category / categorie: video
The Physical Ashen Remains of Sodom & Gomorrah
De restanten van Sodom en Gomorra
Heb geen schuldgevoel bij het eten van uw lievelingsgerecht, maar eet er niet te veel van en zorg voor veel afwisseling.
Gezond eten betekent variatie. Er is niet één voedingsmiddel dat alle benodigde voedingsstoffen tegelijk levert. Een volledige gezonde voeding krijg je dus door te variëren. Gevarieerd eten doe je door elke dag te kiezen uit de onderstaande groepen voedingsmiddelen:
• Brood en aardappelen, rijst, macaroni of peulvruchten
• Groenten en fruit
• Halfvolle melk, kaas (of andere zuivelproducten), vlees, vis, ei
• Margarine, halvarine of olie
De actieve voedingsdriehoek geeft een idee wat je dagelijks zou moeten eten en hoeveel je moet bewegen. De aanbevelingen zijn opgesteld voor iedereen ouder dan 6 jaar. In de actieve voedingsdriehoek vind je 8 groepen die elk hun aandeel leveren aan een gezonde levensstijl:
• Lichaamsbeweging
• Water
• Graanproducten en aardappelen
• Groenten
• Fruit
• Melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten
• Vlees, vis, eieren en vervangproducten
• Smeer- en bereidingsvet
• De restgroep
Botanische familie (Asteraceae)
Latijnse benaming: Artemisia dracunculus
Etherische olie verkregen door distillatie van de plant
Product afkomstig van de biologische landbouw : gecontroleerd door BE-BIO-01
Deze plant heeft hetzelfde actief bestanddeel als basilicum: de methylchavicol ether als ook anethol, een molecule van dezelfde familie. Dit verklaart een grote vertrouwdheid van de aroma’s en de zeer gelijkende eigenschappen , hoewel meer karakteristiek bij dragon.
Dragon handelt specifiek tegen neuromusculaire spasmen. Men gebruikt het bijvoorbeeld om een hik onmiddellijk te stoppen. De etherische olie van dragon zal de meest onaangename symptomen van de allergie verzachten. Ze verzacht, verdund in een plantaardige olie om een lokaal extern gebruik toe te staan, het spierstelsel vòòr de inspanning en verzacht de spierkrampen.
.
.
.
.
.
.
.
Dit type kleding deed zijn intrede tijdens de Koreaanse Drie Koninkrijken- periode, welke van 57 v. chr. tot 668 na chr. duurde. Vanaf dit moment heeft deze kledij zich mee ontwikkeld met de heersende eisen en modetrends die voorbij kwamen. Ook zijn er veel invloeden uitgewisseld met de buurlanden, zo was China bijvoorbeeld een belangrijke inspiratiebron. De meest bekende vorm van de hanbok stamt uit de Joseon dynastie, deze duurde van 1392 tot 1910.
In Noord Korea staat dit type kleding bekend als Joseon Ot, hanbok is van oorsrong de Zuid Koreaanse benaming, maar deze laatste wordt in deze tijd meestal gehanteerd. Tegenwoordig dragen Koreanen de hanbok op officiële gelegenheden en speciale festiviteiten, zoals het speciale Hanbok festival in Zuid Korea, waarin deze kleding juist centraal staat.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Voor de eerste verjaardag krijgen de kinderen een speciale, feestelijke hanbok aan. Dit zijn vrolijk gekleurde mini/versies van de ceremonièle kleding voor volwassenen.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Voor bruiloften wordt ook nog vaak de hanbok aangetrokken; naast de traditionele varianten zijn er talloze moderne varaties ontstaan voor elke smaak. De van oorsprong felle kleuren zijn langzamerhand plaats aan het maken voor zachtere tinten, mede door buitenlandse invloeden en trends in het land zelf.
.
.
.
.
.
.
.
.
De hanbok bestaat uit een bloes of jasje, en een wijde wikkelrok voor vrouwen of een wijde broek voor mannen. De bloes, genaamd jaogori, is iets langer voor mannen dan voor vrouwen; hij komt bij de heren tot aan het middel, bij de dames tot iets erboven. De naam van deze wikkelrok is chima, en een broek heet paji. Per regio, tijdperk, klimaat of klasse zijn er wat kleine verschillen, maar het basisontwerp is door de eeuwen heen herkenbaar gebleven.
.
.
.
.
Het gewone volk droeg wit, tenzij het een bruiloft of speciaal feest betrof, deze kleur stond voor puurheid, integriteit en kuisheid, De adel was kleurrijk gekleed om hun status mee aan te geven: naast wit droeg men rood, geel, blauw en zwart, welke samen staan voor de vijf natuurlijke elementen; vuur, aarde, metaal, water en hout. De keizer was geheel in het geel gekleed, deze kleur stond voor het middelpunt van het universum, de zon. De verf die voor het kleuren van textiel werd gebruikt, werd van plantaardige materialen vervaardigd.
.
.
.
De gebruikte materialen voor de stoffen en de afwerking ervan weerspiegelden het sociale leven en het heersende klimaat. Verschillende delen van het land waren ook gespecialiseerd in verschillende stoffen, zoals hennep uit Angdong of ramie uit Hansan. In koudere weersomstandigheden droegen de vrouwen een gevoerde onderrok, de rest van de kledingstukken werd vervangen door gevoerde of met bont afgezette varianten.
Als het warm was, koos men voor dunne katoen of ruisende zijde. Het spreekt vanzelf dat het gewone volk meer stoffen droeg die tegen een stootje konden en makkelijk(er) wasbaar waren dan de materiaalkeuzes van de adel. Hennep, katoen en dergelijke waren dus voor de lagere klassen en stoffen zoals zijde en satijn sierden de rijkeren.
.
.
.
Vele modeontwerpers hebben zich al laten inspireren door dit kledingstuk. Vooral de vrouwelijke hanbok is dankbaar door de mode-industrie opgepakt als basis voor creatieve experimenten: De simpele lijnen van het traditionele ontwerp hebben van nature al een mooie proportionele indeling, waar je eindeloos mee kunt variëren en ze als basis kunt gebruiken om er een heel ander kledingstuk van te maken, terwijl het basisidee hetzelfde blijft. Naast de traditioneel lange rokken zijn er tegenwoordig ook veel korte versies te zien die door jonge moderne vrouwen worden gedragen zowel in het dagelijks leven als op sjiekere gelegenheden.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Ook het traditionele schoeisel is met de kleding mee-geëvolueerd. Vanaf de 16de à 17de eeuw, maar waarschijnlijk al eerder, begon men in Korea namaksin, een soort houten overschoenen te dragen, die met touw werden vastgemaakt. Ze werden met bijenwas ingesmeerd om het hout goed te houden en tegen de onderkant werd vaak een laagje metaal gemaakt, om snelle slijtage te voorkomen. Door de tijd heen is men andere materialen gaan gebruiken voor schoeisel, zoals verschillende soorten textiel, leer en tegenwoordig ook kunststof.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Pasteltekening van John Astria
Lucas vertelt over twee bijzondere geboorten: de eerste van Johannes de Doper, de voorbode van de Here Jezus, en de tweede van Jezus zelf:
“In de zesde maand (van de zwangerschap van Elisabeth) zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea, naar een meisje (maagd) dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David. Het meisje heette Maria. Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je’.
Maria schrikt en vraagt zich af wat dit te betekenen heeft. De engel gaat verder:
“Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen”.
Tot haar verbazing hoort zij dat ze zwanger zal worden voordat ze met Jozef getrouwd is. Ze stelt daarom de vraag:
“Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog nooit gemeenschap met een man gehad”.
Waarop Gabriël haar vertelt:
“De Heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw bedekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God”.
Gabriël vertelt haar ook dat haar oude tante Elisabeth al zes maanden zwanger is. Heel nederig, en vol geloof, antwoordt zij:
“De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd”.
Ze denkt niet aan alle problemen die er nu voor haar gaan komen. Wie zal haar geloven? Iedereen zal denken dat ze overspel heeft gepleegd. Hoe zal Jozef reageren? Als hij haar verlaat zal ze helemaal alleen zijn, niemand zal voor haar willen zorgen. Op overspel staat zelfs de doodstraf. Ze gelooft de woorden van Gabriël en besluit direct naar Elisabeth te gaan. De begroeting van Elisabeth klinkt haar als muziek in de oren. Ze krijgt hierdoor nog een bevestiging dat Gabriël de waarheid heeft gesproken:
“Toen Elisabeth de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld met de Heilige Geest en riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan’.”
Deze woorden tonen dat Maria de woorden van Gabriël direct geloofde, in tegenstelling tot Zacharias, die als bewijs een teken vroeg. Maria antwoordt Elisabeth met een lofzang. Hierin laat zij voor het eerst haar grote blijdschap zien, om wat de Here voor haar heeft gedaan.
“Mijn ziel prijst en looft de Heer, mijn hart juicht om God, mijn redder: Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen, ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan, heilig is zijn naam”.
Dit is alles wat zij over zich zelf zegt. Belangrijker voor haar is de vervulling van Gods heilsbeloften:
“Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar, zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd: hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.”
Uit de lofzang, waarin vele aanhalingen uit de psalmen en profeten staan, blijkt dat Maria de Schriften goed kende. Na haar terugkeer neemt Jozef zijn verloofde Maria bij zich in huis. God had hem in een droom de situatie uitgelegd. Jozef gelooft God en neemt de verantwoordelijkheid voor moeder en kind op zich. De geboorte vond plaats in een sombere stal. Het bezoek van de herders gaf grote blijdschap en maakte diepe indruk op Maria. Ze begreep niet alles van wat ze vertelden maar:
“bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken”(Lucas 2:19).
Deze houding was typerend voor Maria. Wanneer Jezus bij verschillende gelegenheden ‘vrouw’ en niet moeder zei, was dat niet koel en afstandelijk bedoeld. Het ging Jezus erom dat niet de biologische maar de geloofsband belangrijk is. De liefde van Jezus voor zijn moeder was groot. Bij de kruisiging gingen de woorden van Simeon (Lucas 2:35) in vervulling:
“en zelf zult u als door een zwaard doorstoken worden”.
Jezus troostte haar ; toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie hij veel hield, zei hij tegen zijn moeder:
‘Vrouw zie uw zoon’,
en daarna tegen de leerling:
‘Zie uw moeder’.
Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis”( Johannes 19:26-27). Vrouw niet moeder. Jezus wilde niet dat Maria alleen maar zou treuren om het verlies van een zoon, maar zou zien dat zij Hem terugkreeg als haar Heer. Samen met de discipelen in de bovenzaal toonde zij een groot geloof in haar Heiland:
“Deze allen bleven eendrachtig volharden in het gebed, met enige vrouwen en Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broeders”( Handelingen 1: 14).
Laten wij, net zoals zij, de Here aanbidden en uitzien naar zijn wederkomst!
Als christenen worden wij opgeroepen om onszelf als een “levend offer” aan God te geven. De Apostel Paulus helpt ons in zijn brief aan de gelovigen in Rome om deze waarheid te begrijpen:
Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen, want dat is de ware eredienst voor u. U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed, volmaakt en hem welgevallig is. (Romeinen 12:1-2)
Onszelf presenteren aan God als een levend offer is onze oude “ik” laten sterven. Dit concept wordt in het volgende anonieme gedicht prachtig uitgedrukt.
Dat is je oude “ik” laten sterven.
Dat is je oude “ik” laten sterven.
Dat is je oude “ik” laten sterven.
Dat is je oude “ik” laten sterven.
Dat is je oude “ik” laten sterven.
Dat is je oude “ik” laten sterven.
Dat is je oude “ik” laten sterven.
Wetenschappelijke en geneeskundige experimenten op dieren worden gedaan om genezing te vinden voor ziektes, waarvan de meeste veroorzaakt zijn door onze eigen ongeordende leefwijze. Alle menselijke problemen, lichamelijk, mentaal of spiritueel, zijn door ons zelf gecreëerd en onze wonden zijn door onszelf toegebracht. Met de beste wil van de wereld kunnen wij geen reden vinden om de dieren de schuld te geven en ze hiervoor te laten lijden.
Deze dierproeven, en het andere leed, wordt hen slechts aangedaan om de menselijke behoeften te bevredigen, waarvan de meeste niet-noodzakelijk, buitensporig en verspillend zijn en waarvoor meestal gemakkelijk alternatieve en meer diervriendelijke producten beschikbaar zijn. Dieren doden, om de menselijke behoeften naar onbelangrijke zaken te bevredigen, is een innerlijke tegenspraak in de islamitische traditie.
Laten wij hopen dat er een dag zal komen dat de mens het respect en de status aan dieren toekent, die hen al zo lang toekomt en die hen al zo lang is ontzegt. Vivisectie bestond nog niet in de tijd van de profeet Mohammed en daarom is het niet speciaal aangehaald in de wetgeving. Leiding over zulke onderwerpen komt van argumentatie en gevolgtrekking.
Een van de voornaamste excuses voor alle soorten wreedheden die tegen dieren worden begaan, is een egoïstisch belang voor menselijke behoefte. Laat ons eens kijken hoe de wettelijke regels de woorden ‘behoefte’ en ‘belang’ omschrijven en laten wij dan aan de hand van deze omschrijvingen deze redenen beoordelen.
De juridische wet die van toepassing zou kunnen zijn op de legitimiteit van deze experimenten is:
“Iemands belang of behoefte heeft geen voorrang boven iemand anders zijn rechten”.
Regels van toepassing op deze behoeften, zodat wij kunnen onderscheiden of experimenten op dieren toegestaan zouden zijn, zouden kunnen zijn:
Wat nodig is om te begrijpen hoe het zit met het gebruiken van dieren in de wetenschap, is dat dezelfde morele, ethische en wettelijke codes voor het behandelen van dieren, ook van toepassing zijn op mensen. Volgens de islam is alle leven heilig en heeft het recht op bescherming en behoud.
De profeet Mohammed heeft zoveel nadruk gelegd op dit punt, dat hij verklaarde:
“Er is geen man die zonder reden een spreeuw of iets kleiners dood, zonder dat God hem hierover zal ondervragen”.
“Hij die barmhartigheid toont over een spreeuw en zijn leven spaart, voor hem zal God barmhartig zijn op de Dag des Oordeels” .
Zoals alle andere wetten in de islam, zijn deze over de behandeling van dieren genoemd in het geval van uitzonderen en zijn zij gebaseerd op het criterium: “Daden zullen worden beoordeeld naar de intentie” .
Wanneer het leven van een dier kan worden gered door de amputatie van een deel van zijn lichaam, dan zal het in de ogen van God een prijzenswaardige handeling zijn. Er is geen twijfel dat het islamitische verbod tegen het snijden in of verwonden van levende dieren, vooral wanneer dit pijn en lijden als resultaat heeft, van toepassing is op de hedendaagse term vivisectie in de wetenschap.
Wij zijn in staat deze uitleg van de islamitische leerstelling te onderschrijven, niet slechts door te refereren naar de bovengenoemde representatieve overleveringen, maar ook door aan de Koran te refereren. In de verzen hieronder wordt geciteerd dat enige interventie met het lichaam van een levend dier, welke pijn en vervorming tot gevolg heeft, in tegenstelling is met de islamitische zienswijze.
Deze verzen werden geopenbaard om de verwerping van de heidense bijgelovige gewoonte te onderschrijven. Vrouwtjes-kamelen, ooien of vrouwtjes-geiten die een bepaald aantal jongen hadden gebaard, werden de oren afgesneden en vervolgens weer vrij gelaten. Zij werden aanbeden als afgoden. Zulke gewoontes werden in de Koran afgeschilderd als duivelse daden, in de volgende woorden:
God vervloekte hem (Satan), omdat hij gezegd had:
“Allah heeft hem vervloekt. En hij (Satan) zeide: Ik zal voorzeker een bepaald deel van uw dienaren nemen. En ik zal hen zeker doen dwalen en ijdele begeerten in hen opwekken en ik zal hen voorzeker ophitsen en zij zullen de oren van het vee afsnijden en ik zal hen voorzeker aansporen en zij zullen Allah’s schepping bederven.” Derhalve hij, die buiten Allah Satan tot vriend neemt, zal zeker zichtbaar verlies leiden”. Koran 4:118-119
.
Turkoois is heel poreus en neemt gemakkelijk kleurstoffen op. De mooie blauwe kleur verandert in groen door de inwerking van bijvoorbeeld transpiratie, zeep, parfum en schoonmaakmiddelen. De steen wordt ook groen als hij wordt verwarmd tot meer dan 250 graden Celsius.
Turkoois wordt vaak geïmpregneerd met olie of hars om de steen minder poreus en kwetsbaar te maken en de kleur te versterken. Let op, turkoois is dermate geliefd dat niet alle aangeboden turkoois echt is. Er zijn vele creatieve handelsnamen, en meestal gaat het niet om echte turkoois. De vervalsingen zijn soms duidelijk herkenbaar, maar soms ook niet.
.
Amerikaanse turkoois en Mexicaanse turkoois zijn wel echt, maar hebben van zichzelf geen felle kleur. Die kleur wordt meestal door verven of impregneren mooier gemaakt.
Californische turkoois is eigenlijk varisciet.
Weense turkoois is eigenlijk blauw geverfde klei.
Magnesiet en howliet zijn witte poreuze mineralen die vaak turkoois geverfd worden. De geverfde howliet wordt dan als turqueniet of turquereniet aangeboden.
Turkoois is koperhoudend en wordt vaak gevonden samen met andere koperhoudende mineralen, zoals chrysocolla, malachiet en azuriet. Eilatsteenis een vergroeiing van chrysocolla, turkoois en malachiet.
Turkoois is de nationale steen van Iran en Turkije, en van de Amerikaanse staten Arizona, Nevada en New Mexico.
In de edelsteentherapie wordt turkoois gebruikt voor zenuwgerelateerde klachten als nervositeit en reumatische pijn.
.
.
Turkooisdankt zijn naam aan de kruistochten (tussen 1095 en 1271). De kruisvaarders troffen deze steen aan in de Oriënt en namen hem mee naar huis. De naam is afgeleid van het Latijnse woord turcois (‘uit Turkije’). In het Frans werd dit vertaald naar pierre turquoise (‘Turkse steen’).
Eilatsteen is genoemd naar de vindplaats nabij Eilat, een havenstad in het uiterste zuiden van Israël.
.
Turkoois was in veel culturen een beschermende steen: hij zou beschermen tegen schadelijke tovenarij en werd als amulet gedragen. Men geloofde dat zo’n amulet kracht, gezondheid en levensvreugde gaf. Volgens de overlevering zou turkoois zijn drager waarschuwen voor gevaar of ziekte door van kleur te veranderen.
.
.
Het beroemde gouden dodenmasker van farao Toetanchamon (ca. 1342-1223 v.Chr.) is versierd met vooral lapis lazuli, maar ook met turkoois. Uit het graf van Toetanchamon kwamen allerlei sieraden versierd met turkoois, zoals scarabeeën, ringen, hangers en kralen.In het Oude Egypte was turkoois een aan de godin Hathor gewijd mineraal. Zij was de Moedergodin, moeder van de goden. Zij werd wel de Blauwe Godin genoemd.
De Egyptenaren waren zo dol op turkoois, dat ze om aan de vraag te voldoen zelf turkooiskleurige fayence (een soort porselein) maakten.
Ook uit China zijn turkooisvondsten bekend van 3 millennia oud. Turkoois werd, net als jade en andere groene stenen, gebruikt als amulet ter bescherming, en als talisman om voorspoed en geluk aan te trekken. Turkoois werd, net als jade, verwerkt tot siervoorwerpjes, kralen en hangers.
In het Perzië van 2000 jaar geleden werd blauwe turkoois gebruikt om daken en plafonds van paleizen te versieren. De kleur werd geassocieerd met de hemel, maar ook met de hemel op aarde. Uiteraard konden alleen de extreem-rijken zich dit veroorloven. Vaak werden het turkoois voorzien van teksten uit de Koran.
De Romeinen (ca. 600 v.Chr. – 500 n.Chr.) gebruikten turkoois graag gezet in goud, omdat dit de mooie kleur goed doet uitkomen. Er zijn veel sieraden met turkoois teruggevonden uit de Romeinse tijd, zoals oorbellen en ringen. Opvallend zijn de hangers met oogmotief, amuletten tegen het boze oog.
De Romeinse wetenschapper Plinius de Oudere (23-79 n.Chr.) beschreef ooit een kostbare blauwgroene steen met alle kwaliteiten van de turkoois zoals wij die kennen (poreus, gevoelig voor vetten, parfum en zweet). Hij noemde deze steen toen calais of callais.
Lieden die Plinius later citeerden hadden het over kallaiet, wat ontleend zou zijn aan de Griekse woorden kallos (‘mooi’) en lithos (‘steen’).
De Azteken (ca, 1200-1500) kenden turkoois als Teoxihuitl. Ze gebruikten dit mineraal graag om maskers, wapens en schilden te versieren. Ook beeltenissen van goden werden graag met turkoois versierd.
Turkoois was vaak de kleur van de slangengod Quetzalcoatl, de god van het water en de wind, de vruchtbaarheid en de hemel.
De oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika gebruikten en gebruiken turkoois graag voor hun sieraden. DeIndianengeloven dat turkoois iemand mooier, aantrekkelijker en gezonder maakt. Door zijn kleur helpt turkoois je te verbinden met de elementen lucht en water. Ze beschouwden turkoois als scherven van de hemel.
In Europa was turkoois al eeuwenlang bekend, omdat voorwerpen en sieraden versierd met turkoois via de Zijderoute deze kant op waren gekomen. Door zijn zeldzaamheid en kostbaarheid was turkoois voorbehouden aan koningen en hooggeplaatste geestelijken. Pas in de 14e eeuw werd hij populair onder een breder publiek.
De naam turkoois werd gemunt door Saxo Grammaticus (1160-1208), een Deense geschiedenisschrijver. Hij noemde de steen in het Latijn lapis turcois.
In het Middellands Zeegebied werd en wordt turkoois als blauwe steen gebruikt als amulet tegen het boze oog.
.
.
.
* Turkoois is dé steen van de zelfverwezenlijking.
* Turkoois helpt je bij het vinden vancreatieve oplossingen voor problemen. Dat geldt ook voor relatieproblemen; turkoois laat je zien hoe die problemen ontstaan zijn, welke rol je daar zelf in speelde, en hoe je ze kunt oplossen.
* Turkoois maakt eerlijk en waarheidsgetrouw.
* Turkoois brengt evenwicht bij extreme stemmingswisselingen.
* Turkoois helpt je jezelf te accepterenzoals je bent.
* Turkoois geneest hartenpijn, stimuleert trouwe vriendschap en romantische liefde.
* Turkoois beschermt je bij overgevoeligheidvoor invloeden van buitenaf.
.
.
Turkoois is koperhoudend. Het mineraal kan heel veel tinten blauw en of groen hebben: hemelsblauw, blauw, blauwgroen, groenblauw, groen, appelgroen, groenig grijs. Insluitsels van ijzer kleuren de turkoois groen; hoe mee ijzer, hoe groener de turkoois. De steen kan soms lichtbruin of gelig grijs zijn.
De kenmerkende donkere aders bestaan uit bruine limoniet (FeOOH) of zwarte mangaanoxide (Mn2O3). De goudkleurige insluitsels bestaan uit ingesloten pyriet (FeS2).
Samenstelling: (CuAl6 (PO4)4 (OH)8 4H2O) + Ca, Cr, Fe, Mn, S
Hardheid: 5 – 6
Glans:vetglans, wasglans, glasglans, mat
Transparantie: ondoorzichtig
Breuk: schelpvormig, ruw
Splijtbaarheid: goed
Dichtheid: 2,6 – 2,9
Kristalstelsel: triklien
.