categorie ; kamerplanten en bloemen
Goed te herkennen aan
– de schicht van hemelsblauwe bloemetjes (4-8 mm),
– die dezelfde kant op staan en
– de aanliggende beharing van de kelkbladen en
– de voor 1/3 ingesneden vruchtkelk,
– die bij rijpheid van de zaden meestal niet afvalt
Algemeen
Moerasvergeet-me-nietje is een overblijvende plant van 15 tot 45 (100) cm hoog. Ze groeit op natte, voedselrijke grond in lichte moerasbossen en grienden, aan oevers en in drassige gras- en rietlanden. Ze verdraagt schaduw en licht brak water. In zoetwater getijde gebieden gedijt moerasvergeet-me-nietje erg goed en kan ze tot 1 meter hoog worden.
Bloem
Moerasvergeet-me-nietje bloeit vanaf mei tot en met augustus met lichtblauwe bloemen (in de knop roze) van 4 tot 8 mm. De bloeiwijze is een schicht en per schicht staan de bloemen dezelfde kant op gericht. De bloemen hebben 5 kroonbladen, een geel hart met witte korte stralen. Het gele hart wordt gevormd door keelschubben, de witte stralen zijn vlekjes op de kroonbladen.
Blad en stengel
De stengel is rolrond tot kantig, onderaan liggend en op de knopen wortelvormend, bovenaan rechtop (al of niet bloeiend), in zijn geheel behaard met naar de top gerichte, afstaande en aanliggende haren. Door de wortelende stengels kan moerasvergeet-me-nietje grote oppervlakten in beslag nemen. De behaarde bladeren zijn zittend en lopen langs de stengel af in lijsten, waardoor de kantigheid van de stengels wordt veroorzaakt.
Algemeen
– ruwbladigenfamilie (Boraginaceae)
– overblijvend
– zeer algemeen tot zeldzaam
– 15 tot 45 (100) cm
Bloem
– hemelsblauw
– vanaf mei t/m augustus
– schicht
– stervormig
– 4 tot 8 mm
– 5 kroonbladen, vergroeid
– 5 kelkbladen, vergroeid
– 5 meeldraden
– 1 stijl
Blad
– verspreid
– enkelvoudig
– lancetvormig
– top spits
– rand gaaf
– voet afgerond
– 1-nervig
– behaard
Stengel
– rechtop of opstijgend
– behaard
– rolrond tot kantig
zie wilde bloemen