Category/ categorie: video
Where do we go when we die?
Naar waar gaan de doden?
preview en aankoop boek “De Openbaring “:
http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget
.
Mannen van middelbare leeftijd (50+) die meer dan negen uur per week op de fiets zitten, lopen een groter risico op prostaatkanker. Dat blijkt althans uit een onderzoek bij ruim 5.000 Londense fietsers, gepubliceerd in met medisch tijdschrift Journal of Men’s Health.
De mannen die aan het onderzoek deelnamen hadden een gemiddelde leeftijd van net geen 50 en fietsten gemiddeld 6,5 u per week. 8,4% (444 mannen) had de voorbije vijf jaar te kampen met erectiestoornissen, 1,2% (63 mannen) met onvruchtbaarheid en 0,8% (42 mannen) had prostaatkanker. Van de fietsers ouder dan 50 jaar had 1,8% prostaatkanker.
Wanneer de gegevens verder geanalyseerd werden en ook rekening werd gehouden met andere factoren zoals leeftijd, eet- en drinkgewoonten, gewicht, hoge bloeddruk enzovoorts, bleek dat er geen verband bestond tussen het aantal uren fietsen en erectiestoornissen. Fietsen zou ook geen negatieve invloed hebben op de vruchtbaarheid.
Maar er bleek, bij de 50-plussers, wel een verband te bestaan tussen het aantal uren dat men fietst en de kans op prostaatkanker. 50-plussers die tussen 3,5 en 8,5 uur per week fietsten, hadden bijna 3 keer meer kans op prostaatkanker, bij mannen die meer dan 8,5 u per week fietsen, was dat ruim zes keer hoger.
De onderzoekers vermoeden dat dit komt door de verhoogde druk op de prostaat, naar benadrukken dat verder onderzoek nodig is om dit te bewijzen. Dit type van onderzoek kan in het beste geval een verband aantonen, maar geen oorzakelijk verband. Volgens de onderzoekers geldt het verhoogde risico op prostaatkanker alleszins niet voor mensen die slechts van en naar hun werk fietsen.
Bovendien was de groep 50-plussers met prostaatkanker zeer klein (minder dan 40 mannen), en zijn andere verklaringen mogelijk waarom ze prostaatkanker hebben. Tenslotte benadrukken ze ook dat de vele gezondheidsvoordelen van fietsen ruimschoots opwegen tegen de (mogelijk) licht verhoogde kans op prostaatkanker.
.
Zwangere vrouwen nemen onvoldoende jodium in en dat heeft gevolgen voor de intellectuele ontwikkeling van kinderen. Dat blijkt uit een onderzoek van de Hoge Gezondheidsraad (HGR).
Jodium is een belangrijk bestanddeel voor het goed functioneren van de schildklier. Jodium is een sporenelement dat van nature in kleine hoeveelheden in het lichaam voorkomt. De schildklier gebruikt dit element als bouwsteen voor de schildklierhormonen die een belangrijke rol spelen in het normaal functioneren van de lichaamscellen en de groei van de organen.
Bij volwassenen regelen deze hormonen ondermeer de hartslag en de bloeddruk. Bij kinderen spelen schildklierhormonen ook een rol bij de groei van botten, spieren, en zenuwweefsel, in het bijzonder het hersenweefsel.
Het meeste jodium krijgen we binnen via melk, brood en vis. Daarom werd in 2009 beslist om het zout voor bakkerijproducten te joderen. Onder meer door deze maatregel is de jodiumstatus van de Belgische bevolking verbeterd en in het bijzonder die van kinderen in de schoolgaande leeftijd (8 tot 12 jaar) die nu voldoende jodium innemen voor een harmonieuze lichamelijke en intellectuele ontwikkeling (100-199 microgram per dag).
.
Bij vrouwen ligt dit gehalte een pak lager. Bij niet zwangere vrouwen ligt de minimale drempel op 100 microgram per dag. Voor zwangere vrouwen is dit 150 microgram. In beide gevallen komt men niet aan deze drempel.
De HGR adviseert daarom dat zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven jodiumsupplementen (dagelijkse aanvullende jodiuminname tussen 150 en 200 µg).
.
• Het programma voor het gebruik van jodium verrijkt zout in bakkerijproducten moet ongewijzigd gehandhaafd blijven (15 mg/kg) met een uitbreiding naar alle bakkerijen en dit op een vrijwillige basis.
• Regelmatig jodiumrijke voedingsmiddelen verbruiken. De enige natuurlijke bron van jodium zijn zeeproducten. Algemeen wordt aanbevolen om 2 tot 3 keer per week zeevis of zeevruchten te eten.
• Indien bij de bereiding van gerechten zout wordt toegevoegd, gejodeerd zout met een matig jodiumgehalte (10 tot 15 mg/kg) gebruiken. Gejodeerd zout moet tegen een competitieve prijs beschikbaar zijn.
• De aanbevelingen inzake het toevoegen van jodium aan gecommercialiseerde voedingsproducten voor pasgeborenen en kinderen moeten correct toegepast worden, zodat de totale jodiuminname overeenstemt met de aanbevelingen voor deze leeftijdsgroepen. Kunstmatige zuigelingenvoeding zou minstens 10 microgram jodium per deciliter moeten bevatten, en zelfs 20 microgram voor prematuren.
De mens wordt naakt geboren, maar krijgt meteen een dekentje rond gewikkeld en tegenwoordig krijgt een pasgeboren baby dadelijk de eerste kleedjes aangetrokken die door de ouders werden meegebracht. Kledij heeft hier een dubbele functie: het biedt het pasgeboren kindje bescherming tegen de koude en het kan gezien worden als een verwelkomingsritueel.
Kledij beschermt de mens niet alleen tegen de kou of tegen schaamtegevoelens, maar onderscheidt mensen ook van elkaar. Kleding biedt groepsonderscheid wat men ziet bij sportteams, schooluniformen en jeugdverenigingen. Er is ook aparte kleding voor rechters, advocaten, soldaten, verpleegkundigen, bouwvakkers, etc.
Bovendien bestaat er ook gelegenheidskleding voor bruiloften, begrafenissen en vakantie. In de kerk is er ook liturgische kleding en hebben verschillende kleuren een eigen betekenis. Kleren maken de man. Kleding is heel belangrijk als je alleen al nagaat hoeveel spreekwoorden en gezegden er bestaan in verband met een hoed, pet, das, hemd, jas, broek, sokken of schoenen.
Kledij heeft doorheen de geschiedenis een functionele evolutie doorgemaakt waarbij het niet langer de beschermende factor tegen koude en andere weersomstandigheden is die primeert. Kledij is in de huidige westerse samenleving een uithangbord van de persoon geworden. In de straten en op school worden we geconfronteerd met de meest uiteenlopende klederdrachten.
We bemerken onmiddellijk een diversiteit aan stijlen. Mensen experimenteren met kledij, schoenen, juwelen en de gekste gadgets die ze vinden in modebladen, affiches langs de weg, etalages van de meest hippe of exclusieve winkels. Achter elke stijl kan een bepaalde levenswijze schuilgaan waarmee de persoon zich vereenzelvigt, al hoeft dat niet altijd zo te zijn.
Met kleding die bij je past, kun je jezelf zijn. Dat besef begint al op jonge leeftijd. Nadenken over het uiterlijk doet iedereen. Op school wordt men dikwijls op zijn uiterlijk beoordeeld. Het zijn meestal de kinderen die mooie kleren aan hebben die de groep leiden. Zij zijn ‘stoer’ en ‘cool’.
Jongens proberen heel erg op te vallen. Dat doen ze voor de meiden. De meiden proberen ook heel erg op te vallen. Jongeren zijn vaak sterk met hun kledij begaan. Opmerkelijk is dat binnen de vriendenkring dezelfde kledingstijl voorkomt. Om als adolescent geaccepteerd te worden binnen een bepaalde subcultuur moet er aangesloten worden bij het achterliggende van die groep.
De identiteit van de jongeren wordt grotendeels bepaald door de groep waarbinnen ze zich profileren. Er wordt van hen verwacht dat ze zich vereenzelvigen met de gangbare opinies van de groep. Jongeren bevinden zich constant in de spanning van het uniek zijn., Zich bewegen in een groep is vaak een ‘heen en weer’ tussen het eigen denken en dat van de groep. Dergelijk proces van meegaan en verzet is spanningsvol en belangrijk om zichzelf te leren kennen.
Een identiteit vormen zonder daarbij rekening te houden met de ander en het beeld dat de ander over ons heeft, is onmogelijk. Het uiterlijk van de ander zet (on)bewust aan tot het vormen van vooroordelen tegenover die persoon. Zo zie je bij jongeren dat de ene subcultuur de leden van een andere subcultuur vaak beschouwt als helemaal anders en zelfs als onverstaanbaar, tegenstrijdig en minderwaardig. Identiteitsbepaling door middel van kledij bevat een dubbel proces: een positieve identificatie met de ene subcultuur en een negatieve identificatie met de andere subcultuur, waarvan men zich absoluut wil onderscheiden.
Ook tussen religie en kledij is er een nauwe band. Denken we maar aan de burka’s of de hoofddoek, het traditionele kleed dat moslimmannen ook hier in Vlaanderen vaak dragen, aan het zwarte pak met boordje waaraan het meisje in de Coca-Cola-reclame in de aantrekkelijke surfer meteen een priester herkende. Door middel van kledij gaat men zich hier identificeren met de religieuze gemeenschap waartoe men behoort en zich onderscheiden van de anderen.
Dit zorgt al eens voor problemen. Denken we maar aan de hoofddoekenkwestie die in verschillende westerse landen op dit moment met pieken en dalen aan de orde van de dag is. Maar ook binnen religieuze gemeenschappen kan kledij gebruikt worden om zich te onderscheiden. Bijvoorbeeld de verschillende klederdracht van broeder- en zustergemeenschappen, de kledij waardoor de priester zich tijdens de liturgische dienst onderscheidt van het volk, etc.
Een aantal modefabrikanten doen meer dan kleding maken. Achter sommige kledingmerken zit een bepaalde filosofie. Het bekendste merk met een duidelijke boodschap is ongetwijfeld Benetton, dat op tijd en stond de wereld opschrikt met choquerende reclamecampagnes, zoals de copulerende paarden, de kussende priester en non en het met bloed doordrenkte pak van een Servische soldaat.
Maar ook de Nederlandse ontwerpster Cora Kemperman wil meer doen dan enkel en alleen kleding ontwerpen. Zij heeft de stichting Amma opgericht, een goede doelen stichting waarmee financiële hulp gegeven wordt aan de ontwikkelingslanden waar hun kledij ook voor een stuk geproduceerd wordt.
ECO meisjes – Amma stichting
Pasteltekening van John Astria
Het tweede deel van het Oude Testament staat bekend als de historische boeken van de Bijbel. Nadat zij veertig jaar door de woestijn gezworven hadden en Mozes gestorven was, begon God de Israëlieten over de rivier de Jordaan te verhuizen. Onder leiding van Jozua en Kaleb trokken zij het Beloofde Land binnen. Deze boeken vertellen over hun reis naar en hun leven in het land van Kanaän. Dat leven was niet eenvoudig, want ze woonden omringd door vijandige landen met bijgelovige, godslasterlijke gebruiken en wrede gewoontes. De Israëlieten werden in een leven van geestelijk verval gezogen.
Er zijn twaalf historische boeken:
De boodschap van Jozua is zijn enorme Godsvertrouwen dat hem de moed en kracht gaf om het Hebreeuwse volk het Beloofde Land binnen te leiden. De eerste helft van zijn boek vertelt over de voortdurende strijd en moeilijkheden om het land te bereiken en te bewonen. De tweede helft van het boek verhaalt over de landsdelen die God toewees aan de verschillende stammen van Juda.
Het boek Rechters beslaat 325 jaar en laat zien dat het oordeel van God over onrecht ten uitvoer gebracht zal worden, maar dat Zijn vergeving en de mogelijkheid tot verzoening beschikbaar zijn voor wie tot inkeer komt. Kanaän was bewoond geweest door diverse godslasterende en slechte volken die vele valse goden en afgoden vereerden. De Israëlieten deden concessies en stonden toe dat invloeden van die praktijken hun intrede deden in hun manier van leven, en hen aantastten.
Het onderwerp van het boek Ruth bevestigt dat mensen zelfs in donkere tijden Gods liefde en bescherming zullen ervaren, als zij ernaar streven om God te dienen en niet zichzelf.
Deze negen boeken besluiten met de gevangenschap van Gods volk, de gestolen tempelschatten en de verwoesting van Salomo’s tempel.
Ezra, Nehemia en Ester ronden het historische deel in het Oude Testament af. Oorspronkelijk werden Ezra en Nehemia beschouwd als één boek. Nadat zij als slaven naar Babylon zijn gevoerd ziet het er niet best voor hen uit, maar het boek van Ezra begint met een gunst die verleend wordt.
Cyrus, de koning van Perzië, verklaarde dat de Heer hem opgedragen had om sommigen van de Hebreeuwse gevangenen vrij te laten en terug te laten keren naar het land van Juda. De anderen volgden snel. Ezra en Nehemia beschrijven de terugkeer en de wederopbouw en de opleving van Gods volk.
Hoewel de Bijbel Ester na het boek van Nehemia plaatst, zouden de gebeurtenissen in Ester ongeveer dertig jaar eerder hebben plaatsvonden dan die in het boek van Nehemia. Het verhaal bevat intrige, romantiek en een vertoon van Gods machtige soevereiniteit.
De historische boeken illustreren de pieken en dalen van de zonde, herstel, wonderen, afwijzing en oordeel. Door de eeuwen heen zien we dat het Joodse volk veel lessen verschaft waar ook wij vandaag de dag wat aan hebben. God verkoos het Joodse volk om getuige te zijn en verlossing te brengen aan alle andere volken op aarde.
Voordat de Messias, Jezus Christus van Nazareth, geopenbaard werd en het christendom begon, toonden deze boeken de principes van christelijke liefde voor de vijand, vergeving en Gods genade en barmhartigheid.
Hoewel het Joodse volk in geestelijk verval raakte, was en is de mogelijkheid voor herstel bij God door inkeer altijd beschikbaar. Velen van hen hadden er moeite mee om waarachtig en trouw te blijven. Hun voortbestaan en toewijding dienen als uitstekende voorbeelden.
Dit zijn enkele noemenswaardige verzen uit deze boeken:
1 Samuël 15:22-23 zegt: “Gehoorzaamheid is beter dan offers, volgzaamheid is beter dan het vet van rammen. Weerspannigheid is even erg als toverij, en eigenzinnigheid is even slecht als afgodendienst. U hebt de opdracht van de Heer verworpen; daarom verwerpt Hij u als koning!”
In 2 Kronieken 7:14 staat: “…en wanneer dan Mijn volk, het volk dat Mij toebehoort, het hoofd buigt, al biddend Mijn aanwezigheid zoekt en terugkeert van zijn dwaalwegen, dan zal Ik het aanhoren vanuit de hemel, zijn zonden vergeven en het land genezen.”
2 Kronieken 30:9 zegt: “Want als u terugkeert tot de Heer, zullen uw verwanten en uw kinderen genadig behandeld worden door degenen die hen hebben weggevoerd, en zullen ze weer naar dit land mogen terugkeren. De Heer, uw God, is immers genadig en liefdevol; als u naar Hem terugkeert, zal Hij zich niet van u afwenden.”
De bestudering van het Oude Testament verschaft een waardevolle en noodzakelijke ondergrond voor begrip van het Nieuwe Testament en hoe we dat op ons leven moeten toepassen. In het Oude Testament ontdekken we hoe alle geschiedenis tot stand gekomen is en lezen we over Gods relatie met de mensheid.
Het Oude Testament is oorspronkelijk geschreven in het Hebreeuws. Enkele kleine tekstdelen zijn in het Aramees geschreven. Het omvat 39 boeken en net als het Nieuwe Testament kan het opgedeeld worden in vijf delen:
De Pentateuch (bestaande uit de eerste vijf boeken) bevat de wetten en instructies die aan Mozes en het volk van Israël gegeven zijn. Mozes heeft de boeken Genesis tot en met Deuteronomium geschreven.
De historische boeken (Jozua tot en met Ester) worden toegeschreven aan Jozua.
De poëtische boeken zijn geschreven door verschillende auteurs (Job tot en met Hooglied). Het meest gelezen boek van deze vijf is wellicht het boek Psalmen; liederen die hoofdzakelijk door David geschreven zijn.
Er zijn vier grote profeten — Jesaja, Jeremia, Ezechiël en Daniël. Heel toepasselijk worden deze mannen boodschappers van God genoemd, omdat hun geschriften samengesteld zijn vanuit een profetisch oogpunt.
De kleine profeten zijn Hosea tot en met Maleachi. Zij worden “klein” genoemd vanwege het feit dat hun geschriften korter zijn dan de boeken van de grote profeten.
Een overzicht van het Oude Testament toont onze basis van het begin van het leven tot het nieuwe leven dat geboden wordt in het Nieuwe Testament. Alle Bijbelboeken zijn geschreven door mannen van God die door God geïnspireerd waren. Daarom is elk woord gegeven om te leren, onderwijzen, corrigeren en als richtlijn voor het dagelijks leven.
(2 Timoteüs 3:16-17). “Elke Schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven, zodat een dienaar van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig is toegerust” .
Uiteindelijk gaat Gods Woord over Zijn doel en relatie met de mensheid:
(1 Tessalonicenzen 2:13 ) “Wij danken God dan ook onophoudelijk dat u Zijn Woord, dat u van ons ontvangen hebt, niet hebt aangenomen als een boodschap van mensen, maar als wat het werkelijk is: als het Woord van God dat ook werkzaam is in u, die gelooft.”
Een overzicht van het Oude Testament bevat vele profetieën over Jezus Christus, de Messias, Gods reddende plan en Zijn beloftes, die vervuld worden in het Nieuwe Testament. Jezus Christus is de hoop en het onderliggende thema van alle Bijbelboeken, inclusief het Oude Testament.
In Lucas 24:27 legde Jezus Zijn apostelen de Bijbel uit: “Daarna verklaarde Hij hun wat er in al de Schriften over Hem geschreven stond, en Hij begon bij Mozes en de profeten.”
Het Nieuwe Testament geeft meerdere malen aan dat Jezus niet gekomen was om de Wet uit het Oude Testament af te schaffen. In Matteüs 5:17-18 zei Jezus:
“Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn”.
Een begrip van het Oude Testament is essentieel om een volledig beeld te krijgen van Gods karakter en Zijn reddende werk door de geschiedenis heen. Gods karakter, Zijn eigenschappen en daden, Zijn lange lijden, Zijn liefde, barmhartigheid en vergeving ontvouwen zich vanaf het begin van de schepping tot aan de beloofde wederkomst van Christus.
In een overzicht van het Nieuwe Testament zul je een inleiding, geschiedenis en genealogie vinden, en daarnaast de verklaring of uitleg van teksten en hun toepassingen op het leven. Het Nieuwe Testament werd oorspronkelijk geschreven in alledaags Grieks in de periode tussen 45 en 95 na Christus. De Griekse taal en godsdienstige overtuigingen hebben veel invloed gehad op de Joodse en heidense bewoners van de regio, en blijken duidelijk in de boeken van het Nieuwe Testament.
Over het algemeen wordt het Nieuwe Testament in vijf gedeeltes opgedeeld:
De Evangeliën zijn geschreven vanuit vier verschillende perspectieven ( Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes) maar horen wel bij elkaar.
Handelingen heeft betrekking op historische gebeurtenissen; ook wel “Handelingen der Apostelen” genoemd.
De Epistels (zendbrieven) zijn geschreven door Paulus en te vinden in de boeken Romeinen tot en met Filemon.
De Algemene Epistels zijn door diverse schrijvers geschreven en zijn te lezen in Hebreeën tot en met Judas.
Het boek Openbaring (dat hoofdzakelijk uit profetieën bestaat)is geschreven door Johannes tijdens zijn gevangenschap op het eiland Patmos. Net als de rest van de Bijbel wordt van al deze Schriftteksten gesteld dat zij ingegeven zijn door God Zelf en dat de schrijvers door de Heilige Geest geleid werden.
Door John Astria
Een overzicht van het Nieuwe Testament laat in de vier Evangeliën zien dat we kunnen leren over de geboorte, bediening, kruisiging en opstanding van Jezus. Evangelie betekent het Goede Nieuws van Jezus Christus. De Israëlieten wachtten op de komst van de beloofde Messias. God zond Jezus als vleesgeworden God, om die Messias te zijn.
Het boek Handelingen begint na de opstanding van Christus. Het gaat voornamelijk over de kracht die aan de apostelen en volgelingen van Christus gegeven werd door de uitstorting van de Heilige Geest. Zij kregen de opdracht om er op uit te trekken en anderen over Hem te onderrichten, en genezende en verlossende wonderen te verrichten in verre landen. Het was het begin van de stichting van de Kerk.
Paulus heeft brieven geschreven aan specifieke kerken die hij had gesticht of bezocht. De brieven werden geschreven om officiële leer en handelwijzen door te geven, alsmede veel bemoediging.
De Algemene Epistels, die aanvullende scholing en lessen bieden, kunnen op ons dagelijks leven toegepast worden.
De Openbaring is het laatste boek van het Nieuwe Testament. Het is een profetisch boek dat de aangewezen tijd beschrijft waarop Jezus zal terugkeren naar de aarde voor al diegenen die trouw geloofd hebben en Hem volgen. Het is vooral een boek van hoop voor allen die Jezus aanvaard hebben. Zij (Zijn Kerk) worden Zijn Bruid genoemd.
Een overzicht van het Nieuwe Testament laat zien hoe de beloftes, het oordeel en de beloningen van het Oude Testament vervuld zijn. God zond Jezus in menselijke gedaante om een manier tot verzoening met Hemzelf te verschaffen. Christus nam de zonden van de wereld op Zich zodat de schuld voor jouw en mijn zonden volledig door Hem betaald is.
Iedereen heeft gezondigd (God getrotseerd of verworpen) en heeft behoefte aan inkeer en vergeving. Het Nieuwe Testament geeft een bouwtekening voor het leiden van een rechtvaardig leven dat God welgevallig is, en de voorziening die Hij ons geboden heeft om dat te bereiken. Alleen door Jezus Christus krijgen wij de kans om de weg naar hereniging met God voor eeuwig te aanvaarden.
Als christenen worden wij opgeroepen om onszelf als een “levend offer” aan God te geven. De Apostel Paulus helpt ons in zijn brief aan de gelovigen in Rome om deze waarheid te begrijpen:
Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen, want dat is de ware eredienst voor u. U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed, volmaakt en hem welgevallig is. (Romeinen 12:1-2)
Onszelf presenteren aan God als een levend offer is onze oude “ik” laten sterven. Dit concept wordt in het volgende anonieme gedicht prachtig uitgedrukt.
Dat is je oude “ik” laten sterven.
Dat is je oude “ik” laten sterven.
Dat is je oude “ik” laten sterven.
Dat is je oude “ik” laten sterven.
Dat is je oude “ik” laten sterven.
Dat is je oude “ik” laten sterven.
Dat is je oude “ik” laten sterven.
Wetenschappelijke en geneeskundige experimenten op dieren worden gedaan om genezing te vinden voor ziektes, waarvan de meeste veroorzaakt zijn door onze eigen ongeordende leefwijze. Alle menselijke problemen, lichamelijk, mentaal of spiritueel, zijn door ons zelf gecreëerd en onze wonden zijn door onszelf toegebracht. Met de beste wil van de wereld kunnen wij geen reden vinden om de dieren de schuld te geven en ze hiervoor te laten lijden.
Deze dierproeven, en het andere leed, wordt hen slechts aangedaan om de menselijke behoeften te bevredigen, waarvan de meeste niet-noodzakelijk, buitensporig en verspillend zijn en waarvoor meestal gemakkelijk alternatieve en meer diervriendelijke producten beschikbaar zijn. Dieren doden, om de menselijke behoeften naar onbelangrijke zaken te bevredigen, is een innerlijke tegenspraak in de islamitische traditie.
Laten wij hopen dat er een dag zal komen dat de mens het respect en de status aan dieren toekent, die hen al zo lang toekomt en die hen al zo lang is ontzegt. Vivisectie bestond nog niet in de tijd van de profeet Mohammed en daarom is het niet speciaal aangehaald in de wetgeving. Leiding over zulke onderwerpen komt van argumentatie en gevolgtrekking.
Een van de voornaamste excuses voor alle soorten wreedheden die tegen dieren worden begaan, is een egoïstisch belang voor menselijke behoefte. Laat ons eens kijken hoe de wettelijke regels de woorden ‘behoefte’ en ‘belang’ omschrijven en laten wij dan aan de hand van deze omschrijvingen deze redenen beoordelen.
De juridische wet die van toepassing zou kunnen zijn op de legitimiteit van deze experimenten is:
“Iemands belang of behoefte heeft geen voorrang boven iemand anders zijn rechten”.
Regels van toepassing op deze behoeften, zodat wij kunnen onderscheiden of experimenten op dieren toegestaan zouden zijn, zouden kunnen zijn:
Wat nodig is om te begrijpen hoe het zit met het gebruiken van dieren in de wetenschap, is dat dezelfde morele, ethische en wettelijke codes voor het behandelen van dieren, ook van toepassing zijn op mensen. Volgens de islam is alle leven heilig en heeft het recht op bescherming en behoud.
De profeet Mohammed heeft zoveel nadruk gelegd op dit punt, dat hij verklaarde:
“Er is geen man die zonder reden een spreeuw of iets kleiners dood, zonder dat God hem hierover zal ondervragen”.
“Hij die barmhartigheid toont over een spreeuw en zijn leven spaart, voor hem zal God barmhartig zijn op de Dag des Oordeels” .
Zoals alle andere wetten in de islam, zijn deze over de behandeling van dieren genoemd in het geval van uitzonderen en zijn zij gebaseerd op het criterium: “Daden zullen worden beoordeeld naar de intentie” .
Wanneer het leven van een dier kan worden gered door de amputatie van een deel van zijn lichaam, dan zal het in de ogen van God een prijzenswaardige handeling zijn. Er is geen twijfel dat het islamitische verbod tegen het snijden in of verwonden van levende dieren, vooral wanneer dit pijn en lijden als resultaat heeft, van toepassing is op de hedendaagse term vivisectie in de wetenschap.
Wij zijn in staat deze uitleg van de islamitische leerstelling te onderschrijven, niet slechts door te refereren naar de bovengenoemde representatieve overleveringen, maar ook door aan de Koran te refereren. In de verzen hieronder wordt geciteerd dat enige interventie met het lichaam van een levend dier, welke pijn en vervorming tot gevolg heeft, in tegenstelling is met de islamitische zienswijze.
Deze verzen werden geopenbaard om de verwerping van de heidense bijgelovige gewoonte te onderschrijven. Vrouwtjes-kamelen, ooien of vrouwtjes-geiten die een bepaald aantal jongen hadden gebaard, werden de oren afgesneden en vervolgens weer vrij gelaten. Zij werden aanbeden als afgoden. Zulke gewoontes werden in de Koran afgeschilderd als duivelse daden, in de volgende woorden:
God vervloekte hem (Satan), omdat hij gezegd had:
“Allah heeft hem vervloekt. En hij (Satan) zeide: Ik zal voorzeker een bepaald deel van uw dienaren nemen. En ik zal hen zeker doen dwalen en ijdele begeerten in hen opwekken en ik zal hen voorzeker ophitsen en zij zullen de oren van het vee afsnijden en ik zal hen voorzeker aansporen en zij zullen Allah’s schepping bederven.” Derhalve hij, die buiten Allah Satan tot vriend neemt, zal zeker zichtbaar verlies leiden”. Koran 4:118-119