Tagarchief: engelbewaarder

Noveen gebed op voorspraak van Pater Pio

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Noveen gebed  op voorspraak van P. PIO van Pietrelcina

 

 

padre_pio

 

 

EERSTE DAG

 

Pio van Pietrelcina, Gij die de wonden van onze Heer J.Chr ontvangen hebt en zijn kruis voor ons gedragen. Gij hebt alle lichamelijk en moreel lijden op u genomen. Uw lichaam en ziel verkeerden in een voortdurende toestand van martelaar. Spreek voor ons ten beste bij God opdat wij geduldig de kleine en grote kruisen van het leven dragen en van elke beproeving een brug naar de hemel maken.

 

“ Het past dat gij de ongemakken die God toelaat verdraagt. Jezus zal niet verdragen dat gij te neer geslagen blijft, Hij zal u sterken en nieuwe moed geven” (P.Pio)

Bid de noveen ter ere van het H.Hart

 

 

 

TWEEDE DAG
 

Pio van Pietrelcina gij hebt met de hulp van O.H. Jezus Christus kunnen weerstaan aan de bekoringen van de duivel. Gij hebt de aanvallen van de helse duivels ondergaan, die u wilden afhouden van de weg naar de heiligheid, spreek voor ons bij God ten beste dat wij met uw hulp en deze van de uitverkorenen kracht krijgen om te weerstaan aan de zonde en het geloof bewaren tot aan de dood.

 

“Wees moedig en vrees de woede van de duivel niet. Herinner u altijd dat wanneer de vijand onrust en moeilijkheden zaait, dit een teken is dat hij niet overwonnen heeft (P.Pio)

Bid de noveen ter ere van het H.Hart

 

 

 

DERDE DAG
 

Pio van Pietrelcina , gij die de Maagd Maria zeer genegen waart en dagelijks zeer veel genaden en troost van haar  ontvangen hebt, spreek bij haar ten best. Leg met zachtheid onze zonden en onze gebeden in haar handen opdat, zoals eens in Cana in Gallilea, haar Zoon naar zijn moeder luistert en dat onze naam opgeschreven wordt in het boek van het leven.

 

De heilige Maagd  weze de ster die uw weg verlicht. Moge zij u de betrouwbare weg naar God wijzen en een vast anker zijn in het uur van de beproeving dat u nog sterker met Hem verenigt. (P.Pio)

Bid de noveen ter ere van het H.Hart

 

 

 

VIERDE DAG
 

Pio van Pietrelcina, Gij die zoveel van uw engelbewaarder hebt gehouden, Hij was uw gids, verdediger en boodschapper. Gij aan wie de bewaarengelen de gebeden van uw spirituele kinderen brengen, spreek ten beste bij de Heer zodat wij leren onze toevlucht te nemen tot onze bewaarengel die gedurende ons leven ons kan bemoedigen om het goede te doen en het kwaad te vermijden.

 

“Roep uw engel aan, dat hij u verlicht en leidt. De Heer heeft hem u gegeven als gids en boodschapper. Neem uw toevlucht tot Hem” P.PIo

Bid de noveen ter ere van het H.Hart

 

 

 

VIJFDE DAG
 

Pio van Pietrelcina, Gij die een grote godsvrucht had voor de zielen in het vagevuur. Gij hebt u voor hen opgeofferd als slachtoffer, tot uitboeting van hun zonden. Bid voor ons zodat ook in ons hart gevoelens van medelijden en vriendschap ontstaan voor deze zielen. Zo kunnen wij hun wachten verkorten en bekomen wij door ons gebed en offer voor hen de aflaten die zij nodig hebben

 

“Mijn God, Ik bid u leg mij het lijden op die voorbereid zijn voor de zondaars en de zielen in het vagevuur. Vermeerder voor mij de straffen tot zij bekeerd zijn en gered, dat de zielen bevrijd zijn uit het vagevuur  (P.Pio)

Bid de noveen ter ere van het H.Hart

 

 

 

ZESDE DAG
 

Padre Pio de Pietrelcina, gij die de zieken meer hebt lief gehad dan uzelf, omdat ge in hen het beeld van de lijdende zaagt; gij die mirakelen bekomen hebt naar lichaam en ziel, bidt voor ons bij de Heer opdat alle zieken, door de voorspraak van de maagd Maria, genezing bekomen en een overvloed van aan genade ontvangen en de Heer loven tot in eeuwigheid.

 

Indien ik weet dat een persoon naar lichaam of naar ziel gekweld wordt, zou ik niet weten wat te doen om hem te bevrijden van zijn kwalen? Ik neem graag al zijn kwelling op mij om hem gered te zien en de vruchten van dat offer bied ik graag aan aan God, als Hij het me toestaat. (Padre Pio)

Bid de noveen ter ere van het H.Hart

 

 

 

ZEVENDE DAG
 

Padre Pio de Pietrelcina, gij die deelneemt aan het heilswerk van God en al uw lijden opoffert voor de bevrijding van de zondaars, spreek bij ons voor bij God opdat ongelovigen de genade van het geloof krijgen en zich bekeren; dat zondaars oprecht berouw krijgen; dat lauwen vurig worden en dat de rechtvaardigen op de goede weg blijven.

 

“Indien de arme wereld de schoonheid van een ziel in staat van genade konden zien, zouden alle zondaars en alle ongelovigen zich ogenblikkelijk bekeren. “Padre Pio”

Bid de noveen ter ere van het H.Hart

 

 

 

ACHTSTE DAG
 

Padre Pio de Pietrelcina, gij die zoveel geestelijke aanhangers telt waarvan velen door u tot Christus zijn geleid, ten koste van uw bloed, beschouw ons ook, alhoewel we u nauwelijks persoonlijk hebben gekend, als uw geestelijke kinderen, zodat met uw vaderlijke bescherming wij geleid worden naar de heiligheid. Geef dat we ondersteund worden door de Goddelijke kracht zodat we op onze sterfdag de poorten van hemel open zien voor ons.

 

“Indien het me mogelijk was zou ik aan God één enkele genade vragen: van niet in het paradijs te mogen gaan alvorens al mijn geestelijke kinderen en al diegenen die mij toevertrouwd zijn in mijn ministerie er ook zijn. “ (Padre Pio)

Bid de noveen ter ere van het H.Hart

 

 

 

NEGENDE DAG
 

Padre Pio de Pietrelcina, gij trouwe dienaar van de H. Kerk, spreek voor ons ten beste bij de Heer opdat hij arbeiders stuurt voor zijn oogst en dat hij aan ieder van hen kracht geeft en inspiratie van de kinderen van God. Wij bidden U daarenboven tussen te komen bij de H. Maagd Maria om alle christenen te leiden tot eenheid en hen te verzamelen in het ene grote huis dat als baken mag dienen in de storm van het leven.

 

“Blijf altijd bij de H. Katholieke kerk, zij alleen kan u helpen want zij alleen is de bruid van Christus, die de ware prins van de vrede is. “ (Padre Pio

Bid de noveen ter ere van het H.Hart

 

 

 

 

 

NOVEEN TOT HET HEILIG HART VAN JEZUS(1)

 

Jezus, aan uw Hart beveel ik aan …. bv. deze ziekte , dit examen, deze bekering. Zie daarop neer en doe dan wat uw Hart U ingeeft. Laat uw Hart regeren.

Jezus, ik reken op U. Ik stel mij onder uw hoede.
Ik geef mij geheel aan U over, mijn vertrouwen op U is onbegrensd.
Allerheiligst Hart van Jezus, ik geloof in uw liefde tot mij.
Allerheiligst hart van Jezus, ik vertrouw op U.
Allerheiligst Hart van Jezus, Ik bemin U.
Amen.

 

 

 

NOVEEN TOT HET HEILIG HART VAN JEZUS(2)
(Volgens Jezus’ woorden in het Evangelie)

 

I. O Mijn Jezus, die gezegd hebt: “Voorwaar Ik zeg u, bid en ge zult verkrijgen, zoek en ge zult vinden, klop en u zal worden opengedaan”, zie ik klop, ik zoek, ik bid om volgende genade ….
Onze Vader… Wees gegroet… Glorie aan de Vader…
H. Hart van Jezus, ik vertrouw en hoop op U.

II. O Mijn Jezus die gezegd hebt: Voorwaar Ik zeg u, alles wat ge de Vader in Mijn naam zult vragen, zal Hij u geven, zie, in Uw Naam smeek Ik de Vader om volgende genade…
Onze Vader… Wees gegroet… Glorie aan de Vader…
H. Hart van Jezus, ik vertrouw en hoop op U.

III. O mijn Jezus die gezegd hebt: Voorwaar Ik zeg u, hemel en aarde zullen vergaan, maar Mijn woorden zullen niet vergaan, steunend op de onfeilbaarheid van Uw woorden, smeek ik U om volgende genade…
Onze Vader… Wees gegroet… Glorie aan de Vader…
H. Hart van Jezus, ik vertrouw en hoop op U.

Laat ons bidden:
O Allerheiligste Hart van Jezus, voor Wie het onmogelijk is geen medelijden te hebben met de ongelukkigen, heb medelijden met mij, arme zondaar, en verleen mij de genade waarom ik U smeek, door het Onbevlekt Hart van Maria, Uwe en onze tedere Moeder!
H. Jozef, zo innig met het Allerheiligste Hart van Jezus verbonden, bid voor ons!
Wees gegroet, Koningin, Moeder van barmhartigheid, enz…

Goddelijke Voorzienigheid van het heilig Hart van Jezus, voorzie in de verhoring van onze dagelijkse gebedsintenties!”

 

 

 


NOVEEN TOT HET HEILIG HART VAN JEZUS(3)


De laatste opdracht, door Jezus aan Zuster Faustina gegeven, is de verering van de Barmhartigheid van Zijn Goddelijk Hart zoveel mogelijk te verspreiden over heel de wereld bekend te maken. Vergeet ze nooit en geef de 12 beloften door aan de vereerders van Jezus H. Hart, ons bekend gemaakt door de H. Margaretha-Maria Alacoque!

Woorden van Jezus(verkorte versie):
1. Ik zal hun al de gunsten schenken, die zij in hun levensstaat nodig hebben.
2. Ik zal vrede brengen in hun huisgezinnen.
3. Ik zal hen troosten in al hun moeilijkheden.
4. Ik zal hun veilige schuilplaats zijn in het leven en vooral bij het sterven.
5. Ik zal overvloedige zegen uitstorten over al hun ondernemingen.
6. De zondaren zullen in Mijn Hart de bron en de eindeloze oceaan van barmhartigheid vinden.
7. De lauwe zielen zullen vurig worden.
8. De vurige zielen zullen spoedig tot een hoge volmaaktheid komen.
9. Ik zal de plaatsen zegenen, waar de beeltenis van Mijn Hart tot verering zal worden uitgestald.
10. Aan de priesters zal ik de gave verlenen om de harten van de meest verstokte zondaars te treffen.
11. De naam van diegenen die deze devotie zullen verbreiden, zal in Mijn Hart geschreven staan en daar nooit uit weggewist worden.
12. De almachtige liefde van Mijn Hart zal aan allen, die op de eerste vrijdag van negen achtereenvolgende maanden te heilige communie gaan, de genade van de eindvolharding geven. Zij zullen niet in Mijn ongenade sterven. Evenmin zullen zij zonder heilige Sacramenten sterven.

 

 

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

JOHN ASTRIA

 

Advertentie

De duivel en Pater Pio

Standaard

categorie : religie

 

 

 

saint_padre_pio_postcard_004-p239242458678405622baanr_400

 

 

 

De Duivel

 

De duivel bestaat. Zijn actieve rol behoort niet tot het verleden en kan ook niet herleid worden tot het domein van de menselijke verbeelding. In werkelijkheid gaat de duivel vandaag onverminderd voort met het verleiden tot zonde. Om vele redenen moet de houding van de volgeling van Christus tegenover Satan er een zijn van waakzaamheid en van strijd en niet van onverschilligheid.

De huidige tijdsgeest heeft de figuur van de duivel verbannen naar de mythologie en de folklore. Baudelaire bevestigde juist dat het meesterwerk van Satan in deze moderne tijd er precies in bestaat te maken dat men niet meer in zijn bestaan gelooft. Bijgevolg is het niet gemakkelijk zich voor te stellen dat Satan toch blijk heeft gegeven van zijn bestaan toen hij gedwongen werd felle gevechten met pater Pio aan te gaan. Zulke ‘veldslagen’, die vermeld werden in de briefwisseling van de vereerde confrater met zijn geestelijke oversten, waren werkelijk echte gevechten op leven en dood.

 

 

 

Een van de eerste contacten die pater Pio had met de vorst van het kwaad gaat terug tot 1906 toen hij naar het klooster van Sant’Elia in Pianisi was teruggekeerd. Tijdens een zomernacht kon hij de slaap niet vatten door de drukkende hitte. Hij hoorde in de aangrenzende kamer voetstappen van iemand die heen en weer liep. “Die arme Anastasio kan ook niet slapen zoals ik”, dacht pater Pio. “Ik wil hem in ieder geval voorstellen dat we met elkaar wat zouden praten.”

Hij ging naar het venster en riep zijn metgezel maar zijn stem stokte in zijn keel. Op de vensterbank van van de aangrenzende kamer stond een rijzige afgrijselijke hond. Pater Pio vertelde: “Met ontzetting zag ik een grote hond langs de deur binnenkomen. Uit zijn muil kwam veel rook. Ik viel op mijn rug op het bed en hoorde hem zeggen: “Hij is het, hij is het!” Terwijl ik in die houding lag zag ik het beest een sprong maken naar de vensterbank vanwaar het zich naar het tegenoverliggende dak lanceerde om daarna te verdwijnen.

 

 

De listen van Satan om misbruik te maken van de doodkalme pater manifesteerden zich op allerlei manieren. Pater Agostino bevestigde ons dat Satan verscheen onder de meest uiteenlopende gedaanten: “onder de gedaante van naakte jonge meisjes die wellustig dansten, onder de gedaante van een gekruisigde, onder de gedaante van een jeugdige vriend van de broeders, onder de gedaante van de geestelijke vader of van pater provinciaal, van paus Pius X en van zijn engelbewaarder, van Sint-Franciscus, van de heilige Maria maar ook manifesteerde Satan zich in zijn afschuwelijke gelaatstrekken, met een leger van geesten uit de hel.

Soms was er geen enkele verschijning maar werd de arme pater geslagen tot bloedens toe, gekweld door oorverdovend lawaai, ondergespuwd, enz. Hij slaagde erin zich van deze aanvallen te bevrijden door de naam van Jezus te aanroepen.

 

 

De gevechten tussen pater Pio en Satan verbitterden vooral wanneer de pater de bezetenen van de duivel bevrijdde. Meer dan eens – zo vertelde Pater Tarcisio van Cervinara – schreeuwde de Boze alvorens het lichaam van een bezetene te verlaten: “Pater Pio, jij bezorgt ons meer last dan Sint-Michaël”. En ook: “Pater Pio, ontneem ons de zielen niet en wij zullen jou niet lastig vallen”.

 

 

 

 

Laat ons even kijken hoe pater Pio de aanvallen van Satan beschrijft in de brieven die hij naar zijn geestelijke oversten verstuurde.

 

 

 

 

Brief aan pater Agostino van 18 januari 1912:

“… Blauwbaard wil zich niet gewonnen geven. Hij heeft bijna alle mogelijke gedaanten aangenomen. Sedert verschillende dagen komt hij mij bezoeken met nog meer satellieten, gewapend met stokken en ijzeren werktuigen en wat het ergste is, onder hun eigen gedaanten. Wie weet hoeveel keer hij mij uit mijn bed geworpen heeft en mij door de kamer gesleept! Maar wacht! Jezus, moedertje Maria, het engeltje, Sint-Jozef en Sint-Franciscus zijn bijna altijd bij mij.”

 

 

Brief aan pater Agostino van 5 november 1912: 

“Dierbare vader, ook deze tweede brief van u, heeft –God zij dank – hetzelfde lot ondergaan als de vorige. Ik ben ervan overtuigd dat pater Evangelista u al op de hoogte heeft gebracht van de nieuwe fase van de oorlog die die vuile afvalligen tegen mij zijn begonnen. Omdat zij, vader, de volharding waarmee ik u hun hinderlagen rapporteer niet kunnen breken, hebben ze zich vastgeklampt aan dat andere extreem: ze zouden me in hun netten proberen te strikken door mij te beroven van de raadgevingen, die u mij geeft in uw brieven, mijn enige steun. Ter ere van God en om ze in verlegenheid te brengen zal ik dat verdragen.

Ik zeg u dan nog niet op welke manier die ellendelingen mij gaan treffen. Soms heb ik het gevoel dat ik ga sterven. Zaterdag leek het alsof ze me wilden afmaken. Ik was ten einde raad. Ik wendde me tot mijn engelbewaarder en nadat hij een tijdje op zich had laten wachten zweefde hij uiteindelijk rond mij. Met zijn engelachtige stem zong hij hymnen voor de goddelijke Majesteit. Er speelde zich dan een van die gewone scènes af: ik berispte hem streng omdat hij zolang op zich had laten wachten terwijl ik niet had opgehouden hem ter hulp te roepen.

Om hem te straffen wilde ik niet in zijn gezicht kijken. Ik wilde me verwijderen. Ik wilde hem mijden maar de arme raakte bijna huilend toch tot bij mij en vatte me bij de kraag. Ik richtte mijn blik omhoog, staarde hem in het gelaat en zag dat hij heel veel verdriet had.

 

 

Brief van 18 november 1912 aan de Eerwaarde Heer Augustin:

De vijand wil mij niet loslaten, hij belaagt mij voortdurend, hij doet alles om mij te vergiftigen  met zijn helse valstrikken. Het spijt mij enorm dat ik u deze feiten moet vertellen.Wel te verstaan, dat de duivel mij ervan wil weerhouden u van deze feiten op de hoogte te brengen, terwijl hij me voorstelt u slechts van zijn goede bezoeken te vertellen, deze die u kunnen behagen of verheffen.

De aartsbisschop, op de hoogte gebracht van deze aanvallen van onzuivere geesten, welke in uw brieven plaatsvinden, gaf mij de raad tegenover hem, uw laatste brief te openen. Welnu, terwijl wij hem openden, vonden wij de inhoud bedekt met inktvlekken. Was dat misschien op een andere manier de wraak van Blauwbaard ? Alhoewel, ik zou het niet kunnen begrijpen dat u een brief in zo een smerige staat  zou verzonden hebben, nochtans moet ik u bekennen dat ik moeite had deze brief te ontcijferen.

In het begin schenen de letters  onleesbaar, maar na dat ik op de brief een kruisbeeld had geplaatst en hem onder een sterk licht had gehouden, kwamen wij ertoe de inhoud van de brief te ontcijferen“.

 

 

Brief van 13 februari 1913 aan de E.H. Augustijn:

“ Het  is nu al 22 dagen dat “ze” me hardnekkig vervolgen. Mijn lichaam draagt de sporen van ontelbare slagen die “ze” mij hebben toegebracht. Meermaals, zijn “ze” zover gegaan, dat zij mijn hemd van mijn lichaam rukten om mij te slaan.

 

 

Brief van18 maart 1913 aan EH Benedetto:

“Deze duivels houden niet op me te slaan en mij uit mijn bed te doen vallen, ze slagen er zelfs in mijn hemd uit te trekken en mij te radbraken. Op dit ogenblik jagen ze mij geen angst meer aan. Soms, in zijn grote liefde, richt Jezus mij op en strekt mij uit in mijn bed.

 

 

Zekere dag, overschreed Satan de grens van het toelaatbare, door zich aan pater Pio voor te doen als een biechteling. Hierna volgt de getuigenis van Pater Pio: “Op een zekere morgen, wanneer ik in de biechtstoel zat, bood een heer zich aan. Hij was mager, slank, en gekleed met een zeker raffinement en hij was zeer minzaam. Hij begon met zijn zonden te biechten, zonden tegenover God, tegenover zijn evennaaste, tegenover de moraal en nog verschillende andere zonden.

Erg vreemd, maar een ding trof mij nochtans. Bij elk van zijn bekentenissen, nadat ik hem enkele terechtwijzingen had gedaan met betrekking tot zijn zonden, terechtwijzingen die ik had geformuleerd zoals het hoorde in Gods naam, naar kerkelijke traditie en naar de bevindingen van de Heiligen, nam de biechteling mijn woorden over en gebruikte hen met een buitengewone handigheid en bevoegdheid, om zich te verschonen van de zonden die hij zojuist gebiecht had.

Met een subtiele handigheid, trachtte hij telkens aan te tonen dat de immorele aktes die hij begaan had in feite natuurlijk waren, normaal en uit menselijk oogpunt begrijpelijk. Hij redeneerde op dezelfde wijze voor wat de zonden tegenover de Heer God  betrof, tegenover de H. Maagd of tegenover de Heiligen; en eveneens wat betrof de zonden met een onbeschrijfelijke morele smerigheid. Tegenover zulke bewijsvoering, naar voor gebracht om de beurt met een vriendelijkheid, handigheid en aandrang, stelde ik mij de vraag wie die man wel mocht zijn en vanwaar hij wel afkomstig was.

Ik observeerde hem met aandacht, naar enig teken van herkenning op zijn gelaat speurend, terwijl ik heel aandachtig naar hem luisterde teneinde niets van zijn argumenten te vergeten en in de mogelijkheid te zijn hen ten gepaste tijde te beredeneren. Op zeker ogenblik, ontving ik, door middel van een zeer intens innerlijk licht, de openbaring wie ik in feite voor mij had; op een autoritaire en gedecideerde toon, riep ik uit, “Leve Jezus, Leve Maria”. Nauwelijks had ik deze zoetklinkende en krachtige woorden uitgesproken, met als onmiddellijk gevolg dat de Duivel in een vuurbol verdween, een niet in te ademen stank achterlatend.

 

 

Eeerwaarde Heer Pierino, geestelijk directeur van pater Pio, bevond zich op een zekere dag nabij pater Pio, dag op dewelke Satan de pater uitdaagde, en waarvan zijn gewetensdirekteur hier getuigenis aflegt. “Op zekere morgen, nam e.h Pio de biecht af, ik kon het zien, want de gordijntjes van de biechtstoel waren niet volledig dicht geschoven. De biechtelingen wachtten hun beurt af, ze zaten op een rij aan een kant van de biechtstoel. Ik las mijn brevier en bij tussenpozen wendde ik mijn hoofd in de richting van e.h .PIO.

Een man met een imposante gestalte en een verleidelijk voorkomen kwam binnen onder de stijl van de kleine deur, rechts van het oude kleine kerkje. Hij droeg een donkere jas en een geruite broek. Zijn haren waren licht grijzend en zijn ogen levendig en duister. Ik wou verdergaan met mijn brevieren, maar een inwendige stem fluisterde mij in ,”stop en kijk”. De man ging zonder zijn beurt af te wachten enkele passen voorwaarts daarna enkele passen achteruit, hij ging voor de gordijntjes staan en terwijl de biechteling opstond om de biechtstoel te verlaten, plaatste hij zich voor de e.h. Pio, op die wijze dat hij mij het zicht op de biechtstoel ontnam.

Enkele ogenblikken later, zag ik de man verdwijnen met geopende benen, onder de planken, terwijl op de plaats waar een ogenblik geleden ik priester Pio gezien had, ik nu het gezicht van Jezus bemerkte, mooi, jong en blond, achter de rugleuning van de bank, terwijl hij toekeek hoe de man door de plankenvloer drong. Daarna zag ik e.h. Pio die uit de hoogte komend zich weerom neerzette op zijn plaats terwijl zijn persoon versmolt in deze van Jezus. Vervolgens zag ik nog enkel e.h. Pio.

Met zijn zware stem zegde hij, “Kom op kindertjes, willen jullie biechten” Niemand van de mensen die voor de biechtstoel wachtende waren, scheen iets van het voorval bemerkt te hebben, en de biechtviering verliep verder alsof er niets was gebeurd.

 

 

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

JOHN ASTRIA

Pater Pio en de engelbewaarder

Standaard

categorie : religie

.

.

padre_pio

.

.

De Engelbewaarder

.

Een Italiaanse Amerikaan die in Californië woonde gaf aan zijn engelbewaarder dikwijls de opdracht allerlei boodschappen over te brengen aan Pater Pio. Op een dag, na de biecht, vroeg hij aan Pater Pio of hij echt hoorde wat zijn engel hem zei. “Wat, antwoordde Pater Pio, meen je dat ik doof ben?” Pater Pio zei dat hij de laatste dagen zijn engelbewaarder had leren kennen.
Pater Lin vertelde dat hij zijn engelbewaarder bad, om met de tussenkomst van Pater Pio een gunst te bekomen voor een dame die zeer ziek was. Daar het de priester Lin voor kwam dat de zieke niet beter werd, zei hij aan Pater Pio: “Ik heb tot mijn engelbewaarder gebeden, zoals deze dame mij gevraagd heeft te doen; is het mogelijk dat de engel niets gedaan heeft?” Pater Pio antwoordde: “Geloof je dat de engel even ongehoorzaam is als jij en ik?”
Op zijn beurt vertelde pater Eusebio dat hij naar Londen gevlogen was tegen de zin van Pater Pio. Welnu, het ogenblik dat het vliegtuig het Kanaal overvloog brak een hevig onweer los. Doodsbang sprak pater Eusebio een akte van berouw uit, en totaal ontdaan, zond hij zijn engelbewaarder naar Pater Pio. Van zodra pater Eusebio terug thuiskwam in San Giovanni Rotondo, ging hij bij Pater Pio, die hem vroeg of hij een goede reis had gehad.

Pater Eusebio antwoordde hem: “Vader, Ik ben aan de dood ontsnapt.” – “Wel, waarom gehoorzaamt u niet?” – “Maar ik heb u mijn engelbewaarder toegestuurd…” – “Gelukkig is hij op tijd gekomen!”, gaf Pater Pio hierop ten antwoord.

Een advocaat uit Fano (Italië) keerde naar Boulogne terug aan het stuur van zijn Fiat 1100, in het gezelschap van zijn vrouw en twee zonen. Erg vermoeid, had hij zich liever ontheven gezien van zijn taak als bestuurder, maar zijn oudste zoon sliep. Enkele kilometers verder, in de buurt van de afrit van Saint-Lazare, viel de advocaat in slaap. Op twee kilometers van Imola, schrok hij wakker en riep uit: “Wie heeft het stuur overgenomen?

Wat gebeurt er?” Zij antwoorden in koor: “.”Niets” Zijn zoon die het dichtst bij hem zat werd wakker en verklaarde geslapen te hebben. Zijn echtgenote en zijn jongste zoon verklaarden verbijsterd dat hij een eigenaardige manier van rijden aan de dag legde en rakelings andere auto’s kruiste maar op het laatste moment hen ontweek door volmaakte stuurbewegingen.

De manier waarmee hij bochten nam scheen hen ook verschillend te zijn geweest. Zijn echtgenote zei hem: “Wat ons vooral opviel is dat je lang onbeweeglijk bleef en je geen antwoord gaf op onze vragen.” De man verklaarde: “Ik kon jullie vragen niet beantwoorden: ik was in slaap gevallen. Ik heb gedurende vijftien kilometer geslapen. Ik heb niets gezien, niets gehoord…

Maar wie heeft dan de auto in handen genomen? Wie heeft ons voor een ongeval behoed?” Twee maanden later ging de advocaat naar San Giovanni Rotondo. Toen Pater Pio hem zag, legde hij zijn hand op de schouder en zei: “Je sliep en het is je engelbewaarder die het stuur in handen heeft genomen.”

Een geestesdochter van Pater Pio reed langs een landweg naar het klooster der Capucijnen, waar Pater Pio op haar wachtte. Het was winter en dikke vlokken sneeuw vielen neer, zodat de weg onberijdbaar werd. Op een gegeven ogenblik gaf de dame er zich rekenschap van dat zij niet op tijd op de afspraak zou zijn. Gedreven door een groot geloof, gaf zij haar engelbewaarder de opdracht Pater Pio te verwittigen. Wat was haar vreugde groot toen zij bij haar aankomst in het klooster de monnik lachend aan zijn venster zag.
Iemand vertelde: “Soms was de pater in de sacristie en begroette en omhelsde zelfs enkele vrienden of een geestelijke zoon. Ik bekeek die gelukkige met heilige afgunst en zei bij mezelf: ‘Geluksvogel!… Was ik maar in zijn plaats! Echte geluksvogel!’ Op 24 december 1958 zit ik geknield aan zijn voeten voor de biecht. Aan het einde van de biecht kijk ik naar hem en terwijl mijn hart bonst van emotie durf ik hem zeggen: ‘Pater, het is nu Kerstmis. Mag ik u gelukwensen door u te omhelzen?’

Hij glimlacht naar mij met een zachtheid die met geen pen te beschrijven is en zegt: ‘Doe het snel, mijn zoon, laat me geen tijd verliezen!’ En hij omhelsde me. Ik omhelsde hem en blij als een vogel vloog ik naar de uitgang, vervuld van hemelse vreugde. En wat te zeggen over de slagen op mijn hoofd? Elke keer, vooraleer ik vertrok uit San Giovanni Rotondo, verlangde ik een teken van bijzondere voorliefde: niet enkel zijn zegen maar ook twee klopjes op mijn hoofd als twee vaderlijke strelingen.

Ik moet beklemtonen dat hij aan mij – net zoals aan een kind – altijd gaf wat ik van hem verlangde. Op een morgen waren we met velen in de sacristie van het kleine kerkje en terwijl pater Vincenzo, streng zoals altijd, luidkeels riep: ‘Niet dringen! De pater geen hand geven! Achteruit!’ werd ik bijna moedeloos en herhaalde bij mezelf: ‘Deze keer vertrek ik zonder de klopjes op mijn hoofd’. Ik wou er niet in berusten en bad tot mijn engelbewaarder dat hij mijn boodschapper zou zijn en dat hij aan pater Pio letterlijk zou zeggen: ‘Pater, ik vertrek. Ik wens de zegen en de twee klopjes op mijn hoofd zoals altijd.

Één voor mij en het andere voor mijn vrouw’. ‘Opzij! Opzij!’ herhaalde pater Vincenzo nog terwijl pater Pio aanstalten maakte om weg te gaan. Ik was vol spanning. Ik keek naar hem met een gevoel van droefheid. En kijk! Hij komt dichter bij mij, glimlacht naar mij, geeft me nog eens twee klopjes en laat me zelfs zijn hand kussen. ‘Ik zou je véél klopjes geven, werkelijk véél!’ Dat is wat hij mij de eerste keer te zeggen had.

Een vrouw zat neer op het voorplein van de capucijnerkerk. De kerk was gesloten. Het was laat. De vrouw bad in gedachten en herhaalde: “Pater Pio, help me! Engelbewaarder, ga aan de pater zeggen dat hij mij ter hulp komt, anders sterft mijn zus!” Uit het venster boven hoorde ze de stem van de pater: “Wie roept mij op dit uur? Wat is er?” De vrouw vertelde hem over de ziekte van haar zus. Pater Pio ging in bilocatie en genas de zieke.
Een man zei tegen pater Pio: “Ik kan niet altijd naar u komen. Mijn salaris laat me geen ruimte voor de kosten van zulke lange reizen.” Pater Pio antwoordde: “En wie heeft je gezegd van naar hier te komen? Heb je niet je engelbewaarder? Je zegt hem wat je wenst, je zendt hem naar hier en je zal onmiddellijk het antwoord hebben”.
Toen pater Pio een jonge priester was schreef hij naar zijn biechtvader: “Wanneer ik ’s nachts mijn ogen sluit zie ik een sluier naar beneden komen en de hemel voor mij opengaan. En verheugd door dit visioen slaap ik met een glimlach van zoete gelukzaligheid op mijn lippen en met een volmaakte rust op mijn voorhoofd in afwachting dat de kleine kameraad uit mijn kindertijd mij komt wekken om zo samen de ochtendlijke lofprijzingen de vrije loop te laten tot vreugde van onze harten.”
Op een dag kwam pater Alessio bij pater Pio met brieven in zijn hand om hem iets te vragen en de pater zei hem bruusk: “Jongen, zie je niet wat ik te doen heb? Laat me met rust!” Hij was er niet goed van. Gekwetst verwijderde hij zich. Pater Pio snelde hem achterna en even later riep hij hem en zei hem: “Heb je niet gezien hoeveel engelen hier overal waren? Dat waren de engelbewaarders van mijn geestelijke zonen die me hun boodschappen kwamen brengen. Ik moest hen de antwoorden geven om die te laten overbrengen.”
Een dokter vroeg aan pater Pio: “Er zijn altijd veel engelen bij u. Heeft u daar geen last van?” “Nee”, antwoordde pater Pio eenvoudig, “ze zijn zó volgzaam!”
Een geestelijke zoon van de pater zei: “Het schijnt dat pater Pio altijd luistert naar wie hem roepen. Op een avond praatten velen over de pater zodra ze in San Giovanni Rotondo terug waren. Ze somden gewoonweg de gunsten op die ze hem wilden vragen en gaven hun engelbewaarders de opdracht hem er zo vlug mogelijk van op de hoogte te brengen. De volgende dag, na de mis, wees pater Pio hen terecht: “Deugnieten! Zelfs ’s nachts laten jullie me niet met rust!” Een glimlach verried dat dit niet echt gemeend was. Ze wisten dat hun wensen vervuld waren.
“Maar u, pater, hoort u wat de engel u zegt?” vroeg iemand. En pater Pio: “En geloof jij dat hij zo ongehoorzaam is als jij? Stuur me je engelbewaarder!”
“Het is nutteloos dat je me schrijft; ik kan immers niet antwoorden. Zend me altijd je engelbewaarder! Ik zal aan alles denken.”
“De engel heeft me iets meegedeeld waardoor ik je wantrouwen begrijp.”
“Aanroep je engelbewaarder; hij zal je verlichten en je leiden. De Heer heeft hem precies daarom naar jou gezonden. Maak daarom gebruik van zijn diensten.”
“Ook al is de opdracht van de engelbewaarders reeds groot, die van mijn engelbewaarder is zeker nog groter want hij moet mij uitleg geven over andere talen.”
“Zend je engelbewaarder; hij betaalt geen trein en verslijt geen schoenen.”
“Voor de alleenstaanden is er de engelbewaarder.”

 

.

.pijl-omlaag-illustraties_430109

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

JOHN ASTRIA

Zeer belangrijke gebeden

Standaard

categorie : religie

 

 

 

levenskracht

Genade

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

De twaalf artikelen van het geloof

 

Ik geloof in God de almachtige Vader, schepper van hemel en aarde.

En in Jezus Christus, zijn enig geboren zoon, onze Heer.

Die ontvangen is van de heilige Geest, en geboren uit de Maagd Maria

Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, gekruisigd is, gestorven en begraven.

Die nedergedaald is ter helle; de derde dag verrezen uit de doden.

Die opgeklommen is ten hemel, en zit aan de rechterhand van God, zijn almachtige Vader.

Van daar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden.

Ik geloof in de Heilige Geest.

De heilige katholieke kerk, de gemeenschap van de heiligen.

De vergiffenis van de zonden

De verrijzenis van het vlees.

Het eeuwig leven. Amen.

 

 

 

Het Onze Vader

 

Onze Vader, die in de hemelen zijt,

Geheiligd zij Uw naam;

Uw rijk kome;

Uw wil geschiede op aarde als in de hemel.

Geef ons heden ons dagelijks brood;

En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven aan onze schuldenaren.

En leid ons niet in bekoring

Maar verlos ons van het kwade. Amen

 

 

 

Het weesgegroet

 

Weesgegroet Maria,

vol van genade,

de Heer is met U,

gezegend zijt gij  boven alle vrouwen 

en gezegend is de vrucht van uw lichaam Jezus. 

Heilige Maria,

Moeder Gods,

bid voor ons,

arme zondaars,

nu en in het uur van onze dood. Amen.

 

 

 

Weesgegroet  Koningin

 

Wees gegroet, Koningin, Moeder van barmhartigheid, ons leven, onze zoetheid, onze hoop, wees gegroet.

Tot U roepen wij, bannelingen, kinderen van Eva.

Tot U verzuchten wij, klagend en wenend in dit tranendal.

Welaan dan, onze Middelares, sla uw barmhartige ogen op ons.

En toon ons, na deze ballingschap, Jezus , de gezegende vrucht van uw lichaam.

O, genadige, o meedogende, o zoete Maagd Maria.

 

 

 

Akte van Berouw

 

Mijn Heer en mijn God, het is mij leed dat ik tegen uw opperste Majesteit misdaan heb.

Ik verfoei al mijn zonden, niet alleen omdat ik uw straffen heb verdiend, maar vooral omdat ze U mishagen, die oneindig volmaakt en alle liefde waardig zijt.

Ik maak het vast voornemen mijn leven te beteren en de gelegenheden tot zonde te vluchten.

In dit berouw wil ik leven en sterven.

 

 

 

Het glorie zij de Vader

 

Glorie zij de Vader, en de Zoon, en de heilige Geest.

gelijk het was in het begin, nu en altijd, en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

 

 

 

Gebed tot de engelbewaarder

 

Engel van God

die mijn beschermer zijt

Omdat de hemel mij aan u heeft toevertrouwd

Verlicht mij

Leid mij

en bescherm mij vandaag. Amen

 

 

 

Eeuwige rust

 

Heer, geef hen de eeuwige rust en dat het eeuwig licht hen verlichte.

 

 

De onweerstaanbare noveen aan het Heilig Hart van Jezus

 

O mijn Jezus die gezegd hebt: “Voorwaar ik zeg u: vraagt en ge zult verkrijgen, zoekt en ge zult vinden, klopt en er zal opengedaan worden!” Zie, ik klop, ik zoek en ik vraag U de genade

Onze Vader, Weesgegroet, Glorie zij de Vader

H.Hart Van Jezus, ik hoop en ik vertrouw op U

 

O mijn Jezus die gezegd hebt: “Voorwaar ik zeg u: Alles wat ge zult vragen aan mijn Vader in Mijn Naam, zal Hij u geven!”  Zie, aan Uw Vader vraag ik in uw naam de genade

Onze Vader, Weesgegroet, Glorie zij de Vader.

H.Hart Van Jezus, ik hoop en ik vertrouw op U

 

O mijn Jezus die gezegd hebt: “Voorwaar ik zeg u: Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan.!”

Zie steunend op de onfeilbaarheid van Uw Heilige woorden, smeek ik om de genade…

Onze vader, Weesgegroet, Glorie zij de Vader

H.Hart van Jezus, ik hoop en ik vertrouw op U

 

 

 

Gebed

 

Allerheiligste Hart van Jezus, voor wie één enkele zaak onmogelijk is, namelijk geen medelijden te hebben met ons die in nood zijn, heb toch medelijden met ons, arme zondaars, en verleen ons de genade die wij U afsmeken door de voorspraak van het Onbevlekt Hart van Maria, Uwe en onze tedere moeder.

 

Heilige Jozef, voedstervader van Jezus, bid voor ons.

Wees gegroet, Koningin

Wees gegroet, Koningin, Moeder van barmhartigheid,

ons leven, onze zoetheid, onze hoop, wees gegroet.

Tot U roepen wij, bannelingen, kinderen van Eva.

Tot U verzuchten wij, klagend en wenend in dit tranendal.

Welaan dan, onze Middelares, sla uw barmhartige ogen op ons.

En toon ons, na deze ballingschap, Jezus , de gezegende vrucht van uw lichaam.

O, genadige, o meedogende, o zoete Maagd Maria.

 

 

 

De negen eerste vrijdagen van de maand

 

De twaalf beloften gedaan door onze Heer Jezus Christus aan de H. Margareta Maria aan de vereerders van het Heilig Hart van Jezus.

 

 

Ik zal vrede brengen in hun huisgezinnen.
Ik zal hen troosten in alle noden.
Ik zal hun veilige toevlucht zijn gedurende het leven en in het bijzonder in het uur van de dood.
Ik zal hen overvloedig zegen schenken bij alles wat zij ondernemen.
De zondaars zullen in mijn Hart de bron en de onmetelijke oceaan van de barmhartigheid vinden.
De lauwe zielen zullen vurig worden.
De ijverige zielen zullen spoedig tot grote volmaaktheid komen.
Ik zal de plaats zegenen waar de beeltenis van mijn Hart tot verering zal worden uitgesteld.
Aan de priesters zal ik de gave verlenen om de harten van de meest verstokte zondaars te  treffen.
De naam van diegenen die deze devotie zullen verbreiden, zal in mijn Hart geschreven staan en daar nooit uitgewist worden.
De almachtige liefde van mijn Hart zal aan allen, die op de eerste vrijdag van negen achtereenvolgende maanden ter heilige communie gaan, de genade van eindvolharding geven. Zij zullen niet in mijn ongenade sterven. Evenmin zullen zij zonder heilige Sacramenten sterven.

 

 

 


De grote belofte van het  Onbevlekte Hart van Maria: De vijf eerste zaterdagen

 

Tijdens de derde verschijning, 13 juli 1917, heeft de Heilige maagd Maria aangekondigd dat Zij komt vragen ” de H.Communie eerherstel  op elke  eerste zaterdag.”

Het is ook dat de H.Maagd Maria verscheen aan zuster Lucia, op 10 december 1925, in het klooster van de zusters van Pontevedra (Spanje) met het kind Jezus aan haar zijde, zeggende: “Zie, mijn dochter, mijn hart is doorboord met doornen door de godslasteringen van ondankbare mensen. Tracht gij ten minste,  mij te troosten en zeg dat iedereen die gedurende vijf maanden, de eerste zaterdag van de maand te biechten gaat, de H.Communie ontvangt, zijn rozenkrans bidt en mij voor een kwartier gezelschap houdt al mediterend over de 15 mysteries van de rozenkrans als eerherstel, zeg hen dat ik hen zal bijstaan in het uur van de dood met alle nodige genaden tot heil van hun ziel.

 

 

Gebed tot de Heilige Jozef

 

Tot U, heilige Jozef, nemen wij onze toevlucht in onze nood, en – na de hulp van uw allerheiligste Bruid te hebben ingeroepen – smeken wij met vertrouwen ook uw bescherming af. Wij bidden U ootmoedig: zie goedgunstig neer op het erfdeel, dat Jezus Christus door zijn bloed heeft verworven, en help ons in onze noden door uw machtige bijstand. Dat vragen wij U omwille van de liefde, die U heeft verbonden met de onbevlekte Maagd en Moeder van God, en omwille van de vaderlijke tederheid, waarmee gij het Kind Jezus hebt omhelsd.

Zorgzame bewaarder van het heilige Huisgezin, bescherm de uitverkoren kinderen van Jezus Christus. Liefderijke Vader, verwijder van ons alle besmetting van dwaling en zedenbederf.

Machtige Beschermer, sta ons vanuit de hemel genadig bij in de strijd tegen de machten van de duisternis. En, zoals Gij weleer het kind Jezus uit het grootste levensgevaar hebt gered zo verdedig nu ook de heilige kerk van God tegen vijandelijke aanslagen en alle tegenwerking.

Neem ieder van ons in uw blijvende bescherming, opdat wij, naar uw voorbeeld en gesteund dor uw hulp, heilig leven, zalig sterven en eeuwig geluk in de hemel verkrijgen. Amen.

 

 

 

Gebeden voor de ziele van het vagevuur

 

Gedenk, H.Maagd Maria, dat men nooit gehoord heeft, dat iemand die tot U zijn toevlucht nam, verlaten werd.

Aangemoedigd door dit vertrouwen, O Moeder, maagd der maagden, kom ik tot U, en zuchtend onder het gewicht van mijn zonden, kniel ik voor U neer.

O, Moeder van het Woord, verwerp  mijn nederige gebeden niet; maar luister  goedgunstig naar mijn gebeden.

Toevlucht der zondaars, bid voor ons. Weesgegroet Maria…

Troosteres der bedrukten, bid voor ons. Weesgegroet Maria…

Hulp der Christenen, bid voor ons.  Weesgegroet Maria…

 

 

 

Volle aflaat voor de overledenen

 

Vanaf de middag van 1 november en gans de dag van 2 november kan men een volle aflaat bekomen voor de overledenen. Eveneens vanaf de middag van 1 augustus en de ganse dag van 2 augustus is het mogelijk om een volle aflaat te bekomen voor de overledenen.

Voorwaarden om deze volle aflaat te bekomen.

Het sacrament van de biecht ontvangen om in de genade van God te komen.

Deelname aan de H. Eucharistieviering met H.Communie.

Bezoek aan de kerk van Portiuncula, of een kerk daaraan gelijkwaardig. waardoor  men zijn geloof (Credo) kan bidden en bevestigen.

Het bidden van het “Onze Vader” om te bevestigen dat men een Kind van God is.

Een gebed voor de intenties van de Paus om te bevestigen dat men behoort tot de Kerk waarvan de Paus het fundament en het zichtbaar hoofd van eenheid is.

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

JOHN ASTRIA