Categorie: religie/video
Henk Binnendijk: Bevinden we ons in de eindtijd?
preview en aankoop boek “De Openbaring “:
http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget
.
Nardus etherische olie, ook bekend als Jatamansi of Spikenard, wordt gewonnen door stoom destillatie van de gedroogde wortels van de Nardostachys jatamansi plant, die ook bekend is als `valse Valeriaan`.
Dit is een aromatisch kruid wat oorspronkelijk uit de bergachtige streken van Noord-India en China komt. 50 tot 100 kilo wortels zijn nodig voor 1 kilo etherische olie. De olie is lichtgeel tot ambergeel van kleur en heeft een zoete-houtachtige warme geur die iets weg heeft van Valeriaan.
Traditioneel wordt dit kruid als luchtreiniger gebruikt en als medicijn met pijnstillende en stimulerende eigenschappen.
Nardus olie is een zeer werkzaam kalmerend middel vergelijkbaar met Valeriaan en is zeer effectief bij slaapproblemen. Chinese en Indiase artsen hebben al vele eeuwen geleden de positieve werking van Nardus/Jatamansi op neurosen vastgesteld en beschreven.
Nardus olie heeft koortswerende, bacterie- en schimmeldodende eigenschappen. Hij wordt in de aromatherapie vaak toegepast om zijn regulerende werking op hart en zenuwstelsel.
De olie wordt ook gebruikt als parfum en o.a. bij; allergieën, ontstekingen, blauwe plekken, uitslag, nervositeit, slapeloosheid, migraine, stress, buikkrampen, nerveuze hoofdpijn, krampachtige aandoeningen, hysterie en spanningen.
Nardus olie heeft een rustgevende en kalmerende werking op de geest. Hij beschermt tegen stress en een overvloed aan informatie, bij sterke psychische belasting schept Nardus is een beschermend schild. Nardus olie beschermt ons energieveld tegen negatieve energetische invloeden. De olie kan helpen het zelfvertrouwen en de eigen identiteit weer terug te vinden.
Bij meditatie 1 druppel Nardus samen met 1 druppel Roos, 1 druppel Wierook en 1 druppel Mirre verdampen in een aroma diffuser.
Nardus olie kan goed gecombineerd worden met:
Ceder, Citroen, Den, Gember, Hop, Lavendel, Kardamom, Mirte, Patchouli, Roos, Salie en Vetiver.
Contra-indicatie: kan bij puur gebruik de huid irriteren. voorzichtig bij zwangerschap en gebruik bij baby`s /peuters.
Als je rauw vlees of rauwe kip aanraakt, komen de kiemen op je handen terecht. Als je daarna niet onmiddellijk grondig je handen wast, kunnen die kiemen terecht komen op alles wat je aanraakt : andere voedingswaren, de deur van de koelkast, keukengerei, een vaatdoek, of eender wat. Op die manier verspreiden de kiemen zich.
Was dus altijd grondig je handen met water en zeep als je rauwe kip of rauw vlees aangeraakt hebt, alvorens je iets anders aanraakt.
Behalve op je handen komen de kiemen ook op het mes terecht waarmee je het rauw vlees of de rauwe kip versnijdt, en op de snijplank. Als je nu ander voedsel snijdt (zoals bijvoorbeeld sla of brood) met hetzelfde mes of op dezelfde snijplank, zonder die eerst af te wassen, dan komen de kiemen op dat voedsel terecht.
Zeker wanneer het gaat om voedsel dat daarna rauw wordt gegeten en niet voorafgaandelijk wordt gebakken of gekookt, slik je dus ongemerkt deze ziektekiemen in (koken vernietigt ze grotendeels (zie heter, heet,heetst).
Was dus keukengerei dat in aanraking gekomen is met rauw vlees of rauwe kip altijd eerst grondig af alvorens je het voor iets anders gebruikt.
Als rauw vlees of rauwe kip in aanraking komt met voedsel dat klaar is om te worden opgediend, zoals slaatjes of gaar vlees, gaan de kiemen op dit voedsel over. Dit gaat heel gemakkelijk en vlug en kan zowat overal gebeuren : in de koelkast, op het werkblad, op de grill of barbecue…
Daarom :
• Bewaar rauwe kip of rauw vlees onderin de koelkast, zodat er geen vocht uit kan druipen op ander voedsel.
• Leg nooit rauw vlees of kip direct naast ander voedsel op het werkblad.
• Leg geen rauw vlees of rauwe kip op de grill of barbecue direct naast vlees dat klaar of bijna klaar is.
Rauw vlees en rauwe kip bevatten altijd een zekere hoeveelheid kiemen. Zijn ze dan wel veilig ? Kiemen houden van reizen, zoveel is duidelijk. Kruisbesmetting vermijden is dus de eerste opdracht. Maar ze houden niet van hitte. Kook of bak je vlees of kip dus grondig door, en de kiemen worden vernietigd. Het is dus onnodig om rauw vlees of kip eerst grondig af te spoelen, zoals sommige mensen denken.
Meer nog, door het te spoelen kunnen kiemen met het spatwater in de wasbak terechtkomen, op het werkblad, ander voedsel, of alles wat in de buurt staat, en zich van daaruit verder verspreiden. Maar zorg er wel voor dat het eten echt goed heet is, ook van binnen. Half gebakken vlees of half rauwe kip verhogen het risico op een voedselvergiftiging.
.
Bij het kiezen van een goede jeans zijn dus een aantal punten belangrijk:
welk figuurtype heb je?
welk materiaal?
hoe te stylen?
.
bootcut model
.
.
flair model
.
.
skinny model
.
.
Appel
Zorg dat je broek niet te hoog zit maar juist laag op de heupen als je figuurtype appel bent. Het model bootcut (rechte pijpen), het flairmodel (wijd uitlopende pijpen) en de skinny jeans zijn goede modellen voor je. Bij de skinny jeans komen je mooie slanke benen goed uit. Persoonlijk vinden wij het bootcut model niet heel erg vrouwelijk. Om meer vrouwelijkheid te krijgen bij dit model, draag je er een hak onder. Ook het flair model jeans draag je het liefst met een hak (enkellaarsje of pump); dit verlengt de benen en staat veel vrouwelijker!
.
Peer
Alle modellen jeans, dus de bootcut, flair en skinny, passen bij een peer figuur. Let op met zakjes, klepjes, plooitjes rondom de heupen en billen want dit kan meer volume (optisch) geven. Ook broeken met een print, als je benen vol zijn, is geen goede optie. Kies voor een jeans/broek die rustig is en in een wat donkere kleur. Hierdoor lijken de benen optisch smaller en langer.
.
Zandloper
Een zandloper kan ook alle modellen jeans hebben, alleen moet men bij dit figuurtype (als enige) de juist hoge taillebroeken dragen, dan komt de taille extra mooi tot zijn recht.
.
Aardbei
Het figuurtype aardbei met smalle heupen kan juist klepjes en stiksels op de kontzakken hebben. Ook plooitjes bij de tailleband of steekzakken zijn een goede keuze. Opzichtige stiksels rondom de heupen is ook goed. Zo maak je het heupgebied ‘voller’ en komen de schouders (die bij het aardbeitype breder zijn dan de heupen) weer in balans met de heupen.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Wanneer we de namen Adam en Eva horen, dan denken we dan aan het verloren paradijs, ongehoorzaamheid, zonde en het kwaad dat in de wereld kwam? Maar wanneer we het boek Genesis goed lezen, zien wij ook een andere kant van het eerste mensenpaar. Want zij hebben God niet vaarwel gezegd.
Na hun overtreding mochten ze niet meer in de tuin van Eden wonen. Het klinkt misschien vreemd, maar het was een straf uit liefde. God wilde niet dat ze na de overtreding nog van ‘de boom des levens’ zouden eten, waardoor ze eeuwig zouden voortleven in hun moeiten. Hij liet hen echter niet aan hun lot over. Als een liefdevolle Vader leerde Hij hen te leven buiten de beschermde tuin.
God zorgde voor de eerste levensbehoeften, zoals kleding. Maar eerst werd de verleider aangepakt. “God, de Heer, zei tegen de slang:
‘Vervloekt ben jij dat je dit hebt gedaan. Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare, zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel’ ” (Genesis 3:14-15).
Zo beloofde God Adam en Eva, nog voordat Hij over hen een oordeel uitsprak, dat eens de gevolgen van hun zonde uitgewist zouden worden. Pas daarna hoorden Adam en Eva wat het gevolg van hun overtreding was voor henzelf.
“Tegen de vrouw zei Hij: ‘Je zwangerschap maak ik tot een zware last. Je zult je man begeren, en hij zal over je heersen.’ Tegen de mens zei Hij: ‘Je hebt geluisterd naar je vrouw, gegeten van de boom die ik je had verboden. Vervloekt is de akker om wat jij hebt gedaan, zweten zul je voor je brood totdat je terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen: stof ben je, tot stof keer je terug’” (Genesis 3:16-19).
In vers 20 komen we voor het eerst de naam Eva tegen. Adam had zijn vrouw mannin genoemd, gewoon de vrouwelijke vorm van mens of man. Nu gaf hij haar dus de naam ‘Eva’, wat leven betekent. Hiermee liet hij zien dat hij God geloofde: uit zijn vrouw zou nieuw leven geboren worden. Het leven was voor Adam en Eva nu totaal anders geworden, ze zullen vaak met weemoed hebben gedacht aan het leven in de tuin. Maar de liefde voor God hadden zij niet verloren.
Bij de geboorte van hun eerste kind zei Eva: “Met de hulp van de Heer heb ik het leven geschonken aan een man” (4:1). Zij dankte God dus voor het nieuwe leven dat zij ontving. Zij noemden hun eerste zoon Kaïn (bezit), de tweede Abel (adem). Naast hen kregen zij nog andere zonen en dochters. Ze leerden hen alles over God. Het leek alsof Kaïn en Abel de Heer liefhadden.
De Bijbel vertelt dat zij Hem een offer brachten. God zag de gezindheid van Abel en zijn offer; hij was rechtvaardig in Gods ogen, en Hij zegende hem. God zag de gezindheid van Kaïn en zijn offer; hij was vervuld van jaloezie en hebzucht, en God zegende hem niet.
De oudste zoon, waar ze zo blij mee waren, en waar ze God voor gedankt hadden, liet toen zien hoe erg de zonde is. Zijn jaloezie werd haat en hij doodde zijn broer. De dood was toen voor Adam en Eva werkelijkheid geworden. Het gevolg van de zonde drong steeds meer tot hen door. Zij zagen wat het betekent: ‘stof ben je, tot stof keer je terug’.
Vol verdriet zagen zij het lichaam van Abel. Kaïn was door God weggestuurd. Zo verloren zij twee zonen op één dag. Maar Adam en Eva kregen meer kinderen. Ze bleven hen de weg van God leren. Vol vreugde zagen zij dat één van hen in gezindheid op Abel leek. Ook hij gehoorzaamde God. Ze noemden hem Set (vervanging), “want”, zei Eva, “God heeft mij in de plaats van Abel, die door Kaïn is gedood, een ander kind gegeven” (Genesis 4:25). Zij zei niet in de plaats van Kaïn, nee in de plaats van Abel.
In die tijd werden de mensen erg oud. Van Adam lezen we: “In totaal leefde Adam 930 jaar”. Het eerste mensenpaar bracht vele kinderen groot. Zij zagen twee soorten mensen ontstaan: nakomelingen van Set, die voor hen een vreugde waren en nakomelingen van Kaïn, die goddeloos en gewelddadig waren.
Voor Adam en Eva moet dat laatste een groot verdriet zijn geweest, wetende dat zij verantwoordelijk waren voor het kwaad dat in de wereld was gekomen. Het was een troost dat nakomelingen van Set waren als Abel. Over Abel wordt dan ook lovend gesproken als over een rechtvaardige:
“… en door zijn geloof klinkt zijn stem nog steeds, ook al is hij gestorven.” (Hebreeën 11:4)
en in vers 39:
“Al deze mensen, die van oudsher om hun geloof geprezen worden, hebben de belofte niet in vervulling zien gaan” (Hebreeën 11:39).
Deze belofte, waar ook Adam en Eva naar uitkeken, is vervuld in het ware nageslacht van de vrouw: Jezus Christus.
Pasteltekening van John Astria
Pasteltekening van John Astria
De ark van het verbond betekent voor verschillende mensen verschillende dingen. Voor sommigen is de ark een mystiek object met angstaanjagende bovennatuurlijke krachten. Voor anderen is het een oudheidkundig artefact met een groot godsdienstig belang, vergelijkbaar met de heilige graal. Vanwege de vele verschillende mythen waarmee de ark is omgeven, is het de moeite waard om zijn ware oorsprong en doel eens nader te bekijken.
De ark van het verbond wordt in de Bijbel voor het eerst vermeld in Exodus 25. Na de bevrijding van Israël uit de slavernij in Egypte draagt God Mozes op om een tabernakel (een soort tent) te bouwen waarin de Israëlieten God zullen aanbidden. De ark van het verbond werd in een speciaal gedeelte van de tabernakel ondergebracht, wat bekend stond als het “Allerheiligste”.
De ark was het heiligste object in de tabernakel. God gaf hen gedetailleerde aanwijzingen voor de bouw van de ark. Hij moest vervaardigd worden van acaciahout en beslagen worden met goud. De ark moest tweeënhalve el lang, anderhalve el breed en anderhalve el hoog zijn (een el is ongeveer 45 centimeter). Bovenop de ark bevonden zich twee gouden cherubijnen (engelen) die met hun vleugels het gedeelte van de ark bedekten dat bekend stond als de “Verzoeningsplaat”.
De ark van het verbond bevatte drie objecten die heel belangrijk waren voor de Israëlieten. Ten eerste waren dit de twee stenen tafelen met de Tien Geboden. De Tien Geboden waren het fundament van het verbond tussen God en Israël, die meestal de “Mozaïsche Wet” of kortweg “de Wet” genoemd wordt (Exodus 31).
Het tweede belangrijke voorwerp in de ark was de staf van Aaron. God liet de staf van Aaron op wonderbaarlijke wijze bloeien om de andere stammen van Israël te laten zien dat het Zijn wil was dat Aaron de leiding zou hebben over het priesterschap (Numeri 17).
En het derde object was een gouden kruik gevuld met manna. Manna was het voedsel dat de Israëlieten op wonderbaarlijke wijze van God aangereikt kregen tijdens hun veertig jaar van omzwervingen in de woestijn (Exodus 16).
De ark van het verbond was de plaats waar God Zijn aanwezigheid op aarde manifesteerde. Wanneer de Israëlieten zich verplaatsten, ging de ark ging altijd voor hen uit. De ark was in de tabernakel het middelpunt van de aanbidding van God. Daarnaast beschermde hij de Israëlieten ook in veldslagen door tegenstanders op bovennatuurlijke wijze te verslaan (Jozua 6:3-4). De Israëlieten wendden zich ook tot de ark om God om leiding en wijsheid voor het volk te vragen (Numeri 7:89, Exodus 25:22).
De ark van het verbond was meer dan een speciaal meubelstuk met bovennatuurlijke krachten; de ark was voor de Israëlieten ook het middel om een relatie met God te hebben. De ark van het verbond kon maar één keer per jaar, op Jom Kippoer (de Joodse “Grote Verzoendag”), benaderd worden door een hogepriester.
Op deze dag ging de hogepriester het Allerheiligste binnen met het bloed van een offerlam. Het was ook de enige dag waarop Gods aanwezigheid zich tussen de twee cherubijnen manifesteerde. De hogepriester sprenkelde het bloed van het offerlam op de verzoeningsplaat.
Zodra het bloed van het lam door God werd ontvangen, werd het een boetedoening (een bedekking) voor de zonden van de hogepriester en van het hele Israëlitische volk. Dit ritueel werd onophoudelijk uitgevoerd, jaar in jaar uit. De ark van het verbond speelde een sleutelrol in de vergeving van hun zonden.
.
Op het eerste gezicht lijken de bloedoffers die verbonden zijn aan de ark van het verbond enigszins verontrustend. Het slachten van dieren en het offeren van hun bloed riekt naar occultisme. Maar we moeten goed begrijpen dat deze offergaven niet bedoeld waren om de toorn van een bloeddorstige godheid te pacificeren. God verlangt helemaal niet naar het bloed of het lijden van hulpeloze lammeren (Hebreeën 10:8).
De Bijbelse tekst toont ons herhaaldelijk dat zonden onvermijdelijk de dood tot gevolg hebben. De offergave van het lam wijst op de ernst van de zonde. Zonden vereisen altijd een boetedoening (een “betaling”), zodat God rechtvaardig kan zijn (Hebreeën 9:22). Gods erbarmen maakte het mogelijk dat de zonden van Israël op een lam konden worden overgedragen.
En nog belangrijker, deze offers waren een voorafschaduwing van een grotere offergave die nog moest plaatsvinden: het offer van de Joodse Messias, Jezus Christus. God wist dat deze voortdurende offergaven een onvoldoende betaling zouden zijn voor de zonden van Israël, laat staan voor de zonden van de hele mensheid. Daarom gaf God ons Jezus Christus als het ultieme offerlam.
Zijn dood werd de grootste liefdesdaad in de hele geschiedenis. Een Romeins kruis werd de ark waarop Christus werd geofferd. Met het bloed van Christus werd voor eens en altijd betaald voor de overtredingen van alle mensen die bereid zijn om Hem als hun Redder te aanvaarden (Johannes 3:16).
De ark van het verbond verdween ergens vóór of tijdens de Babylonische invasie van Jeruzalem in 586 voor Christus uit de Joodse Tempel. In afwachting van de verdwijning van de ark schreef de profeet Jeremia:
“En als jullie in die tijd in aantal toenemen en dit land weer zullen bevolken, zal niemand meer over de ark van het verbond met de Heer spreken. Die komt in niemands gedachten op, hij wordt niet meer genoemd of gemist, en wordt niet opnieuw gemaakt” (Jeremia 3:16).
Al voor de tijd van Jezus openbaarde de profetie van Jeremia dat er in de toekomst geen behoefte meer zou zijn aan de ark van het verbond. God had een beter Verbond dat Hij in werking zou laten treden, het Nieuwe Verbond in Zijn Zoon, Jezus Christus.
Pasteltekening van John Astria
Bestaat er enig archeologisch bewijs voor Jezus? Hebben we feitelijke locaties of artefacten die getuigen van de historische waarheid van Jezus Christus? Het is opmerkelijk dat er in de afgelopen decennia belangrijk bewijs is aangetroffen voor het leven, de leer, de dood en de opstanding van Jezus.
Het bewijs voor Jezus begint met Zijn geboorteplaats in Bethlehem. De Geboortekerk wordt in het algemeen als een geloofwaardige historische locatie beschouwd. De grot waarin Christus geboren zou zijn, is gemarkeerd met de rijk versierde Ster van Bethlehem. De kleine stad wordt nog steeds omgeven door terrasvormige heuvels waarop herders hun kuddes weiden.
Het dorp Nazareth, waar Christus Zijn jeugd doorbracht, bestaat vandaag de dag nog steeds aan het Meer van Tiberias. In recente droge seizoenen zijn oude havens gevonden die overeenkomen met de Bijbelse beschrijvingen. Een Gallilese vissersboot uit de eerste eeuw werd uit de modder opgegraven en behouden. Hoewel we geen idee hebben wie de eigenaar van de boot was, komt deze overeen met het Bijbelse verslag over de vaartuigen die door de discipelen van Christus gebruikt werden.
Kafarnaüm, een dorp dat vaak door Jezus werd bezocht, is grotendeels opgegraven. Interessante locaties in dit dorp zijn onder meer de synagoge waar Jezus een man met een onreine geest genas en de rede hield over het brood van het leven, en het huis van Petrus waar Jezus de schoonmoeder van Petrus en anderen genas.
Andere archeologische locaties die verband houden met de bediening van Christus zijn onder meer :
In Jeruzalem zien we nog steeds de fundamenten van de Joodse Tempelberg die door Herodes de Grote werd gebouwd. Andere belangrijke plaatsen in Jeruzalem zijn:
Het bewijs voor de gebeurtenissen die tot de kruisiging van Jezus leidden begint aan de andere kant van het Kidrondal, bij de Olijfberg. Daar kunnen we tussen de oude olijfbomen naar de hof van Getsemane lopen waar Jezus bad voordat hij gearresteerd werd. Van daaruit kunnen we naar de andere kant van de vallei terugkijken, naar de Gouden Poort waardoor Christus Jeruzalem binnenging om berecht, gefolterd en gedood te worden.
Elders vinden we nog meer bewijs voor Jezus en de mensen die de leiding hadden over Zijn berechting en kruisiging, waaronder een inscriptie met een vermelding van de Romeinse procurator van die tijd, Pontius Pilatus. Ook heeft men de feitelijke beenderen van de Joodse Hogepriester van die tijd, Kajafas, die in een rijk versierd ossuarium zijn behouden.
In Jeruzalem kunnen we op de plaats staan waar Pontius Pilatus zijn uitspraken deed, Gabbata genaamd, en dan de Via Dolorosa bewandelen waarover Jezus Zijn eigen kruis naar Golgota droeg. De enorme Heilige Grafkerk staat volgens de meeste Schriftgeleerden op de locatie van zowel de kruisiging als de begrafenis van Christus. Recentelijk is zelfs een 2000 jaar oud hielbeen, doorboord met een ijzeren spijker, ontdekt in een begraafplaats in Jeruzalem, wat meer licht werpt op de kruisigingen door de Romeinen in de eerste eeuw.
Het bewijs voor Jezus op locaties uit de oudheid bereikt een climax wanneer we het lege graf bekijken dat net buiten de muren van Jeruzalem is gevonden. Hoewel we de exacte locatie van het graf van Jozef uit Arimatea niet weten, biedt deze traditionele locatie die bekend staat als “het Tuingraf” ons een prachtige voorstelling.
Verder kunnen we ons, op de weg naar Emmaus, voorstellen hoe de opgestane Christus meeliep met de twee ontmoedigde mannen die slechts enkele dagen eerder hun leider hadden verloren van wie zij gedacht hadden dat dat Hij de Messias was.
Welke andere gebeurtenis zou een handvol angstige plattelanders ertoe kunnen bewegen om de wereld te verlichten met de dappere prediking van Jezus Christus? Niets minder dan de opstanding van Christus had deze mensen zo sterk kunnen transformeren, het bewijs voor Jezus na Zijn dood en opstanding is verbazingwekkend!
De opstanding van Jezus is de fundering van het christelijke geloof. In de brief van Paulus aan de Korintiërs zegt hij:
“En als Christus niet is opgewekt, is onze verkondiging zonder inhoud en uw geloof zinloos. Dan blijkt dat wij als getuigen van God over hem hebben gelogen, omdat we verklaard hebben dat hij Christus heeft opgewekt – want als er geen doden worden opgewekt, dan kan hij dat niet hebben gedaan.” (1 Korintiërs 15:14-15).
“Maar als Christus niet is opgewekt, is uw geloof nutteloos, bent u nog een gevangene van uw zonden.” (1 Korintiërs 15:17).
Zoals is gebleken, ontkent tegenwoordig geen enkele geloofwaardige schriftgeleerde of godsdienst dat Jezus een historische figuur was die ongeveer 2000 jaar geleden de aarde bewandelde, dat Hij een groot leraar was, dat Hij wonderen verrichtte en dat Hij aan een kruis stierf omdat Hij schuldig was bevonden aan godslastering. Daarom bestaat het enige echte dispuut uit de vraag of Jezus al dan niet de Zoon van God was, die na Zijn kruisiging opstond uit de dood.
De opstanding van Jezus wordt tegenwoordig op grond van bewijslast aangevochten. Om eerlijk te zijn moet het bewijs worden beoordeeld zoals dit voor elke andere historische gebeurtenis wordt gedaan. Gebaseerd op de algemeen geldende regels voor de behandeling van bewijslast, zouden voor een partij in een rechtszaak consequente ooggetuigenverslagen van meerdere geloofwaardige ooggetuigen het beste bewijs vormen.
Als we dus zo’n getuigenissen kunnen vinden in geloofwaardige historische verslagen over de opstanding van Christus, dan hebben we dus volgens de traditionele regels een belangrijke uitdaging van het bewijs weten te weerstaan. En in feite hebben we meerdere ooggetuigenverslagen over de opstanding van Jezus.
In 1 Korintiërs 15:3-6 stelt Paulus het volgende vast:
“Het belangrijkste dat ik u heb doorgegeven, heb ik op mijn beurt ook weer ontvangen: dat Christus voor onze zonden is gestorven, zoals in de Schriften staat, dat hij is begraven en op de derde dag is opgewekt, zoals in de Schriften staat, en dat hij is verschenen aan Kefas en vervolgens aan de twaalf leerlingen. Daarna is hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders en zusters tegelijk, van wie er enkelen gestorven zijn, maar de meesten nu nog leven.”
Studies van de manuscripten geven aan dat dit een zeer vroeg geloofsprincipe was van het christelijke geloof, dat slechts enkele jaren na de dood van Jezus Christus werd geschreven. Het is daarom zeer treffend dat Paulus deze passage afsluit met” “maar waarvan de meesten nu nog leven”. Paulus nodigde hiermee mensen uit om zelf de feiten na te gaan. Hij zou een dergelijke uitspraak hierin niet hebben opgenomen, als hij probeerde om een samenzwering, bedrog, mythe of legende te verbergen.
De opstanding van Jezus werd ook in talrijke andere verslagen beschreven, zoals de verschijning van Jezus
aan Maria uit Magdala (Johannes 20:10-18),
aan andere vrouwen (Matteüs 28:8-10),
aan Kleopas en zijn metgezel (Lucas 24:13-32),
aan elf discipelen en anderen (Lucas 24:33-49),
aan tien apostelen en anderen (zonder Thomas, Johannes 20:19-23),
aan de apostelen (inclusief Thomas, Johannes 20:26-30),
aan zeven apostelen (Johannes 21:1-14),
aan de discipelen (Matteüs 28:16-20),
aan de apostelen op de Olijfberg (Lucas 24:50-52 en Handelingen 1:4-9).
De ultieme geloofwaardigheidstest van deze ooggetuigen is het feit dat velen van hen het martelaarschap ondergingen voor hun ooggetuigenverslagen. Dit is dramatisch! Deze getuigen kenden de waarheid. Welk voordeel konden zij eruit halen om te sterven voor een leugen? Het bewijs spreekt voor zich: dit waren geen godsdienstige fanaten die slechts voor een godsdienstige overtuiging stierven; dit waren de volgelingen van Jezus Christus die stierven voor een historische gebeurtenis: Zijn opstanding die bewees dat Hij de Zoon van God was.
Het christelijke geloof is gestoeld op Jezus Christus en Zijn opstanding. Al voor de Evangelies van het Nieuwe Testament werden geschreven, verkondigden de vroege christelijke leiders al hun geloofsbelijdenis: hun geloof in de dood en de opstanding van Jezus. De christelijke geloofsbelijdenis werd voor het eerst op papier gezet door de apostel Paulus in 1 Korintiërs 15:3-8:
“Het belangrijkste dat ik u heb doorgegeven, heb ik op mijn beurt ook weer ontvangen: dat Christus voor onze zonden is gestorven, zoals in de Schriften staat, dat hij is begraven en op de derde dag is opgewekt, zoals in de Schriften staat, en dat hij is verschenen aan Kefas en vervolgens aan de twaalf leerlingen. Daarna is hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders en zusters tegelijk, van wie er enkelen gestorven zijn, maar de meesten nu nog leven. Vervolgens is hij aan Jakobus verschenen en daarna aan alle apostelen. Pas op het laatst is hij ook aan mij verschenen, aan het misbaksel dat ik was.”
Een van de belangrijkste argumenten tegen het christelijke geloof is dat het verhaal over de opstanding een mythe zou zijn die zich pas een eeuw na de kruisiging van Jezus ontwikkelde. Aanvankelijk dacht men dat de Evangeliën pas zo’n honderd jaar na het leven van Jezus op aarde werden geschreven. Maar recent onderzoek naar de betrouwbaarheid van de Nieuwtestamentische manuscripten en de tekstkritiek hebben tot de conclusie geleid dat de Evangeliën ongeveer 30 tot 50 jaar na Jezus werden geschreven.
De bovenstaande passage van Paulus zo belangrijk omdat Bijbelse Schriftgeleerden hebben vastgesteld dat 1 Korintiërs 15 slechts 3 tot 5 jaar na de dood van Jezus Christus werd geschreven. Dit werd bepaald aan de hand van de historische verslagen van Paulus en zijn vroege reizen naar Damascus en Jeruzalem.
Dit is erg belangrijk omdat deze eerste christelijke geloofsbelijdenis zich zó snel ontwikkelde, dat er geen sprake zou kunnen zijn van een mythologische ontwikkeling. Er was te weinig tijd beschikbaar om het historische verslag van de opstanding te verdraaien.
De Nederlandse vertaling van de geloofsbelijdenis die in Vlaanderen gebruikt wordt:
Ik geloof in God, de almachtige Vader,
Schepper van hemel en aarde.
En in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer,
die ontvangen is van de heilige Geest,
en geboren uit de Maagd Maria;
die geleden heeft onder Pontius Pilatus,
gekruisigd is, gestorven en begraven;
die neergedaald is ter helle,
de derde dag verrezen uit de doden;
die opgevaren is ten hemel,
en zit aan de rechterhand van God, zijn almachtige Vader;
vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden.
Ik geloof in de heilige Geest;
de heilige katholieke kerk,
de gemeenschap van de heiligen;
de vergiffenis van de zonden;
de verrijzenis van het lichaam;
het eeuwig leven.
Amen.
Omdat Jezus Christus en Zijn opstanding het fundament van het christelijke geloof vormen, zijn de historische werkelijkheid van Zijn leven, dood en opstanding van cruciaal belang. Want zoals Paulus later in een brief aan de Korintiërs stelde (1 Korintiërs 15:14-17):
“En als Christus niet is opgewekt, is onze verkondiging zonder inhoud en uw geloof zinloos. Dan blijkt dat wij als getuigen van God over hem hebben gelogen, omdat we verklaard hebben dat hij Christus heeft opgewekt – want als er geen doden worden opgewekt, dan kan hij dat niet hebben gedaan. Wanneer de doden niet worden opgewekt, is ook Christus niet opgewekt. Maar als Christus niet is opgewekt, is uw geloof nutteloos, bent u nog een gevangene van uw zonden.”
Hoewel het christelijke geloof weliswaar niet volledig op bewijs is gebaseerd, wordt het wel degelijk bevestigd door het beschikbare bewijsmateriaal. Geloof betekent niet dat je je verstand moet uitschakelen en alleen op je hart kunt vertrouwen, of dat je de rede moet negeren ten gunste van emotie. Nee, het christelijke geloof gaat over het opzoeken en kennen van Jezus Christus met alle aspecten van het menselijke karakter. Het gaat over Hem liefhebben met heel je hart, verstand, ziel en kracht.
.
.
.
.
.
De Heilige Rita heeft vele jaren een open wonde op haar voorhoofd gehad. Deze wonde zou er gekomen zijn nadat ze neergeknield zat te bidden voor een kruisbeeld. Ze had dezelfde wonde gekregen die Jezus had in zijn voorhoofd door zijn doornenkroon. Er zijn wel meerdere Heiligen die kruiswonden van Jezus mochten ontvangen, zoals bijvoorbeeld de Heilige Franciscus die de vijf grote kruiswonden kreeg, en Pater Pio die de wonden in zijn handen kreeg. De Heilige Rita kreeg dus de wonde van de doornenkroon.
.
De legende van het roodborstje gaat ook over deze doornenkroon. Het is een heel mooi verhaaltje, omdat het net door zijn mooie legende komt dat het roodborstje als een boodschappertje wordt gezien. Het zien van een roodborstje kan een bijzondere betekenis hebben van bovenuit.
De legende van het roodborstje kent vele verschillende versies en wordt dus op verschillende manieren verteld, maar de essentie is wel altijd dezelfde.
.
.
.
God had de Aarde en de Hemel geschapen, de mens en de dieren. Dit alles op zes dagen tijd en de zevende dag rustte hij. Daarna besloot Hij om de dieren namen te geven. Zo kreeg dus een olifant de naam ‘olifant’ en een leeuw kreeg de naam ‘leeuw’. Elk dier kreeg een naam dat bijzonder was voor zijn soort.
Een klein vogeltje kreeg de naam ‘roodborstje’, maar dit vogeltje had helemaal geen rode kleur in zijn veertjes. Hij vroeg aan God waarom hij dan roodborstje werd genoemd? God zei tot het vogeltje dat hij het zelf moest verdienen om die naam waardig te worden. Het vogeltje wist echter niet hoe.
Generaties lang leefde het roodborstje zonder de typische rode vlek die hij nu heeft. Het beestje was er best wel verdrietig door want hij wist niet hoe hij nu precies die rode kleur kon verdienen. Op de dag van de kruisiging van Jezus treurden niet alleen de mensen, maar ook de dieren en de natuur. Van op een afstand keken verschillende diertjes naar Jezus aan het kruis en ze weenden bittere tranen om zijn lijden.
Het kleine roodborstje kon dit alles niet langer aanzien en wilde iets doen om het lijden van Jezus te verminderen. Hij vloog naar het kruis en keek naar de wonden. De zware nagels in de handen en voeten kon hij er niet uit trekken, tot zijn grote spijt. Maar toen zag hij de doornenkroon en hoe die doorns in het hoofd van Jezus veel pijn veroorzaakten.
Het kleine vogeltje trok met al zijn kracht een grote doorn uit het voorhoofd van Jezus, waardoor er bloed van Jezus op zijn veertjes viel. Deze rode vlek is nooit meer weggegaan, want doordat hij het lijden van Jezus probeerde te verminderen, had hij het verdiend zijn naam waardig te worden en werd hij een echt roodborstje.
Nadat Jezus gestorven was aan het kruis voor de zonden van de mens, werd het donker en brak er een hevige storm los, alsof de wereld ging vergaan. Toen de lente weer kwam en het roodborstje voor nakomelingen zorgde, was er voor het eerst dat de kleine vogeltjes ook een rode vlek kregen.
En ook deze jongen kregen jongen, die op hun beurt een rode vlek kregen. En dit alles omdat er één roodborstje zijn naam had verdiend en om zo de mensen altijd te blijven herinneren aan het lijden van Jezus.
.
.
.
.