Category / Categorie: video
2 boys taken to heaven / 2 jongens opgenomen in de hemel
preview en aankoop boek “De Openbaring “:
http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget
.
.
.
.
Ondanks alle voorzorgsmaatregelen die in de landbouw- en de voedingssector worden genomen, is een totale afwezigheid van ziekteverwekkende bacteriën zoals Salmonella, Campylobacter, Listeria monocytogenes en toxine producerende E. coli onmogelijk te garanderen in rauw vlees. Dit onderzoeksproject onderzocht hoe je bacteriën kan doden door het bakken of roerbakken van vers vlees (biefstuk, hamburger, pittavlees).
Het vlees was afkomstig van verschillende diersoorten: varken, rund, lam, kip, kalkoen, paard en zelfs kangoeroe en krokodil. Vlees kan besmet zijn met lage aantallen ziekteverwekkende kiemen, maar die nemen niet toe als het vlees altijd koel en slechts voor een korte tijd wordt bewaard. Deze beperkte hoeveelheid bacteriën worden bovendien gedood als het vlees voldoende wordt verhit. Voor gemalen vlees betekent dit goed doorbakken, dus verhitten tot in de kern, want ook daar kunnen bacteriën aanwezig zijn.
Een hamburger, bijvoorbeeld, moet minimaal 2 minuten op 70°C worden gebakken (dit kan met een vleesthermometer worden gecontroleerd). Een gaaf stuk vlees zoals een biefstuk kan vooral aan de buitenkant worden besmet. Als die goed gebakken wordt, volstaat dit om de bacteriën te doden.
Het is ook belangrijk om geen andere voedingsmiddelen te besmetten, die niet meer worden gebakken (bv. rauwe groentjes). Gebruik niet dezelfde snijplanken, mesjes enzovoort voor vlees en groenten. Zorg dus altijd voor een goede hygiëne en een propere werkomgeving in de keuken om voedselinfecties te vermijden.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Limoen etherische olie, de latijnse naam is Citrus aurantifolia, komt van de koude persing van de limoenvrucht of door stoom destillatie van het hele geperste fruit, als bijproduct van de sapproductie.
De olie die van de schil komt is lichtgeel tot olijfgroen van kleur met een zoete citrusgeur. De olie van het fruit is helder tot lichtgeel met een krachtige, fruitige geur.
Limoen heeft een verfrissende en verkwikkende werking op de geest en op de huid.
Deze olie maakt je vrolijk en activeert de creativiteit. Limoen etherische olie is goed voor hart, lever en gal. Limoenolie verlaagt bloeddruk en is aderversterkend bij couperose.
Limoen olie wordt in de aromatherapie onder meer gebruikt bij: couperose, wratten, sproeten, slechte eetlust, maagzuur, licht verhoogde bloeddruk, gewrichtspijn, verkoudheid, koorts, griep, keelpijn, darminfecties, hoofdpijn, vermoeidheid, vergiftigingen, spierpijn, bloedarmoede, zwangerschapsmisselijkheid en gebrek aan weerstand.
Limoen kan goed gemengd worden met neroli, mirte, eucalyptus, citronella, rozemarijn, lavendel en natuurlijk met andere citrusoliën.
Let op: De limoenolie die van de schil komt is sterk fototoxisch, dus niet in de zon op de huid gebruiken en na gebruik van limoenolie op de huid de huid 12 uur lang uit de zon houden!
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Pubers willen vaak niets liever dan ‘erbij horen’. Dat betekent vaak dat ze bepaalde kleding dragen, een bepaald imago willen hebben, bepaalde woorden gebruiken en over muziek, tv-programma’s, films en websites mee moeten kunnen praten. Maar vaak gaat het nog een stap verder, bijvoorbeeld met rages als tatoeages en piercings. Voor ouders is het vaak moeilijk om te bepalen wat ze wel en niet moeten toestaan. Hieronder volgen een aantal tips over het omgaan met rages en mode.
Het is belangrijk om heel veel aandacht te hebben voor de dingen die je leuk vindt aan het gedrag van je puber; jouw goedkeuring is van groot belang voor zijn of haar gevoel van eigenwaarde;
Blijf verder op de hoogte van de trends voor tieners, vooral onder de groep die één of twee jaar ouder is dan je eigen tiener. Zo voorkom je dat je wordt verrast en te heftig reageert;
Sommige rages komen en gaan zo snel dat je ze zonder problemen kunt negeren. Andere duren langer en aan een aantal rages zijn risico’s verbonden. Bekijk daarom in elke nieuwe situatie opnieuw de mogelijke risico’s voor jouw kind;
Probeer niet elke vraag direct met nee te beantwoorden. Laat je tiener voelen dat je bereid bent te overleggen en dat de uitkomst ja, nee of op voorwaarde dat… kan zijn. Tieners moeten voelen dat ze serieus genomen worden;
Probeer situaties waarin direct een besluit moet worden genomen te vermijden. Het zou kunnen dat je eerder geneigd bent om toe te geven wanneer je wordt overvallen door een verzoek en dat je tiener hier misbruik van maakt. Stel in dat geval een besluit uit en kom er later op terug;
Overweeg de voordelen, kosten en risico’s van elke wens. Is het goed voor je kind, hoe groot zijn de risico’s, wie betaalt er, gaat het tegen de regels van de school in, gaat het tegen de normen en waarden van het gezin in, zullen eventuele broertjes en zusjes het voorbeeld willen volgen. Nadat je hier zelf over hebt nagedacht kun je deze zaken rustig bespreken met je zoon of dochter;
Bedenk welk gedrag je thuis acceptabel vindt. Gewelddadig of seksueel getint taalgebruik dat overgenomen wordt uit populaire muziek of tv-programma’s kan onwenselijk zijn. Ook tieners moeten rekening houden met jongere broertjes, zusjes en buurtgenoten;
Soms wil je kind meedoen aan een rage die kostbaar is, en waar je wel toestemming voor wil geven. Kijk of je zoon of dochter wat extra klussen kan doen om geld te verdienen om mee te betalen aan (of zelfs helemaal te betalen voor) de duurdere zaken waar je toestemming voor wil geven;
Sta liever geen dingen toe die in strijd zijn met de regels van school, zoals een bepaalde kledingstijl, het dragen van (opvallende) sieraden of het meenemen van bepaalde voorwerpen;
Praat erover met andere ouders. Tieners zullen hun ouders over proberen te halen met argumenten als ’Al mijn vrienden mogen…’ en ’Ik ben de enige die niet…’. Zorg ervoor dat je dit gedrag niet onbewust beloont door eraan toe te geven. Controleer eerst of het waar is wat ze zeggen. Praat met andere ouders, vooral de ouders van vrienden van je tiener en controleer met wie hij omgaat;
Het is onmogelijk je tiener te beschermen tegen de invloeden van modeverschijnselen, maar je kunt wel zorgen dat hij zich goed voelt over zichzelf zoals hij is, en je kunt positieve vriendschappen stimuleren. Motiveer hem ook voor leuke en leerzame activiteiten onder toezicht. En reageer niet overdreven of al te streng. Uitspraken als ’Zolang je in mijn huis woont, doe je wat ik zeg’ of (met wanhopig omhoog gestoken handen) ’Doe maar wat je wilt maar je zult er spijt van krijgen’ leveren alleen maar boosheid en frustratie op. Verzamel zoveel mogelijk informatie om in elke situatie een weloverwogen besluit te nemen en wees bereid om te altijd met je tiener in gesprek te gaan.
Hier, in het 24e hoofdstuk van Mattheüs, houdt Jezus Zijn langste betoog over het einde van dit tijdperk en van de tekenen van Zijn komst. Tussen al de profetieën over aardbevingen, plagen, valse profeten en roerige politieke situaties is hier deze ene korte stelling over een VERMINDEREN van LIEFDE.
Deze vermindering van liefde moet, noodzakelijkerwijs, een vermindering van Ware Geestelijke Inhoud betekenen, want, zoals de Bijbel zegt: Die niet liefheeft, heeft God niet gekend; want God is liefde (1 Joh. 4:8).
Ongerechtigheid heeft zich nu bijna 2000 jaar vermenigvuldigd. Geen wonder dan dat, aan het einde, de liefde van velen zo koud zal worden, dat het uiteindelijk een TEKEN van de GROTE en LAATSTE AFVAL wordt, die is voorspeld door de Apostel Paulus in 2 Thessalonisenzen 2:3.
Je herinnert je misschien dat onze Heer zei: Hieraan zullen zij allen bekennen, dat gij Mijn discipelen zijt, zo gij liefde hebt onder elkander (Joh. 13:35). Het woord dat vertaald wordt met liefde is AGAPE, wat betekent “aktieve toewijding aan het welzijn en het geluk van degene die geliefd wordt”. Dit is die liefde, die geeft zonder kosten of beloning te berekenen en naar God kijkt voor erkenning.
Pasteltekening van John Astria
De weg van de adelaar langs de hemel is bijna te wonderlijk om te begrijpen (zie Spreuken 30:18-19).
Met enorme uitgespreide vleugels zweeft deze koning van de vogels moeiteloos urenlang hoog in de lucht, op zoek naar een prooi: een konijn, een hert of een schaap. Omdat hij vier tot vijf maal zo scherp kan zien als een mens, ontkomen weinig dieren aan zijn blik. Na zijn prooi eenmaal ontdekt te hebben, duikt hij er met 200 km per uur op af.
Zo’n vliegkunst wordt niet gemakkelijk geleerd. Een kleine vergissing kan de dood betekenen. Daarom blijven de ouders heel dicht in de buurt, totdat het jong zijn gewicht in de lucht weet te beheersen. Als hij dreigt te vallen, gaat één van zijn ouders onder hem vliegen en draagt hem naar een veilige plaats. Deze ouderlijke zorg gebruikt God als beeld voor zijn zorg voor de Israëlieten toen zij uit Egypte kwamen:
“Als een arend, die zijn broedsel opwekt, over zijn jongen zweeft, zijn wieken uitspreidt, er een opneemt en draagt op zijn vlerken, zo heeft de Here hem alleen geleid” (Deuteronomium 32:11-12).
Net als het arendsjong de natuurwetten moet leren om in leven te blijven, zo moet Gods volk Gods wetten leren om zijn voortbestaan te verzekeren. God zorgt ook nu voor zijn kinderen. Hij kan ons “voor struikelen behoeden en onberispelijk doen staan voor zijn heerlijkheid in grote vreugde” (Judas 24)
Het meest voorkomende beeld in de Bijbel is dat van de arend. De grootmachten, Assur, Babel en Egypte worden alle met arenden vergeleken, maar het beeld wordt ook toegepast op verschillende aspecten van het persoonlijke leven. Zo snel als de legers van Assur en Babel aanstormden, zo snel gaan ook onze dagen voorbij. Dat was de ervaring van Job:
“Zij glijden voorbij als een arend die toeschiet op de prooi” (Job 9:26).
Daarom was het gebed van Mozes: “Leer ons zo onze dagen tellen dat wij een wijs hart bekomen” (Psalm 90:12). Salomo waarschuwde tegen het zoeken naar rijkdom, omdat die zo snel kan verdwijnen.
“Als een arend vliegt hij ten hemel” (Spreuken 23:4,5).
Gods wijsheid leert ons Hem dankbaar te zijn, die onze ziel verzadigt met het goede, zodat onze jeugd zich vernieuwt als die van een arend (Psalm 103:5).
De gelovige mag dankzij Gods genade naar een nog mooiere tijd uitzien:
“Wie de Here verwachten, putten nieuwe kracht; zij varen op met vleugelen als arenden; zij lopen, maar worden niet moede; zij wandelen, maar worden niet mat.” (Jesaja 40:31).
De eerste woorden waarmee we geconfronteerd worden wanneer we de Koran openslaan, en die meteen de relatie tussen de lezer en de Auteur vestigen, zijn ‘Bismillah al Rahman al Rahim’. Dit is in de Naam van God, de Erbarmer, de Barmhartige.
De draagwijdte van deze woorden, kan niet overschat worden. Erbarmer en Barmhartige zijn twee van de ‘mooie namen’ of ‘attributen’ van God. Door daarmee de Koran te openen, wordt alles wat in dit boek zal volgen, gekaderd binnen goddelijk erbarmen en barmhartigheid.
De openingszin van de Koran zet dus al meteen de volledige islamitische levensvisie neer. Eerst en vooral, wordt de uniciteit van God gevestigd, zonder wie niets of niemand zou bestaan. Vervolgens wordt zijn kenmerk Al Rahman geëvoceerd, een kenmerk dat refereert aan Gods veelvuldige goedheid voor alle mensen, altijd en overal, ongeacht hoe ze zich gedragen.
Daar wordt Gods genade aan toegevoegd voor diegenen die Hem verheerlijken en om leiding, hulp of vergiffenis vragen. Het is een uitdrukking die daarom warmte, hoop en geborgenheid in zich draagt. Alles wat daarna volgt, wordt binnen dit kader gedefinieerd en moet binnen dit kader begrepen worden. Elk vers, wat er ook de individuele betekenis van is, krijgt pas zijn volledige draagkracht binnen dit kader, ook de bestraffende verzen.
Een eerste gevolg hiervan is dat moslims in hun omgang met anderen zich evenzeer moeten laten kennen door barmhartigheid, genade en vergevingsgezindheid. De islam geeft moslims de levenslange opdracht aan de eigen persoonlijkheid te werken in de richting van een ideaal dat zich kenmerkt door gematigdheid, naastenliefde, discretie, nederigheid, oprechtheid en minzaamheid. Hoe dichter men dat ideaal benadert, hoe groter de innerlijke vrede, hoe groter de kans dat men in het hiernamaals tot het paradijs toegelaten wordt.
Volgens de islam, leidt overgave aan God tot innerlijke vrede, en vrede in de samenleving. Om die toestand te bereiken, speelt naast eerder genoemde barmhartigheid en vergevingsgezindheid, ook rechtvaardigheid een centrale rol. De Koran schrijf voor rechtvaardig te zijn zelfs wanneer het eigen belang daardoor geschaad zou worden:
«Jullie die geloven! Weest standvastig in de gerechtigheid als getuigen voor God, al is het tegen jullie zelf of de ouders of de verwanten. Of het nu om een rijke of om een arme gaat, God staat hen beiden zeer na. Volgt dus niet je geneigdheid om niet rechtvaardig te zijn. Maar als jullie verdraaien of jullie afwenden, dan is God welingelicht over wat jullie doen. » (Koran 4:135)
Ook een afkeer tegenover mensen mag rechtvaardigheid niet in de weg staan:
«Jullie die geloven! Weest standvastig voor God als getuigen van de rechtvaardigheid. En laat de afkeer van bepaalde mensen jullie er niet toe brengen niet rechtvaardig te zijn. Weest rechtvaardig, dat is dichter bij Godvrezendheid. En vreest God. God is welingelicht over wat jullie doen.» (Koran 5:8)
In de Koran nodigt God iedereen uit deelachtig te worden in de vrede:
«En God roept naar het tehuis van Vrede en leidt wie Hij wil naar het rechte pad.» (Koran 10:25)
Dwang wordt evenwel uitgesloten, het staat diegenen die zich niet aangesproken voelen vrij de uitnodiging in de wind te slaan want:
«In de godsdienst is er geen dwang.» (Koran 2:256)
en
«Waarschuw de mensen, want jij bent slechts een waarschuwer. Je hebt niet de autoriteit om iemand te dwingen.»(Koran 88:22-23)
In weerwil van het in het Westen heersende misverstand, is een islamitische samenleving dus geen samenleving waarin iedereen gedwongen wordt zich tot de islam te bekeren, maar is het integendeel een samenleving die godsdienstvrijheid garandeert.
Men kan hier opmerken dat de vrijheid toch niet volledig is vermits in de Koran de ‘ongelovigen’ geregeld met straffen door God bedacht worden. Vooreerst is het evenwel zo dat het in dergelijk verzen stuk voor stuk God is die straft; nergens geeft de Koran mensen de toestemming anderen te straffen voor hun ongeloof.
Alleen God kan immers oordelen over geloof en kan daar gevolgen aan vastknopen. Maar zelfs dan is het zo dat in eerste instantie de bestraffing bestaat uit het onthouden van de goddelijke liefde aan mensen die dit onwenselijk gedrag stellen.
Pasteltekening van John Astria
Omgekeerd aan het onthouden van liefde en het bestraffen voor mensen die slecht gedrag stellen, wordt devote mensen die rechtschapen handelen als beloning bijzondere liefde van God en vrede in het vooruitzicht gesteld. Ook hieruit blijkt dat de gewenste toestand vrede is.
«God leidt daarmee wie Zijn welgevallen navolgen op de wegen van de vrede, brengt hen met Zijn toestemming uit de duisternis naar het licht en leidt hen op een juiste weg.» (Koran 5:16)
En:
«Waarlijk, in het gedenken van God vinden de harten rust » (Koran 13:28)
Merk op dat deze ‘beloning’ met vrede niet alleen moslims toekomt, maar alle mensen die in God geloven en goede werken doen. Vroomheid wordt niet gedefinieerd in termen van de gebedsrichting waarin men bidt (m.a.w. de naam van de godsdienst waartoe men zich bekent), maar in termen van geloven in God en stellen van goede daden voor de medemens:
«Vroomheid is niet dat jullie je gezicht naar het oosten en het westen wendt, maar vroom is wie gelooft in God, in de laatste dag, in de engelen, in het boek en in de profeten en wie zijn bezit, hoe lief hij dat ook heeft, geeft aan de verwanten, de wezen, de behoeftigen, aan hem die onderweg is, aan de bedelaars en voor de (vrijkoop van) de slaven, en wie de salaat [gebed] verricht en de zakaat [verplichte liefdadigheid] geeft en wie hun verbintenis nakomen en wie volhardend zijn in tegenspoed en rampspoed en ten tijde van strijd. Zij zijn het die oprecht zijn en dat zijn de godvrezenden.» (Koran 2:177)
De Koran erkent daarmee uitdrukkelijk dat er verschillende wegen zijn om tot God te komen. Meer nog, net zoals de Koran moslims aanmoedigt om volgens de Koran te leven, moedigt de Koran christenen aan om te leven volgens de Evangeliën, en worden Joden aangemoedigd om te leven volgens de Thora (dat een boek van ‘licht’ genoemd wordt) :
« En wij hebben de Thora neergezonden met een leidraad erin en een licht, waarmee de profeten die zich [aan God] overgeven oordeel vellen voor hen die het jodendom aanhangen. (…) Vreest dan de mensen niet maar vreest Mij en verkwanselt Mijn tekenen niet. En wie niet oordeel vellen volgens wat God heeft neergezonden, dat zijn de ongelovigen.» (Koran 5:44)
«En wij hebben Jezus, de zoon van Maria, in hun spoor laten volgen als bevestiger van wat er van de Thora voor zijn tijd al was. Wij gaven hem de Evangeliën met een leidraad erin en een licht ter bevestiging van wat de Thora voor zijn tijd al was en als een leidraad en een aansporing voor de godvrezenden. En laten de mensen van de Evangeliën oordeel vellen volgens wat God heeft neergezonden. En wie dat niet doen, dat zijn de verdorvenen. » (Koran 5:46-47)
De islam verwerpt daarmee het assimileren van andersgelovigen, maar schrijft integendeel waarachtigheid binnen het eigen geloof voor. Dat gaat zover dat in een maatschappij die op islamitische leest geschoeid is, andersgelovigen eigen rechtbanken mogen opzetten voor zaken als familierecht en erfenisrecht zodat zij werkelijk in staat zijn hun geloof zo getrouw mogelijk te beleven. De islam verfoeit hypocrisie. Hypocrieten worden de diepste putten van de hel toegezegd, erger nog dan waar de ongelovigen terecht zullen komen:
«De huichelaars komen in de laagste verdieping van het vuur en jij zal voor hen geen helper vinden.» (Koran 4:145)
Net zoals moslims die zich niet houden aan hun geloofsvoorschriften met afkeuring bedacht worden, omschrijft de Koran joden en christenen die zich niet aan hun geloof houden, als ongelovigen en verdorvenen. Maar net zoals er bij moslims mensen zijn die zich wel aan hun geloof houden en die daarvoor beloond zullen worden, erkent de Koran dat er ook hij joden en christenen gelovigen zijn die hun beloning niet zullen mislopen:
«Onder de mensen van het boek zijn er die in God geloven, in wat naar jullie is neergezonden en in wat tot hen is neergezonden, terwijl zij zich deemoedig aan God onderwerpen. Zij verkwanselen Gods tekenen niet. Zij zijn het voor wie hun loon bij hun Heer is. …» (Koran 3:199)
Op die manier, schrijft de Koran respect voor eenieders eigenheid voor. Het bestaan van de verschillende godsdiensten wordt immers beschouwd als een aspect van de goddelijke wil. Het is God zelf die voor de verschillende godsdiensten gezorgd heeft, daarom moet men die verschillende godsdiensten respecteren:
«… En als God het gewild had, zou Hij jullie tot één gemeenschap gemaakt hebben, maar Hij heeft jullie in wat jullie gegeven is op de proef willen stellen. Wedijvert dan met elkaar in goed daden. Tot God is jullie terugkeer, gezamenlijk. Hij zal jullie dan dat meedelen waarover jullie het oneens waren.» (Koran 5:42-47)
En:
«”Ieder heeft een richting waarheen hij zich wendt. Wedijvert dan met elkaar in goede daden. Waar jullie ook zijn, God zal jullie te samen brengen.”» (Koran 2:148)
Dergelijke verzen schrijven meteen ook voor hoe men met die diversiteit in religies moet omgaan: men zal elkaar niet bestrijden, maar met elkaar wedijveren in goede daden. Moslims wordt dan ook voorgeschreven attent, vriendelijk en voorkomend om te gaan met alle mensen, ook met niet-moslims.