Categorie: religie/video
Discipelschap, gehoorzaamheid en het kennen van Gods wil;
Zonde; Meer Geest in mijn leven
preview en aankoop boek “De Openbaring “:
http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget
Pasteltekening van John Astria
De scoleciet (ook wel scolociet of scoleziet) is een betrekkelijk nieuw mineraal in de edelsteentherapie. Het is meestal wit of doorschijnend kleurloos, maar het kan soms ook zachte kleurtjes hebben, zoals geel, roze, groen of bruin. Scoleciet vertoont een heldere glans. Ruw vertoont het karakteristieke waaiertjes, of mooie bolletjes. Het mineraal is pyro-elektrisch: bij verhitting ontstaat er elektrische spanning. Ook is het piëzo-elektrisch: elektrische spanning ontstaat ook als je het kristal vervormt. Een gevolg is dat scoleciet kleine stofjes en rommeltjes kan aan-trekken nadat je het opgewreven hebt.
Scoleciet behoort tot de zogenaamde zeolieten. Dit zijn zeer poreuze mineralen die veel water kunnen bevatten. Er bestaan een vijftigtal natuurlijke zeolieten en meer dan tweehonderd synthetische zeolieten. Scoleciet en ande-re zeolieten kennen allerlei industriële toepassingen. Ze worden gebruikt in wasmiddelen, wasverzachters en wa-terontharders. Ze worden ook vaak gebruikt voor de absorptie van vocht, bijvoorbeeld in papieren luiers, deodo-rant, kattenbakkorrels en pluimveevoer. Verder worden zeolieten gebruikt bij het kraken van olie, het maken van zuiniger rijdend asfalt, en in bouwmaterialen.
Scoleciet wordt gebruikt bij het zuiveren van water. Het kan zware metalen aan vervuild water onttrekken, zoals chroom, koper, lood, nikkel, cadmium, mangaan en zink in synthetische waterverzachters en afvalwater van be-drijven. In de edelsteentherapie wordt scoleciet gebruikt bij slaapklachten, en bij mensen die graag iets heel an-ders met hun leven willen. Scoleciet is zeer geschikt als je oude patronen wilt doorbreken. Gebruik een hangertje of een trommelsteen en focus op wat je wilt veranderen.
Scoleciet is een echte new-age steen. Hij wordt nog niet zo lang als heelsteen gebruikt. In vroeger tijd was het niet zo gemakkelijk om mineralen met een gelijksoortig uiterlijk van elkaar te onderscheiden. Pas in het begin van de 19e eeuw lukte het om scoleciet duidelijk te onderscheiden van natroliet, waar het eerder voor werd gehou-den. Tot aan die tijd werd er geen onderscheid gemaakt tussen de sterk verwante mineralen natroliet, mesoliet, scoleciet en thomsoniet (tegenwoordig bekend als de natrolietgroep). De Duitse mineraloog Abraham Gottlob Werner noemde het Faserzeolithe, ‘draderige zeolieten’. Zijn Franse collega René-Just Haüy (1743-1822) noemde het Mesotype.
In 1801 maakte Haüy een tweedeling. Hij onderscheidde een natriumhoudend mesotype dat hij natroliet noemde, en een calciumhoudend mesotype dat geen nieuwe naam kreeg. Vervolgens ontdekten de Duitse geleerden Adolph Ferdinand Gehlen (1775-1815) en Johann Nepomuk Fuchs (1774-1856) in 1813 dat calcium-mesotype uit meerdere mineralen bestaat, en ze noemden die scoleciet en mesoliet. Thomsoniet werd in 1820 voor het eerst beschreven. In de 18e en 19e eeuw waren stukken scoleciet interessant voor verzamelaars. Adellijke dames en vooral heren hielden zich toen graag bezig met het verzamelen van mooi of bijzonder gevormde of gekleurde mineralen. Verpulverde scoleciet werd incidenteel wel gebruikt als kunstmest. Zeolieten worden tegenwoordig vaak en veel gebruikt in allerlei industriële producten.
* Scoleciet maakt tevreden en blij, geeft rust. Het is de steen van innerlijke vrede.
* Scoleciet vergroot je bewustzijn en versnelt je spirituele groei.
* Bij meditatie kan de scoleciet je in contact brengen met oude beschavingen. Het kan je ook helpen een blik in de toekomst te werpen.
* Scoleciet is ook een perfecte steen om oude patronen te doorbreken. Sterker nog, het is moeilijk om oude patronen vast te houden, want de scoleciet stuurt je gewoon de andere kant op.
* Scoleciet zet een wacht voor je lippen. Ondoordachte woorden zullen niet snel over je lippen komen met scoleciet.
* De steen helpt om vanuit liefde op iemand te reageren. Je verwoordt dingen zachter en milder, je reageert vanuit je hart.
* Je functioneert dankzij scoleciet beter in een team. Je kunt voor jezelf opkomen zonder een ander geweld aan te doen.
* Scoleciet is een goede steen om netwerken op te bouwen en te onderhouden.
* Scoleciet integreert alle lagen van je aura. Blokkades in de aura worden opgelost. Je aura zal ook uitdijen. Alle chakra’s worden gereinigd en uitgelijnd.
Zeolieten zoals scoleciet zijn aluminiumsilicaten. Ze hebben een kenmerkend kristalrooster met veel ruimte. Het lijkt alsof er kanaaltjes in de kristallen zitten. In die ruimtes kan gemakkelijk ander materiaal opgenomen worden.
Samenstelling: CaAl2Si3O10.3(H2O)
Hardheid: 5 – 5,5
Glans: glasachtig, zijdeglans
Transparantie: doorzichtig, doorschijnend, transparant
Breuk: onregelmatig
Splijtbaarheid: perfect
Dichtheid: 2,25 – 2,29
Kristalstelsel: monoklien, maar de kristallen lijken tetragonaal of rombisch
Clinochloor is een groep edelstenen welke groen, grijs, geel, paars, wit of kleurloos kunnen zijn. Een aantal varian-ten van clinochloor zijn serafiniet (diep groen met zilverkleurige patronen die het licht weerkaatsen en dus een glanzend effect geven), kammereriet (paars), cookeiet en chloriet.
Clinochloor komt van de Griekse woorden klino, wat schuin, en chloros, wat groen betekent.
Samenstelling: (Mg,Fe++)5Al(Si3Al)O10(OH)8
hardheid: 2- 2,5
dichtheid: 2,55 – 2,75
Saffier kan allerlei kleuren hebben, maar blauw is de populairste kleur – en de kostbaarste. De prachtig blauwe saffier roept het beeld op van rijke koningen en keizers, net zoals robijn, diamant en smaragd dat doen. In een saffier die cabochon geslepen is, kan een zespuntige ster zichtbaar zijn. De steen heet dan een stersaffier. De saf-fier is de nationale steen van Griekenland. In Brazilië is het de beroepssteen voor ingenieurs. Saffier geldt als een zeer spirituele steen en beschermt gezicht, geest en verstand.
Al eeuwen worden saffieren gewaardeerd vanwege hun prachtige koninklijk blauwe kleur en hardheid. In India waardeerden koningen saffieren uit Sri Lanka zeer. Zij lieten hun kleding met saffieren versieren en hun vrouwen droegen saffier in hun haar. Ook in het oude Griekenland waren saffieren geliefd als versiersel in het haar van de Griekse dames. In het oude Griekenland werden trouwens álle blauwe edelstenen sáppheiros (‘saffier’) genoemd.
In de Middeleeuwen was de saffier geliefd voor sieraden. Vooral de stersaffier werd gebruikt in sieraden die ver-loving of huwelijk bezegelden. De saffier zou de echtelijke trouw en vriendschap binnen de relatie bevorderen. Saffier werd ook graag gebruikt als amulet tegen zwarte magie en hekserij. Heksen gebruikten ook saffier, maar dan om de toekomst te voorspellen, geesten op te roepen en die geesten hun wil op te leggen.
In middeleeuws Duitsland heette de stersaffier ook wel de ‘overwinnaarsteen’. Een ring met saffier zou moed en kracht, eer, kuisheid en onsterfelijkheid schenken. In de 12e eeuw droegen bisschoppen gouden ringen met saf-fier. Dat was op bevel van paus Innocentius. Blauwe saffier zou de dragers helpen de spirituele waarheid te zien en hun kuisheid te bevorderen. Het blauw zou de drager nader tot God brengen.
Mysticus Jan van Ruusbroeck (1293-1381) liet zich graag inspireren door zaken uit de natuur, zoals edelstenen. Hij beschreef de saffier als de Steen der Opstanding en Hemelvaart van Jezus Christus. Tot begin 19e eeuw werd saf-fier in boeken beschreven als de saffierblauwe variant van het mineraal korund. Net zoals robijn de rode variant van korund was. Pas daarna werden deze kleurvarianten van korund als zelfstandige edelstenen beschouwd.
* Saffier maakt spiritueel. Je paranormale gaven groeien door het dragen van saffier.
* Saffier maakt deugdzaam en waarheidslievend, geeft een goed humeur en maakt vrolijk.
* Saffier versterkt relaties, maakt trouw en onderhoudt de vriendschap.
* Angsten en fobieën, zoals smetvrees en pleinvrees, verminderen of verdwijnen zelfs als je saffier draagt.
Saffier hoort bij de familie korund. Deze groep verwante mineralen bevat de hardste stenen na diamant. Korund
bestaat uit aluminiumoxide en is vaak grijzig, bruinig. Saffier bevat ook andere elementen, in kleine hoeveelhe-den. Sporen titaan (Ti) en ijzer (Fe) kleuren saffier blauw. Sporen vanadium maken de steen paars, ijzer maakt geel of oranje, en nikkel groen. De kleur van saffieren wordt vaak intenser gemaakt door bestraling. De robijn is het ro-de zusje van de saffier. Het grote verschil tussen de twee mineralen is dat robijn chroom bevat.
Soms bevat saffier naaldvormige insluitsels van rutiel (TiO2). Deze insluitsels volgen de assen van het kristalstelsel. Is zo’n saffier cabochon geslepen, dan kun je bij een bepaalde lichtinval een ster met zes en soms twaalf punten zien oplichten. We noemen de steen dan een stersaffier. Vaak vertonen saffieren twee verschillende kleuren, af-hankelijk van de hoek waaronder je de steen bekijkt. Een blauwe saffier lijkt soms wit of lichtblauw, soms donker-der blauw.
Samenstelling: Al2O2 + Ca, Fe, Mg, Si, Ti, Zn + (Mg, V)
Hardheid: 9
Glans: glasglans, mat. Als ruwe kristal is de saffier vaak mat, in edelsteenkwaliteit heeft hij glasglans.
Transparantie: ondoorzichtig, doorzichtig tot doorschijnend
Breuk: klein schelpvormig, ruw, splinterig
Splijtbaarheid: geen
Dichtheid: 4,05
Kristalstelsel: trigonaal-hexagona
Goed te herkennen aan
– de kleine, licht geelgroene, klokvormige, hangende bloemetjes en
– de lijnvormige “bladeren” aan
– een sterk vertakte, struikvormige plant
Algemeen
In de Lage Landen komen twee soorten asperge voor : asperge en liggende asperge. De eerste soort wordt ook als groente gekweekt. Asperge en liggende asperge behoren tot de oorspronkelijke flora van de Lage Landen. Omdat asperge al eeuwen lang verbouwd wordt als groente is het niet altijd vast te stellen of een in de natuur voorkomende aspergeplant oorspronkelijk wild dan wel een ontsnapte cultuurplant is. Men neemt aan dat de exemplaren langs de rivieren en in de duinen wilde planten zijn.
Asperge is algemeen voorkomend en groeit op droge tot vochtige, vaak geroerde zandgrond in duinstruikgewas, rivier begeleidende ruigten, grindbanken en aan oevers. Liggende asperge groeit op open plaatsen met droge, kalkrijke, grazige zandgrond in de duinen, vooral nabij bebouwing.
Bloem
Beide asperge-soorten zijn overblijvende, sterk vertakte, struikvormige planten, die tot 2 meter hoog kunnen worden en bloeien van mei tot en met juli met kleine, klokvormige, licht geelgroene, hangende bloemetjes.
Asperge is tweehuizig. Dat betekent dat een bloem mannelijk of vrouwelijk is en er aan een plant maar 1 soort bloem zit; er zijn mannelijke en vrouwelijke aspergeplanten.
Blad en stengel
De naaldvormige “blaadjes” zijn geen blaadjes maar takjes. De eigenlijke bladeren zijn de kleine, schubvormige, driehoekige vliezen, die onderaan de stengel wat groter zijn en daar duidelijker zichtbaar. In de herfst wordt de plant strokleurig en kleuren de bessen mooi oranjerood.
Insecten
De kleurrijke aspergehaantjes of aspergekevertjes (Crioceris asparagi) kunnen grote schade aanrichten. Zowel de volwassen kevers als de larven eten de groene delen van asperge en kunnen zo een hele plant kaal eten. Aspergetelers zijn daar uiteraard niet blij mee en bestrijden de kevers direct. De kevers zetten zwarte eitjes af loodrecht op de verschillende delen van de plant. Binnen een week komen de eitjes uit en zit de plant vol met grijze larven.
Algemeen
– aspergefamilie (Asparagaceae)
– overblijvend
– algemeen tot zeer zeldzaam
– 0,2 tot 2 meter
Bloem
– licht geelgroen
– vanaf mei t/m juli
– alleenstaand
– klokvormig
– 4 tot 6,5 mm
– 6 bloemdekbladen
– 6 meeldraden
– 1 stijl
Blad
– verspreid
– enkelvoudig
– schubvormig
– top spits
– rand gaaf
– vliezig
Stengel
– rechtop of liggend
– kaal
– rolrond
zie wilde bloemen
Goed te herkennen aan
– de helder roze vlinderbloemen,
– die alleenstaand of met 2-4 in de bladoksels staan en
– waarvan de zwaarden duidelijk donkerder gekleurd zijn dan de vlag
– en de samengestelde bladeren met vertakte rank
Algemeen
Vergeten wikke is eenjarig en komt zeer algemeen voor op grazige zandgrond en in akkers. Vergeten wikke wordt 10 tot 100 cm hoog. Ze is verspreid behaard.
Bloem
Ze bloeit vanaf mei tot en met juli. De bloemen staan alleen of met 2-4 in de bladoksels. Ze hebben een heel kort steeltje en zijn helder roze. De zwaarden zijn duidelijk donkerder van kleur dan de vlag.
Blad
De bladeren hebben kleine steunblaadjes met klieren, die bij zonnig weer nectar produceren, waar vooral mieren op afkomen. De deelblaadjes van de bovenste bladeren zijn smaller dan die van de onderste bladeren. De overgang gaat geleidelijk. Ze zijn in of boven het midden het breedst (3-6 mm). De stengels zijn slap en de plant vindt door middel van de ranken steun bij omringend gras, soortgenoten of andere planten. De ranken zijn vertakt en zitten aan het uiteinde van de samengestelde bladeren in het verlengde van de bladspil.
Algemeen
– vlinderbloemenfamilie (Fabaceae)
– eenjarig
– zeer algemeen
– 10 tot 100 cm
Bloem
– helder roze
– vanaf mei t/m juli
– tros
– vlinderbloem
– 1 tot 2 cm
– 5 kroonbladen, vergroeid
– 5 kelkbladen met gelijke tanden
– 10 meeldraden
– 1 stijl
Blad
– verspreid
– samengesteld
– even veervormig
– top rankend
– deelblaadjes :
– smal eirond tot langwerpig
– in of boven het midden het breedst
– zeer kort gesteeld
– top rond met spits uitsteekseltje
– rand gaaf
– voet afgerond
– veernervig
– behaard
Stengel
– klimmend
– weinig behaard
zie wilde bloemen
Goed te herkennen aan
– 1 tot 3 bloemige trosjes van kleine licht lila of blauwachtig witte vlinderbloemen en
– de gerankte bladeren met 3 – 8 paar deelblaadjes
Algemeen
Vierzadige wikke is een eenjarig, teer plantje met een klimmende, vaak vertakte stengel van 15 tot 70 cm lang. Ze groeit op vochtige, matig voedselrijke grond in akkers, bermen en op dijken.
Vierzadige wikke
Bloem
De bloeitijd is vanaf mei tot en met augustus. De bloemen zijn blauwachtig wit tot licht lila. Ze staan in trosjes van 1 tot 3 bloemen. De steel van het trosje is in de vruchttijd ongeveer even lang als het draagblad, in tegenstelling tot die van slanke wikke, waarvan de steel van het trosje langer is dan het draagblad.
Algemeen
– vlinderbloemenfamilie (Fabaceae)
> – eenjarig
– vrij algemeen tot zeer zeldzaam
– 15 tot 70 cm
Bloem
– blauwachtig wit tot licht lila
– vanaf mei t/m augustus
– armbloemige losse tros
– vlinderbloem
– 4 tot 5 mm
– 5 kroonbladen, vergroeid
– 5 kelkbladen, vergroeid
– 10 meeldraden
– 1 stijl
Blad
– verspreid
– samengesteld
– even veervormig
– top rankend
– deelblaadjes :
– lijnvormig tot langwerpig
– top rond of met een stekelpuntje
– rand gaaf
– voet wigvormig
– 1-nervig
Stengel
– klimmend
– weinig kort behaard
zie wilde bloemen
.