Category, categorie: Religion, religie-video
Poewerfull angelic creatures that exceed anything we comprehend-
Both good and bad
Krachtige wezens van engelen die alles overtreffen wat wij begrijpen-
Zowel goed en kwaad
.
.
.
Uit de cijfers van FOD Economie blijkt voor de zoveelste keer op rij dat slechts een kleine minderheid (7,5%) van de zonnecentra in orde is met de wet. De FOD Economie controleerde maar 94 zonnecentra, slechts een fractie (2,5%) van de geschatte 4 000 centra.
De rampzalige situatie met betrekking tot de veiligheid van de zonnebankcentra vermeld in het rapport van FOD Economie toont het belang aan om de krachten te bundelen en aan de alarmbel te trekken. De Alliantie voor de Preventie van Huidkanker legt de klemtoon op een strikt en gerespecteerd legaal kader voor zonnebanken. Dat wil ook zeggen dat er meer mogelijkheden tot controles voor de FOD Economie moeten komen.
Jammer genoeg communiceert de FOD in zijn persbericht ook over ‘de 10 geboden van de zonnecultus’, waarmee de overheidsdienst de indruk wekt dat er een veilig gebruik van zonnebanken bestaat. Dat is niet het geval, zo blijkt uit verschillende wetenschappelijke studies: uv-stralen afkomstig van een zonnebank zijn immers even intens als die van de zon in tropische landen, en dus even schadelijk en kankerverwekkend.
Wie de zonnebank gebruikt, zou maar liefst 20 % meer risico lopen op huidkanker. En hoe jonger iemand begint, hoe meer dat risico nog stijgt. Met iedere blootstelling verhoogt het risico op huidkanker. Zonnebanken veroorzaken elk jaar 800 doden in Europa!
De Alliantie vraagt de overheid om een strikt wettelijk kader voor zonnecentra op basis van vier eisen: een verplichte registratie van alle zonnecentra, meer en strengere controles op de naleving van de wet, de publicatie van de resultaten van de inspecties en tot slot een verbod op misleidende reclame.
.
.
.
.
.
.
Pasteltekening van John Astria
In Johannes 3 heeft Jezus een gesprek met Nicodemus, een Farizeeër. Deze man begint met een opmerking dat de Farizeeën erkennen dat Jezus van God gekomen is (vers 2). Jezus’antwoord in vers 3 lijkt wel heel bot. “Voor-waar, voorwaar, ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren is, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien”. Jezus geeft hem te kennen dat Nicodemus bitter weinig kan zien of kennen tenzij hij opnieuw geboren is.
Weten wie Hij is, is dan welhaast onmogelijk. (vergelijk 1 Cor.2:14). In vers 5 versterkt Jezus dit nog eens: “Voor-waar, voorwaar, ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnen-gaan.” Om iets van Gods wereld te kunnen begrijpen, kennen en om deel te krijgen aan het heil van God is het noodzaak om opnieuw geboren te worden.
Dat is ook de vraag die Nicodemus stelt! Jezus legt het uit met “uit water en Geest geboren worden.” De verdere uitleg van Hem is “wat uit vlees geboren is, is vlees en wat uit de Geest geboren is, is geest”. Naast de natuurlijke geboorte moet een mens ook uit de Geest geboren worden. Waarom?
In het vlees, ons natuurlijk bestaan, kunnen we God niet kennen of dienen. Later, in Joh. 6:63, zal Jezus zeggen: “De Geest is het die levend maakt, het vlees doet geen nut.” Paulus leert ons in Rom.8:7 en 8 “De gezindheid van het vlees is vijandschap tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet van God; trouwens het kan dat ook niet: zij, die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen”.
Door de zonde (het probleem) kan een mens uit zijn natuurlijke vermogens God niet dienen en Hem gehoor-zamen. Daarom doet het vlees geen nut. Daarom geeft God de mogelijkheid van een nieuwe geboorte. Deze geboorte is uit Gods Geest, leert Jezus. Gods Geest schept nieuw leven in ons, we zijn dan uit God geboren. Dit leven is eeuwig leven, onvergankelijk leven, staat in Johannes 3 vers 16.
Wedergeboorte is dus een geestelijke geboorte uit de Heilige Geest van God. In Joh.1:12 en 13 vind je dit uitgewerkt. We worden letterlijk kinderen van God. Lees eens de prachtige tekst 1 Johannes 3:1! Paulus schrijft in Galaten 4:6 En dat gij zonen zijt – God heeft de Geest van zijn Zoon uitgezonden in onze harten, die roept Abba, Vader”.
Gods natuur is in ons en we kunnen gaan lijken op onze Vader. Gods weten is in ons zodat we kunnen gaan be-grijpen. Gods kracht is in ons zodat we kunnen overwinnen. Gods mogelijkheden zijn in ons zodat we kunnen wat onmogelijk leek.
Jezus leert dat we geboren moeten worden uit water en Geest. Jezus doelt hierbij op de doop. Paulus legt later uit in Titus 3:5 dat God “naar Zijn ontferming ons gered heeft door het bad van de wedergeboorte en van de vernieuwing door de Heilige Geest”.
Wat er precies gebeurt weten wij niet. Jezus legt is vers 8 uit dat het een ongrijpbaar gebeuren is. Hoe het kan gebeuren is wel duidelijk. Door de prediking en het aanvaarden van het woord van God wordt zaad van geloven in ons hart gelegd. Daarom schrijft Petrus in 1 Petrus 1:23 dat we zijn “wedergeboren, en niet uit vergankelijk maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God”.
Doordat we gaan geloven in Jezus schenkt God ons vergeving van zonden waardoor we levend gemaakt worden. Daarom staat in Colossenzen 2:13 “Ook u heeft hij, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en onbesne-denheid naar het vlees, levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze overtredingen kwijtschold.”
Jezus die stierf aan het kruis, wordt door geloof voor ons de oorzaak van redding. Dit in geloof aannemen van Jezus, geeft ons de macht om kinderen van God te worden, staat in Joh.1:12 en 13. In 1 Joh. 5:1 schrijft Johannes “Een ieder die gelooft dat Jezus de Christus is, is uit God geboren”. Dit leven is in Gods Zoon. Daarom staat iets verder in vers 12 ” Wie de zoon heeft, heeft het leven, wie de zoon van God niet heeft, heeft het leven niet”.
Nadat we kind van God geworden zijn komen we in een proces. We zijn niet meteen geweldig geestelijke mensen maar gaan leven in een proces van heiliging en groei. Paulus doelt hierop in 1 Cor.3:1 en 2. Dit proces van heili-ging en groei is niet zozeer een proces van onszelf verbeteren maar van het afleggen van de oude mens en het aandoen van de nieuwe mens. Zie bijvoorbeeld Efeze 4:22-24. De mogelijkheden van ons liggen in het Nieuwe Leven. Een illustratie vind je in 1 Petrus 1:22 t/m 3:1. Wij moeten onze zielen door gehoorzaamheid aan de waar-heid reinigen tot echte onvervalste broederliefde. Deze liefde komt voort uit de wedergeboorte.
Om de kracht van deze liefde te ervaren moeten wij wel alle kwaadwilligheid, bedrog, huichelarij, afgunst en kwaadsprekerij afleggen. De liefde is er al. Dat is namelijk een vrucht van de Geest. Niet ons werk, maar iets dat er al is uit onze nieuwe natuur. Onze actie is ons vlees afleggen, laten sterven en ons keren naar de nieuwe mens. Onze opdracht is volgens Galaten 5:16 “wandel naar de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees”.
De basis van levensverandering en heiliging is de nieuwe mens op basis van opnieuw geboren zijn. Johannes schrijft in 1 Johannes 5:4 “Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld”. De Geest van Jezus die in ons woont heiligt en verandert ons leven dus van binnen uit. Hij overwint in ons het kwaad en leert ons anders leven en denken. Als je ergens niet vanaf kunt komen, richt je geloof op God en zeg: Vader wij hebben een probleem! Maar ik weet dat U het in mij kunt overwinnen. Uw Geest kan het onmogelijke waarmaken.
Door het geloof worden wij één gemaakt met Christus. “In Christus “ noemt Paulus dat. Zijn leven is ons leven, Zijn lijden is ons lijden, zijn kruisiging is onze kruisiging, zijn dood is onze dood, zijn opstanding is onze opstan-ding, zijn heerlijkheid is onze heerlijkheid, zijn koningschap is ons koningschap. In Christus zijn we een nieuwe schepping, zegt Paulus in 2 Cor.5:17. Deze eenheid met Hem heeft voor ons een hele praktische uitwerking. Wij beschouwen ons leven hier als gestorven voor de wereld en de wereld is voor ons gestorven Gal.6: 14. Wij leven nu voor God, voor Jezus en willen dat Zijn leven in ons openbaar wordt Gal. 2:20. Door de Geest van God worden wij dan ook in navolging van Jezus geleid.
Spreuken 30:24-25
“Vier dieren zijn de kleinste op aarde, maar zij zijn buitengewoon wijs; de mieren – sterk zijn ze niet, maar al in de zomer leggen ze een voorraad aan.”
Wij weten niet wie Agur was – de schrijver van deze woorden – maar hij had wel ogen om op te merken en ver-stand om de lessen te trekken uit wat hij waargenomen had. In het land Israël wemelt het van allerlei soorten mieren, van zeer klein tot zo groot als een bij. Het soort waarover Agur het had, was waarschijnlijk de oogstmier, die in de kustgebieden veel voorkomt. Deze mier verzamelt in de zomer een voorraad zaden en slaat ze op in ondergrondse galerijen. Zaden die zouden kunnen ontkiemen, worden verwijderd en buiten het nest gedepo-neerd, om later als voedselbron te dienen. Al eerder in het boek Spreuken vestigt Salomo de aandacht op deze ijverige insekten:
Spreuken 6:6-8
“Ga naar de mieren, luiaard, kijk hoe ze werken en word wijs. Hoewel er onder hen geen leider is, geen aanvoerder, geen koning, halen ze in de zomer voedsel binnen, leggen ze in de oogsttijd een voorraad aan.”
Iedere mier kent zijn of haar plaats in de mierenstaat; zij werken allemaal op efficiënte wijze samen, om voor de koningin en haar larven te zorgen. Sommige miersoorten zijn gevaarlijk en trekken samen uit op rooftocht, maar de oogstmier is vegetarisch en vormt geen bedreiging voor andere dieren. In tropische landen komt men de be-faamde bladmier tegen, wiens voorraad uit vers afgebeten bladgedeelten bestaat, en wiens heen en weer gaan tussen boom en nest op een protestmars lijkt. Mieren weten instinctief dat hun leven afhangt van het tijdig inza-melen. Wij mensen hebben de neiging om dingen uit te stellen en gaan liever luieren in de zon. Maar, zegt Salo-mo, die weg leidt tot armoede en gebrek.
Spreuken 6:6-11
6 Kijk naar de mieren, luiwammes, kijk hoe ze leven, en leer daar iets van.
7 Want ook al hebben ze geen aanvoerder, geen leider en geen koning,
8 toch verzamelen ze in de zomer alvast hun eten voor de winter. In de oogsttijd verzamelen ze voedsel.
9 Maar jij, luiwammes, hoelang blijf je nog liggen? Wanneer sta je eindelijk eens op?
10 ‘Nog even slapen, nog even soezen, nog even lekker liggen met de handen achter mijn hoofd’ –
11 Maar daar komt de armoede al op je af, zo snel als een hardloper. Gebrek overvalt je als een rover.
Mieren zijn niet alleen voorbeeldig in hun ijver, maar ook in de manier waarop zij samenwerken; alle energie wordt in dienst van de kolonie of staat gestopt. Van gelovigen wordt dat ook gevraagd.
Filippenzen 2:2
“maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn, één in liefde, één in streven, één van geest.”
Dit gedeelte leert ons dat we als gelovigen moeten worstelen tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. Wat zo vreemd is, is dat vele gelovigen niet eens weten waartegen ze moeten vechten laat staan hoe ze moeten vechten. Niemand trekt ten strijde zonder de strijd te kennen.
Satan was, de vader der leugen, de misleider, de mensenmoordenaar vanaf den beginne. Er kwam hoogmoed in het hart van satan. Hoogmoed en trots liggen aan de basis van de strijd in de hemelse gewesten. Satan wilde niet langer God aanbidden en Hem alle lof eer en glorie geven, hij wilde als God zijn. Hij wilde zich verheffen boven God. Vervolgens werd satan uit de hemel geworpen en is er een strijd aan de gang tussen de satan en God.
Lees Openbaringen 12:4. Vele uitleggers geloven dat deze tekst erop wijst dat satan een derde deel van de engelenschare met zich meesleepte in de val. Een deel van deze gevallen engelen is met satan actief in de hemelse gewesten en de wereld. Een ander gedeelte wordt door God bewaard tegen ‘de dag des oordeels’.
Openbaringen 12:1-17 beschrijft op een indrukwekkende manier de strijd tussen God en de satan. De vrouw: Israël. Het kind: Christus. De draak: satan.
Al vanaf het allereerste begin van de geschiedenis zien we dat de satan probeert om het reddingsplan dat God met de wereld heeft te dwarsbomen. (Gen. 6: zonen Gods hebben gemeenschap met de vrouwen). De strijd wordt ten top gevoerd wanneer Jezus geboren wordt.
In de onzichtbare wereld is er een strijd aan de gang tussen God en de satan.
Er is niet alleen een strijd tussen God en satan. Er is ook een strijd tussen engelen en demonen. Laten we hier e-ven bij stil staan.
Het woord engel betekent ‘bode’, ‘boodschapper’. God is de Here der Heerscharen (1 Sam. 17:45). Hij regeert en heeft heerschappij over de engelen.
Engelen zijn geestelijke wezens en zijn als geestelijk wezen niet gebonden aan de fysische wetten die gelden voor de menselijke natuur:
( Hand. 12:6-8 )engelen kunnen gesloten gevangenissen binnenkomen
( Hand. 5:19) ze kunnen gevangenisdeuren openzetten
( Rich.13: 19-20) ze kunnen nederdalen onder vorm van een vuurvlam
Engelen zijn in staat om grote afstanden op korte tijd af te leggen.
Engelen zijn wijzer dan mensen.
(2 Sam. 14:20) “Om uw zaak een ander aanzien te geven, heeft uw dienaar Job dit gedaan. Maar mijn heer is zo wijs als een engel Gods: hij weet alles wat op aarde geschiedt” .
Engelen hebben veel kracht.
(Ps. 103:20) “Looft de Heer, gij zijn engelen, gij krachtige helden die zijn volk volvoert, luisterend naar de klank van zijn woord.”
Er is een hiërarchie tussen de engelen.
( Judas 9) Michaël wordt een aartsengel genoemd.
( Kol. 1:16, Dan; 10:12-21, l Thes. 4:16, l Pet. 3:22) De Bijbel spreekt over aartsengelen, over engelen, over tronen, over machten en heerschappijen.
Engelen zijn onsterfelijk
( Luc. 20:35-36), ze hebben geen stoffelijke lichamen en kennen geen tekenen van veroudering en dood.
Engelen zijn geslachtsloos en onhuwbaar
( Luc. 20:35-36 en Mat. 22:30)
Engelen kunnen zichtbaar worden en menselijk voedsel eten
(Luc. 2:9, Gen; 32:1-2 Gen. 18:5)
Er zijn oneindig, ontelbaar veel engelen.
(Op.5: 11) “en hun getal was tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen…”.
(Heb. 12:22) “…tot de stad van de levende god, het hemelse Jeruzalem, en tot tienduizendtallen engelen…”.
(Mat. 26:53) Jezus zei “of meent gij dat Ik Mijn Vader niet kan aanroepen en Hij zal Mij terstond meer dan 12 legioenen engelen terzijde stellen”( 3.000 tot 6.000 elk).
(2 Kon.6:17) de knecht van Elisa zag, nadat God hem de ogen opende als antwoord op gebed van Elisa, dat de berg vol vurige paarden en wagens was rondom Elisa.
1.de opdracht van de engelen is in eerste instantie het loven, prijzen en dienen van God.
(Openbaring 5:11-12; 8:3-4).
Op aarde :
2. hier vervullen ze opdrachten voor God.
Hagar de bron tonen, verschijnen voor Jozua met een getrokken zwaard, de ketenen van Petrus losmaken, de deuren van gevangenissen openen en het voeden, versterken en verdedigen van Gods kinderen.
3. Ze voeren de oordelen en doelstellingen van God uit.
(Num. 22:22) ” Maar de toorn Gods ontbrandde toen hij ging , en de Engel des Heren stelde zich op de weg als zijn tegenstander…”
(Hand. 12:23) “en terstond sloeg hem een engel des Heren, omdat hij (Herodes) God de eer niet gaf…” zo werd Herodes door een engel gedood.
4. Ze moeten uit het Koninkrijk verzamelen al wat tot zonde verleidt en hen die ongerechtigheid bedrijven en zij zullen in het vuur geworpen worden
( Mat. 13:41-42).
5. Engelen zijn dienende geesten.
(Heb.1:14) “Ze zijn uitgezonden ter wille van hen die het heil zullen beërven”.
6. Ze begeleiden gelovigen.
(Hand: 8:26) Een engel leidde Phillipus tot bij de Ethiopiër. Ze beschermen, helpen en versterken de gelovigen.
(Mat.4:1 1) Bij de verzoeking van Jezus in de woestijn.
(Luc.22:43) Op Gethsemane “en Hem verscheen een engel uit de hemel om Hem kracht te geven”.
7. Ze zullen onze Heer begeleiden bij Zijn wederkomst
(Mat. 25:31, 2 Thes;1:7-8).
8. De engelen zijn betrokken bij het geven van Gods wetten.
(Heb. 2:2) “want indien het woord, dat door bemiddeling van engelen is gesproken, van kracht is gebleken, en elke overtreding en gehoorzaamheid rechtmatige vergelding heeft ontvangen…
(Hand; 7:53 )“gij, die de wet ontvangen hebt op beschikking van de engelen, doch haar niet hebt onderhouden.”
9. Als gelovigen mogen we de engelen niet loven en eer bewijzen.
(Openbaringen 22:8-9).
Aartsengelen:
Cherubijnen: Bewakers van Gods heiligheid.
Serafs: Jes. 6:2-7, Gods heiligheid aankondigen.
Gewone engelen: beschermengelen, spirituele begeleiders, dienaren van God.
Engelen zijn net als Adam en Eva volmaakt geschapen. Engelen als geestelijke wezens en Adam en Eva als men-selijke, vleselijke wezens. Niettegenstaande zijn we toch superieur aan de engelen omdat:
Niettegenstaande we in zonde gevallen zijn, zijn we heilig voor God door het bloed van Christus. Ja, Christus heeft ons de positie boven de engelen gegeven.
Engelen worden door Christus omschreven als heilig (Marc.8:38), engelen zijn heilig van bij hun schepping. Ook engelen worden door God op de proef gesteld. Wanneer ze niet volharden in hun dienstbaarheid aan God wor-den ze verworpen, degenen die wel aan Gods wil beantwoorden, worden bevestigd in hun heiligheid.
(Ps. 89:7 ) “God is zeer ontzagwekkend in de raad der heiligen, geducht boven allen die met hem zijn”.
(2 Pet. 2:4) spreekt over de gevallen engelen, als de engelen die gezondigd hebben. Het is onduidelijk wanneer de val van de engelen juist plaats vond, vanuit de Bijbel worden verschillende hypothesen gemaakt:
De toekomstige plek van de gevallen engelen :
(Mat. 25: 41) “Gaat weg van Mij, gij vervloekten, naar het eeuwige vuur dat voor de duivel en zijn engelen bereid is”. Ten gevolge van hun val wachten ze op het oordeel.
Rangorde
Overheden en machten
Opperbevelhebbers en bevelhebbers
Wereldbeheersers
Macht
Ziekte toebrengen.
Math. 9:32-33, Doofstomme die bezeten is.
Math. 12:22, Blind, stom.
Luc. 13:11, Geest van zwakheid: verkromde vrouw.
Hand.: Waarzeggende geest. Meisje die voorspellingen doet.
Invloed in deze wereld door occultisme, hekserij, muziek, enz.
Gelovigen en de gemeente doen wankelen en aanvallen door leugens
Misbruik maken van de zwakten van de mens
Ongelovigen doen uitschijnen dat ze goed bezig zijn
Laten uitschijnen dat zij niet bestaan. Daardoor bevestigen ze dat God ook niet bestaat
Gods plannen dwarsbomen en Hem bespotten
Heel praktisch voorbeeld van de strijd in de hemelse gewesten. Daniël 10 beschrijft de strijd in die gebieden, waar een engel van God en de engelenvorst Michaël het moeten opnemen tegen de demonische vorst die over het koninkrijk der Perzen heerst. Deze strijd duurde 21 dagen. Later zouden ze moeten strijden tegen de vorst van Griekenland, een andere demonische machthebber. We zien ook hier heel duidelijk een strijd om Gods heilsplan met de wereld te verijdelen.
We hebben gezien dat er een duidelijke strijd gaande is tussen de satan en God. De satan haat God. Dat is het uitgangspunt van alle strijd. Hij wil Gods aanbidding en Gods glorie vernietigen. Dat is ook de reden waarom sa-tan de gemeente aanvalt, waarom hij de gelovigen aanvalt. De strijd is een strijd om de glorie van God. Ook wij worden opgeroepen als gelovigen om te strijden, om te strijden voor de glorie van God, (2 Tim. 2:3-4).
Er is een grote strijd aan de gang, een onzichtbare strijd in de hemelse gewesten. Een strijd tussen satan en God, een strijd tussen engelen en demonen, een strijd tussen licht en duisternis, een strijd om de gelovigen, een strijd om de gemeente. Het is een strijd om de glorie van God. God zet Zijn engelen in om Zijn glorie te bewerken. God wil ook ons gebruiken om Zijn glorie te weerspiegelen.
Hoe kunnen we standhouden in deze strijd?
Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weerstand aan de duivel, en hij zal van u vlieden. Nader tot God, en Hij zal tot u naderen.
.
.
.
.
.
Het preterisme is de leer dat de voorzegde gebeurtenissen in Mattheüs 24 en het boek Openbaring grotendeels of volledig hebben plaatsgevonden in de aanloop naar en ten tijde van de verwoesting van Jeruzalem door de Romeinen in het jaar 70 na Christus. Sommige preteristen stellen dat de wederkomst van Christus en de opstanding van de doden in het jaar 70 hebben plaatsgevonden.
Term. De term preterisme komt van het Latijnse woord praeter = verleden, omdat de profetieën merendeels of alle reeds in het verleden zouden zijn vervuld.
Hoofdinhoud van leer. Het preterisme stelt dat alle of een deel van de Bijbelse profetieën over de laatste dagen verwijzen naar gebeurtenissen die in de eerste eeuw plaatsvonden na de geboorte van Christus, in het bijzonder in verband met de verwoesting van Jeruzalem in 70 na Christus. Jezus’ voorzeggingen aangaande aardbevingen. onlusten, oorlogen en de grote verdrukking zijn in de eerste eeuw uitgekomen.
Versus futurisme. Het preterisme staat tegenover het futurisme, dit is de opvatting dat de meeste voorzeggingen over het einde der tijden, de laatste dagen, de Grote Verdrukking en dergelijke, nog een toekomstige vervulling wacht en aan de terugkeer van Christus onmiddellijk zullen voorafgaan.
.
.
.
.
.
.-deel– en volpreterisme: De opvatting dat de profetieën over het einde reeds grotendeels (maar niet alle) zijn uitgekomen. Nog niet gebeurd zijn: 1. de wederkomst van Christus en de opneming van de gemeente; 2. de opstanding; 3. het oordeel.
-volledig preterisme of hyperpreterisme: De meer recente opvatting dat alle voorzeggingen reeds zijn vervuld.
Het gedeeltelijke preterisme is de oudste van de twee standpunten. Het stelt dat de profetieën aangaande de verwoesting van Jeruzalem, de Antichrist, de Grote Verdrukking en de komst van de Dag van de Heer als een “komst ten oordeel” door Christus, vervuld werden circa 70 na Chr., toen de Romeinse generaal (en latere keizer) Titus Jeruzalem innam, plunderde en de tempel verwoestte, waardoor blijvend een einde kwam aan de dagelijkse dierenoffers. “Babylon de Grote” (Openbaring 17-18) wordt vereenzelvigd met de oude heidense stad Rome of de Joodse stad Jeruzalem.
De meeste gedeeltelijk preteristen geloven ook dat uitdrukking “laatste dagen” slaat op de laatste dagen van de Mozaïsche verbond dat God uitsluitend had met de natie Israël tot het jaar 70 na Christus. Zoals God gericht uitoefende over verschillende naties in het Oude Testament, zo kwam ook Christus ten oordeel tegen degenen in Israël die hem afwezen.
Die laatste dagen van de natie Israël zijn volgens het gedeeltelijk preterisme te worden onderscheiden van de “laatste dag”, die nog wel in de toekomst ligt en deze gebeurtenissen brengt: de wederkomst van Jezus, de lichamelijke opstanding van de rechtvaardigen en onrechtvaardigen, het laatste oordeel, en de schepping van een letterlijke nieuwe hemel en een nieuwe aarde, vrij van de vloek van zonde en dood, die door de val van Adam en Eva is gekomen.
Het preterisme vindt (anno 2015) al meer aanhang onder christenen. Een bekende Amerikaanse preterist is Don K. Preston. Hij ziet de periode tussen 30 en 70 na Christus als het duizendjarig rijk en de tijd daarna is die van het nieuwe verbond (de eeuwige toestand).
.
.
.
Het volledig preterisme verschilt van het gedeeltelijk daarin, dat alle profetie beschouwd als vervuld met de verwoesting van Jeruzalem, dus ook de voorzeggingen aangaande de opstanding van de doden en de wederkomst (parousia) van de Heer Jezus.
Volgens het volledig preterisme is de Heer Jezus teruggekomen in 70 n.C. en wel ten oordeel, wat geleid heeft tot de verwoesting van Jeruzalem en haar tempel in het jaar 70. Dit gebeurde door midden van buitenlandse legers op een manier die vergelijkbaar is met diverse oudtestamentische beschrijvingen van God die komt om andere naties rechtvaardig te oordelen.
Volgens het volledig preterisme is de opstanding van de doden al gebeurd. Deze opstanding was niet een lichamelijke, maar een verrijzenis van de zielen uit de plaats der doden, welke bekend staat als Sjeool (Hebreeuws) of Hades (Grieks). De rechtvaardige zielen hebben een geestelijk lichaam gekregen dat geschikt is voor de hemel, en de onrechtvaardige doden zijn geworpen in de poel van vuur. Sommige volledig preteristen geloven dat deze verandering een doorgaande is en bij het overlijden van elke ziel plaatsvindt (Hebr. 9:27).
De nieuwe hemel en de nieuwe aarde worden door het volledig preterisme gelijkgesteld met de vervulling van de wet in het jaar 70 na Chr. Zoals een christen bij zijn bekering “een nieuwe schepping” is geworden, is de wereld dat ook in 70 na Chr.
.
.
.
Bijbels bezwaar. Op Bijbelse gronden kan men ernstige bezwaren tegen het volledig preterisme aanvoeren. Reeds de apostel Paulus verwierp de gedachte dat de opstanding der doden al had plaatsgevonden.
2Ti 2:16 Maar onttrek je aan ongoddelijk gezwets; 2Ti 2:17 want zij zullen voortgaan tot toenemende goddeloosheid en hun woord zal als kanker voortwoekeren. Onder hen zijn Hymeneus en Filetus, 2Ti 2:18 die van de waarheid zijn afgeweken door te zeggen dat de opstanding al heeft plaatsgehad en die het geloof van sommigen omverwerpen.
De Heer Jezus stond lichamelijk uit de doden op en ook de doden zullen lichamelijk verrijzen en het lichaam van de levenden zal veranderd worden.
Aanhangers van het volledig preterisme antwoorden dat Paulus’ veroordeling terecht was, omdat de opstanding vóór 70 na Christus nog niet gebeurd was. Ook zeggen zij dat zij bepaalde Schriftplaatsen, die tegen hun standpunt worden aangevoerd, anders uitleggen.
Ketterij. Voor zover en omdat het volledig preterisme sterk afwijkt van de overgeleverde geloofsbelijdenissen, wordt het door velen als ketterij beschouwd. Volledig preteristen antwoorden dat de geloofsbelijdenissen niet goddelijk geïnspireerd zijn, maar zijn opgesteld door feilbare mensen. De belijdenissen zijn fout op het punt van de toekomst en moeten aangepast worden.
.
.
.
.
.
Sommige leerlingen zouden Hem zien komen. De Heer Jezus heeft gezegd dat sommigen van zijn leerlingen zijn komst zouden meemaken.
Mt 16:27 Want de Zoon des mensen staat te komen in de heerlijkheid van zijn Vader met zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn doen. Mt 16:28 Voorwaar, Ik zeg u, dat er sommigen zijn van hen die hier staan, die de dood geenszins zullen smaken voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in zijn koninkrijk.
“Dit geslacht” zou het meemaken. De Heer Jezus heeft gezegd dat “dit geslacht”, het geslacht van zijn tijd (in de eerste eeuw) de voorzegde gebeurtenissen zou meemaken.
Mt 24:33 Zo ook u, wanneer u al deze dingen zult zien, weet dan dat het nabij is, voor de deur. Mt 24:34 Voorwaar, Ik zeg u: dit geslacht zal geenszins voorbijgaan voordat al deze dingen zijn gebeurd.
De voorzeggingen in Matteüs 24 aangaande de “Grote Verdrukking” beschouwt het preterisme als vervuld met de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70 na Chr. Steun voor deze stelling vindt men in Jezus’ woorden dat “dit geslacht niet zal geenszins voorbijgaan voordat al deze dingen zijn gebeurd”. Deze woorden schijnen de voorzegde gebeurtenissen te beperken tot “dit geslacht”, tot de generatie in de eerste eeuw.
“Spoedig”. De Heer heeft gezegd dat de in de Openbaring voorzegde gebeurtenissen spoedig zouden geschieden (Opb. 1:1)
Opb 1:1 Openbaring van Jezus Christus, die God Hem heeft gegeven om zijn slaven te tonen wat spoedig moet gebeuren; en Hij heeft die door zijn engel gezonden en aan zijn slaaf Johannes te kennen gegeven.
Opb 22:6 En hij zei tot mij: Deze woorden zijn getrouw en waarachtig, en de Heer, de God van de geesten van de profeten, heeft zijn engel gezonden om zijn slaven te tonen wat met spoed moet gebeuren.
Hijzelf zou spoedig komen (Opb. 22:7, 12, 20)
Opb 22:7 En zie, Ik kom spoedig. Gelukkig hij die de woorden van de profetie van dit boek bewaart.
Opb 22:12 Zie, Ik kom spoedig, en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden zoals zijn werk is.
Opb 22:20 Hij die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig! Amen, kom, Heer Jezus!
Ook aan twee gemeenten in Klein-Azië zei Hij spoedig te komen.
Opb 2:16 Bekeer u dan; maar zo niet, Ik kom spoedig naar u toe en Ik zal oorlog tegen hen voeren met het zwaard van mijn mond.
Opb 3:11 Ik kom spoedig, houd wat u hebt, opdat niemand uw kroon neemt.
.
.
.
Sommige leerlingen zouden Hem zien komen. De Heer Jezus heeft gezegd dat enkele leerlingen Hem zouden zien komen in zijn koninkrijk.
Mt 16:27 Want de Zoon des mensen staat te komen in de heerlijkheid van zijn Vader met zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn doen. Mt 16:28 Voorwaar, Ik zeg u, dat er sommigen zijn van hen die hier staan, die de dood geenszins zullen smaken voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in zijn koninkrijk.
Dat hebben zij gezien toen de Heer zes dagen na deze woorden drie leerlingen meenam op een hoge berg. Daar werd hij verheerlijkt.
Mt 17:1 En na zes dagen nam Jezus Petrus, Jakobus en zijn broer Johannes mee en bracht hen afzonderlijk op een hoge berg. Mt 17:2 En Hij werd in hun bijzijn van gedaante veranderd; en zijn gezicht straalde als de zon en zijn kleren werden wit als het licht. Enz.
Merk op dat ze verzen onmiddellijk volgen op Matth. 16:28. Dat “zien komen” is een vooruitblik geweest. Zoals Hij toen in zichtbare heerlijkheid straalde, zo zal hij eens zichtbaar verschijnen in deze wereld.
“Dit geslacht” zou het meemaken. De Heer heeft gezegd dat “dit geslacht” de voorzegde gebeurtenissen zou meemaken.
Mt 24:33 Zo ook u, wanneer u al deze dingen zult zien, weet dan dat het nabij is, voor de deur. Mt 24:34 Voorwaar, Ik zeg u: dit geslacht zal geenszins voorbijgaan voordat al deze dingen zijn gebeurd.
Het gebruikte woord voor “geslacht” is het Griekse woord “genea”. Het kan een figuurlijke betekenis hebben: “een soort mensen die veel op elkaar lijken in gaven, leefwijzen, karakter; specifiek in ongunstige zin, een verdorven geslacht”.
Mt 11:16 Met wie echter zal Ik dit geslacht vergelijken? Het is gelijk aan kinderen die op de markten zitten en de anderen de woorden toeroepen:
Mt 12:39 Hij antwoordde echter en zei tot hen: Een boos en overspelig geslacht verlangt een teken, en het zal geen teken worden gegeven dan het teken van de profeet Jona.
Mt 12:45 Dan gaat hij heen en neemt zeven andere geesten met zich mee, bozer dan hijzelf, en zij komen binnen en wonen daar; en het laatste van die mens wordt erger dan het eerste. Zo zal het ook zijn met dit boos geslacht.
Mr 8:38 Want wie zich voor Mij en mijn woorden schaamt onder dit overspelig en zondig geslacht, voor hem zal ook de Zoon des mensen Zich schamen wanneer Hij komt in de heerlijkheid van zijn Vader, met de heilige engelen.
Mr 9:19 Hij nu antwoordde hun en zei: O ongelovig geslacht, hoe lang zal Ik nog bij u zijn? Hoe lang zal Ik u nog verdragen? Brengt hem bij Mij.
Flp 2:15 opdat u onberispelijk en rein bent, onbesproken kinderen van God temidden van een krom en verdraaid geslacht, waaronder u schijnt als lichten in de wereld,
Als wij andere Schriftplaatsen over de toekomst zoveel mogelijk letterlijk nemen, moeten we “dit geslacht” in Matth. 24:34 figuurlijk verstaan: het betekent niet een “generatie van 40 jaar” betekent, maar “deze soort mensen”, d.w.z. dit verdorven mensengeslacht.
“Spoedig”. De Heer heeft gezegd dat de in de Openbaring voorzegde gebeurtenissen spoedig zouden gebeuren en dat Hijzelf spoedig zou komen. Daarnaast heeft de Heer gesuggereerd dat zijn komst op zich laat wachten. De boze slaaf zou zeggen “Mijn heer blijft uit”.
Mt 24:48 Als die boze slaaf echter in zijn hart zegt: Mt 24:49 Mijn heer blijft uit, en zijn medeslaven begint te slaan en eet en drinkt met de dronkaards,
De bruisdmeisjes vielen in slaap, omdat “de bruidegom uitbleef”.
Mt 25:5 Toen nu de bruidegom uitbleef, werden zij allen slaperig en sliepen in. Mt 25:6 Maar te middernacht klonk een geroep: Zie, de bruidegom! Gaat uit, hem tegemoet!
In de gelijkenis van de slaven kwam de heer “na lange tijd” (Matth. 25:19).
Mt 25:14 Want het is als een mens die buitenslands ging en zijn eigen slaven riep en hun zijn bezittingen toevertrouwde. (…) Mt 25:19 Na lange tijd nu kwam de heer van die slaven en hield afrekening met hen.
Wetend dat sommigen het uitbleven van de Heer voor traagheid hielden, wees de apostel Petrus erop dat een dag bij de Heer is als duizend jaar en duizend jaar als een dag.
2Pe 3:8 Maar laat dit ene u niet onbekend zijn, geliefden, dat een dag bij de Heer is als duizend jaar en duizend jaar als een dag. 2Pe 3:9 De Heer vertraagt de belofte niet zoals sommigen het voor traagheid houden, maar Hij is lankmoedig over u, daar Hij niet wil dat iemand verloren gaat, maar dat allen tot bekering komen. 2Pe 3:10 Maar de dag van de Heer zal komen als een dief, waarop de hemelen met gedruis zullen voorbijgaan en de elementen brandend vergaan en de aarde en de werken daarop zullen gevonden worden. 2Pe 3:11 Daar dit alles dus vergaat, hoe behoort u te zijn in heilige wandel en godsvrucht,
De tijdrekening van God is anders dan de onze. Gezien de aanwijzingen van “lange tijd” en “uitblijven” en gezien dat veel voorzeggingen over de eindtijd en de zichtbare komst van de Heer in de wereld met heerlijkheid en majesteit nog niet hebben plaatsgevonden, moeten we “spoedig” in het perspectief van een goddelijke tijdrekening plaatsen.
Ps 90:4 Want duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren, wanneer die voorbijgegaan is, of als een wake in de nacht.
De Heer komt op de wolken van de hemel. Critici van het preterisme wijzen erop dat Mattheüs 24 ook spreekt van Jezus’ komst op de wolken des hemels. Deze wederkomst in de lucht is nog niet gebeurd, ook niet in de eerste eeuw. De preterist antwoordt daarop dat er geen reden is om aan te nemen dat die komst op de wolken de Wederkomst van Christus is. In het Oude Testament spreekt God van zijn komst tot het volk ten oordeel. In Jesaja 19 vinden wij daarvan een treffend voorbeeld. De profeet verwijst naar het op handen zijnde oordeel over Egypte:
Jes 19:1 De last over Egypte. Zie, de HEERE rijdt op een snelle wolk en komt in Egypte. De afgoden van Egypte zullen beven voor Zijn aangezicht en het hart van de Egyptenaren zal smelten in hun binnenste.
Noch Jes. 19: 1 noch Matt. 24:33, die beide op een komst op de wolken spreken, spreken volgens het preterisme van de wederkomst van Christus.
Belofte van Israëls herstel.Een andere tegenwerping tegen het preterisme is dat Gods verbond met Israël “eeuwig” is en daarom niet geëindigd kan zijn in het jaar 70. Israël is weliswaar verstrooid onder de volken, naar de Schrift (Deut. 30), maar het zal ook weer worden hersteld, naar de Schrift.
Logische gevolgen. Een ander bezwaar tegen het preterisme naar voren gebracht, is dat het antisemitisme en vervangingstheologie in de hand werkt.
.
.
.
.
.
.
1: Het Rozenkransgebed Begin de rozenkrans met het maken van een kruisteken:
In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
2: Het Onze Vader
2: de 12 artikelen van het geloof
Ik geloof in God de almachtige Vader,
Schepper van hemel en aarde. En in Jezus
Christus, zijn enig Zoon, onze Heer, die
ontvangen is van de Heilige Geest, en
geboren uit de maagd Maria, die geleden
heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd,
gestorven en begraven, die nedergedaald
is ter helle, de derde dag verrezen uit de
doden, die opgestegen is ten hemel, zit aan
de rechterhand van God, de almachtige
Vader, vandaar zal Hij komen oordelen,
de levenden en de doden. Ik geloof in de
Heilige Geest, de heilige katholieke Kerk, de
gemeenschap van de heiligen, de
vergiffenis van de zonden, de verrijzenis
van het lichaam, en het eeuwig leven. Amen.
3• Ik groet u, Maria, dochter van God
de Vader. Wees gegroet Maria…
4• Ik groet u, Maria, moeder van God
de Zoon. Wees gegroet Maria…
5• Ik groet u, Maria, bruid van God
de Heilige Geest. Wees gegroet Maria…
Wees gegroet Maria, vol van genade.
De Heer is met u. Gij zijt de gezegende
onder de vrouwen en gezegend is Jezus,
de vrucht van uw schoot. Heilige Maria,
Moeder van God, bid voor ons zondaars,
nu en in het uur van onze dood. Amen.
6: Het Onze Vader
7: eerste geheim van de 4 grote geheimen
7: Bij elke kleine kraal wordt het
Wees gegroet Maria gebeden.
8: Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige
Geest. Zoals het was in het begin en nu en
altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
8: het Onze Vader
Onze Vader die in de hemel zijt, Uw Naam
worde geheiligd, Uw rijk kome, Uw wil
geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood en
vergeef ons onze schulden, zoals ook wij
vergeven aan onze schuldenaren, en breng
ons niet in beproeving, maar verlos ons
van het kwade. Amen.
8: Oh mijn Jezus, vergeef ons onze zonden, behoed ons van het vuur van de hel, breng alle zielen naar de hemel, vooral diegenen die uw barmhartigheid het meest nodig hebben
Daarna volgt een geheim
9,11,13,15: zie 7
10,12,14: zie 8
Het rozenkransgebed wordt besloten door het kruisteken en de woorden:
In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
Vijf blijde geheimen hebben te maken met de geboorte van Jezus: maandag en zaterdag
• De engel Gabriël brengt de blijde
boodschap aan Maria.
• Maria bezoekt haar nicht Elisabeth.
• Jezus wordt geboren in een stal van Betlehem.
• Jezus wordt in de tempel aan God opgedragen.
• Jezus wordt in de tempel wedergevonden.
Vijf droevige geheimen gaan over het lijden en sterven van Jezus: dinsdag en vrijdag
De droevige geheimen zijn:
• Jezus bidt in doodsangst tot zijn hemelse Vader.
• Jezus wordt gegeseld.
• Jezus wordt met doornen gekroond.
• Jezus draagt zijn kruis naar de berg van Calvarie.
• Jezus sterft aan het kruis.
Vijf glorievolle geheimen staan stil bij de verrijzenis van Jezus: woensdag en zondag
De glorievolle geheimen zijn:
• Jezus verrijst uit de doden.
• Jezus stijgt op ten hemel.
• De Heilige Geest daalt neer over Maria en
de apostelen.
• Maria wordt in de hemel opgenomen.
• Maria wordt in de hemel gekroond.
Vijf geheimen van het licht hebben te maken met het openbaar leven van Jezus: donderdag
De geheimen van het licht zijn:
• Jezus wordt gedoopt in de Jordaan.
• Jezus openbaart zich op de bruiloft te Kana.
• Jezus verkondigt het Rijk Gods en roept op tot bekering.
• Jezus verandert van gedaante op de berg Tabor.
• Jezus stelt de eucharistie in tijdens het Laatste Avondmaal.
Deze twintig geheimen omvatten het hele leven van Jezus. Daarom wordt de rozenkrans ook wel een “samenvatting van heel het Evangelie” genoemd.
Elk jaar op 7 oktober viert de Rooms-katholieke Kerk de Gedachtenis Heilige Maagd Maria van de Rozenkrans. Daaromheen is de hele maand oktober uitgegroeid tot Rozenkransmaand. Vroeger werd de rozenkrans veel gezamenlijk in de gezinnen gebeden. Tegenwoordig wordt hij veel gebeden tijdens bedevaarten, in kleine
groepen in de parochie en bij mensen thuis, of gewoon individueel. Veel katholieken dragen de rozenkrans altijd bij zich.
De kracht van de rozenkrans ligt in de eenvoud en in de herhaling. Door steeds weer het Onze Vader te bidden met de tien Weesgegroeten (de ‘tientjes van de rozenkrans’), ontstaat een cadans en een soort concentratie. Hierin kun je de geheimen uit het leven van Jezus overdenken en verdiepen. Je kunt aan de ‘tientjes van de rozenkrans’ ook intenties verbinden. Mensen aan wie je je gebed hebt beloofd of noden in de wereld die je ziet, kun je zo op voorspraak van Maria aan God voorleggen.
De Nederlandse bisschoppen riepen in 2018 op om elke maand op een speciale dag de rozenkrans te bidden met als intentie de vrede in de wereld. De oproep volgde op het 100-jarig jubileum van de verschijningen van de Heilige Maagd Maria in Fatima (13 mei – 13 oktober 2017). Paus Franciscus vraagt zo vaak mogelijk
de rozenkrans te bidden, “omdat dit gebed helpt de aanwezigheid van Christus in ons leven te kunnen herkennen” (ontmoeting met delegaties uit Maria bevaartsoorden, 8 oktober 2016).
Wist je dat de rozenkrans is ontstaan in kloosters, waar elke week alle 150 Psalmen werden gebeden? Voor lekenbroeders of -zusters verving men de Psalmen door het bidden van 150 maal het Onze Vader. In de middeleeuwen werd dit steeds vaker het Weesgegroet. Geleidelijk aan verbond men dit gebed met de overweging van momenten uit het leven van Jezus.