categorie : Beroemde mensen
.
.
De beeldende kunstenaar, filmmaker en de meest bekroonde auteur uit het Nederlands taalgebied Hugo Claus, werd geboren te Brugge op 5 april 1929 en overleed op 19 maart 2008 te Antwerpen.
.
Debuut: Kleine reeks (1947, poëzie)
Genres: Poëzie, roman, novelle, kort verhaal, toneel, scenario
Bijzonderheid:in 1997 ontving hij voor De Geruchten de Libris Literatuurprijs en in 1998 de Aristeionprijs; de hoogste Europese literaire onderscheiding
Citaat: ‘Ik heb vijftig jaar doorgebracht met het aanbrengen van allerlei subtiele dingetjes in mijn werk die misschien niemand eruit heeft gehaald. Dat is toch om verdrietig van te worden. (Haarlems Dagblad, 17-1-1998)
Recent werk: De Komedianten (Pas de deux II) (1997, toneel), Onvoltooid verleden, (1998, roman), Het laatste bed (1998, novelle), Het huis van de liefde (1999, poëzie), Wreed geluk (1999, poëzie), Een andere keer, de andere verhalen (2000), Een slaapwandeling (novelle, 2000)
.
.
.
.
Levensloop
.
Hugo Maurice Julien Claus wordt geboren te Brugge op 5 april 1929. Hij verblijft vanaf zijn 18 maanden tot 11-jarige leeftijd in een pensionaat. Hij woont thuis van 1940 tot 1946. Hij verlaat het ouderlijk huis en de school en maakt reizen naar verschillende landen. Van 1950 tot 1953 woont hij in Parijs waar hij in contact komt met surrealisme, existentialisme en Cobra-modernisme.
Van 1953 tot 1955 verblijft hij in Rome in het filmmilieu. In 1955 huwt hij met de filmactrice Elly Overzier, met wie hij in Gent gaat wonen (tot 1965). Vervolgens neemt hij gedurende vijf jaar zijn intrek op een boerderij in de Vlaamse Ardennen. In 1970 gaat hij in Amsterdam wonen, waar hij een verhouding heeft met de actrice Kitty Courbois. Van 1973 tot 1978 woont hij in Parijs samen met de actrice Sylvia Kristel. Uiteindelijk verhuist hij opnieuw naar Gent. Hij huwt in 1993 met Veerle De Wit.
Hugo Claus’ werk is even veelzijdig en wisselvallig als zijn leven zonder rode draad. Na in 1947 zijn debuut te hebben gemaakt met de lyrische “Kleine reeks”, evolueert hij in zijn poëzie naar het modernisme van de jaren vijftig met als hoogtepunt zijn “Oostakkerse gedichten” uit 1955. Zijn later dichtwerk mag dan weer klassiek genoemd worden, echter steeds getuigend van een kenmerkende eigenheid en een matriarchale mythologie.
Op toneelgebied wordt hij internationaal bekend met de tragikomedie “Een bruid in de morgen” (1955). Zijn populairste toneelstuk wordt het naturalistische “Suiker” (1958). Zijn navolgende toneelwerken zijn in hoofdzaak historische bewerkingen zoals o.a. “Thyestes” (1966), “Het spel Masscheroen” (1968) en “Orestes” (1976). Het succesvolle “Vrijdag” uit 1969, door Claus zelf verfilmd in 1980, raakt het delicate incestthema aan en doet denken aan het naturalisme van Cyriel Buysse.
Dezelfde verscheidenheid vindt men ook terug in zijn romans. In romans zoals “De hondsdagen” (1952) en “Schaamte” (1972) vindt men mytische elementen. In de roman het “Verlangen” (1978) zien we een duidelijk realisme. Zijn lijvige roman “Het verdriet van België” uit 1983 is een semi-biografische familiekroniek waarin op subtiele wijze het politieke en sociale leven tijdens Wereldoorlog II beschreven wordt. Deze roman wordt voor televisie bewerkt in 1994.
In zijn geheel genomen kan men stellen dat Claus’ werk een mengeling is van het beschrijven van tragische gebeurtenissen, klassieke verhalen en een expressie van een heimwee naar verheven waarden, dit alles doorweven met het banale, ja soms het vulgaire van het menselijk bestaan. De veelzijdige Hugo Claus is niet alleen schrijver van gedichten, romans, filmscenario’s, toneelstukken en essays, maar tevens schilder, librettist, film- en toneelregisseur. Hij schreef zelfs chansons voor de zangeres Liesbeth List. Hij kreeg talrijke literaire prijzen, waaronder de “Henriette Roland Holstprijs”.
.
Overlijden
.
Claus overleed op woensdag 19 maart 2008, kort voor zijn 79ste verjaardag in het Middelheim-ziekenhuis te Antwerpen. De schrijver leed zo’n twee jaar aan de ziekte van Alzheimer en koos daarom zelf het moment van zijn dood door middel van euthanasie via de organisatie Recht Op Waardig Sterven. Kort voor zijn overlijden gaf de filosoof Etienne Vermeersch Claus nog advies over euthanasie.
.
Euthanasiedebat laait op
.
Vele voorpagina’s van kranten werden ingenomen door het overlijden van Claus. Ook zijn euthanasiebeslissing werd uitvoerig belicht en geduid. In katholieke kringen reageerde men afwijzend met deze ‘mediatisering van de euthanasie’. René stockman, hoofd van de organisatie Broeders en Liefde, verklaarde op de katholieke nieuwssite Kerknet: “De wijze waarop sommigen deze daad niet alleen proberen goed te praten maar zelfs als het summum van edelmoedigheid de hemel in prijzen, stoot tegen de borst. Dit is pas het echte verdriet van België.”Hij werd gevolgd in zijn kritiek door Wouter Beke, interim-voorzitter van CD&V. Kardinaal Daneels sprak er in zijn Paaspreek: “Door zomaar uit het leven te stappen, antwoordt men niet op het probleem van lijden en dood. Men loopt er in een boog omheen en omzeilt het. Omzeilen is geen heldendaad, geen voer voor frontpaginanieuws.”
.
.

Claus en Sylvia Kristel
.
.
Lijst met onderscheidingen en prijzen
.
1950 – Leo J. Krynprijs voor De eendenjacht (later De Metsiers)
1952 – Arkprijs van het Vrije Woord voor De Metsiers
1955 – Driejaarlijkse Staatsprijs voor Toneelliteratuur voor Een bruid in de morgen
1955 – Prix Lugné-Poë voor de Franse vertaling van Een bruid in de morgen
1955 – Prix Bonjour Promesse (of ‘Prix Françoise Sagan’) voor De hondsdagen
1956 – Letterkundige Prijs van de Stad Gent voor De getuigen
1957 – Ridder in de Orde van Leopold II (3 april)
1959 – Referendum der Vlaamse Letterkunde voor De zwarte keizer
1959 – Ford Foundation Grant
1960 – Koopalprijs voor zijn Dylan Thomas vertaling Onder het melkwoud
1963 – Referendum der Vlaamse Letterkunde voor De Verwondering (geweigerd)
1964 – Referendum der Vlaamse Letterkunde voor Omtrent Deedee (geweigerd)
1964 – August Beernaertprijs voor De Verwondering
1964 – Prijs voor het visualiseren van poëzie voor de tv-film Antologie
1965 – Henriette Roland Holst-prijs voor zijn gehele toneeloeuvre
1967 – Driejaarlijkse Staatsprijs voor Toneelliteratuur voor De dans van de reiger
1967 – Edmond Hustinx-prijs voor Nederlandstalige toneelschrijvers voor zijn gehele toneeloeuvre
1971 – Ridder in de Kroonorde (18 oktober)
1971 – Driejaarlijkse Staatsprijs voor Poëzie voor Heer Everzwijn
1973 – Driejaarlijkse Staatsprijs voor Toneelliteratuur voor Vrijdag
1978 – Driejaarlijkse Cultuurprijs van de Stad Gent voor literatuur
1979 – Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre
1979 – Driejaarlijkse Staatsprijs voor Toneelliteratuur voor Jessica en z’n Euripides-bewerking Orestes
1984 – Driejaarlijkse Staatsprijs voor Verhalend Proza voor Het verdriet van België
1986 – Prijs der Nederlandse Letteren voor zijn gehele oeuvre
1986 – Herman Gorterprijs voor Alibi
1987 – Achilles Van Acker-prijsvoor de “sociale bewogenheid van zijn oeuvre”
1987 – Prijs van de Vlaamse Lezer voor Het verdriet van België
1989 – Humo’s Gouden Bladwijzer voor Het verdriet van België
1989 – Grand Prix de l’humour noir Xavier Fonneret
1994 – Gouden Erepenning van de Vlaamse Raad voor zijn gehele oeuvre
1994 – Prijs voor Meesterschap voor zijn gehele oeuvre
1994 – VSB Poëzieprijs voor De Sporen
1997 – Libris Literatuur Prijs voor De geruchten
1997 – Prix International Pier Paolo Pasolini
1997 – Humo’s Gouden Bladwijzer voor De geruchten
1998 – Aristeionprijs van de Europese Unie voor De geruchten
1999 – Driejaarlijkse Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap voor zijn gehele oeuvre
2000 – Premio Nonino voor de Italiaanse vertaling van Het verdriet van België
2000 – Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse Provincies voor zijn gehele oeuvre
2001 – Preis der Stadt Münster für Europäische Poesie voor zijn gehele oeuvre
2002 – Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse Provincies voor de verzenbundel Wreed geluk
2002 – Prix de consécration Herman Closson voor zijn gehele oeuvre
2002 – Leipziger Buchpreis zur Europäischen Verständigung voor zijn gehele oeuvre
2005 – Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Algemene Culturele Verdienste
.
.
.
.
Bibliografie
.
Gedichten
.
1947 – Kleine reeks
1948 – Registreren
1950 – Zonder vorm van proces
1951 – Vierendelen
1952 – Drie blauwe gedichten voor Ellie
1952 – Tancredo Infrasonic
1953 – Een huis dat tussen nacht en morgen staat
1955 – De Oostakkerse gedichten
1955 – Paal en perk
1961 – Een geverfde ruiter
1963 – De man van Tollund
1963 – Het teken van de hamster
1963 – Love Song (poëzie op werk van Karel Appel)
1964 – Oog om oog
1965 – Gedichten
1965 – Het landschap
1967 – Relikwie
1969 – Genesis
1970 – Heer Everzwijn
1970 – Van horen zeggen
1971 – Dag jij
1973 – Figuratief
1974 – De wangebeden
1975 – Het Jansenisme
1977 – Emblemata
1977 – Het graf van Pernath
1978 – Cobra Revisited
1978 – Van de koude grond
1979 – Zwart (poëzie bij werk van Karel Appel en Pierre Alechinsky)
1979 – Claustrum
1979 – Gedichten 1969-1978
1979 – Fuga
1980 – 63 Kwatta-rijmen voor Gans België
1981 – Fiesta
1981 – Jan de Lichte
1982 – Almanak (verzamelbundel)
1982 – Het hooglied van Salomo
1985 – Halloween (gedichten bij tekeningen van Sylvia Kristel)
1985 – Gezegden
1985 – Het weerzinwekkend bezoek
1985 – Alibi
1985 – De dief van liefde
1985 – Gevulde contouren
1986 – Mijn honderd gedichten
1986 – Sonnetten
1986 – Bewegen
1986 – Evergreens
1987 – Sporen
1987 – Hymen (gedichten bij tekeningen van Corneille)
1987 – Imitaties
1990 – Steeds / Cité
1990 – Gedichten
1992 – Geplette gedaanten
1993 – 10 manieren om naar P.B.S. te kijken
1993 – De Sporen
1993 – Zij
1994 – Gedichten 1948-1993
1995 – Ach Clemens
1995 – Et voilà, le travail!
1995 – Zoek de zeven
1997 – Impromptu
1998 – Oktober 43
1998 – De aap in Efese
1998 – Voor de reiziger
1999 – Het huis van de liefde (bloemlezing)
1999 – Wreed geluk
2000 – Made in Belgium
2001 – De groeten (ter gelegenheid van Gedichtendag)
2002 – Sans Merci
2002 – Mijn hart en ik (bloemlezing)
2002 – Ik schrijf je neer
2002 – De tafel is leeg
2003 – Zeezucht
2004 – In geval van nood
2004 – Flagrant, bij etsen van Pierre Alechinsky
.
.
.
.
Toneelstukken
.
1952 – De Getuigen (eenakter)
1953 – Een bruid in de morgen
1954 – (M)oratorium (eenakter)
1954 – In een haven (eenakter)
1955 – De Geliefden (eenakter)
1956 – Het lied van de moordenaar
1957 – Dantons dood (Georg Büchner, vertaling)
1957 – Onder het Melkwoud (Dylan Thomas, vertaling)
1958 – Suiker
1959 – Woyzeck (Georg Büchner, vertaling)
1959 – Mama, kijk, zonder handen!
1960 – Quat-Quat (Jacques Audiberti, vertaling)
1961 – Antigone (Christopher Logue, vertaling)
1961 – Zannekin
1962 – De dans van de reiger
1963 – Allen die vallen (Samuel Beckett, vertaling)
1964 – Scherts, satire, ironie en diepere betekenis (Christian Dietrich Grabbe, vertaling)
1964 – Hendrik V (William Shakespeare vertaling)
1965 – De legende en de heldhaftige, vrolijke en roemrijke avonturen van Uilenspiegel en van Lamme Goedzak in Vlaanderen en elders (massaspel, naar Charles de Coster)
1966 – Thyestes (naar Seneca)
1966 – Het huis van Bernarda Alba (Federico Garcia Lorca vertaling)
1966 – Het Goudland (naar Hendrik Conscience)
1967 – Masscheroen (naar Mariken van Nieumeghen)
1968 – Wrraaak! (naar The Revenger’s Tragedy van Cyril Tourneur)
1969 – Vrijdag
1970 – De Spaanse hoer (naar La Celestina van Fernando de Rojas)
1970 – Tand om tand
1970 – Het leven en de werken van Leopold II
1971 – Interieur (naar zijn Omtrent Deedee)
1971 – Oedipus (naar Seneca)
1971 – Warm en Koud (Fernand Crommelynck, vertaling)
1972 – De vossejacht (naar Volpone van Ben Jonson)
1972 – De Advertentie/Theresa (Natalia Ginzburg, vertaling)
1973 – Pas de deux
1973 – Blauw blauw (naar Private Lives van Noël Coward)
1975 – Thuis
1976 – Orestes (naar Euripides)
1977 – Jessica
1977 – Het huis van Labdakos
1979 – Macbeth (William Shakespeare, vertaling)
1980 – Phaedra (naar Seneca)
1980 – Rashomon (Fay & Michael Kanin, vertaling)
1980 – Jan zonder Vrees (naar Giorgio Gaber)
1981 – Een hooglied
1981 – Een winters verhaal (William Shakespeare, vertaling)
1981 – Pantagleize (Michel de Ghelderode, vertaling)
1982 – Het haar van de hond
1982 – Lysistrata (Aristophanes, vertaling)
1982 – De Jood van Malta (Christopher Marlowe vertaling)
1982 – De Verzoeking
1983 – Hamlet (naar William Shakespeare)
1984 – Serenade
1984 – Droom van een Zomernacht (William Shakespeare, vertaling)
1985 – Goddelijke Woorden (Ramón María del Valle-Inclán, vertaling)
1985 – Blindeman (naar zijn eigen bewerking van Oidipus)
1986 – In Kolonos (naar Sofokles)
1987 – Romeo en Julia (William Shakespeare, vertaling)
1987 – De Golven van de Liefde en van de Zee (Franz Grillparzer, vertaling)
1987 – Koning Lear (William Shakespeare, vertaling)
1988 – Gilles!
1988 – Het huis van Bernarda Alba (Federico Garcia Lorca, vertaling)
1988 – Het schommelpaard
1989 – Gilles en de nacht
1991 – Richard Everzwijn (naar Richard III van William Shakespeare)
1991 – Het mondeling verraad
1991 – Visite
1991 – Winteravond
1992 – Verroeren
1993 – De repetitie (Jean Anouilh, vertaling)
1993 – Onder de torens
1994 – Requiem
1995 – De eieren van de kaaiman
1996 – De verlossing
1997 – De komedianten (Pas de deux II)
1997 – Salome (Oscar Wilde, vertaling)
1998 – Borgerocco of de dood in Borgerhout
2000 – De man van het toeval (Yasmina Reza, vertaling)
???? – X
.
.

Een bruid in de morgen
.
Verhalen
.
1954 – Natuurgetrouw
1958 – De zwarte keizer
1958 – Als een jonge hond
1966 – De dans van de reiger (verhaal naar eigen filmscenario)
1969 – Natuurgetrouwer (uitgebreide uitgave van Natuurgetrouw)
1972 – Gebed om geweld
1974 – De groene ridder I: In het Wilde Westen
1974 – De groene ridder II: De paladijnen
1974 – De groene ridder VII: Aan de evenaar
1977 – De vluchtende Atalanta
1984 – Een bijzondere cirkel (uit Natuurgetrouwer, in Vlaamse verhalen na 1965)
1985 – De mensen hiernaast
1987 – Château Migraine
1988 – Een andere keer
1999 – Verhalen
2000 – Een andere keer (bloemlezing)
2000 – De schrijver. Een literaire estafette
2000 – De avondzon
.
.
.
.
Romans
.
1950 – De Metsiers
1952 – De hondsdagen
1956 – De koele minnaar
1962 – De Verwondering
1963 – Omtrent Deedee
1971 – Schola nostra (onder het pseudoniem Dorothea van Male)
1972 – Schaamte
1972 – Het jaar van de kreeft
1977 – Jessica
1978 – Het verlangen
1983 – Het verdriet van België
1988 – Een zachte vernieling
1994 – Belladonna
1996 – De geruchten
1998 – Onvoltooid verleden
.
.
.
.
Essays
.
1951 – Over het werk van Corneille
1954 – Cinq lithographies en couleur (essay bij werk van Karel Appel)
1962 – Karel Appel, schilder
1964 – Louis Paul Boon
1979 – Treize manières de regarder un fragment d’Alechinsky / Dertien manieren om een fragment van Alechinsky te zien
.
.
.
.
Filmscenario’s
.
1958 – Dorp aan de rivier, naar Antoon Coolen; regie: Fons Rademakers
1960 – Het mes, naar een eigen verhaal; regie: Fons Rademakers
1967 – De vijanden, tevens regie
1968 – Speelmeisje, tevens regie
1971 – Mira, naar Stijn Streuvels; regie: Fons Rademakers
1973 – Niet voor de poezen, naar Nicolas Freeling; regie: Fons Rademakers
1976 – Pallieter, naar Felix Timmermans; regie: Roland Verhavert
1977 – Rubens, schilder en diplomaat; regie: Roland Verhavert
1981 – Vrijdag, naar zijn eigen toneelstuk; tevens regie
1982 – Menuet, naar Louis Paul Boon; regie: Lili Rademakers-Veenman
1984 – De Leeuw van Vlaanderen, naar Hendrik Conscience; tevens regie
1986 – Het gezin van Paemel, naar Cyriel Buysse; regie: Paul Cammermans
1987 – Mascara; regie: Patrick Conrad
1989 – Het sacrament, naar een eigen roman; tevens regie
1995 – Escal-Vigor, naar de gelijknamige roman van Georges Eekhoud
2000 – De verlossing, naar een eigen toneelstuk; tevens regie
.
.

De Leeuw van Vlaanderen
.
Libretti
.
1956 – De witte Zee (M: François de la Rochefoucauld)
1957 – Van de Vikings tot Keizer Karel (M: Daan Sternefeld)
1965 – De Mattheuspassie (vertaling; M: E.P. De Brabandere)
1968 – Morituri (M: Bruno Maderna)
1969 – Blauwdruk van de opera Reconstructie (T: met Harry Mulisch; M: Louis Andriessen, Reinbert de Leeuw, Misha Mengelberg, Peter Schat, Jan van Vlijmen)
1985 – Georg Faust (M: Konrad Boehmer)
1995 – Borgerocco of De Dood in Borgerhout
.
.
.
.
Novellen
.
Claus (Boekenbal 1989)
1980 – De Verzoeking
1989 – De zwaardvis (Boekenweekgeschenk)
1998 – Het Laatste Bed
2000 – Een Slaapwandeling
2003 – De Verzoeking en andere novellen (verzamelbundel)
.
.
.
.
Overige
.
1950 – Die waere ende suevere chronycke van sGraevensteene: Esbatement ofte cluyte […] (onder pseudoniem Anatole Ghekiere)
1964 – Karel Appel, schilder (essay en gedichten)
1967 – De vijanden (cinéroman, naar zijn film)
1967 – De avonturen van Belgman
1977 – P.P. Rubens, schilder en diplomaat (televisiereeks)
1980 – De pen gaat waar het hart niet kan (interviews, samengesteld door Gerd de Ley)
1980 – Ontmoetingen met Corneille en Karel Appel (gedichten en beschouwingen, samengesteld door Erik Slagter)
1989 – Perte totale (proza en poëzie bij schetsen)
1999 – Goede geschiedenissen of een A.B.C. van de kinderheiligen (lees- en plakboek)
.
.
.
.
.
.