Dagelijks archief: juni 8, 2022

The man who met de devil / De man die de duivel ontmoette

Standaard

category / categorie : video

The man who met de devil

.

De man die de duivel ontmoette

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

Advertentie

Bernagie : Borage officinalis

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

bernagie-120720-191

 

 

Goed te herkennen aan
– de prachtig blauwe bloemen met spitse kroonbladen en
– de ruwe beharing van de hele plant

 

 

borago1-1

 

 

 

Algemeen

 

Bernagie is een makkelijk herkenbare, ruwharige, eenjarige, 20 tot 60 cm hoge plant, die in tuinen wordt gekweekt als keukenkruid en vandaar uit is verwilderd. Ook wordt ze uitgezaaid. Oorspronkelijk is ze afkomstig uit Zuid-Europa. Je kan haar vinden op zonnige, warme, open plaatsen, liefst met omgewerkte grond, zoals akkers, ruigten, puinhopen en langs wegen.

 

 

 

 

 

Bloem

 

Ze bloeit vanaf juni tot de herfst met prachtig blauwe bloemen, die in de knop roze zijn. Die roze kleur verdwijnt gedurende de bloei en gaat via paarsblauw over naar blauw. De half-knikkende bloemen hebben vijf spitse kroonbladen en in het hart een dubbele ring van witte schubjes, waar de zwart-paarse meeldraden en stijl uitsteken.

 

 

 

 

 

Toepassingen

 

Bernagie kent vele toepassingen. Door de eeuwen heen is ze gebruikt als medicinale plant. Dat blijkt uit de toevoeging “officinalis”, wat “geneeskrachtig” betekent. De eetbare bloemen worden tegenwoordig onder andere gebruikt in salades. Ze smaken naar komkommer. Bernagie wordt daarom ook wel komkommerkruid genoemd. Uit de zaden wordt olie gewonnen, borage-olie. In de fytotherapie wordt de olie gebruikt tegen huidveroudering, zwangerschapsstriemen, eczeem en premenstrueel syndroom.

 

 

 

 

 

Algemeen

 

ruwbladigenfamilie (Boraginaceae)
– eenjarig
– verwilderd of ingezaaid
20 tot 60 cm

Bloem
– blauw
– vanaf juni tot de herfst
– schicht
– 1,5 tot 3 cm
– stervormig
– 5 kroonbladen, vergroeid
– 5 kelkbladen
– 5 meeldraden
– 1 stijl

Blad
– verspreid
– enkelvoudig
– onderste eirond, in een steel
versmallend
– bovenste langwerpig, zittend
– top spits
– rand gegolfd of getand
– voet gevleugeld
– veernervig
– boven- en onderkant ruw behaard

Stengel
– rechtop
– bovenaan vertakt
– ruw behaard
– rolrond

zie wilde bloemen

 

 

bernagie

 

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

JOHN ASTRIA

Beenbreek : Narthecium ossifragum

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

steel1-g

 

 

Goed te herkennen aan
– de helder gele stervormige bloemen met oranje helmknoppen en geel behaarde meeldraden
– na de bloei aan de mooie donker oranje doosvruchten omgeven door de resten van de bloem

 

 

4434-640

 

 

 

Algemeen

 

Beenbreek is een overblijvende, in grote groepen groeiende, zeldzame plant, die groeit op natte, zure grond in heide- en veengebieden. Ze staat op de rode lijst als zeer sterk afgenomen plant.

 

 

 

 

 

Bloem

 

Ze bloeit vanaf juni tot en met augustus met gele bloemen, die in vrij dichte aarvormige trossen aan het einde van de tot 30 cm hoge stengels staan. De bloemen hebben zes bloemdekbladen, die aan de buitenkant een brede groene middenstreep hebben.

Na de bloei vallen de bloemdekbladen en meeldraden niet af, maar kleuren ze samen met de zaaddozen donker oranje. De helder gele bloemen met oranje helmknoppen zorgen ervoor dat beenbreek tijdens de bloeitijd makkelijk te herkennen is. En ook in het najaar blijft de plant vanwege de grote, donker oranje doosvruchten een mooie en opvallende verschijning.

 

 

 

 

 

Blad

 

Beenbreek heeft twee soorten bladeren, stengelbladeren en wortelstandige bladeren. De stengelbladeren zijn duidelijk kleiner dan de wortelstandige bladeren en staan min of meer plat tegen de stengel. De wortelstandige bladeren zijn langwerpig, zwaardvormig.

 

 

 

 

 

Toepassingen

 

Op de Shetland Eilanden werd deze plant zowel als verfstof, als in de geneeskunde gebruikt.

 

 

 

 

 

Algemeen

 

beenbreekfamilie (Nartheciaceae)
– overblijvend
– zeldzaam voorkomend
– 10 tot 30 cm

Bloem
– geel
– vanaf juni t/m augustus
– aarvormige tros
– stervormig
– 2 tot 3 cm
– 6 bloemdekbladen, niet vergroeid
– 6 meeldraden
– 1 stijl

Blad
– verspreid of wortelstandig
– enkelvoudig
– zwaard- of lijnvormig
– top spits
– rand gaaf
– voet (half) stengelomvattend
– parallelnervig

Stengel
– rechtop
– niet vertakt
– kaal
– rolrond

zie wilde bloemen

 

 

botanische-tekening-gr-beenbreek

 

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

JOHN ASTRIA

Beemdkroon : Knautia arvensis

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

beemdkroon

 

 

Goed te herkennen aan
– het afgeplatte lila bloemhoofdje met 4-slippige bloemen en
– de sterk stralende randbloemen en
– de talrijke behaarde omwindselblaadjes en
– de door witte beharing grijsgroene stengels en bladeren

 

 

bloemen-beemdkroon

 

 

 

Algemeen

 

Beemdkroon is een overblijvende plant van 15 tot 60 cm hoog. Ze groeit op vochtige, kalkhoudende grond in grazige, vaak zandige bermen en op dijken, ook aan struikgewasranden en in de binnenduinen. Beemdkroon staat op de rode lijst als algemeen voorkomend, maar sterk afgenomen.

 

 

 

 

 

Bloem

 

Beemdkroon bloeit vanaf juni tot en met september met afgeplatte lila (zelden witte, zeer zelden gele) bloemhoofdjes. De hoofdjes bestaan uit talrijke trechtervormige bloemetjes, elk met vier kroonslippen. De buitenste bloemen zijn vergroot en asymmetrisch. Door tabaksrook verkleuren de bloemetjes in het hoofdje van lila naar gifgroen. Daarom wordt ze ook wel het tabaksbloempje genoemd.

 

 

 

 

 

Blad en stengel

 

De stengels en bladeren lijken grijsgroen door de witte beharing. Hoe hoger de bladeren aan de stengel staan, hoe sterker ze in bladslippen zijn verdeeld. De onderste bladeren zijn meestal ongedeeld.

 

 

 

 

 

Toepassing

 

De plant heeft sappige bladeren die voor de liefhebber door de sla kunnen worden gemengd.

 

 

 

 

 

Vergelijkbare soorten

 

beemdkroon : afgeplatte bloemhoofdjes met 4-slippige bloemen en vergrote randbloemen, onderste bladeren ongedeeld.

duifkruid : afgeplatte bloemhoofdjes met 5-slippige bloemen en vergrote randbloemen, onderste bladeren veerdelig.

blauwe knoop : half-bolvormige, later bolvormige bloemhoofdjes met 4-slippige bloemen en zonder vergrote randbloemen.

 

 

Duifkruid

Duifkruid

 

 

 

Blauwe knoop

Blauwe knoop

 

 

 

 

Algemeen

 

kamperfoeliefamilie (Caprifoliaceae)
– overblijvend
– vrij algemeen in Zuid-Limburg,
elders vrij tot zeer zeldzaam
– 15 tot 60 cm

Bloem
– lila (zelden wit, zeer zelden geel)
– vanaf juni t/m september
– hoofdje
– 2 tot 4 cm
– klok- of buisvormige bloemen
– 4 kroonbladen, vergroeid
– 4 meeldraden
– 1 stijl
– een aantal rijen bladachtige   omwindselblaadjes

Blad
– zeer variabel van vorm
– enkelvoudig
– bovenste bladeren :
– tegenoverstaand
– zittend
– veervormig ingesneden
– onderste bladeren :
– rozet
– gesteeld
– langwerpig tot lancetvormig
– top spits
– rand gaaf, grof gezaagd tot gekarteld
– veernervig
– behaard

Stengel
– rechtop
– behaard
– rolrond

zie wilde bloemen

 

 

botanische-tekening-gr-beemdkroon

 

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

JOHN ASTRIA