categorie : kamerplanten en bloemen
Goed te herkennen aan
– de opvallende grote witte bloemen met vijf tot het midden gespleten kroonbladen en drie stijlen
– de ruw behaarde stengel, bladrand en middennerf
Algemeen
Grote muur is een overblijvende plant, die bloeit vanaf april tot en met juni. Ze groeit in loofbossen, langs heggen en bosranden en in beschaduwde bermen op vochtige tot vrij droge, matig voedselrijke grond en wordt 15 tot 50 cm hoog. Ze vormt grote bestanden. Grote muur is een plant van loofbossen en heggen. Ze groeit daar voorna-melijk in de bosrand en in wegbermen in de buurt van de bossen. De plant komt voor in Europa, Noord-Afrika en West-Azië. Ze komt vrij algemeen voor in de Lage landen.
Bloem
De bloemen hebben vijf tot het midden gespleten witte kroonbladen, die twee maal zo lang zijn als de kelkbla-den.
Blad en stengel
De stengel is vrij slap, maar met de afstaande stijve bladeren zoekt de plant steun bij andere planten. De stengel, de rand van het blad en de onderkant van de middennerf zijn ruw behaard.

Close-up opname van bloemen van Grote muur op een houtwal in Twente.
Bijzonderheden
Vroeger werd sap geperst van grote muur gebruikt bij oogaandoeningen
Algemeen
– anjerfamilie (Caryophyllaceae)
– overblijvend
– vrij algemeen tot ontbrekend
– 15 tot 50 cm
Bloem
– wit
– vanaf april t/m juni
– bijscherm
– stervormig
– 1,5 tot 3 cm
– 5 kroonbladen, niet vergroeid
– 5 kelkbladen
– 10 meeldraden
– 3 stijlen
Blad
– tegenoverstaand
– enkelvoudig
– lancetvormig
– top spits
– rand gaaf
– voet gevleugeld
– 1-nervig
– niet gesteeld
Stengel
– opstijgend
– behaard
– scherp vierkantig
zie wilde bloemen
preview en aankoop boek “De Openbaring “:
http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget