categorie ; kamerplanten en bloemen
Goed te herkennen aan
– de tuilvormige, losse pluimen met kleine lichtgele bloemhoofdjes
– de onderste, liervormig verdeelde bladeren
Algemeen
Akkerkool is een zeer algemeen voorkomende, eenjarige plant van 30 tot 120 cm hoog. Naast rijk vertakte hoge exemplaren bestaan ook dwergvormen van enkele centimeters hoog. Ze groeit op open, vochtige, zeer voedselrijke, vaak omgewerkte grond aan bosranden en heggen, in bermen en tuinen.
Bloem
De bloeitijd is vanaf juni tot en met augustus. Akkerkool bloeit met kleine lichtgele bloemhoofdjes, die uitsluitend uit lintbloemen bestaan. De hoofdjes staan op lange stelen en vormen samen een losse, tuilvormige pluim van 8 tot 15 hoofdjes. Het omwindsel bestaat uit 1 rij lancetvormige, spitse blaadjes met een verdikte middennerf. Aan de basis hiervan bevinden zich nog enkele zeer kleine buitenomwindselblaadjes. Op bewolkte dagen blijven de hoofdjes gesloten. Op zonnige dagen zijn ze alleen in de ochtend geopend. In tuinen kan akkerkool een lastig onkruid zijn, omdat ze zich makkelijk door middel van zaad vermeerderd.
Blad en stengel
De onderste bladeren zijn verdeeld in een grote eindlob en enkele kleinere slippen. De bovenste bladeren zijn smaller en onverdeeld. Alle bladeren zijn gesteeld of steelvormig versmald, bochtig getand en behaard.
Toepassingen
Jonge bladeren kunnen verwerkt worden in een salade, kort worden gewokt of worden gekookt als spinazie. Ze smaken pittig, als radijs.
Algemeen
– composietenfamilie (Asteraceae)
– eenjarig
– zeer algemeen
– 30 tot 120 cm
Bloem
– lichtgele lintbloemen
– vanaf juni t/m augustus
– hoofdje, lang gesteeld
– 1 tot hooguit 2 cm
Blad
– verspreid
– enkelvoudig
– onderste :
– liervormig
– lang gesteeld
– bovenste :
– enkelvoudig
– eirond
– korter gesteeld
– top spits
– rand bochtig getand
– veernervig
– behaard
Stengel
– rechtop
– onderaan behaard
zie wilde bloemen