categorie: religie

.
Rechters, ook wel Richteren genoemd, is het zevende boek van zowel de joodse Bijbel als de christelijke Bijbel. Het boek vertelt over een aantal Israëlitische rechters die in Israël optraden na de aankomst van de Israëlieten in Kanaän. Deze rechters traden op als leiders en militaire bevelvoerders.
In de Hebreeuwse Bijbel valt het boek onder de Profeten. In de christelijke Bijbel maakt het boek deel uit van het Oude Testament en wordt het tot de historische boeken gerekend. De naam ontleent het boek aan het onderwerp. Het behandelt de geschiedenis van het Hebreeuwse volk tijdens de periode van de mensen die de titel “rechter” droegen. Hoewel deze rechters zich ook bezighielden met rechtspraak, heeft het boek vooral aandacht voor hun optreden als militaire leiders die het volk aanvoerden in de strijd tegen onderdrukkers en vijanden.
De in het boek Rechters beschreven gebeurtenissen vinden plaats tussen de in Jozua beschreven verovering van Kanaän en het optreden van Samuel, dus ergens in de tweede helft van het 2e milenium voor Christus. Het is Samuel die aan het eind van zijn leven het koningschap instelt. Volgens de Joodse traditie is Samuel ook de auteur van Rechters. Vanaf de instelling van het koningschap spelen rechters geen rol van betekenis meer in de Bijbel en wordt hun rol overgenomen door koningen enerzijds en profeten anderzijds.
.
Het raadsel van Simson
.

.
1Op een keer kwam Simson in Timna en ontmoette daar een Filistijns meisje.
2Hij ging naar huis en zei tegen zijn ouders dat hij met dat meisje wilde trouwen.
3Maar zijn ouders hadden bezwaar tegen dat huwelijk. ‘Waarom trouw je niet met een meisje uit ons eigen volk?’ zeiden ze. ‘Waarom kies je juist een meisje van die heidense en onbesneden Filistijnen? Is er bij het volk Israël niet één meisje met wie je zou willen trouwen?’ Maar Simson zei tegen zijn vader: ‘Ik wil niemand anders dan haar. Ga haar voor mij halen.’
4Zijn ouders wisten echter niet dat de Heredit zo had geleid, want Hij zocht een gelegenheid om iets tegen de Filistijnen te doen, die in die tijd Israël bezet hielden.
5Toen Simson met zijn ouders naar Timna reisde, werd hij bij de wijngaarden aan de rand van de stad aangevallen door een jonge leeuw die brullend op hem afsprong.
6Op dat moment kwam de Geest van deHere over hem en aangezien hij geen wapen bij zich had, greep hij de leeuw bij zijn kaken en scheurde hem in tweeën alsof het een bokje was! Maar hij vertelde het niet aan zijn ouders.
7Nadat hij in Timna was aangekomen, ging hij met het meisje praten en hij mocht haar graag, daarom werden de voorbereidingen voor een huwelijk getroffen.
8Na enige tijd ging hij terug voor de bruiloft. Onderweg keek hij nog even bij de dode leeuw. Er bleek een bijenzwerm in het kadaver te zitten en er was ook honing.
9Hij nam wat honing en liep al etend verder. Hij gaf ook wat aan zijn ouders, maar vertelde hun niet waar het vandaan kwam.
10-11Terwijl zijn vader bezig was met de laatste voorbereidingen voor het huwelijk, gaf Simson een groot feest voor dertig jongemannen uit de stad, zoals in die tijd gebruikelijk was.
12Toen Simson vroeg of zij een raadsel wilden horen, waren zij daar best voor te vinden. ‘Als jullie mijn raadsel kunnen oplossen binnen de zeven dagen van het bruiloftsfeest,’ zei hij, ‘dan zal ik jullie dertig stel bovenkleren en onderkleren geven.
13Maar als jullie de oplossing niet weten, moeten jullie al die kleren aan mij geven!’ ‘Goed,’ zeiden de anderen. ‘Vertel het raadsel maar.’
14En dit was zijn raadsel: ‘Voedsel kwam uit de eter en zoetigheid uit de sterke!’
Drie dagen later hadden ze nog steeds de oplossing niet gevonden.
15Op de vierde dag zeiden ze tegen zijn jonge vrouw: ‘Probeer het antwoord van je man los te krijgen, anders zullen we je vaders huis met jou erin platbranden! Heb je ons soms op dit feest uitgenodigd om ons arm te maken?’
16Toen barstte Simsons vrouw in tranen uit en verweet haar man: ‘Je houdt helemaal niet van me, je geeft niets om me. Want je hebt mijn volk een raadsel opgegeven en mij de oplossing niet eens verteld!’ ‘Ik heb het zelfs niet aan mijn ouders verteld, waarom dan wel aan jou?’ antwoordde hij.
17Maar steeds als zij bij hem was, huilde ze en dat hield ze de rest van het bruiloftsfeest vol. Ten slotte, op de zevende dag, vertelde hij haar het antwoord en zij verklapte het onmiddellijk aan de jongemannen. 18Toen, op de zevende dag, voor het donker werd, vertelden de jongemannen Simson het antwoord. Ze zeiden: ‘Wat is zoeter dan honing, en wie is sterker dan een leeuw?’ Maar Simson antwoordde boos: ‘Jullie hebben mijn vrouw uitgehoord, anders hadden jullie het antwoord nooit kunnen weten!’
19Toen kwam de Geest van de Here over hem. Hij ging naar de stad Askelon, doodde daar dertig mannen en nam hun kleren. Die gaf hij de jongemannen die het antwoord hadden gegeven. Woedend ging hij naar zijn ouders terug en bleef bij hen wonen.
20Zijn vrouw werd toen uitgehuwelijkt aan de man die bij het huwelijk ceremoniemeester was geweest.
.
SPIJZE GING UIT VAN DE ETER, EN ZOETIGHEID VAN DE STERKE : Richteren 14:14
.
In dit hoofdstuk willen wij nadenken over de bijzondere gevolgen van Christus’ overwinning over de macht van de boze, die nog steeds rondgaat in deze wereld als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden.
.
.
Sterker dan de leeuw
.
De geschiedenis van Simson’s huwelijk en raadsel leert ons iets over de zegenrijke gevolgen van Christus’ overwinning over de macht van de tegenstander, die volgens Petrus immers rondgaat ‘als een brullende leeuw, op zoek wie hij zou kunnen verslinden’ (1 Petr. 5:8). De verslagen en gedode leeuw is een beeld van de duivel, die in Christus zijn Meerdere heeft ontmoet. De duivel is een ‘eter’, voortdurend op zoek naar een prooi.
Hij is ook de ‘sterke’, die zijn domein bewaakt en die alleen overwonnen kan worden door Iemand die sterker is dan hij. Deze beide kwalificaties gebruikte Simson in zijn raadsel met betrekking tot de leeuw die hij had gedood in de wijnbergen van Timna. De geestelijke betekenis van Simson’s woorden is voor ons niet moeilijk te raden. Wij weten wie de ‘eter’ heeft overwonnen.
.
Simson, verliezer of winnaar?
.
Christus is de Sterkere, die de sterke eter niet slechts heeft gebonden, maar hem ook de doodssteek heeft gegeven (vgl. Matt. 12:29). Eigenlijk is deze laatste uitdrukking niet helemaal correct. Simson had totaal geen wapen bij zich om de leeuw te doden. David had dit vermoedelijk wel toen hij de kudde van zijn vader hoedde en zowel leeuw als beer versloeg, 1 Sam. 17:34-35.
Simson behaalde de overwinning met blote handen. De Geest des Heren greep hem aan, zodat hij de leeuw die hem brullend tegemoet kwam met zijn eigen handen uiteenscheurde, zoals men een bokje uiteenscheurt (14:5-6).
Zo is het ook met de overwinning die Christus op de satan heeft behaald. Christus trad hem tegemoet in de kracht en de waardigheid die Hij persoonlijk bezat, zonder verdere menselijke hulpmiddelen. Hij streed de strijd geheel alléén en geen mens stond Hem terzijde. Hij behaalde echter (eveneens door de kracht van Gods Geest) een plotselinge en definitieve overwinning over de boze, wiens macht nu voorgoed verbroken is.
.
Drie belangrijke lessen
.
Ik denk dat dit de voornaamste typologische les is van dit gedeelte, en het is nodig die eerst goed tot ons te laten doordringen. Natuurlijk rijzen er dan ook vragen, omdat Satan nog steeds de overste van deze wereld is en nog steeds rondgaat als een brullende leeuw, maar die zijn van secundair belang. Wij moeten eerst onder de indruk komen van de geweldige en definitieve overwinning die Christus heeft behaald op Zijn tegenstander.
.

Het oordeel van Christus op zijn witte troon
Pasteltekening van John Astria
Het lijkt erop dat de Schrift ons hier wil leren wat :
.
(1) de kern is van het conflict,
(2) wat de definitieve afloop ervan is,
(3) en ook welke zegenrijke gevolgen Christus’ overwinning tot gevolg heeft gehad voor de Zijnen.
(1) Christus was de Rechter en de Verlosser van Zijn volk, de Nazireeër die van Zijn moederschoot af volkomen aan God was toegewijd. Hij kwam oog in oog te staan met Zijn gewelddadige tegenstander die Hem naar het leven stond. Dit begon al bij de verzoeking in de woestijn, toen de duivel Hem probeerde te verleiden maar na verloop van tijd van Hem moest wijken. Christus behaalde de overwinning geheel alleen, doordat Hij streed in Gods kracht. Hij bezat geen menselijke wapens. Zijn enige wapen was het ‘zwaard’ van het Woord van God.
(2) Daarop volgden de jaren van het dienstwerk van de Heer, waarin Hij door Zijn macht telkens weer de ‘sterke’, d.i. de satan, bond en zijn huis beroofde. Dit aspect blijft hier in de geschiedenis van Simson helemaal buiten beschouwing. We vinden hier zoals gezegd alleen de definitieve afloop van de confrontatie tussen de Heer en de vijand van de zielen.
Christus behaalde de totale overwinning op Zijn tegenstander op het kruis van Golgotha. Zoals de Hebreeënbrief het zegt: Christus is Mens geworden en Hij heeft aan bloed en vlees deelgenomen, ‘opdat Hij door de dood te niet zou doen hem die de macht over de dood had, dat is de duivel, en allen zou verlossen die uit vrees voor de dood hun hele leven door aan slavernij onderworpen waren’ (Hebr. 2:14-15).
Hier gebruikte Hij evenmin een menselijk wapen. Hij overwon Zijn tegenstander ‘door de dood’, namelijk door binnen te dringen in het laatste bolwerk van de vijand en hem zijn macht te ontnemen. Deze overwinning is definitief en absoluut, zoals diverse plaatsen in het Nieuwe Testament ons verzekeren (Joh. 12:31; 14:30; 16:11; Kol. 2:14-15).
(3) Deze overwinning heeft in deze tijd echter alleen zegenrijke gevolgen voor degenen die geloven. Dat betekent ook een groot spanningsveld. Want enerzijds is de duivel een verslagen vijand, maar anderzijds gaat hij nog steeds rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij kan verslinden. Zijn nederlaag staat vast, maar de uitvoering van het vonnis wacht tot het begin van het Vrederijk.
Aan het begin daarvan zal hij gebonden en in de afgrond worden geworpen, en aan het einde van de duizend jaren zal hij in de poel van vuur en zwavel worden geworpen (Openb. 20:2,10). Daarom is de spijze die uitgaat van de eter, en de zoetigheid die voortkomt uit de sterke, nog niet voor iedereen beschikbaar.
De hele schepping deelt nog niet in de heerlijke gevolgen van de triomf die Christus heeft behaald op Golgotha; dat gebeurt pas bij Zijn wederkomst. Maar ondertussen delen zij die met Hem zijn verbonden wel in de zoete en zegenrijke resultaten van Zijn werk. Zij proeven van de honing die uitgaat van de sterke, zoals Simson zelf al etende verder ging en ook zijn vader en moeder te eten gaf van de honing uit het lichaam van de dode leeuw (14:9).
Alleen de familie van de Overwinnaar deelt op dit moment in de zege. Wij die Hem kennen en toebehoren, die het Woord van God horen en doen, zijn nu Zijn verwanten. Aanvankelijk bestond deze familie alleen uit gelovigen uit Israël, maar later zijn de gelovigen uit de volken er bijgevoegd.
Het geheim van Christus’ kruis en opstanding blijft voor de meeste mensen een groot geheim, zoals ook geïllustreerd wordt in dit verhaal. Zelfs Simson’s ouders, zijn naaste familieleden, wisten niet wat de oorsprong was van de honing die hun zoon hun te eten gaf. Zo is de blijde boodschap van het Evangelie nu nog een verborgenheid voor het Joodse volk, doordat er een bedekking over hun hart ligt (Rom. 11:8; 2 Kor. 3:15).
Voor Filistijnen, de wereldlingen, is het helemaal een raadsel. Het woord van het kruis is zelfs dwaasheid voor hen die verloren gaan (1 Kor. 1:18). Zij begrijpen er helemaal niets van
1: dat het heil alléén te vinden is in Christus, de Gekruisigde;
2: dat Hij door Zijn lijden en sterven en door Zijn glorieuze opstanding uit de dood alle vijandige machten voorgoed heeft tenietgedaan;
3: dat de Zijnen delen in de zoete vruchten van Zijn werk.
Al die dingen zijn een zaak van geloof in Gods Woord, geloof in het volbrachte werk van Christus, en ook in God die Hem uit de doden heeft opgewekt. Anders blijft het allemaal een verborgenheid, een geheim, een raadsel dat niemand kan oplossen, in drie dagen niet en ook in zeven dagen niet (14:14-15).
Alleen via een omweg kwamen de Filistijnen, de vijanden van Gods volk, hier aan de oplossing van het raadsel. Zij presten Simson’s vrouw om het hun mee te delen, maar dit betekende ook het einde van het feest. Het luidde hun eigen ondergang in. Met ons die geloven is het heel anders gesteld. Gods geheimen blijven voor ons géén verborgenheid.

De strijd tussen Israël en de Filistijnen in de tijd van de Richteren vond altijd plaats in de vlakte tussen de kust en het bergland van Judea
Het is de Heilige Geest Zelf die in ons woont, die ze verklaart en die ons inwijdt in de raadselen van Gods wijsheid (1 Kor. 2:6vv.). Daardoor kunnen wij het de Overwinnaar nazeggen: ‘Wat is zoeter dan honing, wat is sterker dan een leeuw?’ Met andere woorden: niets is te vergelijken met de heerlijke gevolgen van het werk van Christus, die de sterke vijand heeft verslagen.
Christus’ liefde was sterker dan de dood. Hij heeft hem die de macht over de dood had tenietgedaan. Wij zijn nu verlost en bevrijd. Wij genieten voedsel, vrede, vrijheid, eeuwig leven. De honing was één van de zegeningen van het beloofde land (Deut. 8:7-9).
Het land Kanaän is een beeld van de hemelse gewesten met hun rijkdom van zegen voor de christen (Ef. 1:3). Christus’ overwinning op het kruis van Golgotha stelt ons in het bezit van alle hemelse zegeningen. De ‘honing’ verlicht onze ogen, ons hart, ons verstand, totdat wij met de Overwinnaar in heerlijkheid zullen worden geopenbaard en het geheim van Zijn overwinning voor aller oog zal worden onthuld.

preview en aankoop boek “De Openbaring “:
