte adem.
Duindoorn wordt gebruikt om brandwonden en bevriezingen, wonden, pigmentvlekken, doorligwonden, acne en psoriasis te behandelen. Wie wat meer kracht en energie wil kan het eens proberen met een duindoornsiroopje, -jam, -limonade, enz. Actinomyces, een micro-organisme dat in de zaadschillen van de duindoorn leeft, maakt het noodzakelijke vitamine B 12. Dat vind je normaal enkel in vlees.
Daardoor is de duindoorn ook een belangrijke plant in de vegetarische voeding. In duindoornpitten-olie zitten veel onverzadigde vetzuren. Die vormen de bouwstenen van onze lichaamscellen en ondersteunen de celvernieuwing. De huid blijft gezond en vitaal. Een middel voor gevoelige, schilferige, gesprongen huid.
Duizendblad kan je gebruiken als bloedstelpend ‘pleistertje’. Ook allerlei vrouwenkwalen kan je met duizendblad verhelpen. De plant heeft een samentrekkende werking; daarom is het ook een ideaal middel tegen aambeien en spataders. Met een aftreksel van duizendblad kan je dode huidcellen verwijderen en vetafscheiding tegengaan. De poriën vernauwen.
Het is wetenschappelijk bewezen dat echinacea één van de meest bloedzuiverende middelen is en het immuunsysteem versterkt. Als je opgescheept zit met puisten en abcessen, omwille van onzuiver bloed, kan de tinctuur (alcoholisch aftreksel) van deze plant je helpen. Ze dringt dan de verzwering terug en neemt de pijn weg. Ook bij een amandelontsteking, ontstoken tandvlees en slijmvliesontstekingen kan deze plant prima helpen.
Fenegriek werkt borstvergrotend. Het zaad bevordert ook de melkproductie. In fenegriekzaad zitten vetten, vitamine A, B, C, E, kalk en fosfor, het is ontstekingswerend en bevordert de galproductie.
Ondanks de grote textielschaarste en de tot stilstand gedwongen mode-industrie bleek zich toch tijdens de oorlogsjaren een nieuw modebeeld te ontwikkelen. Dit was vooral gebaseerd op vindingrijkheid. In Nederlandse damesbladen stonden zelfs aanwijzingen hoe men zelf schoenen kon vervaardigen. Een lippenstift was een begerenswaardig bezit, want met make-up werd het gemis aan variatie in de kleding gecompenseerd.
De kleding van de vrouw was voornamelijk praktisch. Deze was ook wat mannelijk door de verbrede schouders met schoudervullingen en de kordate rechte rokken. De japon was dikwijls van twee soorten stof gemaakt, twee oude jurken vormden één nieuwe. De mouwen waren vaak geplooid ingezet. Van vooroorlogse herenkostuums werden grijze mantelpakjes gemaakt. De zomerse dracht was een vooroorlogse jurk of een rimpelrok met een bloesje of een zelfgebreid kort truitje. Omdat er geen kousen waren droeg men veel pantalons. Dit was voor het eerst dagelijkse kleding voor vrouwen.
De kleding van de man was uitsluitend bedoeld om te beschermen tegen weersinvloeden. Kostuums werden versteld en vermaakt, mantels werden gekeerd (de vaak nog goede binnenkant van de stof kwam dan aan de buitenzijde). Ze werden ook wel gebruikt om er kinderjassen van te maken. Mannen droegen bivakmutsen, dezelfde die in het leger werden gedragen.
West-Europa werd na de oorlog in de fase van de wederopbouw gesteund door Amerika. Hoge flatbouw, winkelcentra, de flipperautomaat, de jukebox en de nylonkous zijn sindsdien niet meer weg te denken uit de West-Europese samenleving.
Ondanks die grote Amerikaanse invloed was het toch Parijs dat de leidende rol in de modewereld weer op zich nam. In 1947 ontwierp Dior als reactie op de oorlogsmode een zeer vrouwelijke ligne corolle (bloemkroon), door de Amerikaanse modepers de new look genoemd, aanvankelijk sterk bekritiseerd omdat de nieuwe, lijn onverantwoordelijk veel stof vereiste.
De kleding van de vrouw kreeg na 1947 een volledig ander silhouet: afgerond een taille en een wijde lange rok .
De rok was klokkend of gepasseerd en reikte in 1947 bijna tot de enkel; na 1950 kwam de rok tot tien centimeter onder de knie. Nieuw was ook de kimonomouw.
De mantel: vooral de wijde swagger met brede revers en pofmouwen.
De avondjurk: lang, vaak strapless met bijpassend jasje. Amerikaanse invloed: de cocktailjurk.
De sportkleding: strapless badpak, dito zonnejurk met bolero, driekwart broek.
Het haar: halflang, gekruld haar, ook wel opgestoken.
De hoed: grote ronde hoed (Dior) of zeer klein hoedje met veer (Fath) .
De accessoires: als reactie op de armoede tijdens de oorlog veel accessoires
De schoenen: pumps met hoge en lage hakken, moccasins of veterschoenen met profielzool, ballerina’s.
De kleding van de man voor overdag week niet af van het vooroorlogse beeld. Wel werden naast het driedelige pak veel combinaties gedragen: geruit of tweed jasje met effen broek.
De mantel: rechte jas, regenjas met ceintuur. Het haar: kort, achterovergekamd of met een scheiding opzij. De snor begon weer in de mode te komen.
De hoed: alleen oudere mannen droegen een hoed, meestal een deukhoed.
De schoenen: onder invloed van Italië smalle spits toelopende schoenen, bruine en zwarte molières.
Omdat de verschillende modelijnen tussen’55 en ’64 elkaar zeer snel hebben opgevolgd, worden hier alleen de meest typerende aspecten aangegeven. Enerzijds was er de Parijse haute couture met een mode die bekendheid kreeg door veelvuldig gefotografeerde vrouwen als Jacqueline Kennedy en Farah Diba.
Het voortbestaan van de haute couture werd gegarandeerd door – vooral Amerikaanse – inkopers van grote confectiehuizen. Anderzijds waren er film, televisie en rock ‘n’ roll die de jeugd inspireerden tot het dragen van kleding en kapsels zoals die van James Dean, Brigitte Bardot en Elvis Presley.
De kleding van de vrouw veranderde vooral tot 1960 ieder jaar van silhouet : in 1954 Dior met A-lijn, in 1955 H-lijn, in 1957 De Givenchy met ‘ligne sac’ en ‘ligne tulipe’, in 1958 Cardin met S-lijn en Yves St. Laurent met trapeziumlijn.
De mantel: sportieve rechte jas met grote zakken en een rugceintuur. Poplin regenjassen met hoedje, vaak gedragen als zomerjas. Korte of driekwart suède jasjes in vele kleuren.
De avondkleding: lang, strak lijfje, wijde rok. Na 1960 lange rok met blouse als informele avondkleding. De sportieve kleding: naar aanleiding van de spijkerbroek nu voor het eerst pantalons met een ritssluiting middenvoor. Na 1960 meer bikini’s. Tot 1960 de driekwart broek met sweater van badstof.
Het haar: sterk getoupeerd, opgestoken haar , voorzien van haarlak. Verder het enveloppenkapsel en de paardestaart. Veel oogmake-up: eyeliner, mascara en oogschaduw.
De hoed: minder hoeden. Bij een geklede jurk een dopje van dezelfde stof achter op het hoofd.
De accessoires: nieuw (1955) zijn de plastic tassen, soms twee modellen in één (schoudertas en beugeltas).
De schoenen: pumps met lage gebogen hakken of hoge naaldhakken. Een Italiaanse vinding was de stalen naaldhak. Bij wijde zomerjurken ballerina’s.
De kleding van de man werd wat eleganter onder invloed van de Italiaanse herenmode. We zien smallere jasjes, smalle broekspijpen en andere kleuren dan alleen blauw en grijs.
De mantel: rechte wollen jas, korter model. Jonge mensen monty-coat of jopper.
De sportieve kleding: De Amerikaanse rock ‘n’ roll bracht de spijkerbroek in de mode, gedragen met een T-shirt of een lange trui.
Het haar: kort met zijscheiding. Jongens een Elvis Presley-kuif. Geen hoeden.
De schoenen: smalle, puntig toelopende schoenen en schoenen van juchtleer.
1964 was een belangrijk jaar voor de ontwikkelingen in de mode. In Parijs trachtte Courrèges, geïnspireerd door de ruimtevaart, met zijn astronauten-look, het tanende gezag van de haute couture te herstellen. Hij kon echter niet verhinderen dat de sympathie van de jeugd uitging naar het ‘swinging London’ van Mary Quant, de Beatles en boetieks als Biba. Het schoonheidsideaal van zowel Quant als Courrèges was een slanke, jongensachtige vrouw in een minijurk.
De kleding van de vrouw was revolutionair kort, ongeveer twintig centimeter boven de knie. De minijurk was recht, vaak met halflange ingezette mouwen en een accent op de heupen.
Pas na 1968 kwam een langere mode: de midi (halflang) en de maxi (lang).
Er ontstond een verward modebeeld, waaruit de pantalon als noodoplossing naar voren kwam.
De mantel: kort, smal iets gerend model. Na 1968 de maxi-jas en de ,lange cape of de korte bontjas, voor het eerst ook van synthetisch bont. Regenjas van lakplastic en doorzichtig plastic .
De avondkleding: de formele avondjurk van kostbare stof werd vervangen door een rechte lange jurk (jersey of lurex), een fluwelen broekpak of een smokingpak (St. Laurent).
De sportieve kleding: kleine bikini’s; badpakken met ‘uitgeknipte’ stukken.
Het haar: kort pagekapsel of halflang haar met een golf naar buiten. Rage: pruiken van echt of synthetisch haar. Veel oogmake-up.
De hoed: grote pet of klein astronautenkapje, wollen muts met bijpassende shawl.
De accessoires: sieraden van zilver en (van Paco Rabane) halsornamenten, oorhangers en zelfs jurken van hardplastic plaatjes en metalen ringetjes. De jeugd droeg Indiase sieraden. Kleine schoudertassen en zeer grote zonnebrillen.
De schoenen: vooral opvallend dat laarzen in deze periode ook binnenshuis werden gedragen, o.a. zomerlaarzen van vinyl en linnen.
De kleding van de man kreeg onder invloed van Italië meer variatie: onconventionele stoffen als fluweel en ribfluweel, gekleurde hemden met dessins, zijden en dunne wollen coltruien. Pierre Cardin ontwierp voor de Beatles pakken met kraagloze jasjes.
De mantel: na 1968 ook midi-jassen voor mannen. In plaats van een jas vaak een kort suède jack.
De avondkleding: bij een smoking vaak een brede gekleurde gordel en een speciaal hemd met kantjes. Een fluwelen pak met zijden coltrui kon de smoking vervangen.
Het haar: langer haar, bakkebaarden. Jonge mannen soms tot op of over de schouders.
De schoenen: suède booties, molières en instapschoenen.
De hippe kleding, voor jonge mensen in navolging van de ‘hippies’: spijkerpak, Indiaas hemd, Afghaanse jas, lange Indiase jurken met oosterse sieraden. Dit alles met sandalen of laarzen.
De mode van de jaren zeventig was een afspiegeling van het verschil in mentaliteit met de voorafgaande perioden.
Europa werd geconfronteerd met de Derde Wereld, met milieuvervuiling en oliecrises. Niet dat men zuiniger ging leven; integendeel, aan kleding werd meer uitgegeven dan ooit. In de mode zien we veel uitheemse en folkloristische elementen en een voorkeur voor natuurlijke vezels.
De kleding van de vrouw was gevarieerder dan tijdens de periode van de mini-mode. Vlak na 1970 bestond de trend om kledingstukken over elkaar te dragen; een voorbeeld hiervan was de robe housse. Engelse invloeden op de mode hadden Mary Quant met hotpants en Laura Ashley met Victoriaanse romantische jurken.
Parijs deed van zich spreken door de japanse ontwerper Kenzo die Tibetaanse volksdracht tot mode maakte: doorgestikte jakken, overkousen en pofbroeken. Broeken werden overigens in allerlei lengten en modellen gedragen. De roklengte varieerde van net onder de knie tot halverwege het been.
De mantel: ruime mantels en regenjassen, poncho’s en bontjassen.
De avondkleding: kaftans, lurex truitjes en discokleding.
De sportieve kleding: skikleding voor het koude jaargetijde; trainingspakken om in te trimmen, maar ook voor in huis.
Het haar: rond 1970 nog veel pruiken. Daarna halflang haar. In 1974 afro-kapsels, onder invloed van de trend ‘black is beautiful’. Na 1975 kort in model geföhnd haar. Na 1978 lang, gepermanent haar en kapsels uit de oorlogsjaren.
De hoed: shawls om het hoofd geknoopt. Weinig echte hoeden, wel allerlei mutsen.
De accessoires: vingers vol ringen, armen vol armbanden, speldjes. Oorbellen door gaatjes in de oren: kleine knopjes en lange hangers.
De schoenen: geïnspireerd op de oorlogsjaren waren de plateauzolen en schoenen met sleehakken.
De kleding van de man: invloeden van de jaren twintig en dertig met getailleerde krijtstreepkostuums. Verder ribfluwelen pakken, blazers en colbertkostuums.
De mantel: jassen van leer, suède en bont. Veel jacks. De jeugd droeg legerkleding.
Het haar: jongeren soms zeer lang. Na 1977 is lang haar geen mode meer. Men droeg veel korte baarden.
De accessoires: schoudertas of polstas. Meer verzorgingsartikelen voor mannen.
De schoenen: evenals bij de vrouw (tot 1974) verhoogde zolen. Halfhoge en hoge laarzen.
.
In de beginjaren van deze periode ondervond de westelijke wereld een duidelijke teruggang in de economie. Wellicht daardoor ontstond een algemene tendens van teruggrijpen naar oude waarden. Men werd weer ambitieus en prestatiegericht. Men hechtte opnieuw waarde aan omgangsvormen (etiquetteboeken!). Zelfs jonge mensen droegen weer klassiekere kleding, de vrouwen rokken, de mannen pakken.
De kleding van de vrouw: enerzijds zeer vrouwelijk als de kleding van filmsterren uit de jaren dertig. Duidelijk accent op buste en heupen, meer japonnen en rokken.
Anderzijds heel jongensachtig – Comme des Garçons – met veel te ruime mannenkleding: overhemd met stropdas, wijde met ceintuur bij elkaar gesjorde broek en ‘oversized’ blazer.
De mantel: lang en ruim. Veel driekwart en zevenachtste mantels.
De sportieve kleding: sportkleding wordt straatmode: skijacks, tennishaarbanden, golfbroeken, shorts, aerobic dancingpakjes. Broeken net boven de enkels.
De avondkleding: terugkeer van het officiële avondtoilet .
De badkleding: badpakken met hoog opgeknipte pijpen.
Het haar: sluik, op kaakhoogte in de bobbed-stijl van de jaren twintig. Piekige jongenskoppen met gel.
De hoed: meer hoeden. Vilten herenhoeden.
De accessoires: brede gedrapeerde ceintuurs. Veel kitschjuwelen. Tassen passend bij schoenen.
De schoenen: hakken laag tot geheel plat. Gymschoenen en laarzen.
De kleding van de man: twee duidelijke stromingen: een terugkeer naar de klassieke zakelijkheid en een grote invloed van allerlei sporten. Mannenkleding valt soepeler door minder stijf binnenwerk. Broeken met bandplooien. Aandacht voor mooie overhemden en dassen. Geruite golfbroeken.
De jas: nieuw zijn lange tweedjassen met ceintuur en herwaardering voor de klassieke trenchcoat.
Het haar: kort en ongeschoren, permanent en een coupe soleil. Baarden zijn ouderwets, een stoppelbaard van twee dagen zeer trendy.
De schoenen: jongeren basketbal- en trimschoenen. Terugkeer van de klassieke veterschoen.
.
.
Keuze tussen eeuwig leven of de vuurpoel
Pasteltekening van John Astria
Volgens de bijbel komt de zoon van God, Jezus Christus, spoedig terug naar de aarde om gerechtigheid te doen geschieden. Iedereen zal Hem op de laatste dag in de wolken zien met grote kracht en glorie om de wereld van de ondergang te redden ( Mat 24: 31). Vanaf dat moment zullen de kinderen van God hun lichamen onmiddellijk transformeren.
Zij krijgen superlichamen die naar Christus kunnen vliegen om Hem in de wolken te ontmoeten (1Thessa 4: 16-17). De dood bestaat plots niet meer. De mens komt onder andere Goddelijke natuurwetten te staan. Alles zal perfect worden zoals het ooit was bedoeld in het begin van de schepping.
Wij, die Jezus Christus kennen en beminnen, zullen zijn zoals Hem na zijn verrijzenis ( Fil 3: 31 en 1 Joh 3: 2 ). Christus was in staat om te komen en plots te verdwijnen. Hij kon door muren wandelen, gesloten deuren openen en zich voort bewegen met de snelheid van gedachten ( Luc 24: 30,31,51 en Joh 20:26 ). Wij zullen dat ook kunnen.
Desondanks wij onsterfelijke superlichamen zullen krijgen, blijven er gelijkenissen met onze hedendaagse vergankelijke lichamen. De bovennatuurlijke lichamen zullen blijven eten en drinken. De mens zal net zoals nu huwen, plezier maken, de liefde bedrijven en genieten van het leven. De ervaringen zullen gewoon veel intenser zijn.
Na de wederkomst van Christus daalt het nieuwe Jeruzalem vanuit de hemel naar de aarde neer. Iedereen zal zien dat God in Jeruzalem bij de mensen komt wonen ( Openb 21: 1-3 ). De Bijbel geeft een gedetailleerde beschrijving van de neerdalende stad. Ze is kubusvormig met een lengte, breedte en hoogte van 12000 stadie wat overeenkomt met 2304 km. Wie in Jeruzalem woont krijgt een woning door Christus zelf toebereid.
De volledige aarde zal gezuiverd en hersteld worden zoals ze was ten tijde van het begin met Eeuwig leven( Openb 21: 1). De vloek die op de mens kwam door de zonde zal God volledig verwijderen. De vroegere dingen zijn voorbij. Zij worden niet opgeroepen en komen nooit meer terug in de harten van de mens. Er zal geen geklaag en geschrei meer zijn. Wie niet in Jeruzalem woont zal een huis bouwen en het zelf bewonen.
Men zal zijn eigen vruchten eten. Er zal nooit meer gezwoegd worden. De mensen en de dieren leven in harmonie met elkaar. De wolf en het lam weiden samen en de leeuw eet stro als de stier. Er zal nooit geen kwaad meer geschieden op de heilige berg van God.
Wil jij deel uitmaken van de nieuwe geweldloze wereld waar alles berust op liefde en rechtvaardigheid onder leiding van Jezus Christus, bid dan dit simpele gebed. Jezus Christus zal dan onmiddellijk in je hart komen.
God zegene u met zijn liefde in de eeuwigheid. Amen
.
.
Ze konden niet tot geloof komen, want Jesaja heeft ook gezegd:
Jesaja doelde op Jezus toen hij dit zei, omdat hij zijn majesteit zag. Toch waren er ook veel leiders die wel in hem geloofden, maar vanwege de farizeeën kwamen ze daar niet openlijk voor uit, omdat ze niet uit de synagoge gezet wilden worden. Ze stelden meer prijs op de eer van mensen dan op de eer van God.
‘Wie in mij gelooft, gelooft niet in mij, maar in hem die mij gezonden heeft, en wie mij ziet, ziet hem die mij gezonden heeft. Ik ben het licht dat naar de wereld is gekomen, opdat iedereen die in mij gelooft niet meer in de duisternis is. Als iemand mijn woorden hoort maar ze niet bewaart, zal ik niet over hem oordelen. Ik ben immers niet gekomen om over de wereld te oordelen, maar om de wereld te redden.
Wie mij afwijst en mijn woorden niet aanneemt heeft al een rechter: alles wat ik gezegd heb zal op de laatste dag over hem oordelen. Ik heb niet namens mezelf gesproken, maar de Vader die mij gezonden heeft, heeft me opgedragen wat ik moest zeggen en hoe ik moest spreken. Ik weet dat zijn opdracht eeuwig leven betekent. Alles wat ik zeg, zeg ik zoals de Vader het mij verteld heeft.’
In essentie brachten deze profeten niets nieuws omdat volgens de islam elke ziel voor zij in een mens geboren wordt God als Heer erkend zodat elk mens geboren wordt met een elementair inzicht in goed en kwaad (alsook met verstand en gevoelens). De boodschappen die de profeten kregen, herinneren de mensen dus aan wat zij in hun hart al weten en knopen daar bij aan.
Een aantal voorbeelden zijn de Profeten Mozes, Abraham, David, en Jezus.
Naarmate de mensheid verder evolueerde werden de Openbaringen van God (in het arabisch: Allah; in het Hebreeuws: Jahweh) steeds verfijnder, tot God aan Mohammed de laatste en definitieve openbaring voor de hele mensheid en voor alle tijden gaf.
Één van de geloofsartikelen van de islam verplicht moslims ertoe te geloven in alle Boeken die door God geopenbaard zijn en in alle profeten aan wie zij geopenbaard werden, anders kunnen zij niet als moslim beschouwd worden. Om moslim te zijn, moet men dus ook in Jezus en in zijn boodschap geloven.
Het is ook zo dat moslims geen verschil maken tussen de profeten:
Moslims beschouwen de oorspronkelijke Boeken die aan de profeten geopenbaard werden als Heilige Boeken die God’s Boodschap bevatten, met name de Thora (geopenbaard aan Mozes), het Boek der Psalmen (aan David geopenbaard), de Evangeliën (‘Nieuwe Testament’, geopenbaard aan Jezus) en de Koran (geopenbaard aan Mohammed).
Volgens de islam hebben de Boeken van de Bijbel in de loop der tijden evenwel aanpassingen ondergaan zodat de oorspronkelijke Boodschap in deze Boeken niet meer in zuivere originele vorm behouden werd.
Bovendien wordt de Bijbel ook niet beschouwd als het letterlijke Woord van God, maar is het eerder een relaas over het leven van de profeten (waaronder Jezus) dat door anderen opgetekend werd. De Koran wordt beschouwd t als het letterlijke woord van God zoals het letter per letter aan Mohamed geopenbaard werd en sedertdien onveranderd bewaard bleef.
Moslims erkennen ook de Bijbel als een Heilig Boek, maar omdat het Boek niet meer in zijn oorspronkelijke vorm bestaat en er doorheen de eeuwen veel aan veranderd is, toetsen moslims de huidige Bijbel wel aan de Koran. Alles wat door de koran niet expliciet tegengesproken wordt, wordt aanvaard.