Category, categorie: The Bible explained/De Bijbel uitgelegd: video
Leviticus 25: 35-55+Leviticus 26+Leviticus 27 > Skip Heitzig








Mijn Zoon, deze zij uw bruid tot herstel van Mijn volk waarvan zij de Moeder zal zijn en dat herboren zal worden door Geest en water.
Waarom in deze voorstelling het kruishout in zilver is uitgebeeld, verklaart de tekst van de uitleg, die aldus luidt:
“Toen Christus Jezus, de ware Zoon van God, aan het kruishout hing, werd Hem in de verborgenheid van de hemelse geheimenissen de Kerk Hem ten huwelijk gegeven en ontving zij als bruidsschat Zijn heilig Bloed.”
Het mysterie van het huwelijk van de tweede Persoon van de H. Drievuldigheid met de verloste mensheid, de Kerk, speelt zich geheel af in de eeuwige gedachte van God de Vader en daarom hangt Christus hier aan een zilveren kruis.
Zoals we reeds zagen op vorige miniaturen wijst het zilver op het goddelijk licht van de Vader. Hier zien we op deze voorstelling de Kerk in haar gehele gestalte. Voor God vormen verleden, heden en toekomst één ogenblik. Voor de gelovigen, die leven in de tijd, vertoont zich de Kerk nog niet volledig, zoals de onderste helft van de miniatuur laat zien.
De Kerk hernieuwt het mysterie van haar huwelijk met Christus iedere dag, als zij op het altaar de bruidsschat van het H. Bloed aanbiedt. Wanneer de kerk dat doet en de kelk en het brood op het altaar geplaatst heeft, zegt ze:
“Dit is het sacrament van het geloof”.
Daarna heft zij de handen op en zegt namens het hele volk:
“Daarom gedenken wij Heer, het lijden en de dood van Jezus Christus Uw Zoon, dat Hij verrezen is en opgestegen ten hemel.”
Dit alles is in deze miniatuur prachtig weergegeven. Links zien we in medaillons de grote mysteries van Christus’ aardse leven n.l. Zijn geboorte en begrafenis ; rechts in medaillons die van Zijn hemelse leven n.l. het opstaan uit het graf en daarboven de hemelvaart. Vier meesterwerkjes van miniatuurkunst vol symboliek. Zo is het graf waarin Christus’ lichaam gelegd wordt en dat waaruit Hij opstaat, gevormd van groene brokstukken, en groen komen we steeds tegen als het over de aarde gaat.
De scheiding tussen het tafereel in de hemel, in de bovenste helft van de miniatuur, en het misoffer op aarde, in de onderste helft, wordt door een groenkleurige band gevormd. Deze groene kleur correspondeert met de onderste en bovenste dwarsbalk van de omlijsting, terwijl de staande balken blauw zijn. Als men de lijsten van al de miniaturen nakijkt, komt men tot de conclusie, dat de kleuren daarvan uit zuiver decoratief oogpunt gekozen zijn.
.
.
Laat ik mezelf aan u voorstellen. Ik ben mgr. John Esseff, priester uit het bisdom Scranton, Pensylvania, gewijd in het jaar 1953. In 1959 werd pater Pio mijn geestelijk leidsman. Ik ben bevoorrecht om geestelijk leider te mogen zijn van honderden zielen op alle niveaus van het geestelijk leven. Sommigen zijn beginnelingen, anderen zijn gevorderden en sommigen zijn mystici.

Msgr John Esseff
Terwijl mijn licht voortgaat, zal alles onder zijn macht komen. Het zal niet beperkt blijven tot godsvruchtige personen, noch tot alleen maar innerlijke realiteiten. Ik moet de sterke bolwerken van macht van Satan zichtbaar maken, die de wereld naar haar vernietiging bewegen.
De machtige krachten van het kwaad zijn verborgen voor het zicht, de besluiten, die gemaakt worden door de machtigen en de rijken, die alles wat ze doen, omgeven met de mantel van geheimhouding, en de innerlijke krachten van de politieke wereld, die alleen maar voortdurende macht zoekt zonder rekening te houden met het menselijk leven. Deze machtige, verborgen krachten beslissen over de toekomst van de wereld en alles moet aan het licht gebracht worden.
Hoe kan dit gebeuren, wanneer de rijken en de machtigen elk middel gebruiken om zichzelf in duisternis te hullen? Ik spreek nu van een ware verlossing van de mensheid, van een volledig breken van de macht van het kwaad over het menselijk geslacht. Bevat dit moment. Begrijp wat er gebeurt. Satan kent en vreest mij. Ik spreek over de volledige bevrijding van het menselijk geslacht van kwaad, dat eeuwenlang in haar bodem is geplant. Dit kwaad is gegroeid en samengesmolten. Het heeft steeds meer het menselijk leven opgeëist.
Kijk naar de grote armoede waarin het grootste deel van de mensheid leeft. Kijk naar de omverwerping van regeringen en eindeloze oorlogen. Kijk naar de wapens van vernietiging en de groei van de rijkdom. Deze geweldige krachten zijn niet in één nacht ontstaan. Ze zijn het resultaat van verborgen kwaad, dat is samengesmolten voor hun eigen zelfzuchtige belangen. Deze machten manipuleren de wereldgebeurtenissen voor hun eigen zelfzuchtige verlangens. Ze moeten uiteengedreven worden door mijn licht, zodat het menselijk geslacht opnieuw een frisse lucht kan inademen en een nieuwe weg kan beginnen.
Spreek ik van kleine overwinningen? Van kleine gevechten? Helemaal niet. Ik spreek van een volledige verplettering van de kop van Satan en het brengen van de wereld in licht dat eeuwen en eeuwen ontbroken heeft. Zo staat de wereld ervoor, op de rand van de grootste duisternis of aan de rand van een totaal licht. Ik heb een diep geheim geopenbaard van mijn Onbevlekt Hart.
..
Pasteltekening van John Astria
Is het nodig dat wij onze zonden belijden aan God, nadat Jezus voor onze zonden gestorven is? In het Onze Vader wordt hierover gesproken maar toen woonde Jezus nog op de aarde. Het is nuttig eerst iets dieper in te gaan op de begrippen verlossing en vergiffenis. De eis die eigenlijk aan ons wordt gesteld, is dat wij in het geheel niet zondigen. Alleen absolute volmaaktheid maakt ons aanvaardbaar voor God. Helaas is alleen Jezus er in geslaagd die volmaaktheid te tonen. De overige mensen slagen daar niet in, en hebben daarom verlossing nodig.
De openbaring van Gods verlossingsplan maakt duidelijk dat wij op bepaalde voorwaarden toch kunnen worden aangenomen, en zo ontkomen aan de dood die wij eigenlijk zouden verdienen. En dat het verlossingswerk van Christus daar een grote rol bij speelt. Maar het basisprincipe is en blijft dat zonde onacceptabel is voor God. Met andere woorden: van ons wordt gevraagd dat wij ons uiterste best doen die volmaaktheid van Jezus, op zijn minst zo goed mogelijk, te benaderen.
Maar wanneer wij daarin tekort schieten, is het niet een kwestie van ‘game over’, zoals onder de wet van Mozes strikt genomen het geval was, maar kunnen we vergiffenis vragen en verder gaan. De bedoeling is dan uiteraard wel dat wij van onze fouten leren, en wel degelijk naar dat voorbeeld van Christus toegroeien.
Uiteraard kan het niet de bedoeling zijn dat wij gewoon ons eigen leven leiden, en de rekening daarvoor door Christus laten betalen. Zijn verlossingswerk is geen vrijbrief om onze eigen gang te gaan. Waar wij tekort schieten, mogen we ons beroepen op de verlossing die Hij tot stand bracht, maar dat is geen verkregen recht. Christus betaalt als het ware onze schulden, maar dit betekent wel dat wij niet de vrijheid hebben om bewust nieuwe schulden te maken,omdat de rekening toch al zou zijn voldaan.
Dit houdt in dat wij, wanneer we toch weer in de fout zijn gegaan, in elk geval bereid moeten zijn te erkennen dat het fout was. En dat kunnen we alleen maar doen door onze zonde te belijden. En de tweede eis is, dat wij onze uiterste best moeten doen om herhaling te voorkomen. En dit op zijn beurt vergt dat wij ons bewust zijn van onze fouten. En niets maakt je zo goed bewust van je fouten als de noodzaak ze te belijden.
Anders gaan we maar denken dat het allemaal wel meevalt. Jacobus raadt ons zelfs aan die fouten te belijden tegenover elkaar (Jac.5:16), hoeveel temeer aan God. De Schrift vertelt ons dat we radicaal moeten veranderen. We moeten al onze menselijke neigingen achter ons laten, en ons zo volledig mogelijk richten op het voorbeeld van Jezus.
En die verandering moet zo radicaal zijn, dat het ons wordt voorgesteld als het worden van ‘een nieuwe mens’ (Efez. 4:22-24), of van een opnieuw geboren worden (Joh. 3:3). Dat kan alleen wanneer we ons voortdurend bewust zijn van wat we nog verkeerd doen, waar we nog tekort schieten, en wat er dus beter moet. En zelfs wanneer we in dit leven nooit die volmaaktheid van Jezus zelf zullen bereiken, dan moeten we er wel steeds dichter in de buurt komen.
In dit leerproces leren we het snelst van onze fouten. We herkennen onze fouten alleen wanneer we gedwongen worden die te erkennen, niet in de laatste plaats tegenover onszelf. Maar wanneer we al niet bereid zijn die toe te geven tegenover God, dan hebben we smoezen genoeg om ze te ontkennen tegenover onszelf.
Maar we hebben geen carte blanche om zo maar onze gang te gaan, we kunnen niet op pad gaan met Jezus’ creditcard op zak. We zullen voor elke nieuwe schuld weer met het schuldbriefje bij God langs moeten gaan, en nederig vragen of dat misschien weer afgeboekt mag worden. Op zijn minst leren we ons dan te schamen voor ons gedrag.
Dat klinkt misschien allemaal erg negatief, en in werkelijkheid zal het effect ook veel positiever zijn want we bouwen een relatie op met God, die we anders niet zouden hebben. Maar we moeten nooit de vergissing maken dat zonde sinds Christus’ kruisdood niet serieus meer is. In Gods ogen is zonde nog steeds bloedserieus. En het belijden daarvan maakt ons daar beter dan wat dan ook van bewust.
Nog een laatste opmerking over het feit dat Jezus Zijn discipelen het ‘Onze Vader’ leerde, toen Hij ‘nog op aarde’ was. Uit zijn woorden blijkt dat Hij hier was om de zijnen voor te bereiden op het nieuwe Verbond en het nieuwe tijdperk dat komen ging. Het lijkt daarom niet logisch te verwachten dat Hij Zijn discipelen een ‘nieuw gebed’ zou leren, dat enkele jaren later alweer achterhaald zou zijn. We mogen er daarom van uitgaan dat dit gebed een patroon bevat, dat door alle eeuwen heen van belang blijft.
Goed te herkennen aan
– de helder gele bloemhoofdjes met vlinderbloemen, die na de bloei afvallen en
– de vruchthoofdjes met niervormige vruchtjes, die van groen naar zwart verkleuren en
– het driedelige klaverblad, waarvan de deelblaadjes een spitsje hebben
Algemeen
Hopklaver is eenjarig en zeer algemeen voorkomend. Ze groeit op vochtige tot droge, voedselrijke grond in gras-landen en bermen, ook op stenige plaatsen. Hopklaver wordt 7 tot 50 cm hoog.

Bloem
Ze bloeit vanaf april tot in de herfst met helder gele bloemhoofdjes van 10 tot 50 (gewoonlijk 30 tot 40) bloemen. De bloemhoofdjes staan op een lange steel in de bladoksels, zijn eerst rond, later eirond. Na de bloei vallen de bruinachtig geworden bloemetjes af en worden vruchthoofdjes zichtbaar met niervormige vruchtjes, die eerst groen zijn en later bij rijpheid zwart worden.
Blad
De verspreid staande bladeren bestaan uit 3 deelblaadjes, die omgekeerd eirond, behaard en boven het midden het breedst zijn. Het topblaadje is langer gesteeld dat de twee andere.

Toepassingen
Hopklaver is snelgroeiend en wordt daarom soms als veevoer gekweekt. Behalve als veevoer wordt ze ook uitge-zaaid als groenbemester, omdat ze met behulp van bacteriën stikstof in de bodem kan vastleggen.
Vergelijkbare soorten
| hopklaver : 10-50 bloemig helder geel hoofdje, niervormige groene (later zwarte) vruchtjes, afvallende bloemen, vierkantige stengel.
kleine klaver : 3-15(-25) bloemig geel hoofdje, waarvan de bloemen na de bloei verkleuren naar geelbruin, niet afvallen maar gaan hangen, ronde stengel.
liggende klaver : 20-40 bloemig citroen- tot gouddeel hoofdje, waarvan de bloemen een duidelijk geplooide, brede vlag hebben, niet afvallen, kleurloos tot lichtbruin verkleuren, ronde stengel.
|
Algemeen
– vlinderbloemenfamilie (Fabaceae)
– eenjarig
– zeer algemeen voorkomend
– 7 tot 50 cm
Bloem
– helder geel
– vanaf april tot in de herfst
– hoofdje, 4-8 mm
– vlinderbloem
– 5 kroonbladen, vergroeid
– 10 meeldraden
– 1 stijl
Blad
– verspreid
– samengesteld handvormig
– deelblaadjes :
– omgekeerd eirond
– zeer kort gesteeld
– top iets gerand met spitsje
– rand getand
– voet wigvormig
– veernervig
– behaard
Stengel
– opstijgend of liggend
– behaard
– vierkantig
zie wilde bloemen