Category, categorie: The Bible explained/De Bijbel uitgelegd: video
.
.
Matthew 5 (Part 13) : 33-48 – Oaths, eye for an eye, love for enemies
.
Mattheüs 5 (Deel13) : 33-48 – Geloften, oog om oog, liefde voor vijanden
.
Paul LeBoutillier
.
.
Palmarosa etherische olie wordt gedestilleerd uit het gedroogde gras van de Cymbopogon martinii. De Palmarosa is een tot 3 meter hoog gras met lange bladen en roodbruine bloeipluimen. Van oorsprong komt de plant uit Noord India of Pakistan en behoort tot een familie van grassen en waarvan Cymbopogon een belangrijk geslacht van ongeveer 120 verschillende soorten en variëteiten is. |
Cymbopogon martinii, is een grassoort waarvan 2 variëteiten bekend zijn: het Gembergras, Cymbopogon martinii var. sofia en Palmarosa, Cymbopogon martinii var. motia of ook wel Cymbopogon martinii var.martinii.
De etherische olie is lichtgeel tot olijfkleurig en heeft een zoete, bloemige, licht frisse kruidig zoete geur die op rozen lijkt. Daarom wordt de olie ook veel gebruikt als goedkope vervanger van echte Rozenolie. Palmarosaolie is een belangrijke geurstof in de cosmetische industrie
Palmarosa is ook bekend als Turkse- of Indiase Geranium omdat de olie vroeger vanuit Bombay naar de havens aan de Rode Zee werd verscheept en vandaar uit over land naar Constantinopel en Bulgarije vervoerd. Op de Balkan en ook in Turkije wordt Palmarosa-olie veel gebruikt voor het versnijden van echte Rozenolie.
Een belangrijk commercieel centrum voor Palmarosa is het westen en noordwesten van Ellichpur in India waar zich vele destilleerderijen bevinden.
Zowel de olie als de gedroogde plant worden gebruikt in de Ayurveda, de traditionele Indiase geneeskunde.
Palmarosa olie wordt aanbevolen bij zenuwpijn, spit, ischias en reumatische pijn, terwijl het kruid wordt gebruikt bij de behandeling van koorts, slechte spijsvertering en dikke darmontsteking. |
Eén van de voornaamste bestanddelen van de olie is geraniol en daardoor is Palmarosa niet alleen zeer waardevol in de huidverzorging, maar ook bij spijsverteringsproblemen en als schimmelwerend en antibacterieel middel.
Palmarosa etherische olie stimuleert de celregeneratie, reguleert de talgproductie.
Het is een antiseptische olie met bacterie-, virus-, en schimmelremmende eigenschappen en wordt in de aromatherapie gebruikt bij huidinfecties, littekens, eczeem, psoriasis, puistjes, wondjes, bacteriële- en schimmelinfecties, acne, couperose, rimpels, darminfecties, geestelijke uitputting, nervositeit, stijve spieren, spijsverteringproblemen, depressies en aan stress gerelateerde problemen.
In combinatie met Lavendel-, Tea Tree- en Geranium olie kan Palmarosa helpen bij ontstekingen aan de urinewegen en de geslachtsdelen, zoals blaasontsteking, urinebuisontsteking en schede ontsteking.
Palmarosa olie opent het hart, ontspant de zenuwen en kalmeert de geest. Hij herstelt de innerlijke balans en werkt ontspannend bij stress en gejaagdheid.
Fijn om te verdampen bij rusteloosheid, slapeloosheid en angst.
contra-indicatie: Palmarosa kan bij puur gebruik bij gevoelige mensen huidirritaties veroorzaken.
Palmarosa kan goed gecombineerd worden met:
Sandelhout, Roos, Bergamot, Ceder, Citroen, YlangYlang, Jasmijn , Rozemarijn, Wierook, Geranium en andere bloemenoliën.
.
.
Volgens een recent onderzoek van het Nederlandse Voedingscentrum staat bijna 1 op 4 koelkasten thuis te warm afgesteld. Volgens het Voedingscentrum (en andere voedingsexperts) is de ideale temperatuur voor een koelkast 4°C. Bij die temperatuur wordt de groei van ziekmakende bacteriën en schimmels het meest geremd. Bij 4 °C vermenigvuldigt listeria zich bijvoorbeeld half zo snel als bij 7 °C. Salmonellabacteriën vermenigvuldigen zich bij 4°C niet meer.
Bij een kwart van de koelkasten bij consumenten staat de koelkast echter ingesteld op warmer dan 7°C. Op de website van de Federale Dienst Klimaatverandering (www.climat.be) wordt zelfs gezegd dat de ideale temperatuur in de koelkast 6 à 7 °C is. Een lagere temperatuur zou onnodig energie kosten…
Temperatuurtips
• Om uw etenswaren vers te houden moet de thermostaat van uw koelkast ingesteld staan op minstens 5 graden en moet u erop toezien dat de temperatuur binnenin tussen 0 en 4°C blijft, en in ieder geval lager dan 7°C.
• De temperatuur in de koelkast is regelbaar met de daarvoor bestemde knop. Meestal is een schaalverdeling op de knop aangebracht van 1 tot 3, 5, 7 of 10. Hierbij geldt: hoe hoger de waarde, hoe hoger de koelstand, dus hoe lager de temperatuur. Voor de meeste koelkasten is een stand van circa 60% voldoende (3 op een schaal van 5 of 6 op een schaal van 10).
• Controleer de temperatuur in de koelkast regelmatig op verschillende plaatsen. Gebruik daarvoor een speciale koelkastthermometer (te koop bij de huishoudwinkel). Plaats de thermometer in een glas water en bekijk de temperatuur na enkele uren, als de koelkast een tijd dicht is geweest. Is de temperatuur te hoog, pas dan de thermostaatstand aan.
• Koelkasten met een *** of ****-vriesvak hebben een koeling in de achterwand. Deze koelkasten zijn het koudst achterin en onderin (boven de groentela). Koelkasten met * of ** hebben bovenin een vriesvak met daaronder de koeling. Deze koelkasten zijn boven achterin het koudst.
• In een vriesvak met 1 ster kunt u etenswaren gedurende een paar dagen bewaren.
Een vak met 2 sterren houdt diepvriesproducten gedurende 3 à 4 weken bevroren, maar bevriest geen verse producten.
In een vak met 3 sterren kunt u diepgevroren producten ongeveer 3 maanden bewaren, maar geen verse producten invriezen.
Indien uw vriesvak 4 sterren heeft, daalt de temperatuur onder -18°C en kunt u verse of diepgevroren producten invriezen en bewaren tot de datum die staat aangegeven onder “ten minste houdbaar tot”.
.
.
• In een koelkast wordt de koude niet homogeen geproduceerd. Wanneer uw koelkast niet uitgerust is met een systeem voor luchtcirculatie of luchtventilatie, verschilt de temperatuur bovenaan, in het midden en onderaan het toestel.
Als u weet dat warme lucht stijgt en koude lucht daalt, is het makkelijk de verschillende koudezones in uw koelkast te herkennen. In functie van de ideale bewaartemperatuur van uw producten kiest u het meest geschikte legplateau.
• Koudste zone (tussen 0° en 4° C): De koudste plek in je koelkast bevindt zich direct boven de groentela achterin. Op deze plek moet je dus je meest bederfelijke producten bewaren. Hier plaatst u rauw vlees en rauwe vis, zuivelproducten (verse kaas of kaas van rauwe melk), vers fruitsap, charcuterie, producten die u ontdooit, bereide gerechten, zeevruchten…
• Koele zone (rond 4°): dit is het middelste deel van de koelkast. Hier plaatst u best gebakken vlees en vis, gekookte groenten en fruit, gebak, sausen, harde of halfzachte kazen, yoghurt, slagroom…
• Groentenbak (tussen 4° en 6° C): dit is de bak die zich helemaal onderaan de koelkast bevindt. Hier komen verse groenten en fruit.
• De deur van de koelkast – de gematigde zone (rond 6°) deze zone is het warmst. Hier plaatst u best voedsel dat licht gekoeld moet worden, zoals eieren, boter, confituur, mosterd, koffie, dranken, sausen…
• Onder de 4°C kan bij sommige fruit- en groentesoorten lage-temperatuurbederf optreden. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, hoeft u groenten en fruit niet altijd in de koelkast te bewaren. Vruchtgroenten zoals tomaat, komkommer en paprika, en bepaalde vruchten als banaan, meloen, ananas, avocado, citroen en mango kunnen beter ongekoeld worden bewaard.
• Voor verse vis geldt een bewaartemperatuur die lager ligt dan 4°C. Deze kan volgens het Voedingscentrum dan ook het best in folie in een schaal met ijsklontjes bewaard worden, en dan hooguit 2 dagen.
• Stapel niet te veel producten op elkaar in de koelkast. De lucht moet immers tussen de voedingswaren kunnen circuleren.
• Wanneer veel boodschappen in de koelkast moeten, kan de koelkast tijdelijk een standje hoger gezet worden. Naarmate de koelkast voller staat, kost het meer tijd om alles op de juiste temperatuur te krijgen en te houden.
• Plaats nooit rauwe producten boven bereide producten. Vermijd zo overdracht van ziekteverwekkende bacteriën van rauwe op bereide producten door in de koelkast bv. vers vlees in een doosje te bewaren, zodat de ‘drip’ (vocht) niet op andere producten kan terechtkomen.
• Laat bereide gerechten afkoelen voordat u ze in de koelkast plaatst. Zorg dat het binnen twee uur afkoelt, bijvoorbeeld door het te verdelen in kleine porties of de pan af te laten koelen in een bak met ijskoud water. In een bereid product kunnen bepaalde bacteriën sneller groeien. Bewaar deze producten daarom afgedekt, in een bakje met een deksel of met cellofaan eromheen. Bovendien is zo uitdroging te voorkomen. Bewaar bereide gerechten niet langer dan 2 dagen in de koelkast (of 3 maanden in de diepvries).
• Zet producten na gebruik meteen weer in de koelkast. Schenk bijvoorbeeld melk in een beker, in plaats van het pak op tafel te laten staan. Dan hoeft het niet weer helemaal opnieuw af te koelen. Bovendien verkort 1 uur buiten de koelkast de houdbaarheid van de melk al met 1 dag.
• Respecteer de bewaarvoorschriften die op de verpakking staan.
• Respecteer de vervaldatum. Zodra de verpakking open is, is de houdbaarheidsdatum niet meer geldig en mag een koel te bewaren product niet langer dan 2 à 3 dagen in de koelkast bewaard worden.
• Wanneer bederfelijke waren warmer zijn geworden dan circa 7 °C, is het verstandig ze meteen te gebruiken. Boven een temperatuur van ongeveer 10 °C is het veiligheidshalve beter om alles uit de koelkast weg te gooien, met uitzondering van ongeopende flessen en pakken sap.
• Maak de koelkast geregeld schoon met een vaatdoekje en een sopje, in elk geval eens per maand. De koelkast kan na reinigen het best met een schone doek worden gedroogd.
De mens wordt naakt geboren, maar krijgt meteen een dekentje rond gewikkeld en tegenwoordig krijgt een pasgeboren baby dadelijk de eerste kleedjes aangetrokken die door de ouders werden meegebracht. Kledij heeft hier een dubbele functie: het biedt het pasgeboren kindje bescherming tegen de koude en het kan gezien worden als een verwelkomingsritueel.
Kledij beschermt de mens niet alleen tegen de kou of tegen schaamtegevoelens, maar onderscheidt mensen ook van elkaar. Kleding biedt groepsonderscheid wat men ziet bij sportteams, schooluniformen en jeugdverenigingen. Er is ook aparte kleding voor rechters, advocaten, soldaten, verpleegkundigen, bouwvakkers, etc.
Bovendien bestaat er ook gelegenheidskleding voor bruiloften, begrafenissen en vakantie. In de kerk is er ook liturgische kleding en hebben verschillende kleuren een eigen betekenis. Kleren maken de man. Kleding is heel belangrijk als je alleen al nagaat hoeveel spreekwoorden en gezegden er bestaan in verband met een hoed, pet, das, hemd, jas, broek, sokken of schoenen.
Kledij heeft doorheen de geschiedenis een functionele evolutie doorgemaakt waarbij het niet langer de beschermende factor tegen koude en andere weersomstandigheden is die primeert. Kledij is in de huidige westerse samenleving een uithangbord van de persoon geworden. In de straten en op school worden we geconfronteerd met de meest uiteenlopende klederdrachten.
We bemerken onmiddellijk een diversiteit aan stijlen. Mensen experimenteren met kledij, schoenen, juwelen en de gekste gadgets die ze vinden in modebladen, affiches langs de weg, etalages van de meest hippe of exclusieve winkels. Achter elke stijl kan een bepaalde levenswijze schuilgaan waarmee de persoon zich vereenzelvigt, al hoeft dat niet altijd zo te zijn.
Met kleding die bij je past, kun je jezelf zijn. Dat besef begint al op jonge leeftijd. Nadenken over het uiterlijk doet iedereen. Op school wordt men dikwijls op zijn uiterlijk beoordeeld. Het zijn meestal de kinderen die mooie kleren aan hebben die de groep leiden. Zij zijn ‘stoer’ en ‘cool’.
Jongens proberen heel erg op te vallen. Dat doen ze voor de meiden. De meiden proberen ook heel erg op te vallen. Jongeren zijn vaak sterk met hun kledij begaan. Opmerkelijk is dat binnen de vriendenkring dezelfde kledingstijl voorkomt. Om als adolescent geaccepteerd te worden binnen een bepaalde subcultuur moet er aangesloten worden bij het achterliggende van die groep.
De identiteit van de jongeren wordt grotendeels bepaald door de groep waarbinnen ze zich profileren. Er wordt van hen verwacht dat ze zich vereenzelvigen met de gangbare opinies van de groep. Jongeren bevinden zich constant in de spanning van het uniek zijn., Zich bewegen in een groep is vaak een ‘heen en weer’ tussen het eigen denken en dat van de groep. Dergelijk proces van meegaan en verzet is spanningsvol en belangrijk om zichzelf te leren kennen.
Een identiteit vormen zonder daarbij rekening te houden met de ander en het beeld dat de ander over ons heeft, is onmogelijk. Het uiterlijk van de ander zet (on)bewust aan tot het vormen van vooroordelen tegenover die persoon. Zo zie je bij jongeren dat de ene subcultuur de leden van een andere subcultuur vaak beschouwt als helemaal anders en zelfs als onverstaanbaar, tegenstrijdig en minderwaardig. Identiteitsbepaling door middel van kledij bevat een dubbel proces: een positieve identificatie met de ene subcultuur en een negatieve identificatie met de andere subcultuur, waarvan men zich absoluut wil onderscheiden.
Ook tussen religie en kledij is er een nauwe band. Denken we maar aan de burka’s of de hoofddoek, het traditionele kleed dat moslimmannen ook hier in Vlaanderen vaak dragen, aan het zwarte pak met boordje waaraan het meisje in de Coca-Cola-reclame in de aantrekkelijke surfer meteen een priester herkende. Door middel van kledij gaat men zich hier identificeren met de religieuze gemeenschap waartoe men behoort en zich onderscheiden van de anderen.
Dit zorgt al eens voor problemen. Denken we maar aan de hoofddoekenkwestie die in verschillende westerse landen op dit moment met pieken en dalen aan de orde van de dag is. Maar ook binnen religieuze gemeenschappen kan kledij gebruikt worden om zich te onderscheiden. Bijvoorbeeld de verschillende klederdracht van broeder- en zustergemeenschappen, de kledij waardoor de priester zich tijdens de liturgische dienst onderscheidt van het volk, etc.
Een aantal modefabrikanten doen meer dan kleding maken. Achter sommige kledingmerken zit een bepaalde filosofie. Het bekendste merk met een duidelijke boodschap is ongetwijfeld Benetton, dat op tijd en stond de wereld opschrikt met choquerende reclamecampagnes, zoals de copulerende paarden, de kussende priester en non en het met bloed doordrenkte pak van een Servische soldaat.
Maar ook de Nederlandse ontwerpster Cora Kemperman wil meer doen dan enkel en alleen kleding ontwerpen. Zij heeft de stichting Amma opgericht, een goede doelen stichting waarmee financiële hulp gegeven wordt aan de ontwikkelingslanden waar hun kledij ook voor een stuk geproduceerd wordt.
ECO meisjes – Amma stichting
John Galliano
De Schepper
Pasteltekening van John Astria
de zwangere vrouw en de draak; Openbaring 12
Pasteltekening van John Astria
20 Kunt u de krokodil met een haak en een vislijn vangen? Of een lasso om zijn tong leggen?
21 Kunt u hem met een touw door zijn neus in bedwang houden of zijn kaak met een pin doorboren?
22 Zal hij u smeken om medelijden of u door vleiende woorden proberen om te praten?
23 Zal hij zich er bij neerleggen dat u hem voor zijn verdere leven tot slaaf maakt?
24 Kunt u hem net als een vogel in een huisdier veranderen en uw kleine dochtertjes met hem laten spelen?
25 Zullen de mannen die samen vissen hem aan de vishandelaren verkopen en zullen deze hem onder zich verdelen?
26 Zal zijn huid worden doorboord met pijlen of kan iemand een harpoen in zijn kop planten?
27 Als u hem met de hand wilt aanraken, zal het gevecht dat volgt u nog lang heugen en u zult dat geen tweede maal proberen.
28 Nee, het is onmogelijk hem te vangen. Alleen al wanneer je naar hem kijkt, deins je terug.”
41 “Er is niemand die het waagt hem op te hitsen, laat staan dat er iemand is die wil proberen hem te overwinnen. En als niemand tegen hem is opgewassen,
2 zou er dan wel iemand bestaan die het tegen Mij kan opnemen? Ik ben niemand iets schuldig. Alles onder de hemelen is van Mij.
3 Ik mag niet vergeten de geweldige kracht van zijn ledematen en zijn elegante lichaamsbouw te noemen.
4-5 Wie durft zijn huid af te stropen en met een bit binnen het bereik van zijn machtige kaken te komen, laat staan ze open te trekken? Want zijn tanden zijn vreselijke wapens.
6-8 De overlappende schubben op zijn rug vormen een ondoordringbaar pantser, zodat er geen lucht tussen kan komen en niemand erin slaagt ze te doorboren.
9 Wanneer hij snuift, schieten lichtflitsen naar buiten. Zijn ogen gloeien als de eerste zonnestralen.
10 Vuur springt uit zijn muil.
11 Er komt rook uit zijn neusgaten, net als uit een kookpot die op een fel brandend vuur staat.
12 Ja, zijn adem kan kolen laten ontbranden; vlammen schieten op uit zijn bek.
13 In zijn nek schuilt een angstaanjagende kracht, die overal verschrikking zaait.
14 Zijn vlees is hard en stevig, niet zacht en vet.
15 Zijn hart is zo hard als rots, als een molensteen.
16 Als hij opstaat, slaat zelfs de sterkste mannen de angst om het hart. Zij vluchten weg voordat ze door hem worden verpletterd.
17 Een zwaard is een nutteloos wapen tegen hem en ook andere wapens halen niets uit.
Pasteltekening van John Astria
“Zal hij ook voor zijn gezicht neergeslagen worden?” (Job 40 : 28). Het is een sterk wezen. In Job 41 : 6 – 8 en 14 leest u over zijn schilden en zijn vlees. Het is met aardse wapens niet te verslaan, maar, zoals Hebr. 4 : 12 zegt: “het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling van de ziel; en van de geest, en van de samenvoegselen, en van het merg”. De Heere Zelf zal hem verslaan!
Maar hierin ziet u ook het enige wapen wat wij in de geestelijke wapenrusting ter beschikking hebben (Ef. 6 : 17): Het Woord van God. Wanneer Jezus Christus door de duivel, een wezen dat ook Gods Woord citeert, in de woestijn verzocht wordt, weerlegt de Heere Jezus hem met het Woord (Luk. 4 : 1 – 15): “Er is geschreven…” Het Woord is zeer vast, en niet van eigen uitlegging. Alleen het Woord van God kan de vijand aan, kan de vijand weerleggen, en uiteindelijk verslaan. Maar dat laatste zal het Vleesgeworden Woord Zelf doen.
.
.
.
.
.
.
.
– ‘God maakte de nacht’ – Genesis 1:1-5
.
– ‘Moeder Maria zwanger’ – Lucas 1:39-56
.
– ‘Zaadkorrels in het duister’ – Marcus 4:26-29; Johannes 12:24-25
.
Marcus 4:26-29
26 In die tijd zei Jezus tot de menigte: “Het gaat met het Rijk Gods als met een man die zijn land bezaait;
27 hij slaapt en staat op, ’s nachts en overdag, en onderwijl kiemt het zaad en schiet op, maar hij weet niet hoe.
28 Uit eigen kracht brengt de aarde vruchten voort, eerst de groene halm, dan de aar, dan het volgroeide graan in de aar.
29 Zodra de vrucht het toelaat slaat hij er de sikkel in, want het is tijd voor de oogst.”
Johannes 12:24-25
– ‘Jezus bidt ’s nachts’ – Lucas 6:12-16; Lucas 21:37-38; Lucas 22:39-46
.
Lucas 6:12-16
Lucas 21:37-38
38. Iedere ochtend kwam al vroeg het hele volk naar de tempel om naar Hem te luisteren.
Lucas 22:39-46
.
– ‘Zonsverduistering’ – Lucas 23:44-45
.
.
– ‘Opstaan uit de nacht’ – Romeinen 6:8-9
.
.
.
.
.