Geert Groote ( ), woonde in Deventer. Oprichting in 1374 Meester-Geerthuis in Deventer. Stimuleerde oprichting Huizen in andere steden. Motivatie: onvrede met moreel verval RK kerk. Doel: terugkeer naar gebruiken vroege Chistenen. Vertaalde delen van de bijbel in het Nederlands. Probeerde BGL erkend te krijgen door Utrecht. In 1398 instemming bisschop met de organisatie en de religieuze motivieven BGL. Geert Groote studeerde aan de Sorbonne geneeskunde, theologie en kerkelijk recht. Was kanunnik van de Dom van Utrecht ( ). Leidde aanvankelijk het leven van een welgesteld en eerzuchtig geleerde. Werd in 1379 in Utrecht tot diaken gewijd en hield vanaf dat moment boetepreken in veel Noord-Nederlandse steden, bijvoorbeeld tegen kloosterlingen met persoonlijke rijkdommen. Verzamelde een groep volgelingen om zich heen, de moderne devoten. Hieruit ontstonden de Zusters- en Broeders van het Gemene Leven en de Congregatie van Windesheim. Zuster en Broeders waren gemeenschappen van leken (niet gewijde geestelijken). Hun voornaamste bezigheden waren de zorg voor de studerende jeugd en de verbetering van de leefomstandigheden van de bevolking. Een van de belangrijkste punten van Geert Groote was dat ieder mens zelf verantwoordelijk was voor zijn of haar zielenheil. De deelnemers hoefden daarom geen kloostergelofte af te leggen.



