Category, categorie: The Bible explained/De Bijbel uitgelegd: video
Genesis 1: 24-31 + Genesis 2 – Skip Heitzig






.


.
.
.
.

.
.

.
.
.
.

.
.

1 Wie is wijs? Wie kan alles begrijpen? Als iemand wijs is, verandert dat zijn gezicht: het wordt vriendelijker.
2 Wees gehoorzaam aan de bevelen van de koning, omdat je aan God gezworen hebt dat je dat zal doen.
3 Wees niet bang voor hem, maar ga ook niet tegen hem in. Want de koning doet wat hij zelf wil.
4 Wat hij zegt, gebeurt. Wie zal hem vragen: “Wat doet u daar?”
5 Mensen die doen wat de koning beveelt, komen niet in moeilijkheden. Wijze mensen weten wat ze wanneer moeten doen.
6 Want alle dingen hebben hun eigen tijd. Want een mens overkomt veel ellende die hem door andere mensen wordt aangedaan.
7 Hij weet niet wat er in de toekomst gebeuren zal. Niemand kan hem dat vertellen.
8 Geen mens heeft macht over de wind. Niemand kan hem laten ophouden met waaien. En niemand heeft macht over de dood. Niemand kan hem tegenhouden wanneer hij komt. De strijd is al bij voorbaat verloren. Ook slechte mensen ontkomen niet.
9 Dit heb ik allemaal gezien toen ik onderzocht wat er allemaal gebeurt onder de zon. Ik zag dat de ene mens macht heeft over de andere mens. En dat hij die macht misbruikt om die ander kwaad te doen.
10 Ook zag ik hoe slechte mensen een mooie begrafenis kregen. Maar dat goede mensen die eerlijk geleefd hadden, niet begraven werden. Ze werden door de bewoners van hun stad vergeten. Ook dat is maar lucht en iets onbegrijpelijks.
11 Slechte mensen worden niet onmiddellijk gestraft. Daarom denken de mensen dat ze ongestraft slechte dingen kunnen doen.
12 Want een slecht mens die honderd misdaden doet, blijft toch lang leven. Toch weet ik dat het goed zal gaan met de mensen die leven zoals God het wil, omdat ze ontzag voor God hebben.
13 Maar met de mensen die zich niets van God aantrekken, zal het uiteindelijk slecht aflopen. Hun leven zal niet lang worden zoals een schaduw lang wordt in de avondzon, omdat ze geen ontzag voor God hebben.
14 Ik heb op aarde nóg iets gezien wat maar lucht is, iets onbegrijpelijks: dat er goede mensen zijn met wie het net zo slecht afloopt als met slechte mensen. En dat er slechte mensen zijn met wie het zo goed gaat alsof ze goede mensen zijn. Ik vind dat dat lucht is, iets onbegrijpelijks.
15 Daarom denk ik dat je maar beter vrolijk kunt zijn. Er is onder de zon niets beters voor een mens dan te eten en te drinken en van het leven te genieten. Dat is het enige wat hij heeft bij al zijn gezwoeg in de tijd die God hem geeft onder de zon.
16 Ik was vast van plan geweest om wijs te worden. Ik wilde begrijpen wat de mensen allemaal doen. En waarom sommige mensen dag en nacht geen rust hebben.
17 Maar ik heb ontdekt dat de mens niets kan begrijpen van de dingen die God doet onder de zon. Hoe goed een mens ook zoekt, hij kan het niet begrijpen. Een wijs mens kan denken dat hij het begrijpt, maar toch is dat niet waar.
Doorheen de geschiedenis van de mensheid heeft religie zich altijd voorgedaan als de manier om God te leren kennen. Als we kijken naar de christelijke religie, lijkt het of God een ouwe sufferd is, die nooit met zijn tijd meegaat, die mensen alles verbiedt wat leuk is en ons een saai leven wil geven, zonder een greintje plezier. Gezond denkende mensen, die zien hoe absurd religie is, besluiten daarom om God de rug toe te keren.
Het woord religie komt van het Latijnse woord ‘RELIGARE’, wat opnieuw binden betekent. Het geeft je geen echte vrijheid maar het onderdrukt en controleert je.
God is totaal anders. In plaats van je te binden, wil hij je echte vrijheid geven! Jezus Christus zei over zichzelf:
‘Als de Zoon van God je vrij gemaakt heeft, zul je werkelijk vrij zijn.’ ( Johannes 8 : 36 )
De profeet Jesaja profeteerde dat Jezus Christus het volgende zou doen:
‘U zult blinden de ogen openen, gevangenen uit hun kerkers leiden, en wie in het duister zitten, naar de vrijheid voeren.’ ( Jesaja 42 : 7 )
‘…een bode die goede tijding brengt, die vrede en vrijheid verkondigt,’ ( Jesaja 52:7 )
Wat betekent deze vrijheid? Het goede nieuws van Jezus Christus is dat al je zonden vergeven zijn als je in Jezus gelooft. Hij is als offer aan het kruis gestorven, voor alle mensen. Iedereen die in hem gelooft, ontvangt volkomen vergeving van al zijn zonden en wordt verlost van zijn schuld. We hoeven dan niets meer te bewijzen aan God, maar mogen vrijuit tot hem naderen, als zijn dierbare kinderen. Hij neemt ons in zijn armen en brengt ons thuis, in zijn eeuwige liefde. Dat is waarvoor we bedoeld zijn.
Als je in hem gelooft, is je schuld weggewassen en wordt je volkomen vrij. Vrij om te leven zoals God bedoeld heeft, zonder schuld, zonder de macht van het kwaad die je leven beheerst, zonder de vernietigende ik-gerichtheid die elk mens kenmerkt, maar als een nieuw mens, geboren uit God en geliefd door God. Dan ben je vrij van onderdrukkende religie. Vrij van schuld en schaamte. Vrij om te leven in de liefde van God.
Dat is de ware vrijheid. Niet zelfverdiend, maar bewerkt door het offer van Jezus Christus. Wat een onvoorstelbaar geschenk van liefde en genade. Dat is God en dat is de vrijheid die Jezus Christus je geeft. Je hoeft je niet langer druk te maken om allerlei religieuze tradities, wetten en kritieken, maar je mag volop leven, in Gods overweldigende liefde. De enige eis die God ons stelt is dat we Hem en elkaar van harte liefhebben.
‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en heel uw ziel, met inzet van al uw krachten en met heel uw verstand, en heb uw naaste lief als uzelf.’ (Lukas 10:27)
Religie wil altijd weer de vrijheid roven, die Jezus ons geeft, door ons wijs te maken dat we ons aan allerlei menselijke wetten en tradities moeten houden. De apostel Paulus vermaande christenen die zich lieten beroven van hun vrijheid:
‘Opdat wij werkelijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen.’ (Galaten 5:1)
De vrijheid die Jezus ons geeft, houdt in dat we verlost zijn van de zonde en leven in zuiverheid en waarheid. Jezus maakt ons vrij, zodat we met heel ons hart kunnen leven in Gods liefde voor onze naaste. Als we de vrijheid misbruiken om verkeerd te doen, hebben we er niets van begrepen. Daarom zegt de Bijbel:
‘Leef als vrije mensen, zonder de vrijheid te misbruiken als dekmantel voor zondige praktijken. Met uw vrijheid moet u God dienen.’ (1 Petrus 2:16)
‘U bent geroepen om vrij te zijn, broeders en zusters. Maar gebruik die vrijheid niet als voorwendsel voor zelfzucht. Nee, wees elkaar juist dienstbaar in een geest van liefde.’ (Galaten 5:13)
Jezus is niet gekomen om een religie te stichten, maar om de hele mensheid weer bij God te brengen. Hij help je om het overvloedige leven met God te ontdekken, zonder angst en zonder onterechte schuldgevoelens. Jezus neemt de zware jukken van menselijke kritiek, veroordeling, verstikkende tradities en zinloze uiterlijkheden van je af en gaat recht naar je hart.
Het enige wat Jezus wil is dat je zijn liefde ervaart en dat je anderen liefhebt. Het gaat Hem enkel en alleen om liefde voor God en liefde voor je naaste. Alle kenmerken van religie, zoals uiterlijkheden, gedragingen, gewoonten, geboden en verboden zijn helemaal niet belangrijk voor God. Ze houden God zelfs weg van de mensen, omdat ze het uiterlijk voorop zetten, in plaats van het hart.
In religie kun je perfect hypocriet zijn. Je uiterlijke vertoning kan overeen stemmen met de eisen van de religie, terwijl je hart nog steeds zelfgericht en oneerlijk is. Daarom noemde Jezus Christus de religieuze leiders van zijn tijd ‘witgekalkte graven vol dorre doodsbeenderen.’ De buitenkant ziet er prachtig uit maar innerlijk is het duister, omdat het ik voorop staat en niet de liefde van God.
Omdat religie op het uiterlijk gericht is, beoordeelt het mensen altijd op een verkeerde manier. Religie is dan ook sterk veroordelend. Om die reden laat religie een sterk vertekend beeld van geloof in God zien. God ontfermt zich over mensen die meestal door religie buitengesloten worden. En God ontmaskert mensen die in religie de hoogste plaatsen innemen.
Omdat religie zoveel belang hecht aan uiterlijke zaken, houdt het vaak vast aan eeuwenoude zaken die allang achterhaald zijn en niet langer relevant voor de mensen die nu leven. Mensen die niet vasthouden aan die oude uiterlijkheden worden vervolgens veroordeeld.
Het beeld dat religie schetst van God, staat in schril contrast met wie God is. Daarom schrikt religie talloze mensen af van God, in plaats van te laten zie hoe bevrijdend het is om God te kennen, zoals Hij echt is.
De Bijbel laat zien dat God liefde is. God is goed, God is vrijheid, God is alles waar je blij, gelukkig en gezond van wordt. God is vol creativiteit en maakt mensen vrij om zich creatief te uiten. God maakt je spontaan als een kind, om te lachen en te huilen, te springen en te dansen. God is echt en hij maakt je ook echt, zonder alle maskers en harnassen waar religie je in wil stoppen. Mensen die gebonden zijn door religie, ervaren echter Gods vrijheid, vreugde, liefde en goedheid niet ten volle en leven vaak vanuit een houding van kritiek, veroordeling, wetticisme, afwijzing en negatief denken.
Jezus Christus zei niet: ‘Ik ben gekomen om jullie een nieuwe religie te geven.’ Hij zei:
‘Ik ben gekomen opdat jullie leven zouden hebben
en wel leven in overvloed.’ (Johannes 10:10)
Hij wil je onderdompelen in het overvloedige leven van God. Jezus Christus is gekomen om ons te laten zien hoe heerlijk God is en hoe geweldig geloof in God kan zijn, als je God leert kennen zoals Hij echt is!
Jezus Christus zei:
Ik ben het licht dat in de wereld gekomen is. Als je Mij volgt, zul je nooit meer in duisternis wandelen. (Johannes 8:12)
Wie dorst heeft, laat hij bij mij komen om te drinken. De Schrift zegt over wie in mij gelooft: Zijn hart zal een bron zijn waaruit stromen levend water vloeien. (Johannes 7:38)
Jezus Christus geeft je de Geest van God, die de rivier is van levend water, de bron van overvloedig leven, die uit je innerlijk stroomt. Hij wil ongehinderd in je en door je heen stromen. Religie wil die rivier van God altijd aan banden leggen. Maar God wil dat zijn rivier zonder enige belemmering kan stromen, want dan kan het leven en de liefde ons vervullen en genezen.
Jezus was vol liefde en leert ons te leven vanuit Gods liefde, naar elkaar toe. Religie zal wel woorden van liefde hanteren, maar de harten blijven kil en hard. De liefde is niet echt. Mensen die werkelijk de liefde van Jezus Christus kennen en er ten volle vanuit leven zijn heel anders dan mensen die door religie over liefde horen en die op een wettische manier liefhebben.
De Geest van God verandert je innerlijk. Je wordt werkelijk opnieuw geboren door de Heilige Geest, die je tot een kind van God maakt. En hoe meer je werkelijk in die vrijheid leeft, hoe meer je vrij wordt van religie, hoe echter je zult worden en hoe meer liefde er in je hart zal stromen.
Een kenmerk van God is dat hij lasten van pijn, verdriet en lijden wegneemt en mensen opricht om te genieten van het leven. Daarom werd de bediening van Jezus Christus gekenmerkt door het genezen van de zieken. Overal waar Jezus Christus kwam, verrichte Hij talloze wonderen van genezing. In het evangelie van Mattheus staat maar liefst zes maal dat Jezus allen genas.
‘Hij genas hen van alle ziekten en kwalen. Ze brachten hem allen die er slecht aan toe waren, mensen met allerlei ziekten en pijnen, bezetenen, lijders aan vallende ziekte en verlamden, en hij maakte hen beter.’ (Matteus 4:23,24)
.
De vijanden van Jezus Christus waren de godsdienstige leiders, zij die dag en nacht in de tempel en synagoge stonden. Zij vervolgden Jezus Christus. Hij paste niet in hun controlesysteem, waar mensen macht hebben over elkaar. Hij breekt juist die menselijke systemen weg en zegt:
‘God, de Heer, heeft mij gezalfd:
van zijn geest ben ik vervuld.
Dit is mijn opdracht:
goed nieuws brengen aan de armen,
opbeuren wie alle moed verloren,
gevangenen de vrijheid aanzeggen,
wie opgesloten zitten, loslaten.’
(Jesaja 61:1)
De vrijheid die Jezus Christus ons wil geven is echt een ongekende vrijheid. We denken dat we vrij zijn, maar in werkelijkheid zijn we allemaal in bepaalde opzichten nog gebonden door religie. God heeft een vrijheid voor ons, die we nog niet kennen. Die vrijheid heeft te maken met het ware kennen van het hart van God, dat ons vrijheid, leven, vreugde, ontspanning, rust, liefde en geluk geeft.
Als we Gods vaderhart beter leren kennen, worden we meer en meer bevrijd van religie. Iemand die door een religieuze geest geleid wordt legt lasten, schuld en leugens op je, zelfs met de Bijbel in de mond. Iemand die door de Geest van de Vader geleid wordt, zal je leiden naar vrijheid.
Religie spreekt wel heel vroom, maar is eigenlijk erg haatdragend en stookt broeders op tegen elkaar, veroorzaakt twisten en conflicten, maakt mensen hoogmoedig en hard, eigenzinnig en niet bereid tot luisteren en leren. De Geest van God maakt je zacht, warm, bewogen, vergevend, bereid tot luisteren, bereid om te leren, altijd zoekend naar het hart van de ander, zoekend naar verzoening en broederschap.
Toon ons uw hart hemelse Vader, het hart van Jezus, het hart van de Heilige Geest. We hebben U zo nodig Heer. Help ons. Maak ons vrij van religie. Leer ons echt te zijn, zoals U echt bent: vol liefde en genade.
Het “Heilig Paterke van Hasselt”, Jan Louis Paquay werd op 17 november 1828 in Tongeren geboren als vijfde kind van Hendrik Paquay en Anna Neven. Zowel de Paquay’s als de Nevens waren diep christelijke families met een eerlijke liefde voor God en de mensen. Arbeid, gebed en inzet voor elkaar was het stramien waarop hun familieleven was geweven. Jan Louis liep lagere en middelbare school in Tongeren, ging dan naar het Klein Seminarie te St.-Truiden, maar veranderde dan plots van richting en trad in bij de minderbroeders in Tielt.
Hij wilde volgeling worden van de H. Franciscus van Assisi. De minderbroeders waren door de Franse Revolutie uit hun kloosters in België verjaagd. De storm van de vervolging was gaan liggen en het kloosterleven bloeide weer op. In 1849 werd Jan Louis Paquay door de eerst provinciaal, Louis Bourgeois, aangenomen in de nieuw opgerichte Belgische Provincie. Hij kreeg de kloosternaam Valentinus.
Op het einde van zijn noviciaat had novicemeester, P. Vleminck als bezwaren om hem toe te laten tot zijn enkelvoudige geloften dat hij te veel bad en vastte. Deze overdreven praktijken wekten het vermoeden van een zekere hysterie, een ongezonde manier om de aandacht op zich te willen vestigen. Een tweede bezwaar was dat een minderbroeder niet slechts een contemplatief leven moest leiden, maar zich ook wijden aan het apostolaat.
De kandidaat hield aan dit verdict een huiduitslag over. Maar tenslotte werd in de raadsvergadering het roepingsprobleem van frater Valentinus anders bekeken en werd hij tot de geloften toegelaten.
In 1854 op 10 juni werd hij priester gewijd en benoemd bij de communiteit Hasselt, die sinds 1846, op verzoek van de deken Spaas, de dienst in de Onze Lieve-Vrouwekerk verzekerde.
Pater Valentinus wijdde zich aanvankelijk aan de missiepredikatie, maar spande zich zodanig in dat hij er in 1864 door een bloedspuwing mee op moest houden. Van dan af werden hem rustigere taken zoals klooster- en priesterretraites toegewezen. Van dan af werd zijn biechtstoel zijn groot apostolaat. Frequent werd hij geroepen om zieken en stervenden bij te staan. Altijd stond hij paraat. De laatste jaren van zijn leven kreeg hij staar op zijn beide ogen en begonnen zijn hartklachten toe te nemen. Tot drie weken voor zijn dood bleef hij zijn taak behartigen.
We hebben heiligen nodig
zonder togen of sluiers.
We hebben heiligen nodig
met jeans en sneakers.
We hebben heiligen nodig
die naar de film gaan en naar muziek luisteren;
die uitgaan met hun vrienden.
We hebben heiligen nodig
die God op de eerste plaats zetten
ver boven het nastreven van enige carrière.
We hebben heiligen nodig
die tijd uittrekken voor dagelijks gebed
en die weten hoe ze verliefd kunnen zijn
op al wat zuiver, schoon en goed is.
We hebben heiligen nodig:
heiligen voor de 21e eeuw
met een eigen spiritualiteit voor deze nieuwe tijd.
We hebben heiligen nodig
die zich tot taak stellen de armen te helpen
en de nodige sociale veranderingen aan te brengen.
We hebben heiligen nodig
die in deze wereld leven om die wereld te heiligen
en die dus niet bang zijn om midden in die wereld leven.
We hebben heiligen nodig
die cola drinken en hot dogs eten,
die op internet surfen en naar hun iPods luisteren.
We hebben heiligen nodig
die van de eucharistie houden,
die niet bang zijn een pizza te eten
of een biertje te drinken met hun vrienden.
We hebben heiligen nodig
die van film houden,
van dans, sport en theater.
We hebben heiligen nodig
die open en sociale, normale en blije medemensen zijn.
We hebben heiligen nodig
die midden in de wereld leven
en die kunnen genieten van al het goede dat er te vinden is
zonder kapsones.
We hebben heiligen nodig.