Afgoden en afgoderij

Standaard

categorie : religie

 

 

 

d05f87d8e7630436993817a2ffe60c40

 

.

.

Een afgod is een voorwerp van goddelijke verering

dat niet de ware God is

 

Jes 48:5 daarom heb Ik het u van oudsher verkondigd; voordat het kwam, heb Ik het u doen horen, anders zou u zeggen: Mijn afgod heeft die dingen gedaan, mijn gesneden beeld of mijn gegoten beeld heeft ze geboden.

1Co 8:4 wat dan het eten van de afgodenoffers betreft, wij weten dat een afgod niets is in de wereld, en dat er geen God is dan Een.

1Co 10:19 Wat wil ik hiermee dan zeggen? Dat een afgodenoffer iets is of dat een afgod iets is?

Er is enig verschil in betekenis tussen afgod en valse godheid. Het woord afgod zegt dat het voorwerp van goddelijke verering niet God is. Het woord valse godheid zegt dat het ten onrechte voor God gehouden wordt. Bij valse godheid komt het denkbeeld naar voren dat zij de ware godheid niet is, bij afgod meer bijzonder dat hij als God vereerd wordt.

 

Beide afgod en valse godheid drukken het denkbeeld van

onrechtmatig bewezen goddelijke eer uit

 

Wanneer men dit denkbeeld niet opzettelijk wil uitdrukken gebruikt men geen van beide woorden, maar god. Zo waren Jupiter, Apollo en Mars goden der oude Heidenen, Wodan en Thor goden der Noormannen. Niet-christenen kunnen zo ook schrijven over ‘de god der christenen’, waarmee zij blijk geven van hun ongeloof aan onze God.

Het woord afgod – met zijn denkbeeld van goddelijke verering van een voorwerp of persoon dat niet de ware God is – wordt figuurlijk gebruikt voor alles waaraan een te grote en uitsluitende eer bewezen wordt. “Het goud is zijn afgod.” “Zij maakt haar huis tot een afgod.” “Het is eigen aan de tirannen om te verlangen dat zij als afgoden vereerd worden.”

Een afgodsbeeld is de beeltenis van een afgod. De Israëlieten maakten zich in de woestijn een afgodsbeeld.

Hnd 7:41 En zij maakten een kalf in die dagen en brachten offerande aan de afgod en verheugden zich in de werken van hun handen.

 

 

goudkalf

 

.

.

Als afgoden vereerden Israëlieten onder meer de zon

en de koningin van de hemel (de maangodin)

 

De zon kan voorwerp van afgodendienst worden.

Deut. 4:19 Dat gij ook uw ogen niet opheft naar den hemel, en aanziet de zon, en de maan, en de sterren, des hemels ganse heir; en wordt aangedreven, dat gij u voor die buigt, en hen dient; dewelke de Heere, uw God, aan alle volken onder den gansen hemel heeft uitgedeeld.

 

Job 31:26 Heb ik, bij het zien van de stralende zon en de prachtig voortschrijdende maan,
Job 31:27 mij ooit heimelijk laten verleiden om hen met handkussen te vereren?

Job 31:28 Zoiets zou een misdrijf zijn dat voor de rechter dient; dan zou ik God in de hemel hebben verloochend!

 

Eze 8:16 En Hij bracht mij tot het binnenste voorhof van het huis des Heeren; en ziet, aan de deur van den tempel des Heeren, tussen het voorhuis en tussen het altaar, waren omtrent vijf en twintig mannen; hun achterste leden waren naar den tempel des Heeren, en hun aangezichten naar het oosten, en deze bogen zich neder naar het oosten voor de zon.

 

Een van de afgodische gruwelen die God in dit hoofdstuk van Ezechiel toont is de aanbidding van de zon.

In onze tijd aanbidden de aanhangers van Wicca de zon en maan.

 

 

Bekering

 

Wij mensen moeten ons van de afgoden bekeren om de levende en waarachtige God te dienen. Paulus schreef aan de Thessalonicenzen:

1Th 1:8 Want van u uit heeft het woord van de Heer weerklonken, niet alleen in Macedonië en in Achaje, maar in elke plaats is uw geloof jegens God uitgegaan, zodat wij daarvan niets hoeven te zeggen;
1Th 1:9 want zelf vertellen zij van ons welke ingang wij bij u hadden, en hoe u zich van de afgoden tot God hebt bekeerd om de levende en waarachtige God te dienen 

Eenmaal een kind van God geworden, moet een mens zich wachten voor de afgoden. De apostel Johannes schreef:

1Jo 5:21 Kinderen, wacht u voor de afgoden. 

 

 

 

Geloof-en-Bekering

 

 

 

Afgoderij, of het neerbuigen voor en het dienen van afgoden,

is een groot kwaad in de ogen van God

 

Afgoderij is iemand of iets in plaats van of naast God vertrouwen, vrezen of liefhebben. Al bestaan er in wezen geen andere goden, die net als God werkelijk God zijn, toch zijn er vele duivelse machten die als God geëerd willen worden. Afgoderij is buiten God om ons toevlucht nemen tot en ons vertrouwen stellen in instanties of mensen. Wanneer wij iemand of iets belangrijker achten dan God en Zijn dienst plegen we al afgoderij (zie Handelingen 4 vers 19 en 5 vers 29). Daarom kon Jezus zeggen: wie vader of moeder lief heeft meer dan Mij, past niet bij Mij.

Afgoderij begint met de verleiding van het hart. Vervolgens wendt het hart zich af van God en wendt zich tot de afgoden. Men kan zelfs gedreven worden om de afgoden te dienen.

De 11:16 Wacht uzelven, dat ulieder hart niet verleid worde, dat gij afwijkt, en andere goden dient, en u voor die buigt;
De 11:17 Dat de toorn des Heeren tegen ulieden ontsteke, en Hij den hemel toesluite, dat er geen regen zij, en het aardrijk zijn gewas niet geve; en gij haastelijk omkomt van het goede land, dat u de Heere geeft.

 

De 30:16 Want ik gebiede u heden, den Heere, uw God, lief te hebben, in Zijn wegen te wandelen, en te houden Zijn geboden, en Zijn inzettingen, en Zijn rechten, opdat gij levet en vermenigvuldiget, en de Heere, uw God, u zegene in het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven.
De 30:17 Maar indien uw hart zich zal afwenden, en gij niet horen zult, en gij gedreven zult worden, dat gij u voor andere goden buigt, en dezelve dient;
De 30:18 Zo verkondig ik ulieden heden, dat gij voorzeker zult omkomen; gij zult de dagen niet verlengen op het land, naar hetwelk gij over de Jordaan zijt heengaande, om daarin te komen, dat gij het erfelijk bezit.

 

Wat er bij de Israëlitische afgoderij gebeurde, blijkt uit de volgende passage, die meedeelt waar de afgoden geplaatst werden en welke offers gebracht werden.

Eze 20:28 Als Ik hen in het land gebracht had, over hetwelk Ik Mijn hand opgeheven had, om hetzelve hun te geven, zo zagen zij naar allen hogen heuvel en alle dicht geboomte, en offerden daar hun offeren, en zij gaven daar hun tergende offeranden, en daar zetten zij hun liefelijken reuk, en daar offerden zij hun drankofferen.

De plaats waar de afgoden gesteld werden was hoger gelegen. Men sprak van ‘hoogte’ (Ezech. 20:29).

Eze 20:29 Daarop zei Ik tegen hen: Wat is dat voor hoogte waar u telkens naartoe gaat? Tot op deze dag draagt die dan ook de naam Hoogte.

Voor Gods volk heeft afgoderij zeer kwade gevolgenIn het oude Israël kwamen afgodendienaars om het leven. Vreeswekkend zijn de oorlogen en ballingschappen van Israël, waardoor velen stierven of uit hun land werden weggevoerd. Bij het tegenwoordige geestelijke volk van God (de gemeente) kunnen afgodendienaars geestelijk omkomen, het praktisch genot van hun erfdeel verliezen.

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

John Astria

 

 

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.