Categorie: mode en kledij
.
Christian Dior-2010-pre fall




















.
Peen olie (Daucus carota ssp sativus)
synoniem: Wortelzaad olie
– aroma: warm, zoetig, kruidig, aards
– kleur: geel tot amberkleurig
– consistentie: dun
– extractie: stoomdistillatie
Peen olie is verwarmend: gebruik daarom bij onderstaande klachten alleen als deze gepaard gaan met gevoelens van gebrek aan energie, vermoeidheid en een lusteloos gevoel
in aromatherapie vervult Peen olie een ondersteunende rol in de volgende situaties:
geest en zenuwstelsel
gebruik bij bij twijfel, verwarring en afhankelijkheid van wat anderen zeggen en doen:
– geeft inzicht, onderscheidingsvermogen en de kracht om voor je eigen mening te staan
– uitstekende olie voor iemand die oversensitief is en zich gauw gekwetst voelt
huid
peen olie wordt vooral gebruikt om haar huidverzorgende eigenschappen, met name voor de droge, oudere en gerimpelde huid
– verslapte en gerimpelde huid
– doorleefde of gelooide huid
– verharde huid
– door teveel zon beschadigde huid (biedt ook bescherming tegen zonnebrand)
– huidirritaties, acne, eczeem en psoriasis
– littekens
lever
– helpt bij de verwijdering van gifstoffen uit de lever, afkomstig van dieet, chemische stoffen, enz.
– huidproblemen als gevolg van gifstoffen in de lever
(peen olie wordt ook wel gebruikt bij geelzucht, hepatitis en hoog cholesterol)
urinewegen
– overtollig lichaamsvocht: bij gebrek aan urineren met vochtophoping (edema) in het onderlichaam (enkels en benen)
– urinezuur (vaak met jicht)
gynaecologisch systeem
– menstruatie problemen met pijn en krampen voor of tijdens de periode en de gemoedswisselingen die daarmee gepaard kunnen gaan
spijsverteringssysteem
– zwakke spijsvertering met gebrek aan eetlust en vermoeidheid, een vol gevoel na de maaltijd en diarree
– bloedarmoede met een bleke gelaatskleur, bleke en gemakkelijk breekbare nagels, vermoeidheid en door dromen verstoorde slaap; eventueel ook een zwakke hartslag, lage bloeddruk, aanvallen van duizeligheid en weinig bloed tijdens de periode
(als het spijsverteringssysteem zwak is, kan het voedsel niet adequaat worden verteerd met als een van de mogelijke gevolgen dat er niet genoeg materiaal – en energie – is voor de aanmaak van rode bloedlichaampjes)
spieren en gewrichten
– artritis en reumatiek
worm infecties
– peen olie wordt ook gebruikt voor het afdrijven van maden en wormen
– verdamper
– huid: maximaal 10 druppels per theelepel basis olie (verhoudingsgewijs is dit 10% van de olie)
– bad: 10 druppels, vermengd met een emulgator (bv. badolie of bad douche)
– huid: kan in sommige gevallen bij te hoge dosering een allergische huidreactie veroorzaken
– niet gebruiken bij hoge bloeddruk
– vermijd tijdens zwangerschap
– niet gebruiken bij jonge kinderen
– wordt ook wel beschouwd als een aphrodisiac (het is alom bekend dat konijnen veel wortels eten, en konijnen maken veel kleine konijntjes, dus …)
– goed te combineren met aromatische olie van oa. cederhout, cipres, jeneverbes, geranium, helichrysum, jasmijn, juniper, lavendel, melisse, niaouli, neroli, patchouli, petitgrain, rozemarijn, sandelhout, venkel, vetivert, ylang-ylang en citrus oliën
.
.
.
.
.
– Ingevroren groenten worden best direct gekookt, zonder ze eerst te laten ontdooien.
– Diepgevroren vlees of vis moet worden ontdooid in de koelkast of de microgolfoven. Buiten de koelkast bij kamertemperatuur vindt een razendsnelle ontwikkeling van micro-organismen plaats en dat verhoogt het risico op een voedselvergiftiging.
– Een praktisch nadeel van het ontdooien in de koelkast is dat het langzaam gaat. Leg het vlees of de vis daarom al de avond voor het wordt bereid vanuit de diepvriezer in de koelkast.
– Wanneer het product wordt ontdooid in de magnetron moet het meteen daarna ook worden bereid.
– Bij het ontdooien van vlees of vis komt er vocht of drip vrij. Hoe trager het ontdooiproces, hoe meer vocht het voedsel verliest. Vochtverlies betekent ook verlies aan voedingsstoffen, smaak en kwaliteit.
– Leg bevroren vlees of vis altijd op een bord of in een bakje om te voorkomen dat de drip in de koelkast of de magnetron lekt en zo mogelijk andere voedingsmiddelen besmet. Dek het geheel af zodat het vlees zelf ook niet kan worden besmet vanuit de omgeving.
– Spoel na het ontdooien de drip van het bord af met heet water en spoel ook de gootsteen na.
– In de huishoudkeuken is alleen door en door verhitten (tot 75°C in de kern) effectief om bederfbevorderende micro-organismen en enzymen uit te schakelen en te inactiveren.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
De eerste verschijning vond plaats op 18 juni 1961. De Heilige Aartsengel Michaël verscheen aan de vier meisjes gedurende een periode van enkele dagen, om hen voor te bereiden op de komst van Onze Lieve Vrouw. Ze zou verschijnen op zondagmiddag 2 juli 1961.
.
2 juli 1961 werd een dag van grote vreugde in Garabandal. De aartsengel had aan de kinderen aangekondigd dat de Gezegende Maagd hen zou gaan verschijnen als Onze Lieve Vrouw van de Berg Carmel. De meisjes, vervuld van vreugde, riepen eensgezind uit, “ Laat haar snel komen!”.
.
Op 22 juni schreef Conchita in haar dagboek dat de engel haar had verteld, nadat hij haar de Communie had gegeven:
“Ik ga een Wonder doen. Niet ik, maar God, door mijn tussenkomst en die van jou. Wat zal gebeuren is het volgende: Op het moment dat ik je de H. Communie geef, zal de Heilige Hostie op je tong zichtbaar worden.”
Dit verraste Conchita, omdat ze dacht dat iedereen de Heilige Hostie zag telkens wanneer ze deze van de engel ontving.
Een week later hoorde ze een stem welke haar zei dat het Wonder, ofwel het Kleine Wonder, zoals ze het noemde, zou plaatsvinden op 18 juli. Het Wonder vond precies plaats zoals de engel het had voorzegd. Vanaf 2 juli verspreidde zich het nieuws over het ‘Kleine Wonder’ in het dorp en in de omringende regio’s .
In de vroege morgen van 19 juli ging Conchita in extase terwijl ze nog thuis was. Net als in voorgaande extase vroeg de engel haar de schuldbelijdenis te bidden en te overwegen wie ze zou gaan ontvangen. Conchita verliet haar kamer en ging de trap af, met haar handen samengevouwen in gebed, haar hoofd iets achterover gebogen en haar mond lichtjes open. Aan de voorzijde van het huis van haar vriendin Olguita viel ze op haar knieën, en het wonder van de zichtbare H.Communie vond plaats.
Pepe Díez, die op dat moment aanwezig was, verklaarde dat hij de witte Hostie plotseling en op onverklaarbare wijze zag verschijnen op de tong van het meisje, alhoewel ze noch haar mond, noch haar tong bewoog. Hij zei dat de Hostie leek te rijzen. Een andere ooggetuige verklaarde dat de Hostie dezelfde afmeting had als de normale Hosties die voor de H.Mis gebruikt worden. Geschat wordt dat het fenomeen ongeveer tussen 45 en 50 seconden duurde.
.
.
.
.
.
13 november 1965, was de laatste dag waarop Conchita een verschijning had in Garabandal. In de laatste verschijning sprak de Heilige Maagd niet alleen tot Conchita, maar tot de gehele mensheid.
“Conchita, ik kom niet voor jou alleen, maar voor al mijn kinderen.”
Zij is de Moeder van allen en Ze wil ons naar haar Zoon Jezus brengen. Ze benadrukt het belang om het Heilig Sacrament vaak te bezoeken en vraagt aan Conchita:
“Waarom bezoek je mijn Zoon niet vaker in het Heilig Sacrament? Waarom laat je je leiden door onverschilligheid en luiheid en waarom ga je Hem niet bezoeken? Hij wacht op je, dag en nacht”
.
.
.
.
.
.
.
In het jaar 1961 woonden er ongeveer 300 mensen aan de voet van de berg, in ongeveer 80 stenen huizen. Er was geen stromend water in het dorp en de enige warmtebron was een houtkachel in de keuken. Ze hadden elektriciteit voor slechts een paar uur per avond. Hedendaagse comfort, zoals auto’s en televisie, bestonden niet in Garabandal. De mensen leefden van veeteelt, soms werkten ze in de weilanden op de top van de berg.
.
.
.
Het was het meest religieuze dorp van het gebied. Elke middag ging een vrouw met een bel door het dorp om de dorpelingen op te roepen om te bidden voor de overleden gelovigen. Elke avond kwamen de mensen bijeen in de kleine kerk om de rozenkrans te bidden. In de weekeinden ging de pastoor van Cosío, Vader Valentín Marichalar, te paard naar Garabandal om er de H. Mis te vieren en om biecht te horen.
.
.
.
De vier jonge door God uitverkoren meisjes woonden in dit eenvoudige dorp. Het zijn:
Hoewel drie van de meisjes dezelfde achternaam hebben, is geen van hen nauw verwant.
.
.
.
.
.
.
Daar mijn Boodschap van 18 oktober niet is nagekomen en nog niet bekend is gemaakt aan de wereld, zeg ik u dat dit mijn laatste boodschap is. Eerder vulde de beker zich. Nu loopt hij over. Vele kardinalen, bisschoppen en priesters volgen de weg naar de ondergang en nemen vele zielen met zich mee.
Minder en minder aandacht wordt gegeven aan de Eucharistie. U moet de toorn van God van uzelf afwenden door uw inspanningen. Als gij Hem vergiffenis vraagt, met oprechte harten, dan zal Hij u vergeven. Ik, uw Moeder, vraag u, door de bemiddeling van de Heilige Michaël, om uw levens te beteren.
U ontvangt nu de laatste waarschuwingen. Ik houd veel van u en ik wil uw veroordeling niet. Bid tot ons in oprechtheid en wij zullen uw verzoeken inwilligen. U zou meer offers moeten brengen. Mediteer over het Lijden van Jezus.
.
.
.
.
Wat zal het zijn?
.
In de maand oktober van 1961 beloofde Onze Lieve Vrouw, eerst aan Conchita en later aan de rest van de meisjes, een Groot Wonder. Conchita zegt dat het zal plaatsvinden op een donderdag om 20:30 uur en het zal 15 minuten duren; echter, er zal een zichtbaar teken blijven bij de dennenbomen tot aan het einde der tijden. Het Wonder zal samenvallen met een belangrijke kerkelijke gebeurtenis. De aanwezige zieken zullen genezen worden, zondaars zullen zich bekeren en niet-gelovigen zullen geloven. Conchita kent de datum van het Wonder en zal het acht dagen van tevoren aankondigen.
.
.
.
Pasteltekening van John Astria
.
.
.
.
.
.
De Openbaring is het laatste boek van het Nieuwe Testament en de Bijbel. Het werd geschreven door de apostel Johannes op het eiland Patmos, een eiland in de Egeïsche Zee vlakbij Turkije. Het boek is gedateerd in 96 NC, alhoewel er ook argumenten zijn voor een vroegere datum. Omdat de teksten in het Grieks geschreven zijn, noemt men het boek ook de Apocalyps.
Hedendaags gebruikt men dit woord wanneer men de klemtoon wil leggen op een grote ramp. Het is een profetisch boek en bevat 22 hoofdstukken. God openbaart Johannes via een visioen geheimen over de eindtijden, gebeurtenissen die de mens zijn verstand te boven gaan.
Dit zijn citaten uit de Bijbel waarin God de mens aanmaant kennis in zich op te nemen over zichzelf en Jezus Christus. Wie God zoekt zal hem vinden. Het is aan de mens om de eerste stap te zetten. Wanneer we God om inzichten vragen zal de Heilige Geest ons geestelijk denken verlichten. Het onbegrijpelijke wordt plots of op het gepaste moment verstaanbaar.
In het eerste en het laatste hoofdstuk van de Openbaring zegt Christus tot twee maal toe dat het lezen ervan een zegening geeft. Het woord van God, de Bijbel, is meer dan de traditionele preken en parabels die we al jaren kennen.
Kennis opnemen van God is niet alleen bestemd voor theologen, maar voor iedereen. Door die opname van kennis krijgen we inzichten in het verleden en heden waardoor we met een gerust hart en vertrouwen de toekomst tegemoet kunnen gaan.
-zijn doel met deze wereld
-de toekomst van Israël en de wereld
-het mysterie van het goede en het kwade
-de bestraffing van het goede en de bestraffing van het kwade
-de toekomstige natuurrampen en oorlogen
-de wederkomst van de Messias
-de dag des oordeel
-het uitzicht in de hemel en zijn troon
-de nieuwe hemel en de nieuwe aarde
De Openbaring is moeilijk te begrijpen door de vele mystieke symbolen in de teksten en de verwijzingen naar het Oude Testament. De geschiedenis van Israël is een leidraad doorheen de 22 hoofdstukken. Jeruzalem wordt het centrum van Goddelijke theocratie voor gans de wereld.
In zijn afscheidsrede zei Profeet Mohamed:
«Jullie levens en bezittingen zijn voor elkaar verboden tot jullie bij de Heer komen op de Dag van de Wederopstanding.»
De Koran stelt:
« “… dat jullie niemand mogen doden – wat God verboden heeft – behalve volgens het recht… » (Koran 6:151)
en
« “… dat wie iemand doodt anders dan voor doodslag en verderf zaaien op de aarde, het is alsof hij de mensheid gezamenlijk heeft gedood en dat wie iemand laat leven, het is alsof hij de hele mensheid gezamenlijk heeft laten leven » (Koran 5:32).
.
Dit slaat op de gedeelten “dat jullie niemand mogen doden, wat God verboden heeft” en “wie iemand anders doodt, …, het is alsof hij de mensheid gezamenlijk heeft gedood”.
Een mensenleven is heilig en onschendbaar, zonder onderscheid van ras, geloof, afkomst, nationaliteit, of wat dan ook. De islam kent dit recht niet alleen aan moslims maar ook aan niet-moslims toe.
«”Iemand die een Dhimmi doodt, zal zelfs niet de geur van het Paradijs ruiken.”»
Dit slaat op de gedeelten “behalve volgens het recht” en “anders dan voor doodslag en verderf zaaien op aarde” .
Er is niets vreemd aan dergelijke bepalingen, ook de Belgische wet omschrijft een aantal omstandigheden waarin doden niet bestraft wordt, zoals bij wettige zelfverdediging en in de krijgswet. In de islam is dat niet anders. Zonder deze bepalingen zou een moslim die oog in oog staat met een moordenaar zich niet mogen verweren, zou een soldaat op een slagveld zich niet mogen verweren.
Het is juist middels dergelijke bepalingen dat de Koran er op toe ziet dat het recht op leven gerespecteerd wordt en dat mensen het recht niet in eigen handen kunnen nemen om willekeurig, wetteloos, anderen te doden. Want dat is moord en wordt uiteraard wel bestraft.
Hoe zwaar de Koran tilt aan het onwettig doden werd duidelijk uit het hoger geciteerd vers 5:32 waarin het onwettig doden van een mens gelijkgesteld wordt aan het uitroeien van de hele mensheid. Vers 5:32 preciseert met name wat onwettig doden inhoudt: “doodslag en verderf zaaien op de aarde”. Met dit laatste wordt onder meer terrorisme bedoeld. Dergelijke verzen maken het dus mogelijk diegenen die verderf zaaien en onschuldige mensen doden, met de doodstraf te bedenken.
Dezelfde logica wordt toegepast in de islamitische dierenrechten: het leven van dieren wordt als heilig omschreven. De algemene regel is dat dieren recht op leven hebben en dat hun leven heilig en onschendbaar is. Daarop worden een aantal uitzonderingen op toegestaan, zoals het doden van dieren voor voedsel om de nood aan voedsel te lenigen.
In die wettige omstandigheden mag het dier niet gedood worden alvorens de woorden “in de naam van God, de Erbarmer, de Barmhartige” uit te spreken, waarmee de mens nogmaals in herinnering gebracht wordt dat het onwettig doden een zwaar vergrijp is. Het niet-wettig doden van een dier wordt immers gerekend tot de hoofdzonden. Als het leven van een dier al zo sterk beschermd wordt, hoe sterk wordt dan niet het leven van mensen beschermd.
Om de houding van de Koran tegenover moord te onderzoeken, gaan we terug naar het allereerste beschreven geval van geweldpleging door een mens op een mens: het relaas van Kaïn (Qabil) en Abel (Habil). De Koranische passage gaat als volgt:
« En lees hun de mededeling over de twee zonen van Adam naar waarheid voor. Toen zij een offer brachten en het van een van beiden werd aangenomen. En het werd van de ander niet aangenomen. Die zei: “Ik sla jou dood!”. Hij zei: “God neemt slechts de godvrezenden aan. Ook al strek jij je hand naar mij uit om mij te doden, ik zal mijn hand niet naar jou uitstrekken om jou te doden. Ik vrees God, de Heer van de wereldbewoners. Ik wens dat jij de zonde aan mij en jouw zonde over je brengt en dan tot de bewoners van het vuur zult behoren. Dat is de vergelding voor de onrechtplegers.” Toen zette hij zich ertoe aan om zijn broer te doden en hij doodde hem en zo ging hij tot de verliezers behoren. God zond toen een raaf die in de aarde scharrelde om hem te tonen hoe hij het lijk van zijn broer kon bedekken. Hij zei: “Wee mij! Ben ik niet in staat om zoals deze raaf te zijn en het lijk van mijn broer te bedekken?” Zo ging hij behoren tot hen die wroeging hebben.”» (Koran 5:27-31)
In dit relaas valt een merkwaardig verschil met het Bijbelse passage vast te stellen, met name dat Abel die door zijn broer Kaïn met de dood bedreigd wordt, zegt:
«Ook al strek jij je hand naar mij uit om mij te doden, ik zal mijn hand niet naar jou uitstrekken om jou te doden. Ik vrees God, de Heer van de wereldbewoners. Ik wens dat jij de zonde aan mij en jouw zonde over je brengt en dan tot de bewoners van het vuur zult behoren.» (Koran 5:28)
Wat wordt hier bedoeld? Kaïn zal door het vermoorden van zijn broer naar de hel gaan. Door geen weerstand te bieden tegen zijn belager, worden de zonden van Abel door Kaïn meegenomen naar de hel, en is Abel verlost van zijn zonden. Zijn pacifistische houding wordt met andere woorden beloond met een volledige kwijtschelding van al zijn zonden.
Volgens de liberale strekking van de islam, kan men moeilijk een krachtiger pleidooi bedenken voor geweldloosheid en dus pacifisme. Pacifisme wordt in de Koran zeer krachtig beloond met vergeving van alle zonden en dus met een plaats in het paradijs.
Merk verder ook op hoe God hier een raaf stuurt om aan de mens te leren wat hij met een lijk moet doen. Mensen worden in de Koran niet opgevoerd als superieur aan de dieren, maar als soort tussen de soorten. In dit vers is een dier zelfs de leermeester van de mens.
Niettegenstaande de pacifistische reactie beloond wordt, hecht de Koran ook ontzettend veel belang aan rechtvaardigheid en aan het beschermen van de rechtvaardige, tolerante maatschappij. Om die maatschappij te beschermen, is het in sommige nauwkeurig bepaalde omstandigheden toegestaan dat men naar de wapens grijpt. Ook daar is niets uitzonderlijk aan.
Uiteraard kunnen individuele moslims of groepen of organisaties extremisten, net als in seculiere landen, niet over oorlog en vrede beslissen. In principe is het zo dat een beslissing om een oorlog te verklaren, alleen kan genomen worden door de leider (i.c. kalief) van een eengemaakte ummah (wereldwijde gemeenschap van alle moslims) die vandaag de dag niet eens bestaat.
In afwezigheid daarvan, zou een oorlog in principe kunnen verklaard worden bij consensus van representatieve en legitieme leiders die de steun van de grote meerderheid van de ummah genieten, mensen dus die wettelijk als leiders erkend zijn en op een brede basis kunnen rekenen.
Het bovenstaande neemt niet weg dat er soms groepen zijn die geheel onrechtmatig naar de wapens grijpen. Dit kan dan ook als niets anders dan een crimineel feit (i.c. terrorisme) beschouwd worden. Terrorisme is niet uniek voor de islam. Integendeel zelfs, volgens een door Professor Robert Pape uitgevoerde studie, werd het merendeel van de terroristische zelfmoordaanslagen tussen 1980 en 2001 gepleegd door Tamil Tijgers, een marxistisch geïnspireerde seculiere groep die onder hindoes recruteert.
Zij zijn ook de bedenkers van de zelfmoordvest. Zelfmoordterrorisme is niet geloofsgebonden. Volgens Professor Pape heeft het alles te maken met de aspiraties van een groep die zich verzet tegen een buitenlandse aanwezigheid op grondgebied waar de groep zelf recht meent op te hebben. Wanneer die buitenlandse aanwezigheid een andere religie heeft, is de kans groter dat groepen die zich daar tegen verzetten, de religieuze kaart trekken om leden te ronselen.
Ze doen dat op hun eigen vertekende manier, want de koranische leer is zeer duidelijk: terrorisme is een misdaad die krachtig veroordeeld wordt. Dit wordt overigens ook keer op keer herhaald door tal van geleerden.
De tragische vergissing bestaat hierin dat de westerse publieke opinie de criminelen gelijkgesteld heeft aan de meerderheid van de islamitische bevolking. Tragisch, omdat dit precies is wat de terroristen willen. Zij willen een wig drijven tussen het Westen en de moslimwereld. Zij willen ook dat hun kijk op de zaken erkend wordt als enige juiste, wat door de moslimwereld ondubbelzinnig verworpen wordt.
Ook andere vormen van geweld dan terrorisme worden keer op keer weer door moslims en moslimleiders ondubbelzinnig en scherp afgekeurd en verworpen. Een voorbeeld waren de talloze verklaringen waarin moslimleiders het geweld naar aanleiding van de cartoonprotesten veroordeelden.
Vrede is de gewenste toestand, en geweld wordt afgekeurd. Maar zoals gezegd zijn er een paar zeer specifieke situaties waarin een oorlog toch gewettigd kan zijn. Een oorlog wordt in de regel alleen toegestaan om de vrede, en dus om de rechtvaardige, tolerante gemeenschap van de middenweg te beschermen. Dit wil zeggen dat de islam geen offensieve oorlog toestaat.
Enkel wanneer moslims aangevallen of onderdrukt worden, en wanneer alle andere mogelijkheden om de aanval af te slaan zoals het opstarten van vredesonderhandelingen op niets uitdraaien, mag men zich gewapenderwijze verzetten,en dan nog gelden zeer strikte regels. Geweld is steeds de allerlaatste optie.
Volgend vers legt uit wanneer fysische strijd toegestaan is:
«Aan hen die bestreden worden is [de strijd] toegestaan omdat hun onrecht is aangedaan; God heeft de macht hen te helpen, die zonder recht uit hun woningen verdreven zijn, alleen maar omdat zij zeggen: “Onze Heer is God” – en als God de mensen elkaar niet had laten weerhouden dan waren kluizenaarsverblijven, kerken, synagogen en moskeeën waarin Gods naam vaak genoemd wordt zeker verwoest. Maar God zal hen die Hem helpen zeker helpen; God is krachtig en machtig.» (Koran 22:39-40)
Dit vers geeft aan wanneer gewapend verzet mogelijk is:
Gewapende strijd moet daarenboven altijd getemperd worden door het nastreven van vergevingsgezindheid, rechtvaardigheid en zo meer. Dit wordt duidelijk uit een tweede vers dat toelating geeft tot gewapend verzet maar er al onmiddellijk bij zegt dat men niet over de schreef mag gaan:
«En bestrijdt op Gods weg hen die jullie bestrijden, maar overtreedt de grenzen niet, God bemint de overtreders [van de grenzen] niet.» (Koran 2:190)
Diezelfde toon vindt men terug in een vers dat zegt dat men mild moet zijn ten aanzien van de vijand, want op een dag kan hij je vriend worden:
«Misschien dat God tussen jullie en hen die jullie als vijand beschouwen genegenheid zal brengen, God is almachtig, en God is vergevend en barmhartig.» (Koran 60:7)
Het voeren van een oorlog is daarenboven onderworpen aan een hele reeks strikte voorschriften die gebaseerd zijn op de Koran en de Sunnah van Mohamed, alsook op de regels die de eerste Kalief, Abu Bakr, oplegde aan een leger dat hij naar het slagveld stuurde. Abu Bakr legde zijn metgezellen de volgende 10 regels van oorlogsvoering op (Al-Muwatta, Volume 21, Hadith 10) :
Uit andere hadith blijkt dat Abu Bakr ook stelde dat priesters en kloosterlingen met rust gelaten moesten worden, en dat men hun gebedshuizen niet mocht vernielen. Ook burgerconstructies moeten gespaard blijven. Tijdens de oorlog mogen dieren niet gedood worden, tenzij voor voedsel, omdat een oorlog een zaak tussen mensen is en dieren daar niet het slachtoffer mogen van zijn.
Van zodra de tegenpartij in een strijd vrede zoekt, moet men daarin meegaan:
«En als zij geneigd zijn tot vrede, wees daar dan ook toe geneigd en stel je vertrouwen op God.» (Koran 8:61)
Ook wat er moet gebeuren in geval van een overwinning, wordt door de Koran gereguleerd. De eerder aangehaalde regels van godsdienstvrijheid dienen gerespecteerd te worden en er moet rechtvaardig gehandeld worden zodat een vrije, rechtvaardige samenleving ingesteld wordt waarin mensen vrij zijn zich al dan niet bij de Islam aan te sluiten:
«God beveelt jullie in bewaring gegeven goederen aan de rechthebbenden te overhandigen en, wanneer jullie tussen de mensen oordelen, dat jullie rechtvaardig oordelen…» (Koran 4:58)
«Jullie die geloven! Wees standvastig voor God als getuigen van de rechtvaardigheid. En laat de afkeer van bepaalde mensen jullie er niet toe brengen niet rechtvaardig te zijn. Wees rechtvaardig, dat is dichter bij godvrezendheid.” (Koran 5:8) “God gebiedt rechtvaardig te handelen, goed te doen en aan de verwanten giften te geven en Hij verbiedt wat gruwelijk, verwerpelijk en gewelddadig is….» (Koran 16:90)
De Islamitische gemeenschap wordt naar voor geschoven als een modelgemeenschap, een rechtvaardige gemeenschap die extremen schuwt, een gemeenschap van de middenweg. Een oorlog is enkel toegestaan om deze rechtvaardige maatschappij te verdedigen en beschermen.
Het mineraal hoornblende is een calcium- magnesium- ijzer- aluminium inosilicaat met de chemische formule Ca2(Mg,Fe,Al)5(Al,Si)8O22(OH)2. Het is de meest voorkomende van de amfibolen.
Het zwarte, groene of bruin tot groenbruine hoornblende heeft een glas- tot parelglans en een witte streepkleur. Het kristalstelsel is monoklien. De gemiddelde dichtheid is 3,23 en de hardheid is 5 tot 6.
De naam van het mineraal hoornblende komt uit het Duits, en is een samenstelling van het Duitse “Horn”, en het werkwoord voor “verblinden” of “bedriegen”.
Zoals andere amfibolen, komt hoornblende voor in stollings- en metamorfe gesteenten, zoals graniet. Hoorn-blende komt voor in de zandfractie van Nederlandse rivier sedimenten onder andere van de Rijn. In de zware mineraalalalyse wordt het mineraal ingedeeld bij de zogenoemde instabiele groep. Er worden diverse variëteiten onderscheiden.
Hoornblende
|
||
![]() |
||
Mineraal | ||
Chemische formule | Ca2(Mg,Fe,Al)5(Al,Si)8O22(OH)2 | |
Kleur | Zwart, groen of bruin tot groenbruin | |
Streepkleur | Bruin of grijs | |
Hardheid | 5 – 6 | |
Gemiddelde dichtheid | 3,23 kg/dm3 | |
Opaciteit | Opaak | |
collectie van diverse hoornblende mineralen
Goed te herkennen aan
– aan de kleine 5-tallige, lang gesteelde, gele bloemetjes met tussen de kroonbladen uitstekende spitse kelkbladen en
– aan de hoofdjes met vruchtjes, die een haakvormige, roodachtige snavel hebben
Algemeen
Geel nagelkruid of gewoon nagelkruid is een in de Benelux vrij algemeen voorkomende, 30-60 cm hoge kruidachtige plant uit de rozenfamilie(Rosaceae). De soort urbanum is afgeleid van het Latijnse woord voor stad, omdat de soort vroeger vooral in de buurt van steden en dorpen voorkwam.
Ze groeit op half beschaduwde plaatsen met vochtige tot droge grond in loofbossen en onder struikgewas, aan slootkanten, op noordhellingen in de duinen en op braakliggende terreinen.
Bloem
Geel nagelkruid bloeit vanaf mei tot en met juli (september) met kleine gele, 5-tallige, lang gesteelde bloemetjes. De ei-ronde kroonbladen zijn ongeveer even lang als de smalle kelkbladen, die tussen de kroonbladen te zien zijn. Na de bloei worden de kelkbladen terug geslagen.
Per bloemetje worden ongeveer 80 vruchtjes gevormd. De vruchtjes hebben een lange snavel met een weerhaakje, waardoor ze makkelijk in de vacht van dieren of aan de kleding van mensen blijven hangen en zo verspreid worden.
Blad en stengel
De stengels en bladeren zijn behaard. Het stengelblad is samengesteld en bestaat uit drie spitse ruitvormige deelblaadjes en grote, bladachtige steunblaadjes. De wortelbladeren zijn oneven geveerd, bestaan uit 2 tot 4 paar, getande deelblaadjes, die zeer ongelijk van grootte zijn, met kleine tussenblaadjes en een niervormig afgerond, ondiep gelobd topblad.
Toepassingen
Geel nagelkruid wordt al eeuwen als geneeskruid gebruikt en kent vele toepassingen. De wortel bevat een zwak giftige, vluchtige olie, die naar kruidnagels ruikt (vandaar de naam nagelkruid) en die een pijnstillende en antiseptisch werking heeft. In de volksgeneeskunde wordt de olie gebruikt als middel om te gorgelen bij mond- en keelontsteking. In de homeopathie wordt de plant gebruikt bij hevige transpiratie.
Gedroogde wortels en verse, voor de bloei geplukte bladeren van de plant werden vroeger als aftreksel gebruikt tegen maag- en darmstoornissen, diarree, en tegen ontsteking. In de Middeleeuwen werd nagelkruid gebruikt om kruidenwijn uit te brouwen en ook werd het toegevoegd aan bier om te voorkomen dat het zuur zou worden.
Tegenwoordig wordt van de gedroogde plant nog wel thee gemaakt. De bladeren kunnen, mits voor de bloei geplukt, worden gebruikt in salades en soepen.
Algemeen
– rozenfamilie (Rosaceae)
– overblijvend
– algemeen tot vrij zeldzaam
– 30 tot 60 cm
Bloem
– geel
– vanaf mei t/m juli (september)
– lang gesteeld alleenstaand
– 8 tot 15 mm
– stervormig
– 5 kroonbladen, niet vergroeid
– 5 kelkbladen
– 5 bijkelkblaadjes
– meer dan 20 meeldraden
– meer dan 20 stijlen
Blad
– verspreid
– samengesteld
– wortelbladeren :
– oneven veervormig
– niervormig topblad
– top afgerond
– stengelbladeren :
– 3 ruitvormige deelblaadjes
– grote steunblaadjes
– top spits
– rand getand
– voet wigvormig
– veernervig
– zacht behaard
Stengel
– rechtop
– behaard
zie wilde bloemen