category / categorie: video
Shroud of Turin, 3-D copy of Jezus
.
Lijkwade Turijn, 3-D beeld van Jezus
.
.
Muscoviet is een mica soort. Het kan onder andere roze, bruin, groen, geel of helder van kleur zijn en heeft een gelaagde structuur. Fuchsiet is een groene muscoviet variant. Muscoviet is een van de meest voorkomende mica’s, en het komt in een grote verscheidenheid aan gesteenten voor, maar voornamelijk in stollingsgesteente, zoals graniet.
.
Muscoviet wordt onder andere gevonden in Rusland, Brazilië, Zwitserland, Oostenrijk, Australië en de Verenigde Staten.
samenstelling: KAl2(AlSi3)O10(OH)2
hardheid: 2 – 2,5
dichtheid: 2,82
Muscoviet
|
||
![]() |
||
Mineraal | ||
Chemische formule | KAl2(AlSi3)O10(OH)2 | |
Kleur | Wit, grijs, zilverkleurig, bruinwit of groenwit | |
Streepkleur | Wit | |
Hardheid | 2 – 2,5 | |
Gemiddelde dichtheid | 2,82 kg/dm3 | |
Glans | Glasglans | |
Opaciteit | Doorzichtig tot doorschijnend | |
Splijting | [001] Perfect | |
Kristaloptiek | ||
Kristalstelsel | Monoklien | |
Dubbele breking | (0,035-0,049) |
Het mineraal anataas is een van de drie polymorfen van titaandioxide (TiO2). De andere polymorfen zijn brookiet en rutiel. Het heeft een tetragonale kristalstructuur en wordt vooral toegepast in zonnecellen, lithium-ion batterijen, elektrochrome vensters en sensoren. Het is een halfgeleider met een bandafstand van 3.2eV.
Anataas was vroeger bekend onder de naam octaëdriet, heeft dezelfde scheikundige eigenschappen als rutiel en kristalliseert in hetzelfde systeem, maar het heeft een lagere dichtheid (3,90), is gelig, bruin of zwart van kleur en heeft een duidelijke piramidale of dubbel piramidale kristalvorm. De glans is metalig of glansachtig bij de doorschijnende variëteit.
Evenals rutiel wordt anataas hoofdzakelijk gevonden in metamorf gesteente in de Alpen, de Dauphiné in Frankrijk en in het Binnadal en op de St. Gotthard in Zwitserland. In de Verenigde Staten wordt het gevonden bij Somerville (Massachusetts) en Magnet Cove (Arkansas).
.
Anataas is vernoemd naar het Griekse woord anatasis, wat extensie betekent.
samenstelling: TiO2
hardheid: 5,5 – 6
dichtheid: 3,79 – 3,97
Goed te herkennen aan
– de lange, liggende, zigzag knikkende stengels
– met samengestelde oneven geveerde bladeren en de
– trossen bleek groengele vlinderbloemen
Algemeen
Hokjespeul is een giftige, overblijvende plant met liggende, zigzag knikkende stengels, die 30 tot 120 cm lang kunnen worden. Ze groeit op vochtige, kalkrijke grond aan bosranden, tussen kreupelhout, aan dijken en spoorwegen, en in leemkuilen. Ze is zeldzaam voorkomend in de Lage Landen.
Bloem
Hokjespeul bloeit vanaf juni tot en met september met eironde, vrij dichte trossen bleek groengele, geurende vlinderbloemen. De trossen staan in de bladoksels en bestaan uit 8 tot 30, kort gesteelde bloemen.
Blad
De bladeren bestaan uit 9 tot 15 elliptische of eironde deelblaadjes. Elk samengesteld blad heeft twee, vrij grote, driehoekige steunblaadjes.
Algemeen
– vlinderbloemenfamilie (Fabaceae)
– overblijvend
– zeldzaam tot zeer zeldzaam
– 30 tot 120 cm
Bloem
– bleek groengeel
– vanaf juni t/m september
– tros
– vlinderbloem
– 1 tot 1,5 cm
– 5 kroonbladen, vergroeid
– 5 kelkbladen, vergroeid
– 10 meeldraden
– 1 stijl
Blad
– verspreid
– samengesteld
– oneven veervormig
– eirond
– top stomp met klein spitsje
– rand gaaf
– voet afgerond
– veernervig
– onderzijde behaard
Stengel
– liggend
– vrijwel kaal
– rolrond
zie wilde bloemen
Goed te herkennen aan
– de behaarde bladeren en stengel en
– alleenstaande helder roze bloemen en
– de lange vruchten
Algemeen
Harig wilgenroosje is een overblijvende, zeer algemeen voorkomende plant van 60 tot 150 cm hoog. De stengel en bladeren zijn zacht behaard. Van de acht meeldraden zijn er vier langer en komen eerder tot ontwikkeling dan de andere vier. De plant groeit op natte, zeer voedselrijke grond langs oevers, in lichte bossen en in rietmoerassen. Ook op half beschaduwde plaatsen.
Bloem
Ze bloeit vanaf juni tot en met september. De bloemen zijn helder roze van kleur en 2 tot 3 cm in doorsnede. Ze lijken op lange stelen te staan, maar de “steel” is het vruchtbeginsel.
Vergelijkbare soort
Wilgenroosje lijkt op harig wilgenroosje, maar is niet behaard. Daarnaast zijn de bloemen onregelmatiger van vorm en staan ze dichter bij elkaar, waardoor de bloeiwijze van wilgenroosje op een pluim lijkt. De kelkbladen zijn roodachtig.
gewoon wilgenroosje
Algemeen
– teunisbloemfamilie (Onagraceae)
– overblijvend
– zeer algemeen voorkomend
– 60 tot 150 cm hoog
Bloem
– helder roze
– vanaf juni t/m september
– alleenstaand
– 2 tot 3 cm
– stervormig
– 4 uitgerande kroonbladen
– kroonbladen niet vergroeid
– 4 kelkbladen
– 8 meeldraden
– 1 stijl
Blad
– kruisgewijs tegenoverstaand
– enkelvoudig
– lancetvormig
– top spits
– rand onregelmatig scherp gezaagd met haakvormige tanden
– voet (half) stengelomvattend of aflopend
– netnervig
– zacht behaard, vooral op de nerven lange afstaande haren
Stengel
– rechtop
– sterk vertakt
– lang afstaand behaard
– rolrond
.
.
.
.
.
.
.
.
.