Dagelijks archief: september 30, 2024

Larimar / Pectoliet

Standaard

categorie : sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

.

.

Kenmerken van larimar

 

Larimar is een prachtig hemelsblauwe tot zeeblauwe edelsteen. De steen wordt maar op één plek ter aarde ge-vonden, in de Dominicaanse Republiek. De lokale priester Miguel Domingo Fuertes Loren ontdekte de vindplaats in 1916. De steen kreeg toen de naam blauwe pectoliet, vanwege de grote verwantschap met pectoliet, dat meestal wit of grijs is. Larimar heet ook wel Atlantissteen of dolfijnsteen. Larimar is zeldzamer dan diamant. De edelsteen wordt in de Dominicaanse Republiek verwerkt tot sieraden, meestal in zilver gezet. Het is de nationale steen van de Dominicaanse Republiek. Larimar zorgt voor innerlijke vrijheid en zelfverwerkelijking. De steen sti-muleert je om je eigen koers te varen. Je bent de architect van je eigen leven en je leert je grenzen verleggen.

.

.

.

.

Herkomst van de naam

 

De naam larimar ontstond in 1974, toen de Dominicaan Miguel Mendez de vindplaats herontdekte. Hij noemde het mineraal naar zijn dochter Larissa, koosnaam Lari, en het Spaanse woord mar (’zee’), vanwege de zeeblauwe kleur.

.

.

Larimar

.

.

Door de eeuwen heen

 

De larimar is nog niet zo lang bekend in de westerse wereld. De Indiaanse stammen in Amerika en de oor-spronkelijke bevolking van de Dominicaanse Republiek kenden de larimar wel. De edelsteen werd gebruikt als amulet en talisman. Men geloofde dat de larimar ’s nachts boze geesten op een afstand hield en de drager en zijn familie beschermde tegen dodelijke ziektes en natuurrampen.

Bijzonder is de verbintenis van de larimar met het mythische Atlantis. Eén van de dialogen van de klassieke Griekse filosoof Plato (428-347 v.Chr.) verhaalt over een rijk dat Atlantis heet, groot en machtig, maar ten onder gegaan door verschrikkelijke aardbevingen en vloedgolven. Over het algemeen wordt Atlantis in de Middellandse Zee gesitueerd. De Grieken geloofden dat de mensen van Atlantis konden spreken met de dolfijnen; daarom werd de dolfijn het symbool van Atlantis.

De beroemde Amerikaanse helderziende Edgar Cayce (1877-1945) geloofde echter dat Atlantis niet in de Middel-landse Zee lag, maar in het Caribisch gebied. Velen geloven daarom dat La Hispaniola (Haïti en de Dominicaanse Republiek) restanten zijn van het verzonken Atlantis. De larimar zou nog herinneren aan dat grote verloren rijk. Vandaar dat deze steen ook wel Atlantissteen of dolfijnsteen wordt genoemd.

.

.

beadsandsphere

.

.

Spiritueel

 

* Larimar maakt je ervan bewust dat je de architect bent van je eigen leven, en dat je met je wil invloed hebt op ziekte en gezondheid. Het laat je zien dat er geen grenzen zijn behalve die jij jezelf oplegt. Het helpt je die grenzen te verruimen of te slechten.
* Larimar maakt rustig bij nervositeit en zenuwachtigheid.
* Larimar neemt blokkades weg in de energiebanen van het lichaam, opent de meridianen.
* Larimar helpt om heftige emoties als angst, woede, jaloezie los te laten. Het geeft innerlijke rust en tevredenheid.

.

.

.

.

Chemische samenstelling

 

Larimar is een zeldzame variant van pectoliet. Pectolieten zijn van zichzelf wit tot grijzig. De mooie zeeblauwe kleur wordt veroorzaakt door ingesloten kobalt (Co) en koper (Cu). Soms heeft larimar ook de kleuren wit, wit-blauw, groen, grijs of rood in zich. Rood wordt veroorzaakt door sporen ijzer.

.

.

Samenstelling: Ca2 Na [H Si3 O9] + (Co, Cu, Fe, K, Mn, P)
Hardheid: 4,5 – 5
Glans: glasglans, zijdeglans
Transparantie: doorschijnend tot ondoorzichtig
Breuk: oneffen tot conchoïdaal
Splijtbaarheid: perfect
Dichtheid: 2,74 – 2,88
Kristalstelsel: triklien

.

.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

Vroegeling : Erophila verna

Standaard

Vroegeling : Erophila vernacategorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

IMG_2906-m.vroegeling

 

 

 

Goed te herkennen aan
– de vroege bloei en
– het kleine bladrozet en
– de tere kleine witte bloemetjes met 4 gespleten kroonbladen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Algemeen

 

Vroegeling is een tenger eenjarige plantje van 3 tot 15 cm hoog. Ze komt zeer algemeen voor op open, droge zandgrond, zoals in plantsoenen, bermen, open grasland en tussen bestrating. In de kustprovincies is ze wat minder algemeen.  Vroegeling kiemt in het najaar en gaat als rozet de winter door. In het vroege voorjaar verschijnen de bloemetjes en voor de zomer zijn de zaden al gevormd. Dan sterft het plantje af en zullen in het najaar de zaden ontkiemen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Bloem

 

Ze bloeit vanaf februari tot en met mei met witte bloemetjes, die op onbebladerde, gladde stelen staan. De bloemetjes hebben vier diep gespleten kroonblaadjes. Vaak komt de plant massaal voor op haar groeiplaats. Deze krijgt dan vroeg in het jaar een witte waas van al die kleine bloemetjes. Voor sommige mensen is dit een teken dat het voorjaar eraan komt. Als de vruchtjes opengaan geven de witte tussenschotten weer een opvallend witte waas over de plantjes.

 

 

 

 

 

Vergelijkbare soorten

 

Naast vroegeling zijn er nog 5 andere (zeer) algemeen voorkomende, vroege voorjaarsbloeiers met 4-tallige, kleine witte bloemetjes en een bladrozet.

 

 

 

herderstasje : driehoekige vruchten.

 

 

 

 

 

 

 

vroegeling : gespleten kroonbladen en brede, platte vruchten, rozetbladeren gaaf of getand.

 

 

 

 

 

 

 

zandraket : lange, smalle, schuin afstaande vruchten, rozetbladeren gaaf of getand.

 

 

 

 

 

kleine veldkers : lange, smalle, rechtop staande vruchten, die boven de bloemen uitkomen, rozetbladeren veervormig.

 

 

 

 

 

 

bosveldkers : lange, smalle, rechtop staande vruchten, die niet of nauwelijks boven de bloemen uitkomen, rozetbladeren veervormig.

 

 

 

 

 

 

 

klein tasjeskruid : ongelijke kroonbladen, eironde, platte, haaks afstaande vruchten, rozetbladeren veervormig.

 

 

 

 

 

Algemeen

 

– kruisbloemenfamilie (Brassicaceae)
– eenjarig
– zeer algemeen voorkomend
– 3 tot 15 cm

Bloem
– wit
– vanaf februari t/m mei
– tros
– stervormig
– 3 tot 5 mm
– 4 diep ingesneden kroonbladen
– kroon niet vergroeid
– 4 kelkbladen, behaard
– 6 meeldraden

Blad
– rozet
– enkelvoudig
– lancetvormig
– top spits
– rand gaaf of getand
– voet gevleugeld
– veernervig
– zacht behaard

Stengel
– rechtop
– glad en kaal of verspreid behaard
– rolrond
– onbebladerd

zie wilde bloemen

 

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

John Astria

Winterakoniet ; Eranthis hyemalis

Standaard

categorie: kamerplanten en bloemen

 

 

 

266px-Winterakoniet

 

 

 

Goed te herkennen aan
– de vroege bloei en
– de gele bloemen met vlak daaronder een krans van diep ingesneden stengelbladeren

 

 

 

winterakoniet_0394

 

 

 

Algemeen

 

Winterakoniet is een plant, die in de eerste helft van de 19e eeuw in de Lage Landen is ingevoerd vanuit Midden- en Zuidoost-Europa. Ze verspreidt zich niet spontaan, maar kan zich, waar ze is aangeplant, goed handhaven en vermeerderen. Ze bloeit in februari en maart met gele bloemen en wordt 5 tot 15 cm hoog. In zachte winters kan ze al in januari bloeien. Winterakoniet doet het goed op licht beschaduwde, vaak grazige plaatsen. Ze wordt ook als tuinplant aangeboden.

 

 

 

 

 

Bloem

 

Elke vaak roodbruin aangelopen bloemsteel draagt één bloem. Aan het einde van de stengel zitten drie diep handvormig ingesneden stengelbladeren en direct daarboven zes tot acht langwerpige tot eironde gele bloemdekbladen. Die gele bloemdekbladen zijn de kelkbladen. De kroonbladen zijn vergroeid tot nectariën, de gele kokertjes vol met nectar die in het hart van de bloem zitten.

 

 

 

 

 

Blad

 

Aan het einde van de bloemsteel, net onder de bloem, zitten drie diep handvormig ingesneden, glanzend donkergroene stengelbladeren. Daarnaast zijn er ook 1 of meerdere lang gesteelde wortelbladeren.

 

 

 

 

 

vergelijkbare soort

 

Vergelijkbaar met winterakoniet is gewoon speenkruid. Ze groeien en bloeien op dezelfde plaatsen en op hetzelfde moment en hebben allebei gele bloemen. Speenkruid heeft echter ronde blaadjes, terwijl winterakoniet een kraag van diep ingesneden blaadjes direct onder bloem heeft staan.

 

 

speenkruid

 

 

 

Algemeen

 

– ranonkelfamilie (Ranunculaceae)
– overblijvend
– zeldzaam
– 5 tot 15 cm

Bloem
– geel
– (januari) februari en maart
– gesteeld alleenstaand
– 2 tot 3 cm
– stervormig
– 6 tot 8 bloemdekbladen
– 6 tot 8 nectariën
– meer dan 20 meeldraden
– 6 stijlen

Blad
– wortelstandig of onder bloem
– samengesteld
– handvormig ingesneden
– top spits
– rand gaaf
– handnervig
– wortelbladeren gesteeld
– stengelbladeren zittend
– glanzend donkergroen

Stengel
– rechtop
– vaak roodbruin aangelopen
– rond

zie wilde bloemen

 

 

winterakoniet1

 

 

 

 

  

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA