categorie : kamerplanten en bloemen
Goed te herkennen aan
– de kleine, schermachtige trossen gele vlinderbloemen en
– de voor de bloei stervormig uitstaande, gewimperde kelktanden en
– het samengestelde blad, waarvan 1 paar aan de basis van de bladsteel zit en
– de deelblaadjes met gewimperde rand, waarvan de zij-nerven goed zichtbaar zijn
Algemeen
Moerasrolklaver is een overblijvende plant van 30 tot 100 cm hoog/lang. Ze komt zeer algemeen voor in de Lage Landen. Ze groeit op natte, min of meer voedselrijke grond in graslanden, aan waterkanten en op drassige kapvlakten. Bij bemesting en watervervuiling verdwijnt moerasrolklaver al snel.
Bloem
Moerasrolklaver bloeit vanaf juni tot en met augustus met gele vlinderbloemen, die met 4-14 in een schermachtige tros staan. De trossen staan in de bladoksels op lange stelen. De knoppen zijn soms lichtrood aangelopen. Voor de bloei wijken de kelktanden stervormig uiteen.
De bloemen hebben een bijzonder bestuivingsmechanisme, geheel ingericht op bezoek van bijen en hommels, die rijkelijk beloond worden met nectar. Andere insecten bezoeken de bloemen ook, maar zorgen niet voor de bestuiving.
Blad
Kenmerkend voor de rolklavers is het blad, dat bestaat uit 5 deelblaadjes, waarvan het onderste paar direct aan de basis van de bladsteel staat, een eind verwijderd van de overige drie.
Bijzonderheden
De naam rolklaver verwijst naar de rechte, rolronde peulen.
Vergelijkbare soorten
moerasrolklaver : bloemtrossen van 4-14 gele bloemen, voor de bloei stervormig uitstaande, gewimperde kelktanden.
smalle rolklaver : armbloemige bloeiwijze, 1-4(-6) gele bloemen, blad grijsgroen.
gewone rolklaver : bloemtrossen van 3-8 dooiergele bloemen, in de knop rood, zij-nerven van het blad slecht zichtbaar.
rechte rolklaver : plaatselijk ingezaaid en ingeburgerd, bloemen lichtgeel en in de knop niet rood.
veldlathyrus : samengestelde bladeren eindigend in een vertakte rank, vruchten duidelijk afgeplat.
|
Algemeen
– vlinderbloemenfamilie (Fabaceae)
– overblijvend
– zeer algemeen tot vrij zeldzaam
– 30 tot 100 cm
Bloem
– geel
– vanaf juni t/m augustus
– schermachtige tros
– vlinderbloem
– vlag 10 tot 18 mm
– 5 kroonbladen, vergroeid
– 5 kelkbladen, vergroeid
– 10 meeldraden
– 1 stijl
Blad
– verspreid
– handvormig samengesteld
– top spits
– rand gaaf, gewimperd
– voet afgerond of wigvormig
– veernervig
Stengel
– opstijgend of liggend
– behaard
– rolrond
zie wilde bloemen