Category, categorie : A complete animated overview of the bible
.
.
Book of Deuteronomy, summary
.
Boek Deuteronomium, samenvatting
.
.








.
.
.



Botanische familie (Asteraceae)
Latijnse benaming: Artemisia dracunculus
Etherische olie verkregen door distillatie van de plant
Product afkomstig van de biologische landbouw : gecontroleerd door BE-BIO-01
Deze plant heeft hetzelfde actief bestanddeel als basilicum: de methylchavicol ether als ook anethol, een molecule van dezelfde familie. Dit verklaart een grote vertrouwdheid van de aroma’s en de zeer gelijkende eigenschappen , hoewel meer karakteristiek bij dragon.

Dragon handelt specifiek tegen neuromusculaire spasmen. Men gebruikt het bijvoorbeeld om een hik onmiddellijk te stoppen. De etherische olie van dragon zal de meest onaangename symptomen van de allergie verzachten. Ze verzacht, verdund in een plantaardige olie om een lokaal extern gebruik toe te staan, het spierstelsel vòòr de inspanning en verzacht de spierkrampen.



.
.
.
.

Als er oestrogenen aanwezig zijn, wordt de groei van de kankercellen gestimuleerd en we weten dat door obesitas de concentratie van oestrogenen in het lichaam stijgt. Obesitas lijkt echter geen rol te spelen bij sterfte door borstkanker bij vrouwen met kanker die geen hormoonreceptoren heeft (ER-).
We weten al langer dat obesitas het risico vergroot op het voorkomen van verschillende kankersoorten zoals borst (na de menopauze) – dikkedarm- en prostaatkanker enz. Overgewicht bij borstkanker wordt bovendien bij borstkankerpatiënten in verband gebracht met een hoger risico op een nieuwe kanker van volgende types: dezelfde of de andere borst, maar ook het baarmoederlichaam, de dikkedarm en de dunne darm.
Maar waarom bestaat er ook geen verband tussen obesitas en borstkankersterfte na de menopauze ? Daarop is er nog geen duidelijk antwoord maar volgens sommige onderzoekers zouden de borstkankers bij oudere vrouwen (na de menopauze) minder agressief zijn en dus ook minder gevoelig voor oestrogenen.
Mensen met borstkanker, die met overgewicht of obesitas kampen, dienen in ieder geval bijzonder aandachtig te zijn voor hun gewicht en elke gewichtstoename tijdens en na de behandeling te vermijden. Aan te raden is om dat niet op eigen houtje te doen en advies te vragen aan in oncologie gespecialiseerde diëtist(e).
Een te snel of te groot gewichtsverlies kan het effect van de behandeling immers beïnvloeden want dat gaat meestal gepaard met ondervoeding waardoor het risico op sterfte en morbiditeit toeneemt. Idealiter is er op te letten levenslang een gezond gewicht te behouden en overgewicht te vermijden.
.
.
.
.
.
.
Een zielsgenoot, jouw lot, jouw ware liefde. Dit niet hetzelfde. Je zielsgenoot kan je vriend, familielid, minnaar of gewoon een kennis zijn. Soms, zelfs als je ze alleen maar ziet, hoort of op de manier waarop ze zich uitdrukken, voel je meteen dat je geestelijk ongelooflijk sterk verbonden bent met elkaar.
Misschien is dat het belangrijkste punt aan het vinden van je zielsgenoot. Het gevoel hebben dat je elkaar al honderd jaar kent. Je zou iemand kunnen ontmoeten die tweemaal zo oud is als jij of van een andere nationaliteit of religie is, maar toch kan je voelen dat je elkaar op de diepste manier begrijpt.
Je kunt verschillende smaken hebben in kleding, eten of andere kleine dingen. Maar in termen van morele principes, emotionele expressie en prioriteiten in het leven ben je zeer vergelijkbaar. Je hebt een gemeenschappelijk idee over waarden en vergelijkbare wereld kwesties.
Als we het echt goed willen formuleren, dan fungeert onze zielsgenoot als onze eigen reflectie of een weerspiegeling van ons innerlijke zelf. Het is alsof we in een spiegel kijken en onze ziel zien, niet de verschijning. Dit teken staat bekend als “The Mirror Law.”
Je nauwe, spirituele connectie en vergelijkbare wereldbeelden hebben een groot potentieel om te ontwikkelen tot iets creatiefs, om iets samen te creëren – van een wild en grappig avontuur tot een werelds groot plan.
Jullie accepteren elkaar meteen zoals jullie echt zijn. Als je je voor elkaar moet veranderen of probeert de ander te veranderen, heb je niet dezelfde waarden, weergaven en plannen … dan zijn jullie geen zielsgenoten.
.


De heer Meyer, cultureel attaché van de Duitse Bondrepubliek, opende het woord de ontvangstzaal naast de attractie de Fata Morgana, met een prachtige sterrenhemel. Roodkapje, de wolf en Sneeuwwitje stonden klaar om de genodigde pers en sprookjesliefhebbers naar hun plaats te begeleiden.
.

De Efteling in Kaatsheuvel
.
Vervolgens nam Olaf Vugts, directeur Imagineering van de Efteling het woord. “We hebben een nieuwe paus gekregen, we krijgen een nieuwe koning en we hebben een nieuwe keizer.” Daarmee doelde hij op de weergave van een nieuw sprookje in het sprookjesbos ‘de nieuwe kleren van de keizer’.
Maar het verhaal over die keizer werd opgetekend door Hans Christian Andersen (1805-1857) in 1837, de Deense sprookjesschrijver. Vandaag waren we hier bijeen gekomen om juist die andere sprookjesvertellers te herdenken: de gebroeders Grimm.
Olaf Vugts vervolgde zijn introductie met de woorden “Wat we u verkopen is een jeugdherinnering”. Door de dag heen waren er verschillende sprekers die inspeelden op deze jeugdherinnering en zij beargumenteerden hoe sprookjes zich ontwikkelden in de loop van de 19e, 20e eeuw en 21e eeuw.
.

De mannen die centraal stonden waren de zoons van advocaat Philipp Wilhelm Grimm en diens vrouw Dorothea Grimm. Jacob was de eerste zoon en werd geboren op 4 januari 1785. Wilhelm Karl Grimm zag iets meer dan een jaar later, op 24 februari 1786, het levenslicht. Al op jonge leeftijd waren de twee broers onafscheidelijk, wat ze de rest van hun leven bleven.
Beiden gingen studeren aan de universiteit van Marburg, sliepen samen op één kamer en deelden al hun boeken. Na hun afstuderen kregen Jacob en Wilhelm een betrekking in de universiteitsbibliotheek van Kassel, waar de twee zich onder andere bezighielden met het verzamelen en de bestudering van Duitse literatuur.
.
.
Vanaf 1806 legden de broers zich toe op het verzamelen van sprookjes en sagen. Ze vergeleken verschillende varianten van de mondelinge en schriftelijk overgeleverde verhalen en publiceerden de uitkomst in 1812 onder de titel Kinder- und Hausmärchen. Het was een verzameling van 201 sprookjes en 10 kinderlegenden. Om tot dit werk te komen moesten de gebroeders echter een paar keuzes maken.
De volksvertellingen waar zij zich op baseerden waren van oorsprong vaak harde en gruwelijke verhalen. Bijvoorbeeld het verhaal over Roodkapje dat eerder door Charles Perrault (1628-1703) was opgetekend, kende een heel ander karakter dan het verhaal dat wij heden ten dagen kennen.
Zo kwam Roodkapje in deze versie ´naakt in het bed bij de wolf liggen´, werd zij aan het einde van het verhaal ´opgegeten´ en was het moraal van dit verhaal ´dat kleine meisjes moesten oppassen voor wolven`?
..
.
Tot aan de 19e eeuw waren sprookjes dan ook bedoeld voor volwassenen, maar met de optekening door de gebroeders Grimm verschoof de doelgroep naar kinderen en hun ouders. Tijdens het symposium werd door de sprekers duidelijk gemaakt wat de kern van de sprookjes was: volksvertellingen die meedeinen op de tred van de tijd. Zo pasten de gebroeders Grimm de sprookjes aan de 19e eeuw aan.
De kern elementen die oorspronkelijk de sprookjes sierden: seksualiteit, wreedheid en geweld, werden niet meer geschikt geacht voor tere kinderzieltjes. Zo werd de jaloerse moeder in het sprookje ‘sneeuwwitje’ door de gebroeders Grimm veranderd in een ‘stiefmoeder’, waardoor het sprookje acceptabel werd voor een breder publiek, en werd Roodkapje aan het einde van dit sprookje gered.
.
.
.
Nadat de gebroeders de Hausmärchen hadden geschreven, begonnen zij aan het opstellen van Das Deutsche Wörterbuch, een project dat pas in 1961 voltooid werd. In 1822 ontdekte Jacob de ‘Wet van Grimm’, die betrekking heeft op de eerste klankverschuiving die het Germaans onderscheid van de Proto-Indo-Europese taal.
Vanwege zijn grote rol in de bestudering van de oorsprong van de Germaanse taal en cultuur raakte Jacob verder ook betrokken bij het politieke proces van de Duitse eenwording. Zo kreeg hij in 1848 zitting in het revolutionaire Frankfurter Parlement, dat tevergeefs probeerde van Duitsland een eenheidsstaat te maken.
Wilhelm Grimm overleed op 16 december 1859, Jacob op 20 september 1863. Tegenwoordig zijn de gebroeders Grimm, naast hun politieke en taalkundige verdiensten, met name bekend door hun sprookjesboek dat zij in hun jonge jaren uitgaven.
.
.
.
De gebroeders Grimm maakten de sprookjes dus toegankelijk voor een breder publiek. In de afgelopen 200 jaar zijn echter ook de sprookjes van Grimm sterk geëvolueerd. In de verschillende edities van Kinder- und Hausmärchen kwamen in de loop van de tijd verschillende verhalen te vervallen en werden andere verhalen toegevoegd en soms ook aangepast.
De sprookjes van Grimm verschenen in 1820 voor het eerst in Nederland onder de titel Sprookjes-Boek voor Kinderen. “Opvallend is dat de vertaalde sprookjes aanvankelijk niet succesvol waren in Nederland en dat het boek zelfs op weerstand stuitte”, vertelde literatuurwetenschapper Vanessa Joosen.
“In 1820, toen de eerste vertaling verscheen, bestond in Nederland geen sterke romantische traditie en volksliteratuur vond men nog niet interessant.” Kinderen in Nederland moesten met name ‘nuttige literatuur’ lezen over de werkelijkheid, en de toch nog gruwelijke sprookjes, die zich afspeelden in de fantasiewereld, pasten niet in dit opvoedingsbeeld.
.
.
.

Roodkapje
.
.
De sprookjes die voor deze eerste Nederlandse uitgave waren geselecteerd bevatten van de moderne populaire sprookjes als Roodkapje, Sneeuwwitje en de Kikkerkoning, slechts één variant. Aan deze romantische vertellingen werd voorbijgegaan ten gunste van tegenwoordig minder populaire en harde verhalen, en de vertaling was slecht, waardoor de sprookjes lange tijd geen populariteit in Nederland genoten.
Hier kwam pas verandering in nadat er een bundel van Hans Christian Andersen in Nederland werd gepubliceerd, die volgens Joosen ‘minder grove en boerse vertellingen en juist meer romantische sprookjes dan de eerste Nederlandse publicatie van Grimm bevatte’. Een nieuwe bundel van de gebroeders Grimm werd uitgebracht en eind 19e eeuw kenden de sprookjes ook in Nederland een opleving.
.
.
Sprookjes maakten in de eerste helft van de 20e eeuw een ware revolutie door, onder andere in de eerste film van Disney in 1937: Snow White and the seven dwarfs, waarin de dwergen voor het eerst namen kregen en Sneeuwwitje de rol als moeder en huisvrouw op zich nam. In Nederland wordt de opleving van sprookjes nog het beste verbeeld in de totstandkoming van de Efteling.
In de jaren ’30 van de 20e eeuw werd ten zuiden van Kaatsheuvel een sportpark aangelegd. In 1950 richtten de burgemeester van gemeente Loon op Zand, kunstenaar Anton Pieck en cineast Peter Reijnders de Stichting Natuurpark de Efteling op. Anton Pieck tekende de ontwerpen en Peter Reijnders bracht deze technisch tot leven. De doelgroep van deze verbeelding van de sprookjes werd eens te meer ‘het kind en de ouder’.
.

Disney : Snow White and the seven dwarfs
.
.
De Efteling opende haar deuren op 31 mei 1952, destijds als speeltuin met een Sprookjestuin. Bij de opening waren er tien sprookjes te vinden, waaronder het Kasteel van Doornroosje, Langnek, de Put van Vrouw Holle, de grot van Sneeuwwitje en de Kikkerkoning. Al snel kwamen daar nieuwe sprookjes bij, zoals Hans en Grietje (1955) en Roodkapje (1960).
Sinds de oprichting heeft de Efteling tal van sprookjes in kleur, klank en beweging een plekje in het park gegeven. Inmiddels staan 15 sprookjes van de gebroeders Grimm uitgebeeld in het Sprookjesbos van de 28 verbeeldde sprookjes.
.
.

Roodkapje in de Efteling
.
.
.
Vanessa Joosen is van mening dat de sprookjes in de loop van de 20e eeuw steeds meer verkleuterden om de tere kinderzieltjes te sparen. Wat uit deze dag in ieder geval duidelijk werd is dat sprookjes een spiegel zijn van de moderne maatschappij, verweven in de eeuwenoude verhalen. In de 21e eeuw kenden de sprookjes opnieuw een opleving.
Deze keer in het grote aantal speelfilms en series met het sprookje als uitgangspunt. Voorbeelden hiervan zijn: Red riding hood, Snowwhite and the Huntsman, Mirror Mirror, Shrek, Ever After, Tangled (Rapunzel) en Hansel and Gretel: Witch Hunters.
Theo Meder, onderzoeker bij het Meertens Instituut, beargumenteerde dat ‘de oude motieven van ‘seksualiteit en geweld’ die in de 18e eeuw nog verweven zaten in de sprookjes nu weer terug zijn gekomen’. Sprookjes worden hierdoor weer aanlokkelijk voor jongvolwassenen.
Daarnaast ziet hij de moderne maatschappij doorschemeren in een nieuw fenomeen: de prinses als daadkrachtig en heldhaftig personage, die goed voor zichzelf kan zorgen.
.
.

Grimm sprookjes – Efteling
.
..
.
De sprookjes van Grimm behoren inmiddels tot het werelderfgoed en zijn in meer dan 170 talen vertaald. Ter gelegenheid van de belangrijke rol van de gebroeders Grimm werd op 14 maart 2013 een beeldje van Jacob en Wilhelm Grimm in het sprookjesbos onthuld. “Als symbolische ode aan de inspanning die de Efteling al 60 jaar aan de dag legt om het cultuurerfgoed sprookjes levend te houden”.
De sculptuur is een blijk van waardering van de Deutsche Grimmgesellschaft, een internationale, wetenschappelijke vereniging die de nalatenschap van de gebroeders Grimm beheert, en is mede mogelijk gemaakt door de steun van Grimm Heimat NordHessen.
.
.
.