Category / categorie ; video
Jesus speaks to a muslim woman / Jezus spreekt met een moslima
preview en aankoop boek “De Openbaring “:
http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget
.
.
.
Koolhydraten (zetmeel en suikers) zijn vooral van belang als energiebron. Ze leveren de energie die nodig is voor alle lichaamsprocessen en dienen als brandstof voor de hersenen.
Een gram koolhydraten levert 4 kcal (17 kJ). In een uitgebalanceerde voeding leveren koolhydraten minstens veertig procent van de hoeveelheid energie die een mens dagelijks nodig heeft.
.
.
.
Er worden drie soorten onderscheiden:
Monosacchariden, zoals glucose (druivensuiker) en fructose (vruchtensuiker). Bestaan uit één molecuul.
Disacchariden, zoals sucrose/sacharose (suiker), lactose (melksuiker) en maltose (moutsuiker). Samengesteld uit twee monosaccharide moleculen: respectievelijk glucose en fructose, glucose en galactose en glucose en glucose.
Polysacchariden, zoals zetmeel en glycogeen. Samengesteld uit meerdere monosaccharide-moleculen (meestal glucose).
Mono- en disachariden worden ook wel aangeduid als ‘eenvoudige’ koolhydraten, terwijl polysachariden ook wel complexe koolhydraten worden genoemd.
.
.
.
Koolhydraten in de vorm van zetmeel komen voor in brood, aardappelen, rijst, pasta en peulvruchten (bruine en witte bonen). Vruchten en vruchtensap bevatten eenvoudige koolhydraten als vruchtensuiker en druivensuiker. In melk en yoghurt zit melksuiker. In snoep, koek, gebak, frisdrank en dergelijke zit suiker (sucrose). Veel voedingsmiddelen bevatten een mengsel van complexe en eenvoudige koolhydraten.
.
.
.
Koolhydraten moeten minstens 55% van de totale energiebehoefte uitmaken. Het is aanbevolen de inname van toegevoegde suikers te beperken zowel voor kinderen, tieners en volwassenen. Koolhydraten kunnen slechts beperkt in het lichaam worden opgeslagen. Er kan een kleine voorraad aangelegd worden in de vorm van glycogeen, met name in de spieren. Een tekort aan koolhydraten zal niet vaak voorkomen.
Alleen bij een speciaal dieet of in andere bijzondere situaties kan een tekort ontstaan. In dat geval zal het lichaam een andere energiebron aanboren en daaruit koolhydraten aanmaken. Een tekort aan koolhydraten leidt tot een slechte adem, vermoeidheidsverschijnselen en concentratiestoornissen. Op den duur leidt een tekort aan koolhydraten tot afbraak van spierweefsel.
.
.
.
De aanbevolen voedingsopname dekt de behoeften van bijna alle leden van de groep (> 97,5 %). In tegenstelling tot wat dikwijls is verondersteld, is de aanbevolen voedingsopname geen minimum wenselijk niveau van opname, maar een waarde hoger dan de individuele behoefte voor het grootste deel van de bevolking. De procentuele verdeling van de energie uit koolhydraten, lipiden en eiwitten dient vanaf de leeftijd van twee jaar de energieverdeling bij volwassenen progressief te benaderen en zich dus te verhouden als respectievelijk: 55 à 75%; maximaal 30%; ongeveer 10%.
Koolhydraten en vetten zijn belangrijk voor het energiemetabolisme, maar essentiële vetzuren en voedingsvezels spelen daarenboven een meer specifieke nutritionele rol, waar in dit hoofdstuk dieper wordt op ingegaan. Gezien ook water onlosmakelijk verbonden is met het energiemetabolisme, zijn tevens aanbevelingen opgenomen die toelaten de waterbalans in evenwicht te houden.
.
.
.
Voedingsvezel is de verzamelnaam voor een aantal stoffen die zich in de celwand van planten bevinden. Ze geven stevigheid en vorm aan de plant en zijn voor mensen niet te verteren. Het zijn onverteerbare stoffen, die ervoor zorgen dat de darmen goed hun werk kunnen doen. Belangrijke bronnen zijn brood, aardappelen en groente en fruit. Een tekort aan voedingsvezels veroorzaakt darmproblemen, zoals een te trage stoelgang, obstipatie en aambeien of divertikels (uitstulpingen van de dikkedarmwand).
Vezelrijke voeding is ook belangrijk om overgewicht te voorkomen, omdat voedingsvezels een verzadigd gevoel geven én nauwelijks calorieën leveren. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat voedingvezels het risico op darmkanker verkleinen. Het is aan te raden terughoudend te zijn met voedingsvezelpreparaten: gebruik deze alleen in overleg met arts of diëtist.
•Totale voedingsvezel:
ondergrens: 15 g/1000 kcal/dag
bovengrens: 22 g/1000 kcal/dag
•Niet-zetmeel polymere koolhydraten
ondergrens: 9 g/1000 kcal/dag
bovengrens: 13 g/1000 kcal/dag
De wetenschappelijke gegevens voor volwassenen kunnen niet zomaar op jongere leeftijdsgroepen overgebracht worden, al lijkt het erop dat de behoefte, zowel van kinderen als van volwassenen, varieert in functie van het lichaamsgewicht en dat bijgevolg de vezelopname hoger zou moeten liggen dan wat actueel het geval is.
Aangezien kinderen en met name zeer jonge kinderen zeer snel groeien, mag een hoge vezelopname niet ten koste gaan van de opname van energierijke levensmiddelen.
.
.
.
.
.
.
.
Labradoriet is meestal geel en blauw op een grijze achtergrond, maar kan ook oranje, rood of groen opglanzen. Het kleurenspel wordt veroorzaakt door talrijke plaatvormige insluitsels, die het licht breken. Dit wordt ‘labradoriseren’ genoemd. Finland levert een labradoriet variant met een vurig bont kleurenspel. Deze variant heet spectroliet.
Bij verwering levert labradoriet vruchtbare klei op. Deze vruchtbaarheid komt terug in de helende effecten van de steen. Zowel letterlijk – labradoriet helpt tegen onvruchtbaarheid – als figuurlijk – labradoriet maakt creatief en stimuleert de fantasie. Nauw verwant met de labradoriet is de zonnesteen, die in bruin moedergesteente rode en gele tinten vertoont. Nauw verwant is ook de maansteen, die in wit moedergesteente blauwige tinten vertoont.
Door veelkleurig labradoriet bij je te dragen, worden de ontbrekende kleuren in je aura aangevuld. Labradoriet sluit de aura en de zonnevlecht af voor negatieve stemmingen en gedachten van anderen.
Mensen die hypersensitief zijn, hebben baat bij het dragen van een labradoriet in de zak of als sieraad wanneer ze ergens naartoe gaan waar veel mensen zijn. De steen is geliefd als materiaal voor gevelbekleding, vensterbanken, tafels, siervoorwerpen en sieraden.
.
De naam labradoriet is een vernoeming naar een van de eerste vindplaatsen: het Canadese schiereiland Labrador. De naam spectroliet is ontleend aan het woord spectrum, een verwijzing naar de veelkleurigheid van deze variant.
Labradoriet is in 1770 in Canada ontdekt, maar het was waarschijnlijk al bekend in de Romeinse tijd. Zo beschrijft de Romeinse historicus Plinius (23-79 n. Chr.) in zijn geschriften een edelsteen die zeer sterk doet denken aan de labradoriet. De naam van de steen noemt hij echter niet. Spectroliet is pas in de twintigste eeuw in Finland ontdekt. Van labradoriet en spectroliet is geen heelkundige overlevering bekend. In de twintigste eeuw kwam onder de naam galaxyiet of sterrensteen een amfiboolhoudend gesteente met labradoriet-insluitsels in de handel, afkomstig uit Quebec (Canada).
* Labradoriet maakt rustig en geconcentreerd, helpt je in stressvolle omgevingen het hoofd koel en helder te houden.
* Rode labradoriet werkt op het basischakra, zet je met beide voeten op de grond, maakt actief en doelbewust.
* Oranje labradoriet werkt op het heiligbeenchakra, helpt emoties te verwerken, geeft gevoelens de ruimte, maakt vrolijk, helpt bij het verwerken van verdriet.
* Gele labradoriet werkt op het zonnevlechtchakra, geeft licht en warmte, leert je voor jezelf opkomen, beschermt je tegen negatieve invloeden van buitenaf.
* Groene labradoriet geeft gevoel voor rechtvaardigheid.
* Blauwe labradoriet maakt communicatief vaardig, creatief en flexibel, en geeft inzicht en overzicht.
* Violette labradoriet werkt op het kruinchakra. Het is een goede meditatiesteen en stimuleert de groei van intuïtie en spiritualiteit.
.
.
Het kleurenspel van de labradoriet wordt veroorzaakt door een interne lamellenstructuur, vaak in combinatie met kleine spiegelende insluitsels van rutiel en magnetiet. De soorten en hoeveelheden insluitsels en sporenelemen-ten verschillen naar vindplaats. De steen hoort zowel tot de veldspaatfamilie als de mineraalklasse der silicaten. Het bevat 30-50% albiet (natronveldspaat) en 50-70% anorthiet (kalkveldspaat). Hoe meer albiet de steen bevat, hoe transparanter hij wordt.
.
Samenstelling: NaCa[AlSi3O8 / AlSi2O8] + Ba, Fe, K, Mn, P, Sr, Ti + (Cu, Ga, Nb, Ni, Pb, Zn, Zr).
Hardheid: 6 – 6,5 bros
Transparantie: doorzichtig, doorschijnend, ondoorzichtig
Breuk: ruw, schelpvormig, splinterig
Splijtbaarheid: volkomen
Dichtheid: 2,69 – 2,72
Kristalstelsel: triklien
.
Goed te herkennen aan
– de bolvormige bloeiwijze met witachtig, geelgroene hoofdjes en
– de puntige lichtgroene schutbladeren
Japans hoefblad is een overblijvende, woekerende plant, die groeit op vochtige tot natte, voedselrijke grond aan waterkanten. Oorspronkelijk is ze afkomstig uit Korea, China en Japan. In de eerste helft van de 19de eeuw is de plant naar Nederland gehaald en aangeplant in de grote tuinen van kastelen en op landgoederen. Ze behoort tot het bijgoed van de stinsenflora.
Japans hoefblad bloeit in maart en april. De bolvormige bloeiwijze is een tros die bestaat uit gesteelde, witachtig, geelgroene hoofdjes. Eerst is de bloeiwijze zeer compact en wordt ze omringd door de lichtgroene schutbladen. Later groeien de hoofdjes wat uit en wordt de bloeiwijze losser.
De schutbladen zijn duidelijk groter dan de bloeiwijze, in tegenstelling tot de schutbladen van wit hoefblad, die kleiner zijn dan de bloeiwijze. Net als bij groot en klein hoefblad verschijnen de groene wortelbladeren na de bloeiwijzen en ontwikkelen zich na de bloei pas tot hun volle omvang.
Ze hebben een hartvormige bladschijf en kunnen tot meer dan 1 meter breed worden en 1,5 meter hoog. Als het ’s zomers warm, droog en zonnig weer is, liggen de bladeren slap op de grond en richtten ze zich ’s nachts weer op.
.
In Nederland en België komen 4 soorten hoefblad voor, die alle vier goed uit elkaar te houden zijn, zeker als je ze gezien hebt. Klein hoefblad is laag en heeft gele bloemen. Groot hoefblad heeft een kegelvormige, bleekroze bloeiwijze.
Japans en wit hoefblad lijken het meest op elkaar. Ze zijn het makkelijkst van elkaar te onderscheiden aan de hand van de schutbladen aan de bloeistengel; bij Japans hoefblad zijn die bladen duidelijk langer dan de bloeiwijze, bij wit hoefblad zijn ze korter.
preview en aankoop boek “De Openbaring “:
http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget
.
.
.
.
Satan is één van de belangrijkste engelen in de hemel die in opstand kwam tegen God en uit de hemel verwijderd werd. Het karakter van satan is beschreven a.d.h. van het woordgebruik in het Hebreeuws en het Grieks. Hieruit wordt geleerd dat satan een kwaadspreker, een roddelaar en een tegenstander van God is.
.
.
De tegenstander van God werkt vanuit de duisternis en kan God die het licht is niet verdragen. Hij zal God dan ook op alle mogelijke manieren tegenwerken. Zijn actieterrein is de aarde en in het bijzonder de mensen die willen leven in gehoorzaamheid aan God. Gods tegenstander zal op alle mogelijk manieren proberen deze mensen van God af te houden.
Elke discipel van Jezus, iedereen die op Jezus vertrouwt, in elk facet van het leven, zal de tegenstander op zijn weg tegenkomen. Paulus schrijft:
Allen, die in Christus Jezus godvruchtig willen leven, zullen vervolgd worden. (2 Timotheüs 3:12)
‘Zullen vervolgd worden’ is de vertaling van het Griekse woord ‘dioko’. Enkele andere vertalingen zijn:
.
Jezus zei tegen de satan, de tegenstander:
Ga weg, achter Mij, satan; gij zijt Mij een aanstoot, want gij zijt niet bedacht op (gij hebt geen begrip van) de dingen van God (dat wat van God is), maar op die van de mensen. (Mattheüs 16:23)
In het Grieks wordt ‘skandalon’ vertaald als aanstoot of
Gods tegenstander probeert in te spelen op menselijke verlangens, om iemand op die manier in de val te lokken en zo van God weg te houden.
.
.De apostel Petrus schrijft:
Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden.
(1 Petrus 5:8)
De duivel gaat in de wereld rond als een brullende leeuw. Hij kan niet zomaar iedereen verslinden. Hij moet zijn prooi zoeken en vindt dat in mensen die hij kan intimideren en bang maken, zodat ze een gemakkelijke prooi worden. Iemand die verstart van angst door het brullen van de leeuw, wordt snel overmeesterd.
Zoals de leeuw zal hij proberen een dier te isoleren door middel van angst, in de hoop dat het de verkeerde kant op vlucht. Daarna zal hij er net zo lang achteraan jagen, totdat zijn prooi moe wordt en verslapt, zodat hij die kan bespringen.
.
.
666 en de antichrist
Pasteltekening van John Astria
.
.
.Jezus zei over hem:
Die was een mensenmoordenaar van in het begin en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen. (Johannes 8:44)
In deze uitspraak geeft Jezus aan, dat de tegenstander een mensenmoordenaar is, omdat hij zich tot doel stelt, te voorkomen dat zijn prooi in de eeuwigheid bij God zou zijn. Zijn middel is de leugen. Een voorbeeld is de eerste leugen die uitgesproken werd in het paradijs, door de slang (die ook genoemd wordt de duivel en de satan – Openbaringen 12:9 / 20:2) toen hij zei:
God heeft zeker wel gezegd: Gij zult van geen enkele boom in de hof eten.
(vrij vertaald naar Genesis 3:1)
God had gezegd dat Adam en Eva van alle bomen in de hof mochten eten, uitgenomen één, waar ze niet van mochten eten (Genesis 2:16-17). De tegenstander, draait de waarheid om, zodat Eva onzeker wordt, gaat twijfelen over wie God is en wat Hij gezegd heeft. Daardoor maakt ze de verkeerde keuze.
.
De Psalmist schrijft:
Red mij van mijn vijanden, Here, tot U vlucht ik. (Psalmen 143:9)
.
Daarover schrijft de apostel Jacobus:
Onderwerpt u (maakt u ondergeschikt, gehoorzaamt) dus aan God, maar biedt weerstand aan (stelt u op tegenover) de duivel, en hij zal van u vlieden (wegvluchten). (Jakobus 4:7)
Wie zich onderwerpt aan God, wie Jezus gehoorzaamt en wandelt in het Licht, heeft niets te vrezen van deze brullende leeuw, die leeft in de duisternis en het Licht haat:
.
.
.
Mattheüs 4: 1 – 10
1 Daarna stuurde de Heilige Geest Jezus naar de woestijn. Daar moest Jezus door de duivel op de proef worden gesteld. 2 Hij bleef 40 dagen in de woestijn. Al die tijd at Jezus niets. Tenslotte kreeg Hij honger.
3 Toen kwam de duivel. Hij zei tegen Hem: “Als U Gods Zoon bent, zeg dan tegen deze stenen dat ze in broden moeten veranderen.” 4 Maar Jezus antwoordde: “In de Boeken staat:
‘Je kan niet alleen van brood leven. Alles wat God zegt, heb je óók nodig om te leven.’ “
5 Toen nam de duivel Hem mee naar Jeruzalem. Daar zette hij Hem op de rand van het dak van de tempel. 6 En hij zei tegen Jezus: “Als U Gods Zoon bent, spring dan naar beneden. Er staat toch in de Boeken: ‘God zal zijn engelen de opdracht geven dat ze U op hun handen moeten dragen. Dan zult U uw voeten niet aan een steen stoten.’ ” 7 Jezus antwoordde: “Maar er staat ook in de Boeken:
‘Je mag je Heer God niet uitdagen.’ “
8 Daarna nam de duivel Jezus mee naar een hoge berg. Vanaf die berg liet hij Jezus alle koninkrijken van de wereld zien, met al hun macht en rijkdom. 9 En hij zei tegen Jezus: “Dat geef ik allemaal aan U, als U voor mij neerknielt en mij aanbidt!” 10 Toen zei Jezus:
“Ga weg, duivel! Er staat toch ook in de Boeken: ‘Aanbid je Heer God en dien alleen Hém.’ “
11 Toen liet de duivel Hem met rust. En er kwamen engelen om Hem te dienen.
.
.
.
De satan zelf doet zich voor als een engel van het licht. (2 Corinthiërs 11:14)
Geliefden, vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn in de wereld uitgegaan. (1 Johannes 4:1)
Doordat zij de rechte weg verlaten hebben, zijn zij verdwaald (2 Petrus 2:15)
Het is dus noodzakelijk om alles te toetsen aan Het Woord, de Bijbel en aan Jezus, Het Levende Woord om zo het goede te behouden.
Zalig is de man (de mens), die in verzoeking (ook: beproeving / inwendige verleiding tot zondigen) volhardt, want, wanneer hij de proef heeft doorstaan, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben. (Jakobus 1:12)
.
.
.
.
.
.