categorie : Kamerplanten en bloemen
Goed te herkennen aan
– de grote gele bloemen en
– haar groeiplaats : aan de waterkant
Algemeen
Gele lis is een zeer algemeen voorkomende overblijvende oeverplant, die groeit in stilstaand of langzaam stromend, zoet, ondiep water in moerassen, broekbossen en langs waterkanten. Ze kan tot 1,20 meter hoog worden. De plant heeft een forse ondergronds vertakkende wortelstok, waardoor ze grote bestanden kan vormen.
Vermeerdering vindt plaats via de wortelstok of via zaden.
Bloem
De bloeiperiode is vanaf mei tot en met juli. De grote gele bloemen zijn opvallend van bouw. Ze hebben 6 bloemdekbladen. De 3 grote buitenste bladen zijn eirond, hebben een honingmerk en hangen naar beneden.
Ze dienen als landingsplaats voor bezoekende insecten. De 3 binnenste bloemdekbladen vallen nauwelijks op. Ze zijn veel kleiner en staan omhoog, maar komen niet boven de stijlen uit. De 3 stijlen hebben zich kroonbladachtig ontwikkeld, staan (schuin) omhoog en hebben een top met 2 lobben.
Blad en vrucht
De bladeren zijn zwaardvormig, iets blauwgroen van kleur en ruiken niet onaangenaam bij doorbreken. De schijfvormige zaden zijn bruin en komen in de herfst vrij. Ze blijven goed drijven en kunnen daarom ver verspreid worden door het water.
Toepassingen
Gele lis is in staat om afvalwater schoon te filteren. Ook handig voor de tuinvijver. De wortel werd vroeger in combinatie met ijzerzouten gebruikt om stoffen zwart te kleuren. Alle delen van de plant zijn giftig.
Algemeen
– lissenfamilie (Iridaceae)
– overblijvend
– zeer algemeen
– 40 tot 120 cm
Bloem
– geel
– mei en juni
– alleenstaand
– 5 tot 12 cm
– 6 bloemdekbladen, vergroeid
– 3 meeldraden
– 3 stijlen
Blad
– in twee rijen
– enkelvoudig
– zwaardvormig
– top spits
– rand gaaf
– voet (half) stengelomvattend
– parallelnervig
– iets blauwgroen
Stengel
– rechtop
– glad en kaal
– rolrond
zie wilde bloemen