categorie : kamerplanten en bloemen
Goed te herkennen aan
de groenige bloemhoofdjes met rode penseelvormige stempels en hangende meeldraden
Algemeen
Kleine pimpernel is een overblijvende plant van 15 tot 60 cm, oorspronkelijk afkomstig uit het Middellandse Zeegebied. Ze groeit op min of meer droge, kalkhoudende grond in graslanden en bermen, op hellingen en langs struikgewas en op hoger gelegen delen van de uiterwaarden. Kleine pimpernel staat op de rode lijst als zeldzaam en matig afgenomen.
Bloem
Kleine pimpernel bloeit vanaf mei tot en met juli (soms tot de herfst) met kogelronde tot eironde bloemhoofdjes. De bloemen in het hoofdje hebben groene, vaak rood aangelopen bloemdekbladen. De bovenste bloemen in het hoofdje zijn vrouwelijke bloemen met per bloem twee stijlen, die elk een penseelvormige stempel hebben bestaande uit talrijke rode slippen. De onderste bloemen zijn mannelijk met 10 tot 30 hangende meeldraden. De bloemen in het midden van het hoofdje zijn vaak tweeslachtig.
Blad
De bladeren zijn samengesteld en bestaan uit 9 tot 25 eironde, zittende of kort gesteelde deelblaadjes.
Algemeen
– rozenfamilie (Rosaceae)
– overblijvend
– vrij zeldzaam
– 15 tot 60 cm
Bloem
– groen, vaak rood aangelopen
– vanaf mei t/m juli
– lang gesteeld hoofdje
– stervormig
– bloemhoofdje 1 tot 2 cm
– 4 bloemdekbladen
– 10 tot 30 hangende meeldraden
– 2 stijlen
– 1 penseelvormige stempel per stijl
Blad
– verspreid
– samengesteld oneven geveerd
– deelblaadjes langwerpig tot eirond
– top stomp
– rand gezaagd
– veernervig
Stengel
– rechtop
– onderaan behaard, zelden kaal
– rolrond of stomp vierkantig
– vaak voorzien van rode strepen en punten
zie wilde bloemen