categorie : kamerplanten en bloemen
Goed te herkennen aan
– de goudgele, 5-tallige bloemetjes en
– de zilverwit behaarde, veervormig samengestelde bladeren
Algemeen
Zilverschoon is een zeer algemeen voorkomend vrij laag plantje. Ze groeit op natte tot vochtige, voedselrijke of brakke tot zilte grasgrond aan wegen, op akkers, in duinvalleien en aan de rand van schorren en kwelders. Zilverschoon kan zich vegetatief vermeerderen door middel van bovengronds liggende stengeluitlopers, die op de knopen wortelen en waar dan een nieuwe zelfstandige plant ontstaat.
Bloem
Zilverschoon bloeit vanaf mei tot en met augustus. De bloemen zijn goudgeel, staan op behaarde stelen en zijn alleen bij zonnig weer geheel geopend. Ze hebben normaal gesproken 5 kroonbladen.
Blad en stengel
Behalve de stengels zijn ook de bladeren behaard, meestal alleen aan de onderkant, soms ook aan de bovenkant. Door de beharing krijgen ze hun zilverachtige uiterlijk. De bladeren bestaan uit 15 tot 25 deelblaadjes met hele kleine blaadjes daartussen. Dat wordt afgebroken veervormig genoemd.
Toepassingen
In de groene delen van zilverschoon zit een stof met een krampstillende werking. Daarom wordt de plant verwerkt in preparaten tegen menstruatiepijn en maag- en darmaandoeningen.
Algemeen
– rozenfamilie (Rosaceae)
– overblijvend
– zeer algemeen voorkomend
– 5 tot 30 (45) cm
Bloem
– goudgeel
– vanaf mei t/m augustus
– gesteeld alleenstaand
– 1,5 tot 3 cm
– stervormig
– 5 kroonbladen, niet vergroeid
– 5 kelkbladen
– 3 bijkelkbladen
– meer dan 20 meeldraden
– meer dan 20 stijlen
Blad
– rozet
– samengesteld
– oneven afgebroken veervormig
– top spits
– rand scherp gezaagd
– voet aflopend
– veernervig
– onderkant zacht zilverwit behaard
– soms ook de bovenkant
Stengel
– bovengronds kruipend
– wortelend op de knopen
– behaard
– rolrond
zie wilde bloemen
