categorie : kamerplanten en bloemen
Goed te herkennen aan
– struikvormige plant met roze vlinderbloemen
– scherp gedoornde korte zijtakjes
– onaangename geur
Algemeen
Kattendoorn is een onaangenaam ruikende, 30 tot 60 cm hoge struikachtige overblijvende plant met doorns. Ze komt vrij algemeen voor in in de Lage Landen. Kattendoorn groeit op zonnige, droge tot vochtige plaatsen, zoals langs schorren en kwelders, in de uiterwaarden en zandige graslanden.
Bloem
Ze bloeit vanaf juni tot en met september met talrijke helder roze, gesteelde vlinderbloemen, die afzonderlijk of met 2 of 3 in de bovenste bladoksels staan. De vlag van de bloemen is donker geaderd. De punt van de kiel steekt voorbij de zwaarden. De vrucht is een eivormige peul, net zo lang of iets langer dan de kelk.
Blad en stengel
De onderste bladeren van kattendoorn zijn samengesteld en bestaan uit drie weinig behaarde deelblaadjes met een gezaagde rand en spitse punt. Het eivormige eindblaadje van een blad is gesteeld, de andere twee zijn met elkaar vergroeid. De bovenste bladeren, waar de bloemen staan, zijn enkelvoudig. Jonge takken zijn bezet met verspreid staande haren en met twee rijen haren, die per stengeldeel verspringen. Hoewel de stengels deel verhouten sterft de plant in de winter toch tot de grond toe af.
Vergelijkbare soort is kruipend stalkruid.
kattendoorn – stekelig gedoornd – vrucht is net zo lang of iets langer dan de kelk – jonge takken behaard met twee rijen haren, verspringend – weinig behaarde blaadjes met spitse punt |
kruipend stalkruid – doorns zwak of afwezig – vrucht is kleiner dan de kelk – jonge takken rondom behaard – bladeren dicht bezet met klierharen, (meestal) een stompe punt |
Algemeen
– vlinderbloemenfamilie (Fabaceae)
– overblijvend
– vrij algemeen tot zeer zeldzaam
– 30 tot 60 cm
Bloem
– helder roze, zelden wit
– vanaf juni t/m september
– gesteeld alleenstaand of tros
– vlinderbloem
– 1 tot 2 cm
– 5 kroonbladen, vergroeid
– 5 kelkbladen
– 10 meeldraden, vergroeid met elkaar
– 1 stijl
Blad
– verspreid
– bovenste enkelvoudig
– onderste 3-tallig
– eivormig
– top spits
– rand getand
– veernervig
– met weinig klierharen
Stengel
– rechtop of opstijgend
– deels verhout
zie wilde bloemen