categorie : gezondheid en gezondheidsproducten
De ziekte van Lyme, ook wel tick-borne borreliosis of Lyme-artritis genoemd, wordt veroorzaakt door de spirocheet Borrelia burgdorferi. Men schat dat in Europa ongeveer 10% van de teken besmet zijn met Borrelia.
Dit bacterie-achtige organisme wordt overgebracht via de beten van teken behorende tot het geslacht Ixodes, die zich ook vaak voeden met het bloed van andere zoogdieren, zoals knaagdieren, egels en herten. De ziekte wordt vermoedelijk slechts overgebracht nadat de teken zich gedurende uren op het slachtoffer hebben gevoed. Er zijn geen aanwijzingen voor besmetting van persoon op persoon.
Teken worden mee rondgedragen door hun gastdieren. Bijna overal waar die dieren komen, vindt men dus ook teken. Tenminste in een plantenrijke omgeving met hoog gras, struiken en een rijke onder begroeiing.
Een teek of bloedzuiger is een minuscuul diertje, nauwelijks groter dan een speldenkop. Bij het zuigen van het bloed wordt het achterlijf steeds dikker. De beet van een teek is pijnloos, pas na enkele uren begint het te jeuken.
.
Teken

Van een tekenbeet op zich wordt de mens normaal gesproken niet ziek, maar de teek kan wel een rol spelen bij het overbrengen van diverse ziekten.De werkelijke boosdoener is niet de teek zelf, maar de bacterie, die hij via zijn speeksel en darminhoud overbrengt van de ene op de volgende gastheer.
Omdat de teek een zogenaamde driegast herenteek is, kan zij in één van de ontwikkelingsstadia een ziekteverwekker binnen krijgen door van een besmet dier bloed te zuigen en deze ziekteverwekker vervolgens in het volgende ontwikkelingsstadium overbrengen op een ander dier of mens overbrengen.
Binnen Europa kunnen via teken 4 ziekten op de mens worden overgebracht:
•de ziekte van Lyme
•Tick Borne Encephalitis (ook wel bekend als TBE)of TBD (Tick Born Disease)
•Früh Sommer Meningo Encephalitis (FSME)
•Ehrlichiose
Daarnaast kan in Zuid Europa de tekensoort Rhipicephalus sanguineus de ziekte Fièvre boutonneuse overbrengen.
.
Stijging
De ziekte van Lyme treedt vooral op tussen juni en oktober, en op basis van de gevallen vastgesteld tussen 1993 en 2000 door de referentielaboratoria (K.U.L. en U.C.L.), kan men stellen dat de ziekte overal in ons land optreedt, vooral in de Kempen (Antwerpse en Limburgse), de Oostkantons, het Zoniënwoud en de Ardennen.
Naargelang de studies treedt bij 1,1 tot 3,4% van de personen met een tekenbeet de ziekte van Lyme op.
Het aantal jaarlijks vastgestelde gevallen, bevestigd door één van de referentielaboratoria (K.U.L. of U.C.L.), is sinds 1991 gestegen. Er is in de loop der jaren een gestage stijging te zien in België, gaande van 42 gevallen in 1991 tot 300 gevallen in 1997.
Het cijfer voor 1997 komt overeen met een incidentie van 2.9 gevallen per 100000 inwoners.
In 2002 werden 975 gevallen vastgesteld.

Cyclus
De teek brengt het grootste deel van zijn leven door in de natuur: bossen en graslanden. Om zich te kunnen ontwikkelen en voort te planten heeft hij echter bloed nodig. De teek die bij ons voorkomt heeft voor zijn volledige ontwikkeling drie gastheren nodig.
Hij kiest hierbij zowel voor wilde dieren (bosmuizen, egels, eekhoorns, reeën,…) als huisdieren (schapen, runderen, paarden, honden, katten,…) evenals de mens.Een teek wacht in grashalmen of lage bosjes op een passerende gastheer, waaraan hij zich in het voorbijgaan vastklampt. Eenmaal op het dier kruipt de teek naar een plaats waar de huid het dunst is en bijt hij zich stevig vast. Hij verankert zich als het ware in de huid.
.

De dikste teek links is een volwassen vrouwtje, tweede van links is een volwassen mannetje,tweede van rechts is een nimf en de rechtse is een larve.
De vrouwtjes kunnen door het zuigen van bloed tot wel 1 cm lang worden. Eenmaal volgezogen met bloed maakt zij zich los van de huid en laat zich op de grond vallen. Op een beschutte plaats legt het vrouwtje zo’n 2.000 eitjes waarna zij sterft. Uit deze eitjes ontwikkelen zich (binnen een maand) 6-potige larven.
Ook deze klimmen in grashalmen en wachten op een gastdier, waarop ze drie tot 8 dagen lang bloed zuigen, tot ze verzadigd zijn. Vervolgens laten ze zich op de grond vallen en ontwikkelen ze zich in drie maanden tot 8-potige nimfen, die eveneens een bloeddonor zoeken. De ontwikkeling tot volwassen teek duurt dan nog zo’n drie tot vijf maanden.
De volledige ontwikkelingscyclus van sommige soorten teken (die op meerdere gastdieren leven) kan zelfs tot 3 jaar duren. Warmte en een hoge luchtvochtigheid scheppen een gunstig klimaat voor de ontwikkeling van teken. Ze komen ook veel voor in de lente en de herfst.
.
Besmetting
De bacterie Borrelia burgdorferi wordt zeer waarschijnlijk niet meteen overgedragen, omdat de bacterie zich in de darm van de teek bevindt en zich pas gaat vermenigvuldigen nadat er eerst een beetje bloed is gezogen. Vandaar ook dat men vaak leest dat wanneer men de teek tijdig (afhankelijk van de literatuur binnen 8 tot 36 uur) verwijderd, de kans op infectie zeer gering is.
Een volledige garantie kan niet gegeven worden blijkt uit een artikel in het Geneeskundig Tijdschrift van 1990. Daarin wordt aangegeven dat besmetting waarschijnlijk plaatsvindt door regurgitatie (opbraken) van de darminhoud, maar dat bepaalde waarnemingen wijzen op de mogelijkheid van besmetting via de speekselklieren.
preview en aankoop boek “De Openbaring “:
http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget