categorie : meditatie en yoga
De duif : houding
Een oefening die de heupen opent. Vanuit de Quadricep leg je één been achter je neer en de andere been leg je onder de tegenovergestelde heup. Dus je linker voet leg je onder je rechterheup. Voor steun zet je je handen naast je neer maar zorg wel dat je zo recht mogelijk blijft zitten.
De duif is een van de moeilijkste yogahoudingen. Gelukkig zijn er veel stapjes onderweg die we ons eerst eigen gaan maken en die ons naar het einddoel brengen. Hier volgt de Salamba kapotasana, de duif met ondersteuning. De volgende stap is de duif op een been, waarbij de handen in de lucht gestrekt worden, en daarna volgt de ‘koningsduif’, waarbij twee armen achter het hoofd de voeten beet pakken. Ook de duif met ondersteuning vergt flink soepele heupen en sterke benen.
Salamba kapotasana
de koningsduif
Start in Ado Mukkha Svanasana, hond met het hoofd omlaag. Zwaai het rechterbeen omhoog naar achteren, buig het been en breng de rechtervoet naar voren bij je linker pols en de rechter knie bij je rechterpols. De rechter hiel is voor de linker heup. Je rechterscheenbeen rust nu op de vloer. Breng je linkerbeen naar achteren en breng de linker dij omlaag tot de grond. Breng je rechter zitbeen ook richting de grond. De twee heupbotten, links en rechts, liggen redelijk in lijn richting de grond.
Bij de eerste beoefening mag de rechterknie lichtjes naar rechts wijzen, en daardoor uit lijn met de heup raken. Let op je linkerbeen, dit moet recht naar achteren gestrekt zijn en niet naar links afbuigen. Een beetje naar binnen mag wel, het been drukt op de grond. Adem uit en leg je borstkas op de binnenkant van je rechterdij en blijf zo liggen voor een paar ademhalingen, met de armen naar voren gestrekt. Dit kan een flink druk op je heupen geven, blijf goed doorademenen.
Loop met je handen terug naar je voorste scheenbeen en druk jezelf omhoog. Strek de borstkas omhoog, maak je rug lang en breng het staartbeen onder je, het schaambeen gaat richting de navel. Houd de houding een minuut aan, of bijvoorbeeld tien ademhalingen. Vaak is het moeilijk om de voorste heup op de grond te houden. Plaats er een dik deken onder.
Als het lukt om in deze positie te blijven ook zonder de steun van je handen, breng de handen dan aan de onderkant van je ribbenkast. Breng de borstkas naar boven en naar achteren, maar druk je bekken naar de grond met je handen. Leg het hoofd naar achteren maar blijf in de nek verlengen. Borstkas richting het plafond.
Als je zo kunt blijven zitten, zou een partner je boven armen kunnen tillen en naar achteren brengen. Als ook dit lukt, ben je klaar om de voet aan de achterkant te gaan optillen. Wellicht met steun van een riem die je in een lus om je linker voetbal bindt.
De bovenbeenspieren van het been dat je optilt worden zeer sterk aangespannen. Beweeg je been daarom rustig, anders schieten de spieren snel in een kramp. Als het bewegen goed gaat, en de voor- en achterbeenspieren zijn gewend, kun je iets meer trekken en het been naar je toe halen. Op elke uitademing een stukje verder komen. Kom terug in Ado mukkha svanasana en doe de andere kant, breng het linker been voor.
preview en aankoop boek “De Openbaring “:
http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget




