categorie : religie
.
Ontstaan. Ontstaan in de handelsrepubliek Mekka, te midden van veel Arabische stammen (waaronder de monotheïstische Hanifen). Er waren ter plaatse ook veel Joden (in Medina zelfs de helft van de bevolking) en ook veel christenen aanwezig hetgeen van groot belang is geweest voor de vorming van de islam. In het symbool van de islam (de wassende maansikkel van de maangod Sin) en in de rituelen in Mekka (rondgang rond de Kaába) zijn nog enkele pre-islamitische elementen te herkennen. De islam is pas laat in de historie ontstaan en is daarom – als enige van de grote religies – in historisch opzicht betrekkelijk goed gedocumenteerd.
.
Stichting. De stichting van de islam is geheel terug te voeren op één man, Mohammed. Hij werd geboren ± 570, verloor al vroeg zijn ouders en ging in dienst van een handelsfirma. Hij huwde op 25 jarige leeftijd een 40-jarige rijke weduwe. Tijdens een retraite kreeg hij een visioen. Hij werd opgeroepen om profeet te zijn en op te schrijven wat hem door de engel Gabriël werd gedicteerd. Mohammed was een goed diplomaat en organisator en was anders dan andere religiestichters geen asceet of pacifist. Aanvankelijk leunde hij sterk tegen het Jodendom aan en zag in Mozes een belangrijk figuur. Later werd Abraham zijn favoriete profeet. Abraham’s weggezonden zoon Ismaël werd door Mohammed gezien als de stamvader van de Arabieren en de eerste moslim. Toen de Joden hem niet wilden volgen (Jezus kreeg bij Mohammed de titel van profeet en zelfs Messias en dat was voor hen te veel) en de christenen hem afwezen (Jezus was alleen profeet onder de profeten en dat was voor hen weer te weinig), ging Mohammed zijn eigen gang en verruilde letterlijk en figuurlijk de oriëntatie op Jeruzalem in voor die op Mekka.
.
Schriften. De islam kent maar één openbaringsboek, de Koran. De tekst is door de engel Gabriël letterlijk letterlijk aan Mohammed gedicteerd die deze vervolgens heeft laten opschrijven. De tekst is dan ook heilig en onveranderlijk en de taal waarin het boek geschreven is eveneens heilig. De verzen (soera’s) van de Koran zijn in volgorde van lengte gerangschikt, met uitzondering van de eerste soera staat de langste vooraan en de kortste achteraan. Het boek bevat veel elementen en personen uit de Joodse en de christelijke Bijbel. Mozes, Abraham, Isaak, de grote profeten, Maria, Jezus, ze hebben er allen een plaats gekregen. De Koran is overigens pas lang na Mohammed’s dood voltooid. De verzen opgetekend in Mekka ademen een vriendelijker geest dan de latere meer agressieve verzen die in Medina zijn ontstaan.
.
Leer. De leer is betrekkelijk simpel samen te vatten: Er is één God en Mohammed is de (eind)profeet. De aan Mohammed gedicteerde Koran bevat heel de openbaring en is een kopie van het origineel dat bij God berust. De Koran moet dan ook heel letterlijk worden genomen en gelezen in de taal waarin deze gegeven is. God dient nadrukkelijk eer te worden gebracht. Het rituele gebed is daarbij erg belangrijk. De islam kent van origine geen scheiding tussen ‘kerk en staat’. Mohammed was imam én politiek leider tegelijk. Fundamentele moslims streven er naar de op de godsdienst georiënteerde staat weer in te voeren en de Shariá, de op de Koran gebaseerde rechtspraak te herstellen.
Leefregels. De algemene leefregels komen in een aantal opzichten overeen met die van het Jodendom en het christendom, maar er zijn ook duidelijke verschillen. – het reciteren van de geloofsbelijdenis (‘Er is een God en Mohammed is zijn profeet’) De islamitische wet zoals deze in een aantal landen geldt, is gebaseerd op de Koran en wijkt aanzienlijk af van het westerse rechtenstelsel. Verder geldt dat kansspelen en alcohol uit de boze zijn en het afbeelden van God of de profeten wordt afgewezen.
Richtingen. Als gevolg van een opvolgingskwestie rond kalief Ali ontstond er ca 30 jaar na Mohammed’s dood een splitsing in Sjiieten, de aanhangers van Ali (nu in Irak, deel Iran, Syrië, Jemen) en Soenieten (de aanhangers van een tegen kalief (in Saoedi-Arabië en in veel Noord Afrikaanse landen waaronder het belangrijke Egypte). In en vanuit India is een sterk mystiek gekleurde richting actief, de Soefi’s, die met name oordeel en opstanding zeer spiritueel opvatten. De Wahabieten vormen een streng wettische richting die oorspronkelijk in Saoedie Arabië sterk vertegenwoordigd was en welke nu in groepen als de Taliban (Afghanistan) een voortzetting vindt. Binnen de Wahabieten vormen de Salafisten de meest rechtzinnige en intolerante groepering. Er is geen sterke vrijzinnige traditie vergelijkbaar met die in het Jodendom en het christendom. Landen als Turkije, Egypte en Indonesië kennen, mede onder invloed van niet-islamitische minderheden, wel een tolerantere vorm van de islam. Mohammed werd als geestelijk en wereldlijk leider (niet als profeet, hij was de laatste!) opgevolgd door een kalief. Sinds de opheffing van het Turkse kalifaat in 1922 kent de islam geen centraal gezagspunt meer die de richtingen bijeen houdt. .
Feesten en eredienst. Het islamitische jaar is een maanjaar en duurt daardoor 11 dagen korter dan het westerse zonnejaar. Het verschuift daardoor telkens anderhalve week ten opzichte van onze kalender. – Geboorte van de profeet De islam viert de sabbat niet op de zaterdag maar op de dag daaraan voorafgaand, de vrijdag.
.
Enkele teksten uit de Koran.
.
DE ISLAM IS DE GOEDSCHIKSETEGENBEWEGINGTEGEN HET WARE CHRISTENDOM
. preview en aankoop boek “De Openbaring “:http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget
|