Tagarchief: kennis

Liber Divinorum Operum : visioen 4

Standaard

categorie : Hildegard Von Bingen

 

 

 

Liber Divinorum Operum

 

Het boek van de goddelijke werken

met visioenen van

Hildegard van Bingen

 

 

Hildegard

 

 

“Der gläubige Mensch richtet sein Trachten immer auf Gott, dem er in Ehrfurcht begegnet. Denn wie der Mensch mit den leiblichen Augen allenthalben die Geschöpfe sieht, so schaut er im Glauben überall den Herrn.”

 

Liber divinorum operum (Boek van goddelijke werken) is een werk uit de tweede helft van de 12e eeuw van de Duitse Benedictijner Abdis en mystica Hildegard von Bingen. Het is haar laatste visionaire werk en het werd geschreven tussen 1163 en 1174. Het bevat tien visioenen waarin de liefde van God tot uitdrukking komt in de mensen en in de relatie van de mensen tot God.

 

 

Liber Divinorum Operum 4

 

 

 

Hildegard vervolgt met een gedetailleerde beschrijving van het vierde visoen:

“De redelijke ziel brengt talrijke woorden voort die weerklinken zoals de boom zijn takken vermeerdert en zoals de takken uit de boom voortkomen, zo ontspruiten de krachten van de mens aan zijn ziel. De werken die zij in samenwerking met de mens volbrengt, welke deze ook mogen zijn, lijken op de vruchten van een boom.

De ziel heeft in werkelijkheid vier vleugels (geestelijke vermogens):

de zinnen (voelen),

de kennis (waarnemen),

de wil (willen)

en het verstand (denken).”

 

Haar overwegingen betreffende de mens te midden van de natuur voeren Hildegard terug tot de tijd van de schepping. “Toen God de mens zag, zag Hij dat hij goed was; had Hij hem niet naar zijn eigen beeld en gelijkenis geschapen? Het was aan de mens middels de stem van de rede de goddelijke wonderwerken te verkondigen! De mens is de volheid van het werk Gods, de mens kent God, want God heeft in hem alle schepselen geschapen, en Hij heeft hem toegestaan Hem in de kus van de ware Liefde en door de rede te loven en te prijzen; maar er ontbrak de mens een hulp aan hem gelijk.

God gaf hem deze hulp in de spiegel die de vrouw is. Zij verborg in zich het hele menselijke geslacht, dat zich in de energie van de goddelijke kracht moest ontwikkelen; in deze energie had hij de eerste mens geschapen. Daarom komen man en vrouw tezamen, om aan elkaar hun werk te voltrekken, want zonder de vrouw zou de man niet als zodanig worden herkend, en omgekeerd.

De vrouw is het werk van de man, de man is het instrument van troost voor de vrouw en geen van hen kan afzonderlijk leven. De man duidt op de goddelijkheid, de vrouw op de menselijkheid van de Zoon van God.” Zo hebben al deze visioenen een diepe eenheid van God en Zijn werk, of het nu om de mens gaat of om de kosmos.

 

 

Daaraan ontlenen zij hun grootsheid:

 

“De ziel, zolang zij in het lichaam verblijft, voelt Gods aanwezigheid omdat zij uit God voortkomt, maar zolang zij haar taak onder de schepselen vervult, ziet zij God niet. Als zij de werkplaats van haar lichaam heeft verlaten en oog in oog met God komt te staan, zal zij haar ware karakter en haar vroegere afhankelijkheid van het lichaam kennen. Zij wacht dus vol ongeduld op de jongste dag van de wereld, want het omhulsel waarvan zij houdt en dat haar eigen lichaam is, heeft zij verloren.

Als zij het heeft teruggekregen, zal zij samen met de engelen het luisterrijke aangezicht Gods zien. ” “De mens is het omhulsel dat mijn Zoon in Zijn koninklijke macht omhult, om God van de hele schepping en leven van leven te lijken.” “God heeft in de gedaante van de mens zijn gehele werk vastgelegd.”

 

Het vierde visioen van Liber Divinorum Operum is geheel gewijd aan het bezielde schepsel, de mens. Het visioenbeeld geeft in metaforen te kennen, hoe de ziel in het lichaam werkt.

De ziel heeft twee krachten, waardoor zij zowel het werk als de rust van haar ijverig streven met gelijke sterkte beheerst. Met de ene (kracht) stijgt zij omhoog, waar zij God ervaart. Met de andere (kracht) neemt zij het gehele lichaam waarin zij bestaat, in bezit om daarin te werken. Want het is de ziel tot vreugde om in het lichaam werkzaam te zijn. Daartoe is zij immers door God gemaakt. En door dat werk van het lichaam snelt de ziel naar haar vervolmaking.

Het menselijke lichaam is als het ware een afspiegeling van de geschapen wereld als geheel, het universum. In haar visioen zag Hildegard de mensengestalte staande in het midden van de cirkels der elementen. Zoals de armen en benen het lichaam van de mens in evenwicht houden temidden van alle natuurkrachten, zo houdt de ziel het innerlijk van de mens in evenwicht. Maar zoals het lichaam gemaakt is om te bewegen, zo staat ook de ziel niet stil. Zij is voortdurend in beweging, net zoals de winden in het uitspansel, die het wereldgebouw in evenwicht houden.

De ziel vliegt in de mens met vier vleugels, namelijk met het waarnemingsvermogen (sensualitas), met het verstand (intellectus) en met de kennis van het goede en het kwade (scientia boni en scientia mali). Zo werkt de ziel met de zintuiglijke waarneming volgens de smaak van het vlees (lichaam); door het verstand onderscheidt zij waarlijk haar werken, of die God of de mensen welgevallig zijn. Door de twee vleugels der kennis van het goede en kwade voltooit de mens elk werk in de ziel. Daardoor wordt getoetst welke werken door de geest verlossing door God verlangen en welke door het vlees het eerbetoon van de mensen begeren.

 

 

 

De levensweg van de ziel 

 

Was in Scivias de pelgrimsreis van de ziel op aarde verteld als een beeldverhaal, in Liber Divinorum Operum blijkt dat Hildegard in staat was een geleerd betoog te schrijven. Toch bleef zij concrete beelden gebruiken om uit te leggen wat zij bedoelde zoals een boom met takken of de ziel als een gevleugelde vogel. Wat zij opnieuw wilde verkondigen was, dat de mensenziel haar edele staat en haar opdracht ontleent aan haar goddelijke afkomst. Daardoor neemt zij deel aan de rede (rationalitas) en kan zij beschikken over woorden en taal om zich te uiten en haar werk bekend te maken. Na een lang leven van bidden en werken, schreef Hildegard:

 

“Immers, de met rede begiftigde ziel brengt met deze klank woorden voort om die te vermenigvuldigen, zoals een boom zijn takken vermenigvuldigt. En uit haar (de ziel) komen alle krachten van de mens voort, zoals uit de boom zijn takken. En zo worden ook de werken die door de mens verricht worden, naar hun hoedanigheid bekend, zoals de vruchten van de boom gekend worden. De ziel heeft immers vier vleugels, namelijk waarnemingsvermogen (sensus) en kennis (scientia), wil (voluntas) en verstand (intellectus). Door de vleugel van de waarneming merkt zij dat zij gewond is.

Zij neigt immers tot wat het vlees behaagt, waardoor zij altijd koerst op onbestendige wind. Door de vleugel der kennis heeft het lichaam, wetend dat het door de ziel leeft, verlangen om te werken. En door de vleugel van de wil verlangt de ziel ernaar om met het lichaam te werken, daar zij ziet dat dit ervoor gemaakt is. Maar door de vleugel van het verstand (her)kent de ziel de vruchten van al die werken, of zij nuttig zijn of nutteloos, en weet zij in hoeverre deze het eeuwige (leven) te wachten staat.

Doordat deze vier vleugels met de kennis van goed en kwaad van voren en van achteren ogen hebben, vliegt de ziel als een vogel voorwaarts door de kennis van het goede als de mens het goede doet, achteruit door de kennis van het kwade als de mens slechte werken doet.”

 

Hoewel de beelden die Hildegard in Liber Divinorum Operum gebruikte verschillen van die in Scivias, is de inhoud van haar zielkunde dezelfde gebleven, maar zij is dieper doordacht en diepzinniger uitgedrukt. Meer dan vroeger benadrukte Hildegard in haar latere werk de gespannen verhouding tussen de ziel en het lichaam. Het lichaam trekt de ziel omlaag met haar zintuigen die het aardse zoeken. De ziel moet het lichaam moeizaam meetorsen terwijl zij opwaarts wil streven naar haar goddelijke oorsprong en bestemming.

 

 

ldo22

 

 

 

ldo23

 

 

 

ldo24

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

JOHN ASTRIA

Advertentie

Waarover gaat Psalm 78?

Standaard

categorie : religie

.

.

Psalm 78

.

Inleiding

.

Net als psalm 105 en psalm 106 is psalm 78 een historische psalm. De dichter spreekt over de wonderen in Egypte en in de woestijn tot aan Israëls verlossing. Doel van de psalm is op te wekken tot vertrouwen op God en het bewaren van zijn geboden. De dichter wil met zijn lied niet alleen een onderwijzing meegeven, maar ook hoop geven voor de toekomst, op grond van het nieuwe begin, waarmee de psalm eindigt.

.

.

.

.

Literaire kenmerken

.

De psalmdichter maakt gebruik van oude tradities binnen het volk Israël die met name in verhalende vorm bekend zijn. In de weergave van deze oude tradities lijkt de dichter de werkwoordsvormen van het proza toe te passen. Tegelijk voorziet hij deze tradities van zijn eigen commentaar, waarbij hij meer dichterlijke vormen gebruikt. Niet altijd is duidelijk wanneer de dichter tradities doorgeeft en wanneer hij zijn eigen commentaar naar voren brengt.

De psalm bestaat uit een korte inleiding ( deel 1) gevolgd door zes delen, waarvan er drie ( deel 2,3 en 7) inzetten met een ‘positief’ handelen van de Here God ten opzichte van Israël en drie met een ‘ negatieve’ reactie van de mensen die daarbij betrokken zijn (deel 4, 5 en 6). Vanwege de lengte van deze psalm zal hij per deel worden besproken in plaats van per vers.

.

Datering

.

De psalm kan worden gedateerd na de bouw van de tempel, op grond van vers 69. Over de precieze datering van deze psalm wordt verschillend gedacht. Sommige uitleggers gaan ervan uit dat de psalm inderdaad door Asaf is geschreven. In dat geval is de psalm kort na de tempelbouw ontstaan. Anderen menen dat de psalm van later datum is, uit de tijd na de ballingschap.

.

Commentaar

.

[1-4] 

De dichter richt zich tot een breed publiek, hij spreekt tot het hele volk. Men moet de berichten over het handelen van de Here God doorgeven aan het nageslacht, zodat de kennis daarover blijft bestaan. Dit doet denken aan de opdracht die God geeft in Exodus 10:2 en Exodus 13:14. De dichter noemt zijn psalm een ‘spreuk’, een ‘leerdicht’. Het belangrijkste onderwerp zijn de wonderen die de Heer verricht heeft. De dichter bezingt zijn grootheid.

[ 5-11]

De dichter verwijst naar het initiatief van God om een relatie aan te gaan met het volk waaraan de namen ‘Jakob’ en ‘Israël’ verbonden zijn. Het is belangrijk dat Gods betrokkenheid met het volk wordt doorgegeven aan de volgende generatie, zodat zij niet worden zoals hun vaders: opstandig, weerspannig, onbetrouwbaar. In vers 9-11 noemt de dichter hier een voorbeeld van: de Efraïmieten bleven in gebreke ten dage van de strijd. Dit is ontrouw jegens de Here en Zijn verbond. De verwerping van Efraïm komt later in deze psalm nog ter sprake (vs. 60,67).

[12-29]

De dichter onderstreept dat de ‘ vaderen’ Gods wonderen wel moesten zien, het kon ze niet ontgaan. De plaats Soan ligt in Egypte, in het uiterste Noordoosten van de delta van de Nijl. Opvallend is dat de Here God enerzijds het water in bedwang hield (vers 13) en anderzijds het water juist deed stromen, in de woestijn. (vers 15-16). Vervolgens beschrijft de dichter de reactie van de Israëlieten: ze vragen om nog meer voedsel: brood en vlees. Ze vertrouwen God niet en stellen Hem op de proef. Ze vragen zich af of God wel in staat zou zijn om hen ‘brood en vlees te kunnen geven’. (vs. 20) Deze vragen roepen Gods boosheid op. Eerst komt Hij aan hun wensen tegemoet, maar daarna straft Hij hen. Duidelijk is dat de dichter zich in deze psalm niet houdt aan de chronologische volgorde. Het zenden van de kwakkels en het manna (Exodus 16) gaat vooraf aan het waterwonder van Exodus 17. Het manna wordt ‘engelenbrood’ genoemd. Met deze uitdrukking wil de dichter het wonderlijke karakter van het manna accentueren. Het is brood dat bedoeld is voor hemelbewoners.

[30-41]

In dit deel van de psalm staat de relatie tussen God en Zijn volk centraal. In vers 30 en 31 wordt verteld dat de Here een slachting onder het volk aanrichtte. De meeste uitleggers denken dat de dichter hier verwijst naar Numeri 11:33-35. Het volk bekeert zich, maar valt opnieuw in zonde. Hun bekering is niet echt: hun hart was niet aan God gehecht. (vs. 37) Tegenover de ontrouw van het volk, staat de barmhartigheid en vergevingsgezindheid van God.

[42-55]

De dichter geeft een opsomming van de tekenen die God in Egypte deed. In tegenstelling tot wat in vers 38 staat, brengt God nu Zijn toorn tot uitdrukking, wat leidt tot dood en vernietiging. Zijn volk blijft Hij echter leiden en brengt hen tot Zijn ‘heilig gebied’, het land rondom de tempel te Jeruzalem. De dichter veroorlooft zich een grote mate van vrijheid: van de tien plagen uit Egypte laat hij er vier weg. Bij de door hem genoemde zes volgt hij een eigen orde. Met de ‘tenten van Cham’ worden de Egyptenaren bedoeld, die van Cham afstammen. (zie Gen. 10:6)

[56-64]

Het volk volhardt echter in de ontrouw van hun vaders. Ze dienen andere goden en vergeten de Here God. De ‘hoogten’ zijn de in het land verspreide offerplaatsen, vaak van Kanäanitische oorsprong. Daarom straft God hen, het heiligdom te Silo gaat ten onder. In 1 Samuel 5 wordt dit heiligdom uitgebreid beschreven. Het lijkt erop dat er een einde is gekomen aan de relatie tussen God en Zijn volk. (vs. 62 e.v.) Over de verwerping van Silo wordt ook gesproken in Jeremia 7: 12, 14.

[65-72]

In dit laatste deel beschrijft de dichter dat dit niet het geval is. God komt opnieuw in actie en verslaat zijn tegenstanders. God verwerpt de stammen Jozef en Efraïm. Waarschijnlijk speelt hier op de achtergrond de spanning tussen het Zuiden (Juda) en het Noorden van Israël (waarvan de stam Efraïm de belangrijkste is) een rol.
De dichter beschouwt het optreden van David als een nieuw initiatief van de kant van de Here God, dat perspectieven opent voor de toekomst van heel het volk Israël.

.

.

.

.

Psalm 78

.

1 Een lied van Asaf, om iets van te leren.

Luister, mijn volk, naar wat ik jullie leer.
Luister naar mijn woorden.
2 Ik wil jullie vertellen over het verleden.
Ik wil jullie laten weten welke wijsheid daarin verborgen is.
3 We hebben de verhalen gehoord van onze vaders.
Zij hebben ons alles verteld.
4 Nu moeten wij het ook aan onze kinderen vertellen.
We moeten hun laten weten
welke geweldige dingen de Heer heeft gedaan.
We zullen hun vertellen over zijn kracht en zijn wonderen.

5 Hij sloot een verbond met het volk van Jakob.
Hij gaf het volk Israël een wet.
Onze voorvaders moesten die wet aan hun kinderen leren
en hun vertellen wat God had gedaan.
6 Zo zouden ook zij zijn wet kennen
en weten wat Hij heeft gedaan.
En ook zij moesten het weer vertellen aan hún kinderen.
7 Zo zouden ze leren om op de Heer te vertrouwen.
Zo zouden ze niet vergeten wat God had gedaan
en ze zouden zich aan zijn wetten houden.
8 Zo zouden ze niet hetzelfde doen als hun voorouders,
die aldoor koppig en ongehoorzaam waren.
Zij waren nooit lang trouw aan God.
9 Want toen er oorlog kwam,
kwam Israël niet opdagen,
ook al waren ze goed bewapend.
10 Ze hielden zich niet aan Gods verbond.
Ze weigerden zich aan zijn wetten te houden.
11 Ze vergaten wat Hij had gedaan,
vergaten de wonderen die Hij hun had laten zien.

12 Want Hij had wonderen gedaan
voor hun voorouders in Egypte.
13 Hij spleet de zee in tweeën en leidde hen er doorheen.
Hij hield het water tegen zodat het als een muur bleef staan.
14 Overdag leidde Hij hen met een wolk,
’s nachts met grote vuurvlam.
15 Hij spleet rotsen in de woestijn
zodat er water uit stroomde en ze konden drinken.
16 Hij liet een beek ontstaan uit de rots:
water stroomde als een rivier.

17 Toch werden ze Hem weer ongehoorzaam.
Daar in de woestijn waren ze koppig tegen de Allerhoogste God.
Ze maakten Hem boos.
18 Ze daagden Hem uit
door om eten te vragen.
19 Ze zeiden:
“Kan God soms eten geven in de woestijn?
20 Toen Hij op de rots sloeg, stroomde er water uit.
Maar kan Hij ook zorgen voor brood en vlees voor zijn volk?”
21 Toen de Heer dat hoorde, werd Hij vreselijk boos.
Hij werd woedend op het volk van Jakob.
22 Want ze geloofden Hem niet.
Ze vertrouwden er niet op dat Hij hen wilde redden.
23 Toch gaf Hij de wolken een bevel.
Hij opende de deuren van de hemel.
24 Toen regende het manna! ‘Manna’ betekent: ‘Wat is dat nou toch?’ Lees Exodus 16.
Hij gaf hun hemels graan.
25 Zo aten ze engelenbrood.
Ze konden eten zoveel als ze wilden.
26 Hij zorgde ervoor dat er een oostenwind ging waaien.
Ook zorgde Hij voor een sterke zuidenwind.
27 De wind bracht vogels mee,
zo ontelbaar als het zand langs de zee.
28 Het regende vogels in het kamp,
rondom hun tenten.
29 Ze aten zoveel ze wilden.
Hij gaf hun waar ze om hadden gevraagd.
30 Nog tijdens het eten
– ze hadden het eten nog in hun mond –
31 werd God vreselijke boos op hen
omdat ze zich vol zaten te schrokken.
Hij doodde veel van de jonge mannen.

32 Toch bleven ze Hem ongehoorzaam.
Ze vertrouwden niet op zijn wonderen.
33 Toen maakte Hij hun leven zinloos.
Hun leven werd één en al ellende, jarenlang.
34 Steeds als Hij een aantal van hen doodde,
kwam het volk weer bij Hem terug
en wilden ze God weer dienen.
35 Dan wisten ze weer
dat God de rots onder hun voeten was,
dat Hij de Allerhoogste God was,
de enige die hen kon redden.
36 Maar ze bedrogen Hem.
Ze beloofden Hem dingen die ze niet meenden.
37 Ze hielden niet echt van Hem.
Ze waren niet trouw aan zijn verbond.
38 Maar omdat Hij medelijden met hen had,
vergaf Hij hun steeds hun ongehoorzaamheid
en vernietigde Hij hen niet.
Elke keer hield Hij zich in.
39 Hij dacht er aan dat ze maar mensen waren,
een zuchtje wind dat langswaait en nooit meer terugkomt.

40 Wat waren ze Hem toch vaak ongehoorzaam!
Steeds weer deden ze Hem verdriet daar in de woestijn.
41 Steeds weer daagden ze God uit.
Steeds weer dachten ze dat Hij hen niet zou kunnen redden.
42 Ze vergaten zijn macht.
Ze vergaten hoe Hij hen had gered van hun vijand Egypte.
43 Ze vergaten de wonderen
die Hij in Egypte had gedaan.
44 Daar had Hij het Nijlwater veranderd in bloed.
En niet alleen de Nijl, maar ook de andere rivieren.
Niemand kon het water nog drinken.
45 Hij had allerlei ongedierte laten komen dat hen verslond.
Daarna kikkers die hun het leven onmogelijk maakten.
46 Hij liet sprinkhanen komen
die de planten en de oogst op-aten.
47 Met hagel en ijzel
vernielde Hij de wijnstruiken en vijgenbomen.
48 Hij doodde hun vee door de hagel,
hun kudden door de bliksem.
49 Woedend was Hij.
Hij strafte Egypte met een leger doods-engelen.
50 Hij strafte hen zwaar. Hij ontzag niets en niemand.
Hij liet hun dieren door de pest doden.
51 Ook doodde Hij alle oudste zonen in Egypte,
alle eerstgeboren mannen in de huizen van Cham. Cham was één van de zonen van Noach. Hij was de voorvader van het volk van Egypte.
52 Maar zijn eigen volk nam Hij mee,
zoals een herder zijn schapen meeneemt.
Hij leidde zijn kudde door de woestijn.
53 Bij Hem waren ze veilig.
Ze hoefden nergens bang voor te zijn.
Want hun vijanden waren verdronken in de zee.
54 Hij bracht hen naar zijn eigen gebied,
naar de berg die zijn eigendom was.
55 Hij joeg de volken voor hen weg.
Hij gaf het gebied van die volken aan zijn eigen volk.
Het werd hun eigendom, hun eigen land.

56 Maar ze daagden God weer uit.
Ze waren koppig tegen de Allerhoogste God.
Ze hielden zich niet aan zijn bevelen.
57 Net als hun voorouders waren ze ontrouw aan Hem.
Ze gingen de verkeerde kant op,
zoals kromme pijlen uit een slechte boog.
58 Ze maakten Hem kwaad met hun altaren voor de afgoden.
Ze maakten Hem jaloers met hun godenbeelden.
59 God zag hoe ontrouw ze waren.
In zijn woede liet Hij Israël in de steek.
60 Hij verliet zijn heiligdom in Silo, De kist van het verbond van God was als buit meegenomen door de Filistijnen. Lees 1 Samuel 4.
de plaats waar Hij bij de mensen woonde.
61 Hij liet de kist van zijn verbond
– de plaats waar Hij woonde –
door de vijanden meenemen als buit.
62 Hij liet zijn volk door de vijand doden,
omdat Hij vreselijk boos op hen was.
63 De jonge mannen werden gedood.
De meisjes hadden niemand meer om mee te trouwen.
64 De priesters werden vermoord.
De weduwen hadden geen tranen meer over.

65 Toen werd de Heer wakker,
zoals iemand die diep heeft geslapen,
zoals een held die overmoedig roept door de wijn.
66 En Hij doodde zijn vijanden terwijl ze vluchtten.
Hij versloeg hen volkomen.

67 Hij koos niet voor de stam van Jozef.
Hij wilde niet meer wonen bij de stam van Efraïm. Vóórdat de kist van het verbond door de Filistijnen werd veroverd, stond hij in Silo, in het gebied van de stam van Efraïm.
68 Maar Hij koos de berg Sion uit
in het gebied van de stam van Juda,
de berg Sion waar Hij zoveel van houdt.
69 Daar bouwde Hij zijn heiligdom,
indrukwekkend als de hoogste bergen,
stevig en vast als de aarde.
70 En Hij koos zijn dienaar David uit.
Hij haalde hem weg bij de schapen.
71 David zou niet langer voor de schapen zorgen,
maar voor Gods eigen volk, het volk van Jakob.
72 David was een goede herder.
Hij leidde het volk rechtvaardig en wijs.

.

.

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

Waarom de Openbaring lezen?

Standaard

categorie : religie

 

Wat is het boek der Openbaring?

 

De Openbaring is het laatste boek  van het Nieuwe Testament en de Bijbel. Het werd geschreven door de apostel Johannes op het eiland Patmos, een eiland in de Egeïsche Zee vlakbij Turkije. Het boek is gedateerd in 96 NC, alhoewel er ook argumenten zijn voor een vroegere datum. Omdat de teksten in het Grieks geschreven zijn, noemt men het boek ook de Apocalyps. Hedendaags gebruikt men dit woord wanneer men de klemtoon wil leggen op een grote ramp. Het is een profetisch boek en bevat 22 hoofdstukken. God openbaart Johannes via een visioen geheimen over de eindtijden, gebeurtenissen die de mens zijn verstand te boven gaan.

 

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

God geeft kennis over

 

-zijn doel met deze wereld

-de toekomst van Israël en de wereld

-het mysterie van het goede en het kwade

-de bestraffing van het goede en de bestraffing van het  kwade

-de toekomstige natuurrampen en oorlogen

-de wederkomst van de Messias

-de dag des oordeel

-het uitzicht in de hemel en zijn troon

-de nieuwe  hemel en de nieuwe aarde

 

De Openbaring is moeilijk te begrijpen door de vele mystieke symbolen in de teksten en de verwijzingen naar het Oude Testament. De geschiedenis van Israël is een leidraad doorheen de 22 hoofdstukken. Jeruzalem wordt het centrum van Goddelijke theocratie voor gans  de wereld.

 

 

   Waarom de Openbaring lezen?

 

  • Johannes 17 : 3 > ‘’dit betekent eeuwig leven, dat zij voortdurend kennis in zich opnemen van u, de enige ware God en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus.‘’
  • Openbaring 1 : 3 > ‘’gelukkig is hij die deze profetische woorden van de Here voorleest; en dat geldt ook voor de mensen die ernaar luisteren en het zullen onthouden. Want de tijd dat deze dingen werkelijkheid worden, komt steeds dichterbij.‘’
  • Openbaring 22 : 7 > Jezus zegt : ‘’ja, ik kom gauw. Gelukkig is hij die de profetische woorden van dit boek onthoudt.‘’

 

Dit zijn citaten uit de Bijbel waarin God de mens aanmaant kennis in zich op te nemen over zichzelf en Jezus Christus. Wie God zoekt zal hem vinden. Het is aan de mens om de eerste stap te zetten. Wanneer we God om inzichten vragen zal de Heilige Geest ons geestelijk denken verlichten. Het onbegrijpelijke wordt plots of op het gepaste moment verstaanbaar. In het eerste en het laatste hoofdstuk van de Openbaring zegt Christus tot twee maal toe dat het lezen ervan een zegening geeft. Het woord van God, de Bijbel, is meer dan de traditionele preken en parabels die we al jaren kennen. Kennis opnemen van God is niet alleen bestemd voor theologen, maar voor iedereen. Door die opname van kennis krijgen we inzichten in het verleden en heden waardoor we met een gerust hart en vertrouwen de toekomst tegemoet kunnen gaan.

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

 

 

Vruchten en Gaven van de Heilige Geest

Standaard

Categorie : religie

 

 

 

Een gave van de Geest (charisma) is een bijzondere gave van de Heilige Geest, die niet kan worden verkregen door de bemiddeling van de Kerk.

 

 

 

 

 

Genadegave

 

Charisma is een Grieks woord. Het is verwant met charis, dat letterlijk betekent: ‘iets wat iemands vreugde opwekt’. ‘Charis’ wordt in christelijk perspectief ook wel vertaald met ‘genade’. Inderdaad is een charisma een genadevolle gave: een gave die een mens onverdiend ten deel valt. Iemand die een genadevolle gave heeft ontvangen, heet een Charismaticus.

 

1. Het woord van wijsheid

Woorden, waaruit een bovennatuurlijke wijsheid blijkt. Lees Handelingen 6:3.

 

 

2. Het woord van kennis

Uitingen die blijk geven van een bovennatuurlijk inzicht, zoals bijv. het blootleggen van zaken die anders geheim zouden zijn gebleven. Lees Handelingen 5:3,4.

 

 

3. De onderscheiding van geesten

Een kennen van de ware geestelijke bron van het handelen van iemand. Het doorzien van de geest, die in en door iemand aan het werk is.

 

 

4. De gave van geloof

Een groot vertrouwen in God – het evenaart een ‘zeker weten’ – dat iets gerealiseerd zal worden tot de eer van God.

 

 

5. De gaven van genezingen

Er is verschil van mening over wat hier precies werd bedoeld: de gave om zieken te genezen of de genezing zelf. In het laatste geval is de genezing (op gebed of / en geloof) de gave van de Geest.

 

 

6. De werking van krachten/wonderwerken

Hieronder vallen ongetwijfeld ook de zeer bijzondere, ongewoon snelle genezingen waarin de scheppende kracht van God wordt gemanifesteerd, zoals bijv. het doen aangroeien van een verminkt of ontbrekend lichaamsdeel.

 

 

7. De gave van profetie

Het spreken door directe inspiratie van de Geest namens de Heer.

 

 

8. Het spreken in allerlei tongen

Het spreken in een taal die niet is geleerd en die meestal voor de spreker zelf ook onverstaanbaar is.

 

 

9. De vertolking van tongen

De vertolking van de uiting die voor de spreker zelf en de leden van de gemeente onverstaanbaar was.

 

 

 

 

 

Men spreekt ook wel over negen charismata

 

De charismata (meervoud van charisma) zijn gaven die de Heilige Geest uitdeelt aan personen met het oog op het Heil van anderen. In zijn eerste brief aan de Korintiërs onderscheidt de Apostel Paulus negen charismata:

 

aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven;

aan een ander een woord van kennis, krachtens dezelfde Geest;

aan een derde door dezelfde Geest het geloof;

en aan weer anderen schenkt diezelfde Geest de gave om ziekten te genezen,

de kracht om wonderen te doen,

de gave van de profetie,

de onderscheiding van geesten,

het vermogen om in talen te spreken

of de betekenis ervan uit te leggen.

 

Dit alles is het werk van één en dezelfde Geest, die aan ieder zijn gaven uitdeelt zoals Hij het wil. (1 Kor. 12, 8-11). De middeleeuwse kerkleraar Thomas van Aquino heeft deze negen charismata in zijn Summa Theologiae geïnterpreteerd. (Summa Theologiae II, IIae, qu 171 e.v.)

 

 

1 : het woord van wijsheid

Als een christen over het ‘woord van wijsheid’ beschikt, dan is hij in staa zijn mede gelovigen te helpen om uit de geloofswaarheden conclusies te trekken die de geloofsleer verrijken.

 

 

2 : het woord van kennis

Het is niet helemaal duidelijk wat het ‘woord van kennis’ precies inhoudt. Sommige theologen denken dat het woord van kennis het vermogen is om menselijke kennis in dienst te stellen van de verklaring van de Heilige Schrift.

 

 

3 : de gave van het geloof

Met het charisma van het geloof wordt niet bedoeld het vermogen om te geloven in datgene wat er is geopenbaard. Het gaat bij dit charisma volgens Thomas om een bijzondere zekerheid met betrekking tot wonderen die staan te gebeuren.

 

 

4 : de gave van de genezing

Het genezingscharisma moet worden onderscheiden van de vaardigheden van een arts. Het gaat er hier om mensen lichamelijk en geestelijk te reinigen van het Kwaad. Genezing is op deze wijze een teken van Gods verlossende kracht.

 

 

5 : het doen van wonderen

Als een gelovige een wonder verricht dan doet hij of zij dit niet uit eigen kracht, maar dankzij de Heilige Geest. Het doel van dit charisma is niet het doen van onverklaarbare dingen, maar de bekrachtiging van de Blijde Boodschap. Charismatici die wonderen verrichten zoeken beslist niet de faam van de tovenaar, maar proberen met hun bijzondere handelwijze de verkondiging geloofwaardig te maken.

 

 

6 : profetie

Vaak denkt men bij profetie aan het doen van een toekomstvoorspelling. Maar iemand die de profetische gave heeft ontvangen is bovenal een doorgever van goddelijke boodschappen. De RK-Kerk leert dat een profetie van een charismaticus nooit iets wezenlijks kan toevoegen aan datgene wat al geopenbaard is. Het charisma van de profetie is vooral bedoeld om de geloofsgemeenschap te sterken in het geloof.

 

 

7 : onderscheiding der geesten

De onderscheiding der geesten is het heldere inzicht waardoor een goede intentie van een kwade kan worden onderscheiden. Omdat het kwade vaak de gedaante van het goede aanneemt, beschermt dit charisma de geloofsgemeenschap tegen valse profeten, oplichters en de Antichrist, de aartsvijand van Christus’ Kerk.

 

 

8 en 9 : spreken en vertolken van talen

Het charisma van de gave der talen kan tot uiting komen in glossolalie of xenoglossie. Glossolalie komt voor bij mensen die vervuld zijn van de Geest. In deze extatische toestand spreken zij een onbegrijpelijke taal. Xenoglossie is het charisma om talen te spreken die de spreker eigenlijk onbekend zijn. De apostel Paulus spreekt wat de talengave betreft ook nog van het charisma van de vertolking. Dit charisma betreft het vermogen om de onbegrijpelijke taal van glossolalie te verklaren en om vreemde talen te verstaan, zonder ze geleerd te hebben.

 

 

De Heilige Geest

 

Pasteltekening van John astria

 

 

 

HOE SPREEKT DE BIJBEL OVER DE HEILIGE GEEST ?

 

1. De Heilige Geest in het Oude Testament.

 

-Het Oude Testament noemt de (Heilige) Geest 88 keer.
-23 van de 39 boeken hebben iets over de Heilige Geest te vertellen.
-De benaming Heilige(n) Geest word maar 3x gebruikt.
Psalm 51:11, Jesaja 63:10,11
-Andere benamingen worden ook gebruikt zoals “de Geest van God”. (Genesis 1)

En verder:

a. De Heilige Geest werd voorspeld: Numeri 11:17,25,29; 2; 1 Samuël 10:9-14.

b. Voorspelling van een algemene uitstorting: Joël 2:28,29; Jesaja 28:11,12; 32:1,15; 44:3;
Ezechiël 36:27.

c. De Messias zal met de Geest vervuld zijn; Jesaja 61:1-3.

 

 

 

2. De Heilige Geest in het Nieuwe Testament:

 

-In het Nieuwe Testament word de Heilige Geest 264 keer genoemd
-Ongeveer 60 keer in de vier Evangeliën.
-Het boek van Handelingen heeft 57 referenties.
-De brieven bevatten 132 referenties
-Drie brieven maken geen referentie naar de Heilige Geest en dat zijn Filemon, 2 Johannes en 3 Johannes.

De Heilige Geest heeft altijd een hele belangrijke rol gespeeld in het plan van God.

 

 

 

 

 

De rol van de Heilige Geest in het leven van Jezus

 

1. Jezus werd geboren door verwekking van de Heilige Geest. (Matteus 1: 20, Lukas 1:30-35)

 

2. Verschillende mensen werden geïnspireerd door de Heilige Geest om hen kennis te laten hebben van de geboorte van Jezus.

-Elizabeth. Lukas 1: 41, 42.
-Zacharias. Lukas 1: 67-79
-Simeon. Die het kleine kind zag toen het in de Tempel voorgedragen werd. Luk. 2: 25-35

 

3. Zijn aanwezigheid bij de doop van Jezus.

-Hij kwam in de vorm van een duif. Matteus 3:13-17, Lukas 3: 21-22

 

4. Zijn aanwezigheid gedurende de verleidingen in de woestijn.

-Jezus was vervuld van de Geest. Lukas 4: 1
-Werd de woestijn ingeleid om verzocht te worden. Lukas 4:1

 

5. Zijn aanwezigheid gedurende de bediening van Jezus.

-Jezus kwam in de “kracht van de Geest” om te leren in de Synagoge. Lukas 4: 14-15
-Hij refereerde naar de Profeet Jesaja toen die had gezegd: “de Geest van God is op mij”. Lukas 4: 16-19
-Bij één gebeurtenis werd er gezegd dat Jezus zich verheugde in de Geest. Lukas 10:21
-Jezus zei dat Hij de duivelen uitwierp door de Geest. Matteus 12: 28

 

 

 

Nog andere werken van de Heilige Geest

 

A. Bij de geboorte van Johannes de Doper en van Jezus

 

Er zijn acht verwijzingen naar de werkzaamheid van de Heilige Geest in de eerste twee hoofdstukken van Lucas. De verwijzingen spreken van een ‘luid roepen’ en ‘profeteren’ onder de kracht van de Heilige Geest.

a. Gabriël informeert Zacharias dat zijn zoon met de Heilige Geest vervuld zal zijn; Lucas 1:15.
b. Gabriël informeert Maria dat de Heilige Geest over haar zou komen; Lucas 1:35.
c. Elisabeth vervuld met de Heilige Geest; Lucas 1:41,42.
d. Zacharias vervuld met de Heilige Geest; Lucas 1:67.
e. Maria vervuld met de Heilige Geest; Lucas 1:46-55.
f. Johannes de Doper gesterkt door de Heilige. Geest; Lucas 1:80.
g. Simeon was vervuld met de Heilige Geest; Lucas 2:25-27.
h. Anna was vervuld met de Heilige Geest; Lucas 2:36.

 

 

B. In het leven van Jezus

 

a. De Heilige Geest daalde op Jezus; Matteüs 3:16.
b. Jezus werd door de Geest gedreven naar de woestijn; Marcus 1:12.
c. Kwam terug in de kracht van de Heilige Geest; Lucas 4:14.
d. Offerde zichzelf zonder vlek aan God op; Matteüs 12:28.
e. Gaf bevelen aan de apostelen; Handelingen 1:2.

 

 

C. Aankondigingen van de Heilige Geest

 

a. Johannes de Doper; Lucas 3:16.
b. Als een rivier van water; Johannes 7:37.38.
c. De Vader geeft de Heilige Geest; Lucas 11:13.
d. Een andere Trooster komt; Johannes 14:16.
e. Christus blies op de discipelen; Johannes 20:22.

 

 

 

 

 

 

De Heilige Geest in het leven van een christen

 

 

1. Zijn rol in het vormen van christenen

 

-We worden overtuigd van zonde door de Heilige Geest. Johannes 16:7,8
-We worden opnieuw geboren door de Geest. Johannes 3:5-8
-We worden vernieuwd door de Heilige Geest. Titus 3:4-6

 

 

2. Zijn rol in het leven van christenen

 

-We leven in en door de Geest. Galaten 5:25
-We moeten in de Geest wandelen. Galaten 5:25
-We moeten dienen in de nieuwe staat des Geestes. Romeinen 7:5-6, 8:5-6
-Het is bij de Geest dat we het vlees doden. Romeinen 8:12-14
-Alleen als we door de Geest van God geleid worden zijn we zonen van God. Romeinen 8: 14
-De Heilige Geest pleit voor ons. Romeinen 8:26
-God geeft ons kracht door de Geest. Efeziërs 3: 16
-Wij hebben de gemeenschap des Heiligen Geestes. 2 Korintiërs 13:13, Filippenzen. 2:1 -De Geest Gods woont in ons. 1 Korintiërs 3:16, 6:19

 

 

3. De rol van de Heilige Geest in de openbaring van Gods woord

 

1. De geschriften kwamen door de inspiratie van de Heilige Geest. 2 Petrus 1: 20-21, 1 Petrus 1:10-11
2. Jezus vertelde Zijn dicipelen dat zij geleid zouden worden in “alle waarheid” door de Heilige Geest. Johannes 14:25-26, 16:12-13
3. Er is geen andere manier om de waarheid van God te kennen zonder de woorden van de Heilige Geest die geopenbaard werd aan de Apostelen. 1 Korintiërs 2: 10-13

 

 

 

Geschonken bekwaamheden

 

Geestelijke gaven worden door God geschonken via de Heilige Geest. De Heilige Geest is God-in-actie, God die aan het werk is in ons leven. Hij schenkt ons die gaven uit pure gulheid. Als je bepaalde gaven ontvangen hebt, hoeft dat dus nog helemaal niet te betekenen dat je een bijzonder geestelijk of toegewijd christen bent. Je kunt de geestelijke gaven op geen enkele manier verdienen, ze zijn absoluut gratis. En God deelt ze uit overeenkomstig zijn genade en zijn bedoeling met ieders leven.

God deelt gaven uit aan wie Hij wil (1 Corinthiërs 12:11). Er zijn geen christenen zonder een geestelijke gave. Ieder lid van het lichaam van Christus heeft er minstens één ontvangen. Als iemand zijn eigen gaven nog niet kent, betekent dat niet dat hij geen gaven heeft maar dat hij ze nog niet heeft ontdekt. Daarbij worden geestelijke gaven niet geschonken om persoonlijk van te genieten, maar om er anderen mee te zegenen.

Ze worden gegeven ‘tot welzijn van allen’ want ze zijn bestemd voor het lichaam van Christus. Als je je dus afzijdig houdt van de gemeenschap van de gelovigen, kunnen anderen niet door jouw gaven gezegend worden.Dan kun je je gaven niet gebruiken zoals God ze bedoeld heeft, want ze zijn bestemd voor de opbouw van de gemeente (Efeziërs 4:12). Ik kan het ook anders zeggen: geestelijke gaven zijn ervoor bedoeld om een bijdrage te leveren aan datgene waartoe de gemeente in zijn geheel geroepen is.

Daarbij denk ik aan woorden als: aanbidden, vieren, liefhebben, omzien naar elkaar, onderwijzen, verkondigen, evangeliseren, dienen. Natuurlijk kun je niet op elk terrein van de gemeenteopbouw actief zijn. Je geestelijke gave bepaalt wat jouw belangrijkste bijdrage aan het geheel mag zijn.

 

 

 

 

 

Geestelijke gaven

 

De Bijbel kent geen complete lijst waarin alle geestelijke gaven die er maar zijn vermeld staan.
Zo’n lijst zou ook niet mogelijk zijn, want er bestaat geen afgebakend getal van geestelijke gaven.
De Heilige Geest is vrij om in een bepaalde tijd weer nieuwe gaven met het oog op de nood van die tijd te schenken.

Hoewel het niet mogelijk is een complete lijst met alle geestelijke gaven weer te geven, vinden we er in de Bijbel een heleboel genoemd die nog steeds voorkomen en van belang zijn. In Romeinen 12:1-8 worden genoemd: profetie, dienen, leren (onderwijs geven), bemoedigen (zielszorg), geven, leiding geven en barmhartigheid.

In 1 Corinthiërs 12 vinden we: wijsheid, kennis, geloof, genezing, wonderen, profetie, onderscheiding van geesten, tongen, vertolking van tongen, apostelschap, leren (onderwijs geven), helpen, besturen (organiseren). Efeziërs 4 noemt: apostelschap, profetie, evangelisatie, herderschap en leren (onderwijs geven).

Daarnaast vinden we in de Bijbel gaven als: ongehuwd zijn (1 Corinthiërs 7:7), vrijwillige armoede en martelaarschap (1 Corinthiërs 13:1-3), gastvrijheid (1 Petrus 4:9), zendeling (Galaten 1:15 en 16), artistieke creativiteit (Exodus 31:3) en muziek (1 Kronieken 16:41).

 

 

 

Gaven en talenten

 

Dikwijls wordt gevraagd wat nu het verschil is tussen geestelijke gaven en de natuurlijke talenten die alle mensen hebben.

 

Natuurlijke talenten zijn bekwaamheden die de goede Schepper in zijn algemene genade aan alle mensen schenkt bij hun geboorte met het oog op het leven in de samenleving. Geestelijke gaven zijn bekwaamheden die God de Heilige Geest, als de Vernieuwer van ons leven, aan alle christenen schenkt bij hun wedergeboorte met het oog op de opbouw van de gemeente.

Genadegaven vallen niet samen met natuurlijke talenten, maar hangen er vaak wel mee samen.
De Heilige Geest kan onze natuurlijke talenten in dienst nemen, heiligen en boven zichzelf uit laten reiken. Zo kan Hij onze natuurlijke vermogens transformeren tot geestelijke gaven.

 

 

 

Hoe leer je je gaven kennen?

 

Vaak merken anderen in de gemeente je gaven eerder op dan jezelf. Dan gaan ze je vragen om juist die dingen die bij je gaven horen, vaker te doen. Soms zullen ze het zelfs tegen je zeggen: “Ik ervaar dat God jou die of die gave heeft gegeven.”Ik denk dat het heel belangrijk is dat we zulke dingen tegen elkaar zeggen. Het is een bevestiging en kan je helpen om meer helderheid over je gaven te krijgen.

Soms zul je het zelf ontdekken doordat het je opvalt dat bepaalde dingen je goed afgaan, dat je er vreugde in vindt en dat God je zo gebruikt. Soms ontdek je het door te experimenteren. Door allerlei dingen aan te pakken en te zien hoe het gaat. Dan zal ook wel eens blijken dat je bepaalde gaven absoluut niet hebt. Wees er blij om, want op dat terrein zal je voornaamste roeping dan ongetwijfeld niet liggen.

 

 

De Heilige Drievuldigheid: God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

Juiste houding

 

Er zijn dus vele manieren waarop je je geestelijke gaven kunt ontdekken en ontwikkelen. Het is daarbij wel heel erg belangrijk dat je dat doet in de juiste houding. Het heeft natuurlijk alleen maar zin om je met de geestelijke gaven bezig te houden als je leeft met God en dagelijks bidt om vervuld te mogen zijn met de Heilige Geest. Bovendien is het van wezenlijk belang dat je de gaven waar je om bidt, of die je hoopt te ontdekken of te ontwikkelen, echt wilt gebruiken om te dienen. Zonder de liefde ben je niets.

De gave van wijsheid lijkt te bestaan uit het vermogen om beslissingen te nemen en om anderen op een manier te sturen die in overeenstemming met God’s wil is.

De gave van kennis is het vermogen om een diep begrip te hebben van een geestelijke kwestie of situatie.

De gave van geloof is het vermogen om op God te vertrouwen en om anderen aan te moedigen om ongeacht de omstandigheden op God te vertrouwen.

De gave van het genezen is het miraculeuze vermogen om God’s genezende kracht aan te wenden om iemand die ziek, gewond of mistroostig is te herstellen.

De gave van het het verrichten van wonderen is het vermogen om tekenen en mirakels uit te voeren die authenticiteit aan God’s Woord en het Evangelie verlenen.

De gave van het profeteren is het vermogen om een boodschap van God te verkondigen.

De gave om te onderscheiden wat wel en wat niet van de Geest afkomstig is, is het vermogen om te kunnen vaststellen of een boodschap, mens of gebeurtenis al dan niet werkelijk van God afkomstig is.

De gave van het in klanktaal spreken is het vermogen om in vreemde talen te spreken die je feitelijk niet eens beheerst, met als doel om met iemand te kunnen communiceren die zo’n vreemde taal spreekt.

De gave van het uitleggen of interpreteren van klanktaal is het vermogen om de klanktaal te vertalen en om deze aan anderen in je eigen taal te kunnen communiceren.

De gave van beheren en besturen is het vermogen om dingen op een georganiseerde manier en in overeenstemming met God’s principes te laten verlopen.

De gave van bijstand verlenen is het hebben van een onophoudelijk verlangen om anderen te helpen en om te doen wat er ook maar nodig is om een taak te voltooien.

 

 

BEDIENINGEN

 

De gaven van de Geest zijn in principe allemaal voor iedere christen beschikbaar. Alleen bepaalt God wanneer Hij welke gaven  door jou heen openbaart. De kans is klein dat je ooit zult meemaken dat al Gods gaven op één bepaald moment tegelijkertijd door jou heen functioneren. Wel is het heel waarschijnlijk dat je tijdens je leven alle gaven gaat meemaken.

 

Het functioneren van Gods gaven hangt nauw samen met je taak en je rol OP DAT MOMENT in Zijn Koninkrijk en in het bijzonder van zijn gemeente. Zo ontvang je op elk  moment wat je nodig hebt ter bemoediging van de ander en tot opbouw van de gemeente.

Maar het is ook mogelijk dat je God je een bepaalde gave met bijzondere kracht toebedeelt; je ontvangt dan een bediening. Je krijgt dan bijzonder gezag van God om met behulp van die gave Zijn kracht te laten zien. De bekendste voorbeelden: genezers en profeten. Vaak kun je vanuit je bediening ook andere christenen helpen om op een zuivere manier met die gave om te gaan.

 

 

De ware – en de valse Drievuldigheid

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

Charisma versus kerkelijk ambt

 

 In tegenstelling tot het kerkelijk Ambt wordt een charisma niet door bemiddeling van de Kerk door de Geest bekrachtigd, maar rechtstreeks ingestort. De Geest kiest wie Hij wil. Soms leidt dat tot een conflict tussen kerkelijke ambtsdragers en charismatici. Het kerkelijk leergezag vindt dat charismatici niet hoger staan dan ambtsdragers.

 

 

 

Parapsychologie

 

Omdat charismata vaak gepaard gaan met onverklaarbare verschijnselen, zijn ze geliefde objecten van de psychologie en de parapsychologie. In de parapsychologie worden sommige paranormale verschijnselen die bij christelijke heiligen zijn waargenomen als charismata aangeduid, ofschoon de Kerk dit woord bij deze verschijnselen vermijdt. In de Kerk is namelijk echt alleen sprake van een charisma als de Heilige Geest de oorsprong van het verschijnsel is.

Paranormale verschijnselen die bij vergissing als charismata worden aangeduid zijn bijvoorbeeld stigmatisatie (het ontvangen van Christus’ wonden), levitatie (als een persoon opstijgt), bilocatie (als een persoon op twee plaatsen tegelijk verschijnt), helderziendheid en salamandrie (als iemand niet door vuur verbrand raakt).

 

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

Negentiende Miniatuur : eerste visioen van het Derde Boek

Standaard

categorie : Hildegard von Bingen

 

 

 

 

 

 

 

 

Negentiende Miniatuur: Eerste visioen van het Derde Boek

 

 

Scivias%20T%2019_Boek%20III,1

 

 

Eerst begint Hildegard te spreken over God zelf, die woont in het Oosten. Zij ziet een hoog oprijzende rots van ijzerkleur, hier als van bovenaf gezien voorgesteld door blauwe en witte cirkels. Baillet meent dat de cirkel de rots van bovenaf gezien voorstelt. Keller gaat nog verder en vermoedt dat de blauwwitte kleur de wolk is die volgens Hildegard boven die rots hing. In ieder geval kan men deze cirkel zien als een hardstenen kei, zo groot dat hij de indruk maakt van een bol.

Daarboven zweeft een witte wolk, hier voorgesteld als aan bloem, waarop de troon van God staat net zoals Boeddha zit op een lotusbloem. Hiltgart Keller heeft een verklaring om deze omhoog gerichte bruine, halve bol met meniekleurige golven die versierd zijn met witte lijnen en zwarte randen.

Zij ziet hierin niet een witte wolk, maar de in de Scivias-tekst beschreven vuurkleurige glans van steen en staal. Het is de glans die na de val van de engelen, voorgesteld als uitdovende vallende sterren, terugkeert naar de troon van de Schepper.

De grote lichtcirkel rondom de Schepper is als een mandorla.  Een mandorla is een amandelvormige figuur, waarin vaak Christus of een heilige wordt afgebeeld. Deze is eveneens bruinrood en menierood van kleur en met witte golflijnen. Hoe dan ook, de verklaring zegt dat de rots de Vreze des Heren is, de grondslag van alle bovennatuurlijke kennis.

Hoe dan ook ziet Hildegard boven de rots een witte wolk zweven als beeld van de gave der Wijsheid. Als ons gezegd wordt dat op die wolk Gods troon staat, roept het geheel sterke herinneringen op aan de Godsverschijning op de berg Sinaï in het Oosten.

De voorstelling van God toont verwantschap met de Pantokrator van de mozaïeken in de oude basilieken. De term Pantokrator is afkomstig uit de Griekse vertaling van de joods-christelijke Bijbel, het Oude Testament en het Nieuwe Testament en is een aanduiding voor God. De nadruk ligt op de universaliteit en de almacht die aan God worden toegeschreven.

We kunnen niet direct zien of het om God de Vader gaat of om Christus, maar er staat  in het Evangelie: “Wie Mij (Christus) ziet, ziet de Vader”

Een apart detail valt nog op te merken: op de borst van het Godsbeeld zien we een gouden schild waarover een bruine band loopt als een pallium. Een pallium is vaak cirkelvormig en wordt gedragen om de hals en over de kazuifel en heeft twee afhangende banden aan de voor- en achterkant. De witte band is voorzien van zwarte kruisen.

Volgens de tekst is dit het leem dat God op zijn hart draagt. Dit geeft de eeuwige verlossende Voorzienigheid aan, waardoor God de zondige mens kent en hem verlossen wil uit de modder van de ondeugd. De edelstenen, die de leem omlijsten, zijn de martelaren, maagden, belijders en ook de boetvaardigen. De Eeuwige heeft hen allen voorbestemd om de engelen te vervangen die Lucifer in zijn val had meegesleurd.

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

JOHN ASTRIA

Hosea 4-7 • My people are destroyed / Mijn volk is vernietigd

Standaard

Category, categorie:  The Bible explained/De Bijbel uitgelegd: video

.

.

.

Hosea 4-7 . Mijn volk is vernietigd door gebrek aan kennis

.

Paul LeBoutillier

.

.

 

 

 

 

 

 

De troonsheerlijkheid van God : hoofdstuk 4

Standaard

categorie : de Openbaring

 

 

 

De Openbaring uit het Nieuwe Testament : hoofdstuk 4

 

 

 

De troonsheerlijkheid van God

 

hoofdstuk 4 ; de troonsheerlijkheid van God

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

Wat is het boek der Openbaring ?

 

De Openbaring is het laatste boek van het Nieuwe Testament en de Bijbel. Het werd geschreven door de apostel Johannes op het eiland Patmos, een eiland in de Egeïsche Zee vlakbij Turkije. Het boek is gedateerd in 96 NC, alhoewel er ook argumenten zijn voor een vroegere datum. Omdat de teksten in het Grieks geschreven zijn, noemt men het boek ook de Apocalyps. Hedendaags gebruikt men dit woord wanneer men de klemtoon wil leggen op een grote  ramp. Het is een profetisch boek en bevat 22 hoofdstukken. God openbaart Johannes via een visioen geheimen over de eindtijden, gebeurtenissen die de mens zijn verstand te boven gaan.

  • Johannes 17 : 3 > ‘’dit betekent eeuwig leven, dat zij voortdurend kennis in zich opnemen van u, de enige ware God en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus.‘’
  • Openbaring 1 : 3 > ‘’gelukkig is hij die deze profetische woorden van de Here voorleest; en dat geldt ook voor de mensen die ernaar luisteren en het zullen onthouden. Want de tijd dat deze dingen werkelijkheid worden, komt steeds dichterbij.‘’
  • Openbaring 22 : 7 > Jezus zegt : ‘’ja, ik kom gauw. Gelukkig is hij die de profetische woorden van dit boek onthoudt.‘’

 

Dit zijn citaten uit de Bijbel waarin God de mens aanmaant kennis in zich op te nemen over zichzelf en Jezus Christus. Wie God zoekt zal hem vinden. Het is aan de mens om de eerste stap te zetten. Wanneer we God om inzichten vragen zal de Heilige Geest ons geestelijk denken verlichten. Het onbegrijpelijke wordt plots of op het gepaste moment verstaanbaar. In het eerste en het laatste hoofdstuk van de Openbaring zegt Christus tot twee maal toe dat het lezen ervan een zegening geeft.

Het woord van God, de Bijbel, is meer dan de traditionele preken en parabels die we al jaren kennen. Kennis opnemen van God is niet alleen bestemd voor theologen, maar voor iedereen. Door die opname van kennis krijgen we inzichten in het verleden en heden waardoor we met een gerust hart en vertrouwen de toekomst tegemoet kunnen gaan.

 

 

God geeft kennis over

 

-zijn doel met deze wereld

-de toekomst van Israël en de wereld

-het mysterie van het goede en het kwade

-de bestraffing van het goede en de bestraffing van het  kwade

-de toekomstige natuurrampen en oorlogen

-de wederkomst van de Messias

-de dag des oordeel

-het uitzicht in de hemel en zijn troon

-de nieuwe  hemel en de nieuwe aarde

 

De Openbaring is moeilijk te begrijpen door de vele mystieke symbolen in de teksten en de verwijzingen naar het Oude Testament. De geschiedenis van Israël is een leidraad doorheen de 22 hoofdstukken. Jeruzalem wordt het centrum van Goddelijke theocratie voor gans  de wereld.

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 John Astria

John Astria

Thomas van Aquino, de Christelijke Aristoteles

Standaard

categorie : beroemde mensen

 

 

 

De pogingen van onder meer Augustinus en Anselmus om filosofie en religie nader tot elkaar te brengen, vond vanaf de 12e eeuw navolging in de zogeheten Scholastiek (circa 1200-1350). In deze periode ontstond bovendien een hernieuwde interesse in het werk van Aristoteles. Zo beweerde de 13e-eeuwse theoloog en filosoof Thomas van Aquino dat hij met behulp van Aristoteles het bestaan van God kon aantonen.

 

 

thomas-aquinas

   Thomas van Aquino

 

 

 

aristoteles

   Aristoteles

 

 

Vanaf het einde van de 12e eeuw werden de eerste Europese universiteiten opgericht. De wetenschapsbeoefening aan deze middeleeuwse onderwijsinstituten wordt wel de ‘scholastische methode’ genoemd. In de 13e eeuw werd deze universitaire leermethode sterk beïnvloed door de filosofie van Aristoteles.

Thomas van Aquino (1225-1274), afkomstig uit het Italiaanse Aquino, was halverwege deze eeuw als docent werkzaam aan de universiteit van Parijs. Hij was degene die er het beste in slaagde een synthese tussen Aristoteles en het christelijke geloof tot stand te brengen.

 

 

 

Natuurlijke theologische waarheden

 

Aquino was van mening dat er geen tegenstelling bestond tussen de verhalen van de religie en die van de filosofie. Hij was er van overtuigd dat er nu eenmaal sprake was van ‘natuurlijke theologische waarheden’, die met behulp van zowel de Bijbelse openbaring als met het verstand verklaard konden worden.

Eén van deze natuurlijke theologische waarheden was voor hem het bestaan van God. Hoe zag hij voor zich dat we niet alleen in God konden geloven, maar God ook konden ‘verklaren’?

 

 

 

Aristoteles en de waarneming

 

Thomas van Aquino ontwikkelde allereerst een visie op de mens en wereld die radicaal anders was dan het idee dat Augustinus er in navolging van Plato op na had gehouden. Aquino baseerde zich namelijk op het gedachtegoed van Aristoteles, in wiens filosofie de zintuiglijke waarneming een belangrijke rol vervulde.

Op dit idee bouwde Aquino voort. Hij legde niet de nadruk op introspectie, maar was juist naar buiten gericht: kennis ligt niet ergens opgeslagen in ons hoofd maar halen we uit de dingen die we zien.

 

 

 

Vergaren van kennis

 

Vervolgens stelde Aquino vast dat de wereld zoals hij die waarnam, puur bestond uit individuele dingen. Hij kon wel een vrouw zien lopen en kolibries zien vliegen, maar het was simpelweg niet zo dat hij ergens de algemene begrippen mens of vogel zag zweven. Op basis van zijn waarneming kon hij echter in zijn hoofd die algemene begrippen construeren en categorisch ordenen.

Dit betrof een proces van abstractie: hij was in staat het algemene begrip ‘dier’ af te leiden uit individuele verschijnselen van schapen, paarden en honden. Ook de menselijke ziel, die volgens Aquino in principe leeg was, werd als het ware gevuld met behulp van de zintuiglijke waarneming.

 

 

 

Belang van het geloof

 

Aquino was van mening dat we met de wisselwerking tussen waarneming en verstand slechts een deel van de werkelijkheid konden bevatten. Een essentiële aanvulling hierop was het geloof. In religie vond hij de bevestiging en zekerheid van veel dingen die hij grotendeels ook met zijn verstand kon beredeneren.

Filosofie en religie waren als twee ‘indrukken’ die elkaar aanvulden: zoals een dove aan de hand van bliksem kan zien dat het onweert, komt een blinde door het horen van de donder tot dezelfde conclusie. De twee indrukken sluiten elkaar niet uit; de vereniging van beide, zien én horen, maakt de ‘kennis’ juist tot een krachtiger geheel. Zo werkte het volgens Aquino ook met geloof en rede.

 

 

 

Verklaring voor God’s bestaan

 

Aristoteles beschreef God dan wel niet letterlijk, maar het idee van God kon volgens Aquino gemakkelijk op diens filosofie worden geprojecteerd. Om Gods creatie te zien hoefde Aquino alleen maar om zich heen te kijken: Gods schepping was waarneembaar, maar directe kennis over God was slechts uit de bijbel te halen. Hij verwierp hiermee het ‘ontologisch godsbewijs’ van Anselmus: God is immaterieel, niet waarneembaar, en dus kunnen we geen directe kennis over hem krijgen.

Toch dacht Aquino het bestaan van God op een ‘logisch-empirische’ manier te kunnen verklaren, alleen al aan de hand van verandering: we zien immers dat alles continu verandert. Deze verandering moet wel ergens in gang zijn gezet, en wel door de Onbewogen Beweger, oftewel God. Hetzelfde geldt voor oorzakelijkheid: alles wordt veroorzaakt door iets. Er moet dus ook een ‘Eerste Oorzaak’ zijn.

 

 

 

 

Kritiek op Thomas van Aquino

 

Kortom: als we naar de wereld om ons heen kijken en alle verschijnselen proberen te verklaren, komen we volgens Aquino uiteindelijk onvermijdelijk uit bij die ene conclusie: God bestaat. Op dergelijke gedachtegangen van Aquino is in latere eeuwen wel de nodige kritiek gekomen.

Hoe weten we bijvoorbeeld zo zeker dat veranderingen niet oneindig zijn? Waarom bevinden oorzaken zich niet in een circulaire, herhalende keten? De fout die Aquino maakte in zijn theorie, net als Anselmus dat deed, is dat hij in zijn argumentatie al veronderstelde wat hij wilde bewijzen, namelijk het bestaan van God.

 

 

 

Spanning geloof en rede

 

In de loop van de 13e eeuw kwam er tegelijkertijd toenemende kritiek op de vele verzoeningspogingen die tussen geloof en rede plaatsvonden. De spanning tussen de heidense leer van Aristoteles en de christelijke leer leidde in 1277 zelfs tot een veroordeling van het werk van Aquino door de bisschop van Parijs. Er gingen veel stemmen op dat beide denktradities simpelweg hun eigen domein moesten hebben. Deze kritiek zou geloof en rede langzaam maar zeker weer uit elkaar drijven.

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek de openbaring: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

 

 

 

Fluoriet

Standaard

categorie : Sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

 

 

 

Fluoriet wordt al eeuwen gebruikt als vloeimiddel om metalen gemakkelijker uit erts los te smelten en de slakken beter te laten afvloeien. Om die reden wordt fluoriet ook wel vloeispaat genoemd.

 

.

Algemeen

 

Fluoriet kan allerlei kleuren hebben: wit, geel, oranje, roze, bruin, groen, blauw, paars en doorzichtig. De kristalvorm is duidelijk zichtbaar: meestal een regelmatig achtvlak (octaëder). Deze feiten maken het mineraal aantrekkelijk voor verzamelaars.

Het verschijnsel fluorescentie is genoemd naar deze edelsteen. Men ontdekte bij het bewerken van metaal dat fluoriet oplicht in het donker, als het eerder in daglicht heeft gelegen. Ook het element fluor, ontdekt in 1886, ontleent zijn naam aan fluoriet.

Fluoriet is een echte studie- en denksteen. Het helpt grote lijnen te zien in de studiestof, en verbanden te leggen met reeds aanwezige kennis. Daardoor is de informatie gemakkelijker te ordenen en kan de stof beter opgenomen worden.

Dit mineraal brengt je op een zachte, maar toch snelle manier bij je kern. Het haalt het beste in je naar boven, zowel fysiek als geestelijk. Omdat fluoriet in zoveel kleuren voorkomt, werd en wordt het vaak gebruikt om andere edelstenen te imiteren.

 

 

 

.

 

fluoriet

 

.

.

Herkomst van de naam

.

De naam fluoriet is afgeleid van het Latijnse werkwoord fluere, dat ‘stromen, vloeien’ betekent.

In China is de fluoriet al eeuwenlang een geliefde steen om beeldjes en gebruiksvoorwerpen van te maken. Dit omdat het een zacht gesteente is, dat gemakkelijk is te snijden. De Chinezen beschouwden de groene fluoriet – net als alle andere groene stenen – als een krachtige talisman en amulet. Het mineraal zou vooral goede bescherming bieden tegen hekserij en duivelskunsten.

De Oude Grieken en Romeinen waren verzot op fluoriet. Ze vervaardigden er prachtige kommen en schalen in allerlei kleuren van. In die tijd was fluoriet zo populair, dat het zelfs werd nagemaakt om aan de vraag te kunnen voldoen. Vooral de blauwe fluoriet, die onder meer in Engeland gevonden werd, was zeer in trek. De namaakfluoriet was vooral van glas. Ook nu wordt nepfluoriet van glas op de markt aangeboden.

Vanaf het midden van de achttiende eeuw werd fluoriet gebruikt als vloeispaat bij de verwerking van metaal en glas, en bij de vervaardiging van allerlei kleuren email. Tegenwoordig wordt het ook gebruikt voor het bereiden van waterstoffluoride. Dit product wordt gebruikt in antiaanbakcoatings en als desinfecterend middel.

 

 

 

.

 

fluoriet_paars_3

 

.

 

Spiritueel

.

* Fluoriet absorbeert negatieve emoties en emotionele verstoringen, en brengt emoties in balans. Dat maakt dit mineraal een geschikte steen voor kinderen met ADHD en andere (geestelijke) groeistoornissen.
* Fluoriet beschermt tegen en helpt bij angstgevoelens. Het werpt een energetisch schild op, waarachter je beschermd bent tegen energetisch vampirisme en andere negatieve energieën.

 

* Fluoriet helpt om orde en structuur in chaos te scheppen. Fluoriet is een goede steen voor denkprocessen, bevordert de concentratie, helpt nieuwe toepassingen van reeds aanwezige kennis te vinden.

* Fluoriet geeft inzicht in patronen, en de moed en de kracht om die patronen te doorbreken als dat nodig is. Fluoriet helpt je het heft in eigen hand te nemen en je eigen weg te gaan, onafhankelijk en zelfstandig. Het ondersteunt de vrije wil en laat zien dat er altijd een keuze is.
* Witte fluoriet op het kruinchakra reinigt de aura.
* Paarse fluoriet op het voorhoofdchakra stimuleert de spirituele groei en de intuïtie, beschermt tegen energetisch vampirisme. Een goede beschermsteen voor overgevoelige mensen.
* Blauwe fluoriet op het keelchakra stimuleert creativiteit en communicatie.
* Groene fluoriet is kalmerend en ontspannend.
* Roze fluoriet op thymus of hartchakra verzacht een verhard gemoed, maakt je liever voor jezelf en je omgeving.
* Gele fluoriet en oranje fluoriet maken tevreden en blij.
* Rode, bruine en zwarte fluoriet op het basischakra beschermt tegen negatieve emoties en situaties.
* Regenboogfluoriet (vertoont alle kleuren samen) is een geweldige beschermsteen en heeft alle werkingen hierboven bij de verschillende kleuren genoemd.

 

 

 

.

 

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

.

.

 

Chemische samenstelling

.

Fluoriet hoort bij de familie der halogenen, die gemakkelijk zouten vormen. Fluoriet bestaat grotendeels uit calciumfluoride, belangrijk voor de vorming van botten en tanden.

Samenstelling: CaF2 + (C, Ce, Cl, Fe, Mn, Y, Sm, Eu).

Soms kan fluoriet een alexandriet-effect vertonen: bij daglicht groen en bij kaars- of kunstlicht rood. Dat komt door ingesloten sporen cerium (Ce), yttrium (Y), samarium (Sm) en europium (Eu). De meeste fluoriet bestaat voor ruim de helft uit calcium. Indien de fluoriet relatief veel yttrium bevat, is de kleur violet, grijs of roodbruin.

 

 

Hardheid: 4, bros
Transparantie: doorzichtig, half doorschijnend
Breuk: glad tot schelpvormig, bros
Splijtbaarheid: goed
Dichtheid: 3,18 – 3,25
Kristalstelsel: kubisch

 

 

Fluoriet-schijf

.

 

 

 

 

.

 

voorpagina openbaring a4

.

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

 John Astria

John Astria