Categorie: religie/video
De Toekomst volgens de Bijbel (PowerPoint; Deel 3)
preview en aankoop boek “De Openbaring “:
http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget
Linariet is een zeldzaam sulfaatmineraal dat hemel- tot azuur- of donkerblauw van kleur is. Het lijkt veel op azu-riet, maar bevat in tegenstelling tot dit mineraal naast koper ook lood. De kristallen zijn kort en prismatisch, en hebben een glasachtige glans. Het mineraal wordt vaak gevonden in de buurt van lood- en koperafzettingen, maar altijd in zeer kleine hoeveelheden.
Linariet is vernoemd naar de eerste vindplaats, Linares in Spanje.
Linariet wordt onder andere gevonden in Spanje, Duitsland, Australië, Chili, Canada, Griekenland en de VS.
samenstelling: PbCu[(OH)2|SO4]
hardheid: 2,5
dichtheid: 5,3 – 5,5
Aventurijn (ook wel: aventurien) is een mooie groene kwarts met ingesloten deeltjes fuchsiet, een soort mica. De-ze deeltjes veroorzaken een karakteristieke glinstering, de zogenoemde aventurisatie. Aventurijn heeft ook wel andere kleuren, zoals oranje, rood, wit en blauw. In de edelsteentherapie is de groene aventurijn verreweg het belangrijkste en wordt met aventurijn altijd de groene aventurijn bedoeld.
De aventurijn is een populaire edelsteen, vooral vanwege de glinstering. Hij is bovendien een zeer belangrijke heelsteen, omdat de steen veelzijdig is en niet duur. Via de huid werkt aventurijn zeer krachtig in op bijvoorbeeld botten en spieren. Maar ook zonder direct huidcontact laat de steen zich gelden. De steen moet wel in je directe omgeving zijn.
Hij heeft dan geen fysieke werking, maar wel een zeer sterke geestelijke, kalmerende werking. Aventurijn aan een sleutelhanger trekt het geluk aan. Aventurijn kan worden gebruikt als sieraad, in steenleggingen, in bad, in crè-mes, in water. Aventurijn is niet giftig. Dat maakt de steen heel geschikt voor behandeling van dieren of kinderen.
Let op: de naam aventurijn wordt ook wel gebruikt als verzamelnaam voor twee heel verschillende stenen, name-lijk aventurijnkwarts en aventurijnveldspaat. Deze veldspaat, ook bekend onder de naam zonnesteen, is geel-oranje en heeft totaal andere eigenschappen dan de kwarts aventurijn. Over die kwarts gaat het op deze webpa-gina.
Tegenwoordig wordt groen glas met ingesloten glinsterende koperdeeltjes wel gebruikt als imitatie voor aventurijn.
Aventurijn was in het Oude China zeer geliefd. De Chinezen beschouwden alle groene stenen als krachtige amu-letten voor een goede lichamelijke en geestelijke gezondheid, voor concentratie en voorspoed in het leven. Ze dachten ook dat de aventurijn potentieverhogend werkte. Het keizerlijk zegel was gemaakt van aventurijn; de steen werd yü (‘keizersteen’) genoemd.
De oudste voorwerpen van aventurijn die in China zijn gevonden, dateren uit de derde eeuw voor Christus. Het gaat vaak om sieraden en beeldjes. Populair was de aventurijnen schildpad, symbool van geluk en een lang leven. De Oude Grieken meenden dat aventurijn de drager ervan moed, optimisme, eerzucht en doelbewustheid geeft.
Later is de edelsteen uit de belangstelling geraakt. Pas sinds de jaren tachtig van de twintigste eeuw is aventurijn weer populair als edelsteen en heelsteen.
* Aventurijn heeft een sterke geestelijke werking. De steen geeft inspiratie en stimuleert creativiteit en originaliteit. Leg de aventurijn op een plek waar je hem goed kan zien, of stop hem in je (broek)zak en speel er af en toe mee.
* Deze steen helpt te vinden wat voor jou het beste is, van welke dingen je blij en gelukkig wordt. Het dragen van een aventurijn in jas of broekzak geeft emotionele rust en een gevoel van welbevinden.
* Aventurijn geneest hartepijn en beschermt tegen energetisch vampirisme van liefde en warmte. Draag de steen op het hart!
* Bij droevenis en depressieve gevoelens heelt de aventurijn het hart en het hoofd. Malende gedachten komen tot rust.
* Verkeer je vaak in een negatieve of chaotische omgeving? Aventurijn beschermt tegen agressie en negatieve energieën.
* Vergroten van wilskracht en besluitvaardigheid? Tonen dat je echt leiderschapskwaliteiten bezit? Deze talenten en vaardigheden groeien door het dragen van aventurijn op de keel.
Aventurijn bestaat uit kwarts (siliciumdioxide) en wordt groen gekleurd door het chroom in de ingesloten fuch-siet. De fuchsietplaatjes veroorzaken de glinsterende aventurisatie. Andere kleuren aventurijn krijgen hun aventu-rescerende effect door ingesloten hematiet of lepidokrokiet.
Samenstelling: SiO2 + fuchsiet: KAl2[(OH,F)2/AlSi3O10] + (Cr), of hematiet: Fe2O3 + Mg, Ti, of lepidokrokiet: FeOOH
Hardheid: 7, maar met een korrelige structuur
Glans: glasglans, wasglans, harsglans
Transparantie: doorzichtig tot ondoorzichtig
Breuk: onregelmatig, schelpvormig, splinterig
Splijtbaarheid: geen
Dichtheid: 2,64 – 2,69
Kristalstelsel: trigonaal, microkristallijn
Goed te herkennen aan
– de helmvormige, blauwe of paarsblauwe bloemen in
– een rijkbloemige tros aan het einde van een rechte, stevige stengel
Algemeen
Blauwe monnikskap behoort niet tot de inheemse flora van ons land. Ze is oorspronkelijk afkomstig uit de bergen van West- en Midden-Europa. Ze wordt bij ons gekweekt als tuinplant en kan na verwildering lang standhouden. Ze bloeit vanaf juni tot en met september. Ze groeit op zonnige tot beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke grond.
Bloem
De kort behaarde bloemen zijn blauw of paarsblauw, soms met wit en staan aan het einde van de rechte, stevige stengel in rijkbloemige, rechte trossen. Het bovenste bloemdekblad is helmvormig, breder dan hoog. Bij diverse cultivars, die allen tuinmonnikskap genoemd worden, is het helmvormige blad hoger dan breed. Evenals bij gele monnikskap zit de nectar bovenin het helmvormige blad in 2 lang gesteelde honingreservoirs (nectariën). Per bloem ontstaan meestal 3 kokervruchten.
gele monnikskap
Blad
De glanzende bladeren zijn lang gesteeld, onbehaard en handvormig gespleten in 5 tot 7 lijnvormige slippen van ± 0,5 cm breed. De bovenkant is donkergroen, de onderkant is lichter. Naar boventoe worden de bladeren kleiner.
Toepassingen
Hoewel blauwe monnikskap zeer giftig is, werd ze vroeger gebruikt voor medicijnen tegen jicht, zenuwpijnen, artritis, reuma en mazelen. Zelfs een kleine beetje van de gifstof kan binnen korte tijd de dood veroorzaken. Na aanraking is het verstandig de handen te wassen, omdat de gifstof door de huid heen dringt. In de homeopathie is het een vaak gebruikt middel in acute situaties.
Algemeen
– ranonkelfamilie (Ranunculaceae)
– overblijvend
– verwilderd, lang standhoudend
– 50 tot 150 cm
Bloem
– blauw, paarsblauw, soms met wit
– vanaf juni t/m september
– tros
– buisvormig
– 2 tot 4 cm hoog
– 5 bloemdekbladen, niet vergroeid
– meer dan 20 meeldraden
– 3 stijlen
Blad
– enkelvoudig
– handvormig gedeeld
– 5 tot 7 delig
– top spits
– rand onregelmatig gezaagd
– handnervig
Stengel
– rechtop
– kort behaard
– rolrond
zie wilde bloemen
Goed te herkennen aan
– de talrijke trossen roomwitte bloemen met lange meeldraden en
– houtige stengels tot 30 meter hoog
Algemeen
Bosrank is een overblijvende, houtige klimplant die vrij algemeen voorkomt. Ze groeit op vochtige, voedselrijke, kalkhoudende grond aan bosranden, in heggen en in struikgewas. Recent ook in plantsoenen en als bodembedekker op kribben langs de grote rivieren.
Bloem
Bosrank bloeit vanaf juni tot en met augustus met roomwitte bloemen. De bloemen vallen vooral op door de talrijke lange meeldraden. Ze staan in okselstandige en eindelingse trossen. Ze hebben vier, aan beide zijden viltig behaarde bloemdekbladen, die iets teruggeslagen staan, aan de top soms omgerold zijn en spoedig afvallen. De binnenkant van de bloemdekbladen is wit, de buitenkant groenig.
Blad en stengel
De bladeren zijn samengesteld geveerd en bestaan 3 tot 5 glanzende deelbladeren. De bladstelen slingeren zich om takken en stengels van andere planten zodra ze ermee in contact komen. De stengels zijn houtig en kunnen een lengte van 30 meter bereiken. Ze gaan hangen, zodra ze de top van een boom of struik bereikt hebben.
Bijzonderheid
Bosrank is giftig en kan huidirritaties veroorzaken.
Algemeen
– ranonkelfamilie (Ranunculaceae)
– overblijvend
– vrij algemeen en toenemend
– tot 30 meter
Bloem
– roomwit
– juni t/m augustus
– tros
– stervormig
– 2 tot 3 cm
– 4 bloemdekbladen
– meer dan 20 meeldraden
– meer dan 20 stijlen
Blad
– tegenoverstaand
– samengesteld
– veervormig oneven
– top spits
– rand gaaf, gelobd of getand
– voet hartvormig
– netnervig
– glanzend
– rankende bladsteel
Stengel
– klimmend of hangend
– behaard en kantig
zie wilde bloemen
Goed te herkennen aan
– de aarvormige bloeiwijze van in schijnkransen staande donker paarsrode lipbloemen en
– de breed eironde, behaarde, gesteelde bladeren (lijken op brandnetelbladeren)
Algemeen
Bosandoorn is een overblijvende, bij kneuzing van de bladeren onaangenaam ruikende, behaarde plant van 50 tot 100 cm hoog, die bloeit vanaf juni tot en met augustus op vochtige, voedselrijke grond in loofbossen en aan heggen. Ze kan schaduw goed verdragen. Bosandoorn heeft ondergrondse uitlopers, waardoor ze woekert en grote bestanden kan vormen. Ze is algemeen voorkomend.
Bloem
De bloeiwijze is een losse schijnaar aan het einde van de hoofd- en zijstengels. De schijnaar bestaat uit een aantal schijnkransen van meestal 6 donker paarsrode bloemen. De bloemen zijn tweelippig. Onder de helmvormige bovenlip staan de vier meeldraden en de stijl. De 3-lobbige onderlip is groter en heeft een patroon van witte lijnen en vlekken (honingmerk).
Blad en stengel
De bladeren lijken veel op brandnetelbladeren; zonder bloemen lijkt bosandoorn op brandnetel. De bladeren zijn behaard, breed eirond met een hartvormige voet, spitse top en lange steel. De bovenste bladeren zijn wat minder breed, wel eirond en de steel is korter. De stengels zijn vaak boven het midden vertakt en roodachtig.
Toepassing
Vroeger werd bosandoorn gebruikt vanwege wondhelende, krampopheffende en zweetdrijvende eigenschappen.
Vergelijkbare soorten
Betonie : helder roze bloemen, bladeren langwerpig met hartvormige voet, zeer zeldzaam, op de rode lijst.
Stinkende ballote : lichtpaarse bloemen, bladeren eirond met afgeronde voet, zeldzaam voorkomend, sterk ruikend.
Akkerandoorn : bleekroze bloemen, zelden wit, vrij tot zeer zeldzaam, op de rode lijst.
Bosandoorn : donker paarsrode bloemen, alle bladeren eirond met hartvormige voet en gesteeld, sterk ruikend
Moerasandoorn : roze bloemen, bovenste bladeren zittend en langwerpig.
Algemeen
– lipbloemenfamilie (Lamiaceae)
– overblijvend
– algemeen tot zeldzaam
– 50 tot 100 cm
Bloem
– donker paarsrood
– vanaf juni t/m augustus
– schijnkrans
– lipbloem
– 12 tot 18 mm
– 5 kroonbladen, vergroeid
– 5 kelkbladen, vergroeid
– 4 meeldraden
– 1 stijl
Blad
– kruisgewijs tegenoverstaand
– enkelvoudig
– eirond
– top spits
– rand gezaagd
– voet hartvormig
– veernervig
– behaard
Stengel
– rechtop
– ruw behaard
– scherp vierkantig
zie wilde bloemen
.