categorie : kamerplanten en bloemen
Goed te herkennen aan
– de talrijke trossen roomwitte bloemen met lange meeldraden en
– houtige stengels tot 30 meter hoog
Algemeen
Bosrank is een overblijvende, houtige klimplant die vrij algemeen voorkomt. Ze groeit op vochtige, voedselrijke, kalkhoudende grond aan bosranden, in heggen en in struikgewas. Recent ook in plantsoenen en als bodembedekker op kribben langs de grote rivieren.
Bloem
Bosrank bloeit vanaf juni tot en met augustus met roomwitte bloemen. De bloemen vallen vooral op door de talrijke lange meeldraden. Ze staan in okselstandige en eindelingse trossen. Ze hebben vier, aan beide zijden viltig behaarde bloemdekbladen, die iets teruggeslagen staan, aan de top soms omgerold zijn en spoedig afvallen. De binnenkant van de bloemdekbladen is wit, de buitenkant groenig.
Blad en stengel
De bladeren zijn samengesteld geveerd en bestaan 3 tot 5 glanzende deelbladeren. De bladstelen slingeren zich om takken en stengels van andere planten zodra ze ermee in contact komen. De stengels zijn houtig en kunnen een lengte van 30 meter bereiken. Ze gaan hangen, zodra ze de top van een boom of struik bereikt hebben.
Bijzonderheid
Bosrank is giftig en kan huidirritaties veroorzaken.
Algemeen
– ranonkelfamilie (Ranunculaceae)
– overblijvend
– vrij algemeen en toenemend
– tot 30 meter
Bloem
– roomwit
– juni t/m augustus
– tros
– stervormig
– 2 tot 3 cm
– 4 bloemdekbladen
– meer dan 20 meeldraden
– meer dan 20 stijlen
Blad
– tegenoverstaand
– samengesteld
– veervormig oneven
– top spits
– rand gaaf, gelobd of getand
– voet hartvormig
– netnervig
– glanzend
– rankende bladsteel
Stengel
– klimmend of hangend
– behaard en kantig
zie wilde bloemen