categorie : gezondheid en gezondheidsproducten
Sporten houd je niet alleen fit en gezond. Je ziet er ook goed uit, je hebt een mooier figuur, je bent minder snel moe en je vecht beter tegen ziektes. Als je beweegt in groepsverband, oefen je ook je sociale lenigheid.
Zijn je herinneringen aan je laatste sportinspanning nog in zwart-wit, dan doe je er goed aan heel rustig te beginnen. Begin bijvoorbeeld met vijf minuutjes te bewegen en probeer er elke dag een paar minuten aan toe te voegen. 50-plussers die intensiever willen sporten, praten hier beter eerst eens over met hun arts.
30 minuten per dag

Heb je een hekel aan sporten als dusdanig of kan je er met de beste wil van de wereld geen extra tijd voor vrijmaken? Geen nood, door elke dag 30 minuten te bewegen met een matige intensiteit, schiet je ook al een heel eind op. Je hoeft het bovendien niet ver te zoeken. Je dagelijkse bezigheden bieden je kansen genoeg om in beweging te blijven.
Fiets bijvoorbeeld naar je werk, loop tijdens de lunchpauze eens vaker een blokje om of ga vaker te voet naar de winkel voor kleine boodschappen in plaats van één keer per week met de auto. Je zal al snel een verschil merken, en vooral voelen. Maar daarvoor moet je je wel elke dag aan die 30 minuten houden. Anders is het effect snel weer verdwenen.
Meer sporten, anders eten?
De recreatieve sporter heeft genoeg aan een goede en gevarieerde voeding (zie de voedingsdriehoek). Veelbelovende sportvoedingssupplementen zijn overbodig. Voor de meeste van deze supplementen heeft men trouwens nog geen gunstig effect kunnen aantonen. Professionele sporters kunnen mogelijk voordeel halen uit een individueel aangepaste voeding in functie van het type sport dat ze beoefenen en de trainingsfrequentie.
Enkele algemene voedingsrichtlijnen voor sporters
.
.
.
.Naast de aanbeveling om evenwichtig en gevarieerd te eten, zijn de voedingsrichtlijnen voor sporters er vooral op gericht de koolhydraatvoorraad te optimaliseren (60 tot 70 energie% koolhydraten). Koolhydraten worden omgezet in glucose en glucose wordt in de cel verder omgezet in energie of opgeslagen in de vorm van glycogeen.
Hoe groter de glycogeenvoorraad in je lichaam, hoe langer je een intensieve inspanning kan volhouden. Verwar een koolhydraatrijke voeding niet met zoete suikerrijke maaltijden en tussendoortjes. Kies voor complexe koolhydraten. Je vindt ze voornamelijk in brood, aardappelen en andere graanproducten.
• Wees zuinig met vetten en vetrijke voedingsmiddelen (max. 30 energie% vet), een spelregel die bij elke gezonde voeding past. Geef de voorkeur aan halfvolle of magere zuivelproducten en magere vleeswaren. Hoed je voor tussendoortjes die naast veel suiker ook relatief veel vet kunnen bevatten (bv. snoeprepen).
• Met een adequate, gewone voeding wordt de aanbevolen hoeveelheid eiwit makkelijk gehaald, ook voor krachtsporters. Zij hebben dan ook geen speciale eiwitpreparaten of aminozuursuppletie nodig.
• Een evenwichtig samengestelde en gevarieerde voeding rijk aan groenten en fruit brengt voldoende vitaminen en mineralen aan. De extra energie die voor het sporten nodig is, kan het best uit normale voedingsmiddelen worden verkregen omdat die ook de nodige vitaminen en mineralen leveren. Op die manier heeft de sporter geen aanvullingen nodig in de vorm van supplementen. Extra vitaminen verhogen de prestaties niet. Een vitaminesuppletie heeft pas effect als er een vitaminetekort is, bijvoorbeeld als gevolg van een al te nonchalant voedingspatroon.
.
.
.
• Voldoende drinken voor, tijdens en na belangrijke sportinspanningen is essentieel om uitdrogingsverschijnselen te voorkomen. Door te sporten ga je meer zweten en verlies je meer vocht. Een vochtverlies van minder dan 1 liter (op de weegschaal ± 1 kilo) kan de prestatie al aantasten. Atleten die sporten met een matige tot hoge intensiteit kunnen één tot twee liter vocht per uur verliezen.
Op warme dagen loopt het zweetverlies nog verder op. Alleen drinken als er dorst ontstaat, volstaat niet. Het dorstgevoel treedt bovendien pas op bij een vochttekort, wanneer het dus eigenlijk al te laat is. Bij inspanningen van ongeveer één uur volstaat doorgaans gewoon water. Drink tijdens langdurige inspanningen elke 10 tot 20 minuten 150 tot 200 ml.
. Bij inspanningen die langer duren dan een uur kan naast vocht een bijkomende aanvoer van koolhydraten tijdens de inspanning zinvol zijn. Je kan hiervoor gebruikmaken van sportdranken met een koolhydraatconcentratie van 4 tot 8 % (40 tot 80 g per liter). Dranken die te veel suiker bevatten (meer dan 15 %) zijn niet aangewezen omdat zij de vochtopname kunnen vertragen en aanleiding kunnen geven tot gastro-intestinale stoornissen.
Koolzuur- en caffeïnehoudende dranken tijdens de inspanning kunnen eveneens maagdarmproblemen geven. Zorg dat de temperatuur van de drank tussen 15 en 22°C ligt. Een ijskoude drank kan maag- en darmpijn veroorzaken. De toevoeging van natrium kan nodig zijn als de inspanning langer dan drie uren aanhoudt. Voor het nut van de toevoeging van andere mineralen en sporenelementen en vitaminen bestaan geen bewijzen.
Een goede sportdrank op het juiste moment kan je prestaties ten goede komen, maar enkel als je daarnaast ook gezond en evenwichtig eet. Een slecht of nonchalant voedingspatroon kan je sportprestaties kelderen en dan kan zelfs een sportdrankje niet baten.
• Begin niet kort na de maaltijd te sporten. Eet twee tot vier uren voor de inspanning niet meer uitgebreid. De vertering vraagt om een adequate bloedvoorziening die op dat moment ten koste gaat van de bloedtoevoer naar de spieren die ook meer bloedtoevoer vragen tijdens de lichamelijke inspanning. Tot een uur van tevoren kunnen nog wel tussendoortjes als fruit of koek worden gegeten.
• Voor wie wil presteren is ten slotte voldoende training essentieel.

preview en aankoop boek “De Openbaring “:

JOHN ASTRIA