Mensen maken de samenleving en nemen daarin een positie in. Deze website geeft toegang tot een diversiteit aan artikelen die gaan over 'samenleven', belicht vanuit verschillende perspectieven. De artikelen hebben gemeen dat er gezocht wordt naar wat 'mensen bindt, in plaats van wat hen scheidt'.
Ik kan jullie vertellen van de verschillende niveaus van het Vagevuur omdat ik er geweest ben. In het Vagevuur zijn er verschillende niveaus.
De laagste niveaus
In de laagste en meest pijnlijke, zoals een tijdelijke hel zitten de zondaars die verschrikkelijke misdaden begaan hebben gedurende hun leven en wiens dood hen verraste in dat stadium. Het was bijna een mirakel dat we werden gered en dikwijls door de gebeden van heilige ouders of andere vrome personen.
Soms hadden ze zelfs geen tijd om hun zonden te belijden en de wereld dacht dat we verloren waren, maar God wiens medelijden oneindig is gaf ze op het moment van de dood de nodige wroeging voor hun redding op rekening van een of meerdere goede handelingen die ze gedaan hadden gedurende hun leven. Voor dergelijke zielen is het Vagevuur verschrikkelijk.
Het is zoals een echte hel met één verschil, dat in de hel ze God vervloeken, waar in het Vagevuur ze Hem zegenen en Hem danken om ze te redden . Daarnaast komen de zielen die niet zo’n grote misdaden hebben gepleegd zoals de anderen, maar die onverschillig waren tot God. Ze vervulden hun verplichtingen met Pasen niet en waren bekeerd op hun sterfbed. Misschien waren ze niet in staat om Heilige Communie te ontvangen.
Ze zijn in het Vagevuur voor de lange jaren van onverschilligheid. Ze lijden ongehoorde pijnen en worden ofwel overgelaten zonder gebeden ofwel ze worden voor hen gezegd, maar ze zijn niet toegelaten om voor hen te dienen. Er zijn in dit stadium van het Vagevuur vrouwelijke en mannelijke religieuzen die lauw waren en hun verplichtingen niet na kwamen, onverschillig tegenover Jezus.
Ook priesters die hun heilige bediening niet uitvoerden met de eerbied tegenover de Almachtige Majesteit en die de liefde van God niet genoeg in prentten in de zielen die aan hen toevertrouwd werden. Ik was in dit niveau van Vagevuur.
Het tweede niveau
In het tweede Vagevuur zijn de zielen die stierven met dagelijkse zonden die niet volledig uitgeboet werden voor hun dood, of met doodzonden die werden vergeven maar waarvoor ze niet de volledige verzoening hebben gedaan voor de Goddelijke Gerechtigheid. In dit deel van het Vagevuur zijn er ook verschillende graden volgens de verdiensten van elke ziel.
Het Vagevuur van de gewijde dienaren of degenen die overvloediger genaden hebben ontvangen is langer en pijnlijker dan dat van gewone mensen. In het tweede Vagevuur dat nog altijd het Vagevuur is maar heel verschillend van het eerste lijdt men veel, maar minder dan in de grote plaats van uitboeting.
Het derde niveau
Dan is er een derde niveau, dat het Vagevuur van verlangen is, waar er geen vuur is. De zielen die de Hemel niet vurig genoeg verlangden, die God niet genoeg liefhadden zitten daar. Het Vagevuur van verlangen wordt ook de drempel genoemd. Heel weinig ontsnappen hieraan! Om dit te vermijden moet men vurig de Hemel verlangen en de visie van God.
Dat is zeldzaam, zeldzamer dan mensen denken, omdat zelfs vrome mensen van God bang zijn en daardoor geen voldoende sterk verlangen hebben om naar de Hemel te gaan. Dit Vagevuur heeft zijn zeer pijnlijk martelaarschap zoals de andere. De verborgenheid van het zicht van onze liefdevolle Jezus zorgt nog eens meer voor het intense lijden.
5 voor 12
Pasteltekening van John Astria
Waar is het vagevuur?
Het ligt in het centrum van de aarde, dicht bij de Hel. Het grote aantal van zielen moeten er een beperkte tijdspanne doorbrengen. Er zijn daar duizenden en duizenden zielen. Elke dag komen er duizenden zielen naar het Vagevuur en de meesten onder hen blijven er 30 a 40 jaar, sommigen voor langere periodes en anderen voor kortere termijn. Ik zeg jullie dit in termen van aardse berekeningen omdat het hier heel anders is.
O, als de mensen maar wisten en begrepen wat het Vagevuur is en wat het betekent dat we in het Vagevuur zitten door onze eigen fout. Ik ben hier 8 jaar en het lijkt alsof het 10000 jaar is. O, mijn God! Zeg al dit aan de Vader, zodat hij van mij kan vernemen welk een plaats van lijden dit is en het beter kenbaar kan maken in de toekomst. Hij zal in staat zijn om voor zichzelf te weten hoe verrijkend het is om een grote devotie te hebben voor de heilige zielen in het Vagevuur.
God staat dikwijls meer genaden toe door de bemiddeling van deze lijdende zielen dan door gebeden van de heiligen. De gerechtigheid van God houdt ons in het Vagevuur, en we verdienen het, maar Zijn barmhartigheid en Zijn Vaderlijk Hart laten ons hier niet achter zonder troost. We verlangen vurig naar volledige eenheid met Jezus, maar Hij verlangt het bijna zoveel als wij doen.
Op aarde spreekt Hij soms met bepaalde zielen op een intieme manier (aan weinigen, omdat zo weinig willen luisteren naar Hem) en Hij schept behagen in het onthullen van Zijn geheimen aan hen. De zielen die deze gunsten ontvangen zijn degenen die zoeken Hem te behagen in heel hun gedrag en die enkel voor Jezus leven en ademen, en proberen Hem te behagen.
Het oordeel van God is zeer verschillend dan het oordeel van de wereld. Hij houdt rekening met het temperament en het karakter van elk en wat er gedaan is uit achteloosheid of puur kwaad. Aan Hem die het meest verborgene van het hart kent is het niet moeilijk te zien wat er daar omgaat. Jezus is zeer goed, maar Hij is ook zeer rechtvaardig.
God laat nooit een ziel toe dat toegewijd is aan Hem gedurende zijn leven toe te vergaan op het laatste moment. De zielen die de H. Maagd Maria hebben liefgehad en haar aanroepen zullen van haar vele genaden ontvangen in hun laatste levensuren. Zeer weinig zielen krijgen gebeden, de meerderheid worden totaal aan hun lot overgelaten en op aarde wordt er geen aandacht aan hen geschonken of gebeden voor hen gezegd.
Ik heb jullie verteld dat er sommige zielen die hun Vagevuur uitboeten aan de voet van het altaar. Ze zijn er niet voor fouten die ze gepleegd hebben in de kerk, maar om fouten die Jezus direct aanvallen. Ze lijden minder dan als ze in het Vagevuur zelf waren en Jezus verzacht hun pijnen door Zijn onzichtbare Aanwezigheid.
Bid alsjeblieft voor ALLE zielen in het Vagevuur, vooral degenen die het meest in de steek gelaten zijn! Moge God het jullie lonen en zegen je!
De vertaling is afkomstig op basis van de persoonlijke brief geschreven door Pater Pio zelf gericht aan de commissie van Heroldsbach die werd aangeduid door het Vaticaan dat onderzoek deed naar de waarachtigheid rond de openbaring rond deze 3 dagen duisternis
.
hoofdstuk 20 van de Openbaring; de eerste opstanding en de tweede dood
Pasteltekening van John Astria
.
28 januari 1950
.
Houd vensters goed bedekt en kijk niet naar buiten. Ontsteek een gezegende / gewijde kaars die meerdere dagen zal blijven branden. Bid de rozenkrans. Lees uit godsdienstige boeken. Ervaar bij wijze van oprechte toewijding de geestelijke communie alsook naastenliefde die ons zoveel goed doen.
Bid met uitgestrekte armen, of in totale overgave uitgestrekt op de grond zodat vele zielen zullen mogen gered worden. Begeef u niet buitenshuis. Voorzie uzelf van voldoende voedsel. De krachten van de natuur zullen zich laten voelen en een regen van vuur zal de mensen doen beven van angst. Maar houd goede moed! Ik ben temidden van jullie.
.
.
.
.
7 februari 1950
.
Draag zorg voor de dieren als die dagen eraan komen. Ik ben de Schepper en bewaarder van zowel dier als mens. Ik zal tekenen geven wanneer meer voedsel te voorzien voor de dieren. Ik zal het eigendom van enkele uitverkorenen sparen, alsook hun dieren omdat deze nodig zijn om achteraf in eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. Ga niet naar buiten gedurende de duisternis, zelfs niet om de dieren te voederen.
Diegene die een stap buiten zet zal vergaan! Bedek jullie ramen zorgvuldig. Mijn uitverkorenen zullen mijn toorn niet te zien krijgen. Heb vertrouwen in Mij en Ik zal jullie bescherming zijn. Jullie vertrouwen verplicht Mij om jullie ter hulp te komen en bij te staan.
Het uur van Mijn Wederkomst is dichtbij! Maar Ik zal genade tonen. Een vreselijke kastijding zal over de aarde komen zoals er voorheen nog nooit geweest is. Mijn engelen die de straf zullen uitvoeren op aarde, staan reeds klaar met hun gericht zwaard!
Mijn engelen zullen diegenen vernietigen die Mij bespotten en niet geloven in Mijn openbaringen. Orkanen en stormen van vuur zullen neerkomen uit de lucht over de gehele aarde! Stormweer, onweersbuien en aardbevingen zullen de aarde bedekken gedurende 2 dagen. Een ononderbroken regen van vuur zal neerdalen! Het zal beginnen tijdens een zeer koude nacht. Dit zal gebeuren om te bewijzen dat God de Meester is van de schepping.
Diegenen die hun hoop op Mij vestigen, geloven in Mijn woorden en evangeliseren, hebben niets te vrezen, omdat Ik hun niet in de steek zal laten. Geen kwaad zal geschieden over diegenen die in een staat van genade verkeren en die de bescherming zoeken van Mijn Moeder. Zodat jullie mogen voorbereid zijn op deze beproevingen, zal Ik jullie volgende tekenen en instructies geven:
.
De nacht zal zeer koud zijn, de stormwind zal opsteken. Donder en bliksem zullen volgen. Sluit de deuren en vensters. Praat met niemand buiten de woning.
Kniel neer voor het kruis, beleid je zonden en smeek de bescherming af van Mijn heilige Moeder. Kijk niet naar buiten gedurende de aardbeving, de toorn van God is heilig!
.
Jezus wenst niemand toe de toorn van God te willen aanschouwen, omdat Hij de enige is waarvoor we ontzag voor moeten hebben. Diegenen die dit advies in de wind slaan zullen onmiddellijk sterven. De wind zal giftige gassen met zich mee vervoeren en verspreiden over de hele wereld. Diegenen van jullie die lijden en onschuldig te sterven komen, zullen als martelaar in Mijn Koninkrijk komen.
Satan zal triomferen, maar na 3 nachten zal de aarde stoppen met beven en het vuur doven. De volgende dag zal de zon weer schijnen. Engelen zullen uit de hemel neerdalen en de geest van vrede over de aarde verspreiden. Diegenen die deze beproeving – die met God over de aarde komt – overleven, zullen vervuld worden met een onmeetbare dankbaarheid!
Ik heb meerdere zielen uitgekozen onder meer in België, Zwitserland en Spanje aan wie Ik deze boodschappen heb geopenbaard zodat andere landen zich ook kunnen voorbereiden. Bid de rozenkrans met je hart zodat je gebed de hemel zal bereiken. Weldra zal een nog grotere catastrofe de aarde treffen, ongezien in de geschiedenis van de wereld zal deze kastijding zijn. Een oorlog zal de aanloop zijn naar deze gebeurtenissen.
De mensheid ligt er echter niet van wakker. Velen zullen het niet verwachten dat deze dingen op korte tijd zullen gebeuren. Hoe onverschillig blijven ze in zelf voorzorgen te nemen voor deze buitengewone gebeurtenissen. Mijn Vader kan het niet langer aanzien, Zijn toorn zal over de gehele aarde komen. Zoals meermaals in de geschiedenis waarschuw Ik jullie ook nu opnieuw.
De zonden van de mens hebben buitengewone proporties aangenomen; het gebrek aan respect in een kerk (oneerbiedigheid), de hoogmoed en trots, gebrek aan oprechte naastenliefde, onfatsoenlijke klederdracht en gedrag vooral in de zomer; de wereld is overspoeld door ongerechtigheid. Deze catastrofe zal over de aarde komen als een bliksemschicht op het moment dat het ochtendgloren als een zwarte duisternis zal zijn!
Niemand zal van dan af buiten willen komen of naar buiten willen kijken. Ik zal zelf neerdalen te midden donder en bliksems. Alleen de ‘gekken’ [gelovigen zijn als gekken in de ogen van ongelovigen.] zullen Mijn goddelijk Hart aanschouwen. Er zal grote onrust heersen vanwege deze duisternis die over de hele aarde zal komen en velen, ja velen zullen sterven van angst en wanhoop. Diegenen die om Mijnentwil strijden zullen genade kennen door Mijn goddelijk Hart. De kreet:
“De allerhoogste zijt Gij God!” zal voor velen een bescherming bieden.
.
Echter zullen velen als dor gras in een open veld verbranden. De goddelozen zullen worden vernietigd zodat de rechtvaardigen kunnen herleven. De duisternis zal een dag duren en een nacht, gevolgd door nog een dag en nacht en nog een dag maar de nacht die dan volgt zullen de sterren terug schitteren aan de hemel en de volgende morgen zal de zon terug opkomen en zal het lente zijn!
Tijdens deze donkere dagen zullen Mijn uitverkorenen niet slapen, net zoals Mijn apostelen met Mij deden op de Olijfberg. Ze zullen onophoudelijk bidden en ze zullen hierin niet teleurgesteld worden door Mij. Satan in zijn hel zal geloven in bezit te komen van de aarde, maar Ik zal de aarde terug opeisen! Bid, bid! Ik verlang naar uw gebeden. Mijn moeder Maria, de heilige Jozef, de heilige Elizabeth, de heilige Conrad, de heilige Petrus, de kleine Theresia, jullie beschermengelen zullen voor jullie tussenkomen. Roep hun bijstand op!
Wees moedige strijders in Jezus Christus naam! Wanneer dan de dageraad na de duisternis terug zal aanbreken laat dan iedereen in grote dankbaarheid zich richten tot de heilige Drievuldigheid voor de ontvangen bescherming! De verwoesting zal desastreus zijn, maar Ik – jullie God – zal de aarde gereinigd hebben.
Noveen gebed op voorspraak van P. PIO van Pietrelcina
EERSTE DAG
Pio van Pietrelcina, Gij die de wonden van onze Heer J.Chr ontvangen hebt en zijn kruis voor ons gedragen. Gij hebt alle lichamelijk en moreel lijden op u genomen. Uw lichaam en ziel verkeerden in een voortdurende toestand van martelaar. Spreek voor ons ten beste bij God opdat wij geduldig de kleine en grote kruisen van het leven dragen en van elke beproeving een brug naar de hemel maken.
“ Het past dat gij de ongemakken die God toelaat verdraagt. Jezus zal niet verdragen dat gij te neer geslagen blijft, Hij zal u sterken en nieuwe moed geven” (P.Pio)
Bid de noveen ter ere van het H.Hart
TWEEDE DAG
Pio van Pietrelcina gij hebt met de hulp van O.H. Jezus Christus kunnen weerstaan aan de bekoringen van de duivel. Gij hebt de aanvallen van de helse duivels ondergaan, die u wilden afhouden van de weg naar de heiligheid, spreek voor ons bij God ten beste dat wij met uw hulp en deze van de uitverkorenen kracht krijgen om te weerstaan aan de zonde en het geloof bewaren tot aan de dood.
“Wees moedig en vrees de woede van de duivel niet. Herinner u altijd dat wanneer de vijand onrust en moeilijkheden zaait, dit een teken is dat hij niet overwonnen heeft (P.Pio)
Bid de noveen ter ere van het H.Hart
DERDE DAG
Pio van Pietrelcina , gij die de Maagd Maria zeer genegen waart en dagelijks zeer veel genaden en troost van haar ontvangen hebt, spreek bij haar ten best. Leg met zachtheid onze zonden en onze gebeden in haar handen opdat, zoals eens in Cana in Gallilea, haar Zoon naar zijn moeder luistert en dat onze naam opgeschreven wordt in het boek van het leven.
De heilige Maagd weze de ster die uw weg verlicht. Moge zij u de betrouwbare weg naar God wijzen en een vast anker zijn in het uur van de beproeving dat u nog sterker met Hem verenigt. (P.Pio)
Bid de noveen ter ere van het H.Hart
VIERDE DAG
Pio van Pietrelcina, Gij die zoveel van uw engelbewaarder hebt gehouden, Hij was uw gids, verdediger en boodschapper. Gij aan wie de bewaarengelen de gebeden van uw spirituele kinderen brengen, spreek ten beste bij de Heer zodat wij leren onze toevlucht te nemen tot onze bewaarengel die gedurende ons leven ons kan bemoedigen om het goede te doen en het kwaad te vermijden.
“Roep uw engel aan, dat hij u verlicht en leidt. De Heer heeft hem u gegeven als gids en boodschapper. Neem uw toevlucht tot Hem” P.PIo
Bid de noveen ter ere van het H.Hart
VIJFDE DAG
Pio van Pietrelcina, Gij die een grote godsvrucht had voor de zielen in het vagevuur. Gij hebt u voor hen opgeofferd als slachtoffer, tot uitboeting van hun zonden. Bid voor ons zodat ook in ons hart gevoelens van medelijden en vriendschap ontstaan voor deze zielen. Zo kunnen wij hun wachten verkorten en bekomen wij door ons gebed en offer voor hen de aflaten die zij nodig hebben
“Mijn God, Ik bid u leg mij het lijden op die voorbereid zijn voor de zondaars en de zielen in het vagevuur. Vermeerder voor mij de straffen tot zij bekeerd zijn en gered, dat de zielen bevrijd zijn uit het vagevuur (P.Pio)
Bid de noveen ter ere van het H.Hart
ZESDE DAG
Padre Pio de Pietrelcina, gij die de zieken meer hebt lief gehad dan uzelf, omdat ge in hen het beeld van de lijdende zaagt; gij die mirakelen bekomen hebt naar lichaam en ziel, bidt voor ons bij de Heer opdat alle zieken, door de voorspraak van de maagd Maria, genezing bekomen en een overvloed van aan genade ontvangen en de Heer loven tot in eeuwigheid.
“Indien ik weet dat een persoon naar lichaam of naar ziel gekweld wordt, zou ik niet weten wat te doen om hem te bevrijden van zijn kwalen? Ik neem graag al zijn kwelling op mij om hem gered te zien en de vruchten van dat offer bied ik graag aan aan God, als Hij het me toestaat. (Padre Pio)
Bid de noveen ter ere van het H.Hart
ZEVENDE DAG
Padre Pio de Pietrelcina, gij die deelneemt aan het heilswerk van God en al uw lijden opoffert voor de bevrijding van de zondaars, spreek bij ons voor bij God opdat ongelovigen de genade van het geloof krijgen en zich bekeren; dat zondaars oprecht berouw krijgen; dat lauwen vurig worden en dat de rechtvaardigen op de goede weg blijven.
“Indien de arme wereld de schoonheid van een ziel in staat van genade konden zien, zouden alle zondaars en alle ongelovigen zich ogenblikkelijk bekeren. “Padre Pio”
Bid de noveen ter ere van het H.Hart
ACHTSTE DAG
Padre Pio de Pietrelcina, gij die zoveel geestelijke aanhangers telt waarvan velen door u tot Christus zijn geleid, ten koste van uw bloed, beschouw ons ook, alhoewel we u nauwelijks persoonlijk hebben gekend, als uw geestelijke kinderen, zodat met uw vaderlijke bescherming wij geleid worden naar de heiligheid. Geef dat we ondersteund worden door de Goddelijke kracht zodat we op onze sterfdag de poorten van hemel open zien voor ons.
“Indien het me mogelijk was zou ik aan God één enkele genade vragen: van niet in het paradijs te mogen gaan alvorens al mijn geestelijke kinderen en al diegenen die mij toevertrouwd zijn in mijn ministerie er ook zijn. “ (Padre Pio)
Bid de noveen ter ere van het H.Hart
NEGENDE DAG
Padre Pio de Pietrelcina, gij trouwe dienaar van de H. Kerk, spreek voor ons ten beste bij de Heer opdat hij arbeiders stuurt voor zijn oogst en dat hij aan ieder van hen kracht geeft en inspiratie van de kinderen van God. Wij bidden U daarenboven tussen te komen bij de H. Maagd Maria om alle christenen te leiden tot eenheid en hen te verzamelen in het ene grote huis dat als baken mag dienen in de storm van het leven.
“Blijf altijd bij de H. Katholieke kerk, zij alleen kan u helpen want zij alleen is de bruid van Christus, die de ware prins van de vrede is. “ (Padre Pio
Bid de noveen ter ere van het H.Hart
NOVEEN TOT HET HEILIG HART VAN JEZUS(1)
Jezus, aan uw Hart beveel ik aan …. bv. deze ziekte , dit examen, deze bekering. Zie daarop neer en doe dan wat uw Hart U ingeeft. Laat uw Hart regeren.
Jezus, ik reken op U. Ik stel mij onder uw hoede.
Ik geef mij geheel aan U over, mijn vertrouwen op U is onbegrensd.
Allerheiligst Hart van Jezus, ik geloof in uw liefde tot mij.
Allerheiligst hart van Jezus, ik vertrouw op U.
Allerheiligst Hart van Jezus, Ik bemin U.
Amen.
NOVEEN TOT HET HEILIG HART VAN JEZUS(2) (Volgens Jezus’ woorden in het Evangelie)
I. O Mijn Jezus, die gezegd hebt: “Voorwaar Ik zeg u, bid en ge zult verkrijgen, zoek en ge zult vinden, klop en u zal worden opengedaan”, zie ik klop, ik zoek, ik bid om volgende genade ….
Onze Vader… Wees gegroet… Glorie aan de Vader…
H. Hart van Jezus, ik vertrouw en hoop op U.
II. O Mijn Jezus die gezegd hebt: “Voorwaar Ik zeg u, alles wat ge de Vader in Mijn naam zult vragen, zal Hij u geven”, zie, in Uw Naam smeek Ik de Vader om volgende genade…
Onze Vader… Wees gegroet… Glorie aan de Vader…
H. Hart van Jezus, ik vertrouw en hoop op U.
III. O mijn Jezus die gezegd hebt: “Voorwaar Ik zeg u, hemel en aarde zullen vergaan, maar Mijn woorden zullen niet vergaan”, steunend op de onfeilbaarheid van Uw woorden, smeek ik U om volgende genade…
Onze Vader… Wees gegroet… Glorie aan de Vader…
H. Hart van Jezus, ik vertrouw en hoop op U.
Laat ons bidden:
O Allerheiligste Hart van Jezus, voor Wie het onmogelijk is geen medelijden te hebben met de ongelukkigen, heb medelijden met mij, arme zondaar, en verleen mij de genade waarom ik U smeek, door het Onbevlekt Hart van Maria, Uwe en onze tedere Moeder!
H. Jozef, zo innig met het Allerheiligste Hart van Jezus verbonden, bid voor ons!
Wees gegroet, Koningin, Moeder van barmhartigheid, enz…
“Goddelijke Voorzienigheid van het heilig Hart van Jezus, voorzie in de verhoring van onze dagelijkse gebedsintenties!”
NOVEEN TOT HET HEILIG HART VAN JEZUS(3)
De laatste opdracht, door Jezus aan Zuster Faustina gegeven, is de verering van de Barmhartigheid van Zijn Goddelijk Hart zoveel mogelijk te verspreiden over heel de wereld bekend te maken. Vergeet ze nooit en geef de 12 beloften door aan de vereerders van Jezus H. Hart, ons bekend gemaakt door de H. Margaretha-Maria Alacoque!
Woorden van Jezus(verkorte versie):
1. Ik zal hun al de gunsten schenken, die zij in hun levensstaat nodig hebben.
2. Ik zal vrede brengen in hun huisgezinnen.
3. Ik zal hen troosten in al hun moeilijkheden.
4. Ik zal hun veilige schuilplaats zijn in het leven en vooral bij het sterven.
5. Ik zal overvloedige zegen uitstorten over al hun ondernemingen.
6. De zondaren zullen in Mijn Hart de bron en de eindeloze oceaan van barmhartigheid vinden.
7. De lauwe zielen zullen vurig worden.
8. De vurige zielen zullen spoedig tot een hoge volmaaktheid komen.
9. Ik zal de plaatsen zegenen, waar de beeltenis van Mijn Hart tot verering zal worden uitgestald.
10. Aan de priesters zal ik de gave verlenen om de harten van de meest verstokte zondaars te treffen.
11. De naam van diegenen die deze devotie zullen verbreiden, zal in Mijn Hart geschreven staan en daar nooit uit weggewist worden.
12. De almachtige liefde van Mijn Hart zal aan allen, die op de eerste vrijdag van negen achtereenvolgende maanden te heilige communie gaan, de genade van de eindvolharding geven. Zij zullen niet in Mijn ongenade sterven. Evenmin zullen zij zonder heilige Sacramenten sterven.
Recente eucharistische wonderen die zijn onderworpen aan analyses van de moderne techniek, brengen een licht in de zaak dat de gegevens vanuit het geloof bevestigt en de wetenschap eraan herinnert dat zij niet van de gehele werkelijkheid rekenschap kan afleggen. Deze wonderen dragen een bewijs aan van de werkelijke objectieve aanwezigheid van het Lichaam en van het Bloed van de Heer in de Heilige Eucharistie.
Paus Franciscus, encycliek Lumen fidei, 29 juni 2013, 2-3.
«In de moderne tijd heeft men gedacht dat een dergelijk licht voldoende kon zijn voor de oude samenlevingen, maar van geen nut was voor de moderne tijden, voor de mens die volwassen was geworden, trots op zijn rede, ernaar verlangend op een nieuwe wijze de toekomst te verkennen. In deze zin verscheen het licht als een bedrieglijk licht, dat de mens ervan weerhield zich stoutmoedig op het gebied van het weten te bewegen. Het geloof werd dan verstaan als een sprong in de leegte, die wij doen uit gebrek aan licht, gedreven door een blind gevoel; of als een subjectief licht, dat misschien in staat is ons hart te verwarmen, persoonlijke troost te verschaffen, maar dat aan anderen niet kan worden voorgehouden als een objectief en gemeenschappelijk licht om de weg de verlichten»
Een bloederige substantie
Legandro Pezet met aartsbisschop Bergoglio, de huidige paus Franciscus
……..hij stopt haar in een bakje met water en zet het in het tabernakel van de Sacramentskapel.
Op 18 augustus 1996 viert eerwaarde Alejandro Pezet de Mis in de kerk van het winkelcentrum van de stad Buenos Aires, in Argentinië. Hij heeft zojuist de heilige Communie uitgereikt wanneer een vrouw hem komt zeggen dat ze een hostie heeft gezien waarvan iemand achter in de kerk zich heeft willen ontdoen. Wanneer hij naar de aangegeven plaats gaat, ziet de priester de besmeurde hostie; hij stopt haar in een bakje met water en zet het in het tabernakel van de Sacramentskapel.
Op maandag 26 augustus doet hij het tabernakel open en ziet tot zijn stomme verbazing dat de hostie een bloederige substantie is geworden. Hij brengt Mgr. Jorge Bergoglio, hulpbisschop van Kardinaal Quarracino en toekomstige Paus, hiervan op de hoogte, waarop deze instructies geeft om de aldus getransformeerde hostie te laten fotograferen door een beroepsman. De foto’s die op 6 september zijn genomen tonen duidelijk aan dat de hostie die in een stukje bloederig vlees is veranderd, aanzienlijk in omvang is toegenomen. Gedurende drie jaar wordt ze bewaard in het het tabernakel en wordt de hele zaak geheim gehouden; maar wanneer hij vaststelt dat de hostie geen enkele waarneembare vorm van ontbinding heeft ondergaan besluit Mgr. Bergoglio haar wetenschappelijk te laten analyseren.
Vanaf oktober 1999 worden er analyses uitgevoerd op monsters van de hostie. Die voeren tot de verklaring die in 2005 is afgelegd door dokter Federico Zugibe, deskundige op het gebied van de cardiologie en gerechts-geneeskundig expert:
«De geanalyseerde materie is een fragment van de hartspier die zich in de wand van de linker hartkamer, dichtbij de hartkleppen bevindt. Deze spier is verantwoordelijk voor de samentrekking van het hart. De linker hartkamer functioneert als een pomp die bloed doorstroomt door het hele lichaam. De hartspier is in een staat van ontsteking en bevat een groot aantal witte bloedlichaampjes. Dat geeft aan dat het hart leefde op het moment dat het monster werd genomen. Ik verklaar dat het hart leefde, gegeven het feit dat witte bloedlichaampjes buiten een levend organisme afsterven; ze hebben behoefte aan een levend organisme om in stand te kunnen blijven. Hun aanwezigheid geeft dus aan dat het hart leefde toen het monster werd genomen. Bovendien waren de witte bloedlichaampjes in de weefsels opgenomen, hetgeen aangeeft dat het hart aan intensieve stress onderhevig was geweest, alsof zijn eigenaar harde klappen had gekregen ter hoogte van de borst.»
Twee Australiërs, de journalist Mike Willesee en de jurist Ron Tesoriero, zijn de getuigen geweest van deze testen. Na de conclusie van de arts, deelt men hem mede dat de substantie waaruit het monster afkomstig was dateerde van 1996, Dokter Zugibe vraagt:
«U moet me een ding uitleggen: als dat monster afkomstig is van een dode persoon, hoe kan het dan dat, toen ik het onderzocht, de cellen van het monster nog in beweging waren en kloppingen liet zien? Als dat hart afkomstig is van iemand die in 1996 is gestorven, hoe kan het dan nog steeds in leven zijn?»
Pas dan legt Mike Willesee dokter Zugibe uit dat het monster afkomstig is van een geconsacreerde hostie die op mysterieuze wijze veranderd is in bloederig menselijk vlees. Stomverbaasd als hij dat hoort, antwoordt de dokter:
«Hoe en waarom kan een geconsacreerde hostie van karakter veranderen en levend menselijk vlees en bloed worden? Dat zal een onverklaarbaar mysterie blijven voor de wetenschap, een mysterie dat volledig mijn competentie overstijgt.»
Moeilijkheden met geloven
In Lanciano, in de regio van de Abruzzi (Italië), vond rond 750 een soortgelijk wonderlijk feit plaats. Een Brasiliaanse monnik ondervond moeilijkheden bij het geloven in de werkelijke tegenwoordigheid van Onze-Lieve-Heer Jezus Christus in de Eucharistie. Hij bad voortdurend om verlichting van zijn zeer pijnlijke onzekerheden. Op een ochtend, nog altijd gekweld door zijn twijfels, begon hij de viering van de Mis voor de bewoners van een naburig dorp. Plotseling, na de consecratie van het brood en de wijn, bracht hetgeen hij op het altaar zag zijn handen aan het trillen en een ogenblik lang, dat de parochianen een eeuwigheid toescheen, stond hij perplex. Vervolgens keerde hij zich zachtjes naar hen toe en zei:
«Oh, gelukkige getuigen aan wie de gezegende God, om mijn ongeloof tegen te spreken, zich Zelf heeft willen openbaren in dit gezegende Sacrament en zich voor onze ogen zichtbaar heeft willen maken, komt onze God die ons zo nabij is zien: dit is het Vlees en het Bloed van onze Beminde Christus.»
De hostie was vlees en de wijn bloed geworden! Dezelfde dag ging het gerucht door het hele dorp zoals een brand een woud in vuur en vlam zet en bereikte even zo snel de naburige dorpen en verspreidde zich tot in Rome. Dit mirakel blijft tot op de dag van vandaag zichtbaar voor ons: de vlees geworden hostie en de bloed geworden wijn zijn na meer dan twaalf eeuwen nog volledig intact.
In 1970 vroegen de aartsbisschop van Lanciano en provinciaal van de Conventuelen, met toestemming van Rome, aan professor Edoardo Linoli, directeur van het ziekenhuis van Arezzo, een grondig wetenschappelijk onderzoek uit te voeren op de resten van het twaalf eeuwen tevoren gebeurde wonder. Op 4 maart 1971 presenteerde de professor zijn conclusies:
1. Het “wonderbaarlijke vlees” is vlees dat bestaat uit het dwarsgestreept spierweefsel van de myocard (hart).
2. Het “wonderbaarlijk bloed” is echt bloed: de chromotografische analyse levert hiervan het onbetwistbaar bewijs.
3. Het vlees en het bloed zijn van menselijke natuur en het immunologisch bewijs stelt dat ze behoren tot bloedgroep AB, dezelfde als die van de man van de lijkwade van Turijn, en kenmerkend voor de bevolkingen van het Midden-Oosten.
4. De eiwitten in het bloed zijn procentueel identiek verdeeld zoals de eiwitten in het serum van vers normaal bloed.
5. Geen enkel histologisch onderzoek heeft de aanwezigheid van sporen van zoutinfiltraties of van stoffen die vroeger voor mummificatie gebruikt werden aangetoond. Ook moet worden opgemerkt dat, wanneer het eucharistisch bloed van Lanciano (dat gewoonlijk is gestold) eenmaal vloeibaar is, het al zijn chemische en fysische eigenschappen behoudt zonder dat het enige schade ondervindt in welke vorm ook. Terwijl normaal gesproken vijftien minuten na het afnemen van gewoon menselijk bloed alle biologische activiteit onherstelbaar verloren gaat.
Het medisch rapport dat werd gepubliceerd in de “Cahiers Sclavo” (fasc. 3, 1971) wekte grote belangstelling in wetenschappelijke kring. In 1973 benoemde de Hoge Raad van de Wereld Gezondheidsorganisatie een wetenschappelijke commissie om de conclusies van professor Linoli te verifiëren. Er werd 15 maanden aan gewerkt en er werden 500 onderzoeken verricht. De commissie verklaarde dat het ging om een levend weefsel dat beantwoordde aan alle klinische reacties van levende wezens. Sinds de VIIIe eeuw, verkeren het vlees en het bloed van Lanciano in dezelfde staat als van vlees en bloed dat dezelfde dag van een levend wezen zou zijn verwijderd.
De synthese van de werken van de commissie die in december 1976 in New York en in Genève werd gepubliceerd, erkent dat de wetenschap, bewust van haar beperkingen, zich geplaatst ziet tegenover de onmogelijkheid een verklaring te leveren. Andere experts gingen over tot vergelijking van de rapporten die zijn opgesteld naar aanleiding van het mirakel van Buenos Aires met de voor het mirakel van Lanciano uitgewerkte rapporten. Deze wetenschappers die de oorsprong van de monsters niet kenden concludeerden dat het in beide rapporten van de laboratoria ging om monsters die, naar het scheen, afkomstig waren van dezelfde persoon.
mirakel van de Heilige Hostie te Lanciano
Lanciano eucharistic miracle
Op zoek naar een groot licht
In de encycliek Lumen fidei schrijft Paus Franciscus:
«Langzamerhand heeft men echter gezien dat het licht van de autonome rede niet erin slaagt de toekomst voldoende te verlichten; uiteindelijk blijft zij in haar duisternis steken en laat de mens achter in de angst voor het onbekende. En zo heeft de mens afgezien van het zoeken naar een groot licht, een grote waarheid om zich tevreden te stellen met de kleine lichten die het korte ogenblik verlichten, maar niet in staat zijn de weg te openen. Wanneer het licht ontbreekt, wordt alles verward, is het onmogelijk goed van kwaad te onderscheiden, de weg die naar het doel leidt te onderscheiden, van die welke ons in steeds dezelfde kringen, zonder richting doet gaan»
Om dit euvel te vermijden hebben we geloof nodig, zo verklaart de paus :
«Het is daarom dringend noodzakelijk de aard van het licht dat eigen is aan het geloof, opnieuw te ontdekken, omdat ook alle andere lichten uiteindelijk hun kracht verliezen, wanneer de vlam hiervan dooft. Het licht van het geloof heeft immers een bijzonder karakter, omdat het in staat is heel het bestaan van de mens te verlichten. Om zo krachtig te zijn kan een licht niet van onszelf uitgaan, moet het komen van een oorspronkelijkere bron, moet het tenslotte komen van God. Het geloof ontstaat bij de ontmoeting met de levende God, die ons roept en ons zijn liefde openbaart, een liefde die ons voorafgaat en waarop wij kunnen steunen om een houvast te hebben en ons leven op te bouwen. Door deze liefde veranderd, krijgen wij nieuwe ogen, ervaren wij dat daarin een grote belofte van volheid gelegen is en voor ons de blik op de toekomst opengaat. Het geloof, dat wij van God ontvangen als bovennatuurlijke gaven, verschijnt als een licht voor de weg, een licht dat onze gang in de tijd richting geeft».
Een nieuw bewijs
Als bevestiging van het geloof in de Kerk, heeft de Heer aan de wereld in 2008 een nieuw bewijs willen geven van zijn liefde door een ander eucharistisch mirakel dat geheel gelijksoortige kenmerken vertoont als die van het mirakel van Buenos Aires. Op 12 oktober van dat jaar viert eerwaarde Jacek Ingielewicz de Mis in de kerk H. Antonius van Padua in Sokólka (Polen), in aanwezigheid van tweehonderd personen. Tijdens het uitdelen van de Communie valt een hostie op de grond. Eerwaarde Jacek raapt hem op en stopt hem in een klein zilveren liturgisch potje dat hij vult met water om de hostie op te lossen, stopt vervolgens het geheel in een kluis in de sacristie.
Wanneer een hostie daarna geheel is opgelost is het lichaam van Christus inderdaad niet meer tegenwoordig. Op de hoogte gebracht door eerwaarde Jacek, laat eerwaarde Stanislaw Gniedziejko, pastoor van de parochie, het potje twee weken in de kluis staan. Dan stelt hij vast dat de hostie niet alleen niet is opgelost in het water, maar dat een vorm aan het licht is gekomen die doet denken aan een bloedvlek. De pastoor Stanislaw zou later verklaren:
«Diep onder de indruk, wist ik niet wat ervan te denken, mijn handen trilden toen ik de kluis weer op slot deed: ik kon nauwelijks spreken.»
Hij besluit zich tot de aartsbisschop van Bialystok, naburige stad, Mgr. Edward Ozorowski, te wenden. Wanneer deze naar Sokólka komt laat men hem de hostie zien die op een corporale is gelegd. Daar ziet hij behalve een bloedvlek iets wat lijkt op een organische substantie. Het lijkt, zo merkt eerwaarde Jacek op, op de natuur van weefsels. Op 5 januari 2009 vraagt de bisschop aan twee professoren in de geneeskunde aan de Universiteit van Bialystok, Maria Elizabeth Sobianiec-Lotowska en Stanislaw Sulkowski, een analyse uit te voeren op een deeltje van de hostie. Beiden hebben meer dan dertig jaar gewerkt op het gebied van de histopathologie van de Universiteit.
Toen de monsters waren genomen was het intact gebleven deel van de hostie vast blijven zitten aan het weefsel dat geanalyseerd werd, zonder dat die iets minder wit was geworden. Beide specialisten kwamen, na gescheiden hun werk te hebben gedaan, tot dezelfde conclusie: hetgeen hun was overhandigd is afkomstig van het weefsel van een nog in leven, maar wel stervend zijnde menselijke hartspier. Professor Sulkowski verklaart de aanwezigheid te hebben waargenomen van:
«talloze typische biomorfologische indicatoren van weefsel van de hartspier, evenals van zichtbare schade in de vorm van geringe vezelbreuken in het weefsel. Deze schade kan slechts worden waargenomen in levende vezels en zijn de tekenen van snelle spasmes van de hartspier in de periode die voorafgaat aan de dood.»
Professor Sobianiec-Lotowska bevestigt dit:
«Het betreft weefsel van de in leven zijnde hartspier.»
Wanneer ze hierbij stilstaat, geeft ze blijk van haar stomme verbazing over het feit dat een weefsel in leven is gebleven nadat het uit het organisme waarvan het integraal deel uitmaakte is verwijderd:
«Dat is een «ongelooflijk fenomeen! Gedurende lange tijd was de hostie in water ondergedompeld, vervolgens op de corporale gelegd; het weefsel zou dus het proces van “verstikking” hebben moeten ondergaan, maar dat hebben we bij onze testen niet waargenomen. De huidige kennis op het gebied van de biologie stelt ons niet in staat dit fenomeen wetenschappelijk te verklaren. Dit buitengewone fenomeen van onderlinge absorptie van het hartspierweefsel en de hostie dat met de microscoop en eveneens via elektronische transmissie is waargenomen, bewijst dat geen enkele menselijke interventie op het monster heeft kunnen plaatsvinden».
De structuur van het hartspierweefsel en die van brood zijn in het onderhavige geval inderdaad zo nauw verwant dat het onaannemelijk is dat een menselijke interventie dit zou kunnen verwezenlijken (cf. verklaring van professor Sobianiec-Lotowska in het rapport «Het Eucharistisch Mirakel van Sokólka», Lux Veritatis, 2010). Anderzijds heeft het bloed van de hostie dezelfde kenmerken als dat van de lijkwade van Turijn en van het mirakel van Lanciano (groep AB).
Mirakel van de Heilige Hostie te Sokolka
miracle of sokolka
De devotie neemt toe
Nadat hij de resultaten van de testen heeft gekregen, informeert de aartsbisschop de apostolisch nuntius in Warschau die het dossier doorgeeft aan Rome ter bestudering. In september 2009 begint het publiek dat kennis heeft genomen van het rapport van de twee deskundigen, uit heel Polen, maar ook uit Wit-Rusland en Litouwen naar Sokólka te komen. In Sokólka zelf stelt men onmiddellijk een toename van de devotie voor het Allerheiligste vast. De mensen komen in de kerk bidden voor de gebroken families, de kinderen die het geloof verlaten, ter verkrijging van genezingen.
Na officieel te hebben verklaard dat het zichtbare weefsel op de hostie echt wonderbaarlijk is, stopt Mgr. Ozorowski dit in een monstrans die wordt uitgestald ter aanbidding door gelovigen in een kapel van de Sint Antonius kerk. Ten aanzien van de Eucharistie vraagt de Kerk om de eredienst van de latria, dat wil zeggen de aanbidding die aan God alleen is voorbehouden, hetzij tijdens de viering van de Eucharistie, hetzij daarbuiten:
«Het is, zo schreef H. Johannes Paulus II, in het bijzonder nodig, zowel tijdens de viering van de Mis als bij de verering van de Eucharistie buiten de Mis, het besef te verlevendigen van de werkelijke tegenwoordigheid van Christus» (Apostolische Brief Mane nobiscum Domine, 7 oct. 2004, 18).
«Zoals de vrouw die Jezus zalfde in Bethanië, heeft de Kerk hiervoor geen ‘verspilling’ van haar beste zaken geschuwd om uitdrukking te geven aan haar verwondering en aanbidding tegenover het onmetelijk geschenk van de Eucharistie. Niet minder dan de eerste leerlingen die belast waren met het gereed maken van de «bovenzaal» voelde zij zich gedreven om door de eeuwen heen een in haar ontmoeting met verschillende culturen, de Eucharistie te vieren in kader dat een zo groot geheim waardig was… Ofschoon het idee van een «feestmaal» vanzelf vertrouwelijkheid suggereert, heeft de Kerk nooit toegegeven aan de verleiding om deze «intimiteit» met haar Bruidegom te banaliseren door te vergeten dat Hij ook haar Heer is en dat het «feestmaal» altijd een offer blijft dat getekend is door het bloed dat op Golgotha werd vergoten» (Encycliek Ecclesia de Eucharistia, Witte Donderdag 2003, 48).
«De Eucharistie stelt inderdaad tegenwoordig en actualiseert het offer dat Christus eens en voor altijd op het kruis gebracht heeft aan de Vader ten bate van de mensheid. Het kruisoffer en het offer van de Eucharistie zijn één en hetzelfde offer. Een en dezelfde zijn het slachtoffer en de offeraar: wat alleen verschilt is de wijze van geofferd worden: bloedig op het kruis, onbloedig in de Eucharistie. Daar uit het Misoffer alle genaden voortvloeien die nodig zijn voor ons heil, verplicht de Kerk de gelovigen ertoe aan de Heilige Mis deel te nemen op iedere zondag en op voorgeschreven feestdagen, terwijl zij hen aanbeveelt ook op andere dagen eraan deel te nemen.» (Compendium van CKK,280).
H.Johannes Paulus II eens tegen jongeren gezegd die hem ondervroegen naar aanleiding van de grote ingetogenheid waarmee hij de mis vierde (18 oktober 1981). Heilige Padre Pio geeft er ons een mooi voorbeeld van:
«Wanneer Padre Pio de Mis vierde, wekte hij de indruk zo intiem, zo intens en zo volledig verbonden te zijn met Hem die zich aan de Hemelse Vader aanbood, als slachtoffer ter boetedoening voor de zonden der mensen. Zodra hij aan de voet van het altaar stond onderging het gezicht van de celebrant een gedaanteverwisseling. Padre Pio bezat de gave anderen aan het bidden te zetten. Men beleefde de Mis» (Fr. Narsi Decoste, Le Padre Pio).
De vrucht van het geactualiseerde Offer op het altaar is de communio met het Lichaam en Bloed van Jezus Christus, voorproef van de eeuwige communio in de Hemel. Een zo grote gave kan slechts ontvangen worden door hem die:
«ten volle ingelijfd is in de katholieke Kerk en in staat van genade, dat wil zeggen zonder zich van een doodzonde bewust te zijn. Hij die er zich van bewust is een zware zonde te hebben begaan, moet het Sacrament van de Verzoening ontvangen alvorens tot de communie te naderen. Van belang zijn ook de geest van inkeer en gebed, het onderhouden van het door de Kerk voorgeschreven vasten, en de lichaamshouding (gebaren, kleding), ten teken van eerbied voor Christus» (Compendium,291).
«De heilige Communie doet onze vereniging met Christus en zijn Kerk groeien. Zij sterkt ons voor de pelgrimstocht van dit leven en doet ons verlangen naar het eeuwig leven, doordat zij ons nu al verenigt met Christus, opgestegen naar de rechterhand van de Vader, met de hemelse Kerk, met de heilige Maagd en met alle heiligen» (ibid., 292 en 294).
De hoogste verwerkelijking
De eucharistische wonderen zijn niet te ontkennen feiten; zij stellen ons voor de grote Werkelijkheid: God bestaat, Hij is vlees geworden, Hij is tegenwoordig en treedt actief op in onze geschiedenis, Hij heeft zich blootgesteld aan lijden en dood, om de dood teniet te doen en ons het Leven te geven! Het geluk dat wij allen zoeken hangt af van onze liefdesbetrekking met Hem alleen! In de encycliek Fides et ratio, schreef heilige Johannes Paulus II:
«Verschillende filosofische systemen hebben de mens er door misleiding van overtuigd, dat hij zijn absoluut eigen heer is, die autonoom over zijn lot en over zijn toekomst kan beslissen, wanneer hij uitsluitend op zichzelf en zijn krachten vertrouwt. Dat zal nooit de grootheid van de mens kunnen uitmaken. Bepalend voor zijn verwerkelijking zal alleen de beslissing zijn, zich te voegen in de waarheid door in de schaduw van de wijsheid zijn woning op te zetten en daarin te blijven wonen. Pas binnen deze horizon van de waarheid zal hij begrijpen, hoe zijn vrijheid zich in de volle zin ontplooit en dat hij geroepen is tot liefde en kennis. Daarin ligt zijn hoogste zelfverwerkelijking »
Laten we uit de Eucharistie de kracht putten die we nodig hebben om Jezus te volgen op de weg van het eeuwig leven!
Helderziendheid is een speciale gave, in hoofdzaak toegeschreven aan heiligen, die toelaat duistere feiten of gebeurtenissen te voorzien. Deze gave maakt het ook mogelijk te zien en te horen van op afstand, in tijd en ruimte, zonder tussenkomst van zintuigen of geestelijke vermogens. Bij Pater Pio was die gave zo ontwikkeld dat hij letterlijk de ziel van mensen kon lezen. Er zijn verschillende getuigenissen die interventies van Pater Pio, namelijk in zijn biechtstoel, bevestigen.
Een dame uit Bologne vertelde: op een dag bracht mijn moeder een bezoekje aan pater Pio met vrienden. Wanneer ze aankwam in San Giovanni Rotonda, ontmoette ze in de sacristie van het klooster de aanbeden priester die haar zei: “Wat doe jij hier? Ga onmiddellijk naar huis: je man is ziek.” Bij die woorden was mijn moeder stomverbaasd: immers, toen ze haar huis verlaten had was de toestand van haar man stabiel. Ze verliet San Giovanni Rotondo met de eerste trein.
Wanneer ze helemaal ongerust thuis kwam vernam ze het nieuws omtrent haar man. Men vertelde haar dat er geen verandering was maar dat hij gedurende de nacht zware ademhalingsmoeilijkheden had gekend, net alsof iets de keel blokkeerde. Mijn moeder wou zeker zijn en telefoneerde onmiddellijk de dokter. Rond elf uur ’s avonds werd mijn vader binnengebracht in het ziekenhuis om daar met spoed geopereerd te worden
De chirurg die de interventie leidde, haalde uit de keel van mijn vader een grote hoeveelheid etter. Pater Pio had het voorgevoel gehad dat een gevaar mijn man bedreigde en zijn gebeden en zijn raad hadden een zeer positieve invloed op zijn gezondheidstoestand.
Een van de spirituele zonen van Pater Pio leefde in Rome. Op een dag bevond hij zich onder vrienden en verzuimde door een schaamtegevoel, het Heilig Sacrament te eren door zijn hoed af te nemen. Dit deed hij nochtans telkens hij een kerk passeerde. Hij hoorde een stemmetje in zijn oor, dat van Pater Pio, die hem toefluisterde: “Laf!” Enkele dagen later ging hij naar San Giovanni Rotondo en Pater Pio zei tegen hem: “Opgepast, deze keer heb ik je maar een waarschuwing gegeven maar in de toekomst zal ik je een stevig pak slaag geven.”
Bij zonsondergang, in de tuin van het klooster was Pater Pio aangenaam aan het keuvelen met enkele gelovigen en met zijn spirituele zonen wanneer hij opmerkte dat hij geen zakdoek meer had. Hij vertrouwde zijn sleutel toe aan één van de aanwezigen en vroeg hem naar zijn kamer te gaan en daar een zakdoek te halen. De man begaf zich dus naar de kamer van Pater Pio waar hij een zakdoek nam.
Hij zag ook de handschoenen liggen en kon niet weerstaan aan de drang om een relikwie te ontvreemden. Hij nam een van de handschoenen en stak ze in zijn zak. Hij keerde terug naar de tuin en gaf de zakdoek aan Pater Pio die hem zei: “En nu ga je terug naar mijn kamer en leg je de handschoen terug die je weggenomen hebt.
Elke avond voor het slapen gaan knielde een dame voor de beeltenis van Pater Pio om hem zijn zegen te vragen. Haar man, alhoewel hij katholiek was en geloofde in Pater Pio veroordeelde dat overdreven gedrag en lachte iedere keer met haar. Op een dag zei hij tegen Pater Pio: “Weet u dat mijn echtgenote elke avond knielt voor uw foto en u om uw zegen vraagt? ” En Pater Pio zei:” Ja, ik weet het, en jij , jij lacht er elke avond mee. ”
Op een dag ging een gebrekkig katholiek die desondanks veel waardering genoot in kerkelijke middens, te biecht bij Pater Pio. De man verwaarloosde zijn vrouw en had een minnares. Trachtend zijn gedrag te verantwoorden beweerde hij in een geestelijke crisis te zitten. Hij had niet gerekend op de gave van Pater Pio die met luide stem zei tegen de man die voor hem geknield zat: ” Wat, een geestelijke crisis! Je bedriegt je echtgenote en God is kwaad op jou. Ga weg!”
Een man vertelde eens: ik had beslist te stoppen met roken en dat offer op te dragen aan Pater Pio. De eerste avond, pakje sigaretten in de hand, bekeek ik de beeltenis van Pater Pio en zei tegen hem:” Pater, het is nu reeds een dag” De tweede avond deed ik hetzelfde:” Pater Pio, het is nu al twee dagen” En zo ging dat voort gedurende drie maanden. Op een dag ging ik Pater Pio opzoeken en ik zei hem:” Pater het is nu al 81 dagen geleden dat ik gestopt ben met roken, 81 pakjes…” Pater Pio antwoordde:” Ik weet het net zo goed als jij , omdat je me ze alle avonden hebt doen tellen. ”
Een begeleider van een autobus met toeristen op excursie in Gargano zag Pater Pio in de sacristie binnen komen, precies op het ogenblik dat hij wou vertrekken. De man was vergezeld van een tiental personen die wilden biechten. Pater Pio vroeg aan de begeleider “En gij, mijn zoon, wil u zich ook laten zegenen?” Verrast, schoof de begeleider naar voor en knielde neer om de zegen te ontvangen, maar alvorens de zegen te geven, vroeg de pater nog: “En wat hebt u gedaan?”
De man antwoordde: “Niets, vader, een paar uur geleden heb ik gebiecht op de berg San Angelo en nadien heb ik samen met mijn toeristen de H. Communie ontvangen”. Pater Pio vervolgde: “En daarna?” De man antwoordde: “Ik heb piëteitsvolle voorwerpen gekocht”. Pater Pio hernam: “Het zijn niet de devotiestukken die u geërgerd hebben, maar deze zoete dingen”.
Verbaasd herinnerde de begeleider zich dat hij, na de eucharistieviering, gevloekt had omdat de krokante zoetigheden die hij gekocht had minder geschikt waren dan die bedoeld door de toeristen. Te neer geslagen trachtte hij iets te zeggen, maar pater Pio vervolgde: “Het is niet alles. Op de weg nabij San Giovanni Rotondo hebt u de voerder van een voertuig beledigd omdat hij niet rechts hield”. De begeleider, die aanvankelijk gezegd had dat hij niets gedaan had, zegde verward zijn schuldbelijdenis op.
Een Anglo-Italiaanse dame uit Engeland begaf zich onmiddellijk in de biechtstoel van pater Pio. Maar pater Pio luisterde niet naar haar belijdenis, hij sloot het raampje. Waarom wilde pater Pio de belijdenis van deze dame niet aanhoren? Deze dame kwam gedurende twee weken praktisch alle dagen, waarna pater Pio uiteindelijk haar biecht afnam. Deze dame vroeg waarom zij zo lang moest wachten. Pater Pio antwoordde: “En jij, hoe lang heb jij de Heer laten wachten?”
Gij moet u afvragen hoe Jezus en ik zelf u zouden kunnen ontvangen na al uw heiligschennende communies. Immers gedurende jaren heb jij in staat van doodzonde gecommuniceerd aan de zijde van uw moeder en uw man”. De dame, ondersteboven en vol spijt, ontving al wenend de absolutie. Enkele dagen later vertrok zij vredevol terug naar Engeland.
Een man vertelt. Op een avond at ik enkele vijgen meer dan naar gewoonte. Scrupuleus als ik was omwille van die gulzigheid besloot ik ’s anderendaags te biechten bij pater Pio. Op weg naar het klooster deed ik mijn gewetensonderzoek. Ongelukkig herinnerde ik mij niet meer die zonde van gulzigheid. Maar alvorens aan pater Pio de absolutie te vragen zei ik: “ik geloof dat ik een zonde vergeten heb, maar voor ’t ogenblik herinner ik ze mij niet”. Pater Pio zei al lachend: “Eh wel, zijn het de twee vijgen!?”
God ziet alles en Hij zal onze daden beoordelen. Het volgende verhaal toont duidelijk aan dat God onze intiemste gedachten kent. In 1920 meldde een man zich aan in het klooster van de Kapucijnen. Zonder spijt in zijn hart dacht hij er aan zijn vrouw te vermoorden om met een andere te kunnen trouwen. Het lag dus uitsluitend in zijn bedoeling om zijn bezoek als alibi te gebruiken.
Daar hij wist dat zijn vrouw een monnik kende in een nabijgelegen dorp van de Gargano, waar hij, noch zij gekend waren, kon hij er gemakkelijk zijn misdaad voorbereiden. Enige tijd later kon hij er zijn vrouw van overtuigen om die reis te doen. Na rijp beraad stelde hij zijn vrouw voor een bezoek te brengen aan die pater waarover iedereen sprak. De vrouw reserveerde een plaats voor een retraite en de man begaf zich alleen naar het klooster om een biechtgelegenheid te reserveren.
Terwijl zijn vrouw op de biechtafspraak zou zijn, zou hij zich in het dorp laten zien met de bedoeling te zorgen voor een alibi. Hij bezocht een bistro en benaderde er enkele habitués. Hij zou hen dan een pint betalen, met hen een klapje doen en daarna vertrekken om zijn vrouw te vermoorden nadat zij het bezoek bij de pater had afgelegd. In volle natuur, in de avondschemering, zou niemand iets merken, ook geen lijk vinden. Daarna zou hij zijn kameraden in het bistro opnieuw opzoeken en vertrekken zoals hij gekomen was.
Een perfect plan, met uitzondering van een klein detail: terwijl hij zijn misdaad voorbereidde, las iemand zijn gedachten. In het klooster zag hij pater Pio die reeds de schuld van enkele dorpsbewoners geraden had. Onder een onweerstaanbare dwang wierp de man zich op de knieën in de biechtstoel. Hij had nog maar pas een kruisteken gemaakt of hij hoorde roepen: “ga weg! ga weg, onmiddellijk ga weg zeg ik. Weet u dan niet dat het verboden is u te drenken in het bloed van een moord? Ga weg! Ga weg!”.
Daarna nam de pater de man bij de arm en joeg hem uit de kerk. Bewust van zijn ongure intenties, vluchtte de man naar buiten, viel neer op een steenblok, zijn gezicht in de modder en werd zich bewust van zijn ontelbare zonden. In een oogwenk kwam zijn leven voor de geest en in een ommezwaai zag hij zijn boosaardigheid in. Met pijn in het hart keerde hij terug naar de kerk en vroeg pater Pio om te biechten, met een oprecht hart deze keer.
Pater Pio sprak vol tederheid, alsof hij hem altijd gekend had. Om niet te vergeten beleed hij al zijn zonden, één na één, misdrijf na misdrijf, met alle details. De man kon zijn gruwelijke misdaad toegeven, misdaad die hij alleen kende. Uitgeput maar verlost wierp hij zich voor de pater neer en vroeg nederig vergiffenis. Het is niet alles.
Toen de penitent zich klaar maakte om te vertrekken, zei pater Pio tot hem: “hebt ge nooit verlangd naar een zoon?”. De man dacht: “maar nee toch, weet pater Pio dat ook al?!” En pater Pio voegde er aan toe: “stop met God te mishagen en ge zult een zoon krijgen”. Een jaar later, dag op dag, kwam de man pater Pio terug opzoeken, overtuigd en vader van een zoon, geboren uit zijn vrouw die hij wilde doden.
De pater Gardiaan van het klooster van San Giovanni Rotondo vertelde: ”Eens kwam hier een zakenman toe uit Pisa met de vraag aan pater Pio om de genezing van zijn dochter. Maar pater Pio bekeek hem en zei: “gij zijt zieker dan uw dochter, gij schijnt bijna dood te zijn.” De man antwoordde daarop: “Bijlange niet, ik voel me prima.” Pater Pio ging verder: “Sukkelaar, hoe kunt ge zeggen dat je je goed voelt met al die zware fouten op je geweten? Minstens 32!” Onmiddellijk daarop beleed de man zijn fouten. En na zijn biecht vertelde hij aan iedereen dat pater Pio hem al zijn zonden die hij had bedreven op voorhand reeds kende.
Een priester vertelde een voorval dat een confrater had meegemaakt toen hij van tamelijk ver naar pater Pio was gekomen om te biechten. Hij had van trein moeten overstappen en had uren moeten wachten in Bologna. Toen hij gedaan had met biechten, vroeg pater Pio hem:”Mijn zoon, hebt u me niets vergeten te vertellen?” Toen hij negatief antwoordde, dacht hij goed na en vond niets. Dan zei pater Pio hem met veel begrip: Mijn zoon, gij zijt in Bologna om 5 uur ’s morgens aangekomen.
De kerken waren toe. In plaats van te wachten ben je naar het hotel geweest om wat te rusten voor de H. Mis. Ge hebt u op bed gelegd en hebt zo diep geslapen dat je pas om 15 uur wakker bent geworden, zodanig dat je de Eucharistie niet kon celebreren. Ik weet dat je het niet uit kwade wil hebt gedaan …. Maar het getuigt van wat tekort aan waakzaamheid tegenover ons Heer.
Toen er nogal wat volk afkwam om pater Pio te zien waren er twee gewapende bewakers belast met de veiligheid van de pater. Toen dan eens na de eucharistieviering pater Pio zich terugtrok naar de sacristie om zijn gewaden uit te doen zei hij tot één van de bewakers vriendelijk: ”wanneer ge hier gedaan hebt, en ik mijn dankzegging heb beëindigd, kom dan eens naar mijn kamer, ik moet u iets zeggen.”
De bewaker was erg gelukkig, en wachtte tot pater Pio zijn dankzegging had gedaan. Hij ging hem opzoeken naar zijn kamer. Pater Pio zei hem: “Ge moet eens naar je ouders gaan, want binnen de acht dagen ga je sterven.” De man antwoordde “Ik voel me opperbest, pater.” Pater Pio zei daarop:”wees niet ongerust, over 8 dagen ga je je nog beter voelen. Dit leven is toch maar een pelgrimstocht. Ga verlof vragen en regel je zaken met je familie; morgen zou het al te laat kunnen zijn.
Nogal onthutst vroeg de bewaker hem: “Mag ik vertellen wat u mij gezegd hebt?” Pater Pio zei: “Niet direct, maar wel als je thuis bent.” De jonge man ging het dorp in en vroeg aan zijn overste om naar huis te mogen gaan. De verantwoordelijke weigerde aanvankelijk, omdat hij het een onvoldoende motief vond, maar toen pater Pio tussenbeide kwam mocht hij eindelijk vertrekken. Eenmaal thuis vertelde de man wat pater Pio hem gezegd had en dat hij nu gekomen was om zijn familie te groeten voor zijn dood. En op het einde van 8 dagen is hij overleden.
De religieuzen van het klooster van Venafro, die pater Pio gedurende een tijd hadden opgevangen waren getuigen van de visioenen maar ook nog van andere onverklaarbare verschijnselen. Onder andere, zelf zwaar ziek kon pater Pio de gedachten, van andere mensen lezen. Op een keer kwam eerwaarde Heer Augustin hem opzoeken. Pater Pio vroeg hem: “Bid vanmorgen eens speciaal voor mij”.
Toen hij van de kerk wegging was hij van plan tijdens de eucharistie speciaal voor hem te bidden. Maar hij vergat het. Wanneer hij pater Pio terug ontmoette vroeg deze:”Hebt ge voor mij gebeden?” Abbé Augustin gaf zijn vergetelheid toe en pater Pio zei daarop:”’t Is goed, Ons Heer heeft uw intenties aanvaard toen je van de kerk wegging.”
Op een keer toen pater Pio in het heiligdom aan het bidden was kwamen zijn confraters hem vragen om van iemand een particuliere biecht te horen. Pater Pio keek op en zei op strenge toon: “Denkt ge dat, nadat Ons Heer 25 jaar heeft gewacht, hij geen 5 minuten geduld moet hebben? En iedereen begreep dat pater Pio de waarheid had gesproken!
Pater Carmelo Durante, die de overste was van pater Pio in het klooster van San Giovanni Rotondo gaf dit getuigenis naar aanleiding van de gave van profetie van pater Pio. “Gedurende de Tweede Wereldoorlog hoorden we bijna dagelijks spreken over de oorlog, over schitterende militaire overwinningen die de Duitsers op het front behaalden. Op zekere morgen, toen de gemeenschap in de kleine zaal samen zat, hoorde ze het recente nieuws dat de Duitsers zich naar Moscou begaven.
Ik stond aan de grond genageld met de gedachte dat dit het einde van de oorlog zou kunnen betekenen en ook de uiteindelijke overwinning van de Duitsers. Ik kwam in de gang de eerwaarde pater Pio tegen, en ik vertelde hem erg gelukkig en vol enthousiasme: “De oorlog is gedaan.” “Wie heeft u dit verteld?”, vroeg pater Pio. En ik toonde hem de krant. Pater Pio zei daarop: “Heeft Duitsland gezegevierd? Denk eraan: Duitsland zal deze keer verliezen. Het zal niet zijn zoals de andere oorlog, vergeet dat niet.”
Maar ik repliceerde:” De Duitsers trekken al op naar Moscou.” Pater Pio zei:”Vergeet niet wat ik u gezegd heb, …” en toen ik nog insisteerde: ”Maar als Duitsland de oorlog verliest, verliest Italië ook!” En toen zei hij me nog op een besliste toon:”Kijk goed uit je twee ogen of ze wel samen de oorlog beëindigen.” Op dat moment leken die woorden nogal mysterieus, want er bestond een verbond tussen Duitsland en Italië. Maar het jaar daarna, na de wapenstilstand met de geallieerden op 8 september 1943 en na de daaropvolgende oorlogsverklaring van Italië aan Duitsland begreep ik het wel allemaal!
Een vrouw vertelde: “Ook ik wilde deelnemen aan een georganiseerde reis naar San Giovanni Rotondo om pater Pio te leren kennen en en hem te ontmoeten. Dat was in 1961. In de bus was er een man die opeens luid riep: “Mijn vrouw wilde dat ik met haar meeging naar deze ‘bedrieger’”. Dit was natuurlijk een verwijzing naar de dierbare pater. Deze beschuldiging ging dwars door mijn hart.
Toen we in San Giovanni Rotondo aankwamen gingen we onmiddellijk naar de kerk om er de heilige mis bij te wonen. Na de mis begaf pater Pio zich onder de pelgrims. Toen hij dichtbij ons kwam bleef hij staan vlak vóór de man die zich in de bus negatief over hem had uitgelaten en zei: “Kom hier, kom bij die bedrieger!” De man werd bleek, knielde neer en kon enkel stamelend zeggen: “Vergeef me pater! Vergeef me!” Pater Pio legde een hand op zijn hoofd en zegenend vervolgde hij: “Sta op, ik vergeef je.” De man was meteen bekeerd en allen waren vol bewondering en ontroering.”
Een vrouw vertelde: “In 1945 bracht mijn moeder me naar San Giovanni Rotondo om pater Pio te leren kennen en om bij hem te biechten. Er was veel volk. In afwachting van mijn beurt dacht ik na over alles wat ik aan de pater moest zeggen maar toen ik dan bij hem was klapte ik volledig dicht. De dierbare pater bemerkte meteen mijn bedeesdheid en zei met een glimlach: “Wil je dat ik het in jouw plaats zeg?” Ik knikte instemmend en meteen stond ik stomverbaasd.
Dat kon niet waar zijn! Pater Pio zegde woord voor woord alles wat ik hem had willen zeggen. Ik werd rustig en kalm en ik dankte in gedachten de geëerde pater dat hij mij een van zijn uitzonderlijke bovennatuurlijke gaven had laten ervaren. Ik vertrouwde hem de gezondheid toe van mijn ziel en mijn lichaam. Hij antwoordde: “Ik zal altijd je geestelijke vader zijn!” Ik nam afscheid van hem met een immense vreugde in mijn hart. Terwijl ik in de trein op terugweg naar huis was, nam ik een intense geur waar die ik nooit zal vergeten!”
Ik geloof in God de almachtige Vader, schepper van hemel en aarde.
En in Jezus Christus, zijn enig geboren zoon, onze Heer.
Die ontvangen is van de heilige Geest, en geboren uit de Maagd Maria
Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, gekruisigd is, gestorven en begraven.
Die nedergedaald is ter helle; de derde dag verrezen uit de doden.
Die opgeklommen is ten hemel, en zit aan de rechterhand van God, zijn almachtige Vader.
Van daar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden.
Ik geloof in de Heilige Geest.
De heilige katholieke kerk, de gemeenschap van de heiligen.
De vergiffenis van de zonden
De verrijzenis van het vlees.
Het eeuwig leven. Amen.
Het Onze Vader
Onze Vader, die in de hemelen zijt,
Geheiligd zij Uw naam;
Uw rijk kome;
Uw wil geschiede op aarde als in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood;
En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven aan onze schuldenaren.
En leid ons niet in bekoring
Maar verlos ons van het kwade. Amen
Het weesgegroet
Weesgegroet Maria,
vol van genade,
de Heer is met U,
gezegend zijt gij boven alle vrouwen
en gezegend is de vrucht van uw lichaam Jezus.
Heilige Maria,
Moeder Gods,
bid voor ons,
arme zondaars,
nu en in het uur van onze dood. Amen.
Weesgegroet Koningin
Wees gegroet, Koningin, Moeder van barmhartigheid, ons leven, onze zoetheid, onze hoop, wees gegroet.
Tot U roepen wij, bannelingen, kinderen van Eva.
Tot U verzuchten wij, klagend en wenend in dit tranendal.
Welaan dan, onze Middelares, sla uw barmhartige ogen op ons.
En toon ons, na deze ballingschap, Jezus , de gezegende vrucht van uw lichaam.
O, genadige, o meedogende, o zoete Maagd Maria.
Akte van Berouw
Mijn Heer en mijn God, het is mij leed dat ik tegen uw opperste Majesteit misdaan heb.
Ik verfoei al mijn zonden, niet alleen omdat ik uw straffen heb verdiend, maar vooral omdat ze U mishagen, die oneindig volmaakt en alle liefde waardig zijt.
Ik maak het vast voornemen mijn leven te beteren en de gelegenheden tot zonde te vluchten.
In dit berouw wil ik leven en sterven.
Het glorie zij de Vader
Glorie zij de Vader, en de Zoon, en de heilige Geest.
gelijk het was in het begin, nu en altijd, en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Gebed tot de engelbewaarder
Engel van God
die mijn beschermer zijt
Omdat de hemel mij aan u heeft toevertrouwd
Verlicht mij
Leid mij
en bescherm mij vandaag. Amen
Eeuwige rust
Heer, geef hen de eeuwige rust en dat het eeuwig licht hen verlichte.
De onweerstaanbare noveen aan het Heilig Hart van Jezus
O mijn Jezus die gezegd hebt: “Voorwaar ik zeg u: vraagt en ge zult verkrijgen, zoekt en ge zult vinden, klopt en er zal opengedaan worden!” Zie, ik klop, ik zoek en ik vraag U de genade…
Onze Vader, Weesgegroet, Glorie zij de Vader
H.Hart Van Jezus, ik hoop en ik vertrouw op U
O mijn Jezus die gezegd hebt: “Voorwaar ik zeg u: Alles wat ge zult vragen aan mijn Vader in Mijn Naam, zal Hij u geven!” Zie, aan Uw Vader vraag ik in uw naam de genade…
Onze Vader, Weesgegroet, Glorie zij de Vader.
H.Hart Van Jezus, ik hoop en ik vertrouw op U
O mijn Jezus die gezegd hebt: “Voorwaar ik zeg u: Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan.!”
Zie steunend op de onfeilbaarheid van Uw Heilige woorden, smeek ik om de genade…
Onze vader, Weesgegroet, Glorie zij de Vader
H.Hart van Jezus, ik hoop en ik vertrouw op U
Gebed
Allerheiligste Hart van Jezus, voor wie één enkele zaak onmogelijk is, namelijk geen medelijden te hebben met ons die in nood zijn, heb toch medelijden met ons, arme zondaars, en verleen ons de genade die wij U afsmeken door de voorspraak van het Onbevlekt Hart van Maria, Uwe en onze tedere moeder.
Heilige Jozef, voedstervader van Jezus, bid voor ons.
Wees gegroet, Koningin
Wees gegroet, Koningin, Moeder van barmhartigheid,
ons leven, onze zoetheid, onze hoop, wees gegroet.
Tot U roepen wij, bannelingen, kinderen van Eva.
Tot U verzuchten wij, klagend en wenend in dit tranendal.
Welaan dan, onze Middelares, sla uw barmhartige ogen op ons.
En toon ons, na deze ballingschap, Jezus , de gezegende vrucht van uw lichaam.
O, genadige, o meedogende, o zoete Maagd Maria.
De negen eerste vrijdagen van de maand
De twaalf beloften gedaan door onze Heer Jezus Christus aan de H. Margareta Maria aan de vereerders van het Heilig Hart van Jezus.
Ik zal vrede brengen in hun huisgezinnen.
Ik zal hen troosten in alle noden.
Ik zal hun veilige toevlucht zijn gedurende het leven en in het bijzonder in het uur van de dood.
Ik zal hen overvloedig zegen schenken bij alles wat zij ondernemen.
De zondaars zullen in mijn Hart de bron en de onmetelijke oceaan van de barmhartigheid vinden.
De lauwe zielen zullen vurig worden.
De ijverige zielen zullen spoedig tot grote volmaaktheid komen.
Ik zal de plaats zegenen waar de beeltenis van mijn Hart tot verering zal worden uitgesteld.
Aan de priesters zal ik de gave verlenen om de harten van de meest verstokte zondaars te treffen.
De naam van diegenen die deze devotie zullen verbreiden, zal in mijn Hart geschreven staan en daar nooit uitgewist worden.
De almachtige liefde van mijn Hart zal aan allen, die op de eerste vrijdag van negen achtereenvolgende maanden ter heilige communie gaan, de genade van eindvolharding geven. Zij zullen niet in mijn ongenade sterven. Evenmin zullen zij zonder heilige Sacramenten sterven.
De grote belofte van het Onbevlekte Hart van Maria: De vijf eerste zaterdagen
Tijdens de derde verschijning, 13 juli 1917, heeft de Heilige maagd Maria aangekondigd dat Zij komt vragen ” de H.Communie eerherstel op elke eerste zaterdag.”
Het is ook dat de H.Maagd Maria verscheen aan zuster Lucia, op 10 december 1925, in het klooster van de zusters van Pontevedra (Spanje) met het kind Jezus aan haar zijde, zeggende: “Zie, mijn dochter, mijn hart is doorboord met doornen door de godslasteringen van ondankbare mensen. Tracht gij ten minste, mij te troosten en zeg dat iedereen die gedurende vijf maanden, de eerste zaterdag van de maand te biechten gaat, de H.Communie ontvangt, zijn rozenkrans bidt en mij voor een kwartier gezelschap houdt al mediterend over de 15 mysteries van de rozenkrans als eerherstel, zeg hen dat ik hen zal bijstaan in het uur van de dood met alle nodige genaden tot heil van hun ziel.
Gebed tot de Heilige Jozef
Tot U, heilige Jozef, nemen wij onze toevlucht in onze nood, en – na de hulp van uw allerheiligste Bruid te hebben ingeroepen – smeken wij met vertrouwen ook uw bescherming af. Wij bidden U ootmoedig: zie goedgunstig neer op het erfdeel, dat Jezus Christus door zijn bloed heeft verworven, en help ons in onze noden door uw machtige bijstand. Dat vragen wij U omwille van de liefde, die U heeft verbonden met de onbevlekte Maagd en Moeder van God, en omwille van de vaderlijke tederheid, waarmee gij het Kind Jezus hebt omhelsd.
Zorgzame bewaarder van het heilige Huisgezin, bescherm de uitverkoren kinderen van Jezus Christus. Liefderijke Vader, verwijder van ons alle besmetting van dwaling en zedenbederf.
Machtige Beschermer, sta ons vanuit de hemel genadig bij in de strijd tegen de machten van de duisternis. En, zoals Gij weleer het kind Jezus uit het grootste levensgevaar hebt gered zo verdedig nu ook de heilige kerk van God tegen vijandelijke aanslagen en alle tegenwerking.
Neem ieder van ons in uw blijvende bescherming, opdat wij, naar uw voorbeeld en gesteund dor uw hulp, heilig leven, zalig sterven en eeuwig geluk in de hemel verkrijgen. Amen.
Gebeden voor de ziele van het vagevuur
Gedenk, H.Maagd Maria, dat men nooit gehoord heeft, dat iemand die tot U zijn toevlucht nam, verlaten werd.
Aangemoedigd door dit vertrouwen, O Moeder, maagd der maagden, kom ik tot U, en zuchtend onder het gewicht van mijn zonden, kniel ik voor U neer.
O, Moeder van het Woord, verwerp mijn nederige gebeden niet; maar luister goedgunstig naar mijn gebeden.
Toevlucht der zondaars, bid voor ons. Weesgegroet Maria…
Troosteres der bedrukten, bid voor ons. Weesgegroet Maria…
Hulp der Christenen, bid voor ons. Weesgegroet Maria…
Volle aflaat voor de overledenen
Vanaf de middag van 1 november en gans de dag van 2 november kan men een volle aflaat bekomen voor de overledenen. Eveneens vanaf de middag van 1 augustus en de ganse dag van 2 augustus is het mogelijk om een volle aflaat te bekomen voor de overledenen.
Voorwaarden om deze volle aflaat te bekomen.
Het sacrament van de biecht ontvangen om in de genade van God te komen.
Deelname aan de H. Eucharistieviering met H.Communie.
Bezoek aan de kerk van Portiuncula, of een kerk daaraan gelijkwaardig. waardoor men zijn geloof (Credo) kan bidden en bevestigen.
Het bidden van het “Onze Vader” om te bevestigen dat men een Kind van God is.
Een gebed voor de intenties van de Paus om te bevestigen dat men behoort tot de Kerk waarvan de Paus het fundament en het zichtbaar hoofd van eenheid is.
Zestiende miniatuur: Zesde visioen van het Tweede Boek
.
.
.
.
Op de zestiende miniatuur wordt ons het vervolg van de H. Mis getoond. Het tafereel handelt over de H. Communie van de gelovigen. Voor hen, die als katholieken de kerkelijke gewaden van vóór het Tweede Vaticaanse Concilie kennen, is het interessant te zien, hoe reeds in de 12de eeuw de albe, stola, manipel en kazuifel gedragen werden.
De kelk en hostie zijn nog net te zien onder het opgeslagen kelkkleedje. Bij goed toezien kan men in het missaal zelfs nog de beginwoorden van de oude canon ontcijferen ‘ Te igitur clementissime Pater ’ ,wat betekent ‘ U meest barmhartige Vader ‘. Vanwege de Sanctus-zang, na de prefatie, zijn hier ook de engelen afgebeeld.
De benedenhelft van deze miniatuur toont ons de verschillende groepen van de gelovigen die ter communie gaan. De verschillen van gunstige en ongunstige instelling en het daaruit voortvloeiend effect op de zielen is in kleuren uitgebeeld.
De bovenste rij mensenfiguren wordt gevormd door zielen in staat van genade. Het is een groep van dertien personen van wie er vier monialen (kloosterzusters) zijn. Eén van die monialen is samen met nog vier andere gelovigen volledig in goud weergegeven. Dit zijn de zielen die de hoogste trappen van het geestelijk leven bereikt hebben.
Drie van de acht anderen in deze rij dragen rode klederen. Zij staan symbool voor het martelaarschap. De vijf overigen dragen blauwe gewaden met witte sterretjes. Dit blauw met witte sterren zijn we in deze serie van de sacramenten voortdurend tegengekomen als achtergrond bij het doopsel, vormsel en de H. Eucharistie.
Waarschijnlijk hebben we hier een symbool van het bovennatuurlijk leven van de gelovigen, die in navolging van Christus barmhartig zijn voor anderen. Het komt in de 35 miniaturen veertien maal voor (miniatuur 2, 3, 4, 5, 10, 12, 13, 15, en 16, 17, 19, 25, 34, 35). De witte puntjes zijn bedoeld als decoratie en om de kleur blauw in haar bescheidenheid iets naar voren te halen. Het blauw als zodanig verwijst naar het mensgeworden Woord, vooral in zijn openbaring als de zachtmoedige.
Dan zien we vier groepen van communicanten. Links hebben we twee groepen van zes personen en rechts twee groepen van vijf. Deze laatsten zijn in heel sombere kleuren weergegeven, omdat zij het in hun zondige staat toch waagden te communiceren en zich zo in nog groter duisternis hulden. Bij de vijf onderste ontdekken we bloedvlekken op hun donkere kleren waarmede de bloeddorstigheid van sommigen wordt weergegeven.
De linker groep vanboven bestaat uit gelovigen met hier en daar bloedkleurige vlekken op hun kleren. Zij dragen niet het rood van de martelaren, maar dat van door zweren ontstoken lichamen. Hier zijn niet de kwaadwilligen aangeduid, maar de zwakke en zieke zielen, die kleingelovig zijn en dikwijls door hun hartstochten meegesleurd worden. Als zij desondanks in geloof ter communie gaan, kan de genade ondanks alles in hun zielen zegevieren.
Zo zien we links onderaan hoe deze zes donkerrode kleingelovigen toch nog veranderen in gelukzaligen zoals die van de bovenste rij mensenfiguren. Ook zij worden overstraald door de goddelijke genade, verwerven de blauwe kleren van bovennatuurlijk leven, en kunnen zelfs de rode kleren van het martelaarschap verdienen.
Het kleine dorpje San Sebastian de Garabandal, Spanje, werd gekenmerkt door de aanwezigheid van de Allerheiligste Maagd Maria. In bijna 3.000 openbare verschijningen in de jaren 1961 tot en met 1965, verscheen zij aan vier meisjes tussen 11 en 12 jaar: Conchita González, Mari Cruz González, Jacinta González en Mari Loli Mazon.
.
.
.
.
.
De eerste verschijning van aartsengel San Miguel
.
De eerste verschijning vond plaats op 18 juni 1961. De Heilige Aartsengel Michaël verscheen aan de vier meisjes gedurende een periode van enkele dagen, om hen voor te bereiden op de komst van Onze Lieve Vrouw. Ze zou verschijnen op zondagmiddag 2 juli 1961.
Uit het dagboek van Conchita:«“De grootste gebeurtenis in mijn leven vond plaats op 18 juni 1961. Het gebeurde als volgt:Het was op een zondag toen wij met alle meisjes op het dorpsplein speelden. Plotseling dachten Mari Cruz en ik om appels te gaan plukken en wij gingen er direct heen zonder tegen niemand te zeggen dat we appels zouden gaan stelen. Toen de meisjes zagen dat wij wegliepen, vroegen zij ons: “Waar gaan jullie heen ?” Wij antwoordden hen: Oh…daarheen!”en we vervolgden onze weg terwijl we dachten hoe we het zouden klaarspelen om ze te plukken. Toen we eindelijk daar waren, begonnen we appels te plukken en toen we heel enthousiast bezig waren, zagen we Loli, Jacinta en een ander meisje, Ginia, aankomen om ons te zoeken. Toen zij zagen dat wij appels plukten, riep Jacinta uit: “Oh Conchita, jij steelt appels!”. “Stil!” antwoordde ik haar, want als de vrouw van de meester je hoort, zegt zij het tegen mijn moeder!”Toen wij het grootste plezier hadden en de appels aan het opeten waren, hoorden we een hard geluid zoals van onweer. En tegelijkertijd riepen we uit “ Het lijkt wel dat het onweert !”. Dit gebeurde om 20.30 uur in de avond.Toen we de appels op hadden, zei ik: “Oh, echt erg !” Nu we de appels geplukt hebben die niet van ons waren, zal de duivel tevreden zijn en onze arme bewaarengel zal verdrietig zijn !”. Toen begonnen we stenen te rapen en die gooiden we zo hard als we konden naar de linkerkant. We zeiden dat daar de duivel was. Moe geworden van het stenen gooien en al wat meer tevreden, begonnen we met stenen te knikkeren. Plotseling verscheen mij een zeer mooie gestalte in schitterend licht dat mij geen pijn deed aan de ogen. Toen de andere meisjes, Jacinta, Loli en Mari Cruz mij zo zagen, dachten ze dat ik een toeval had omdat ik met gevouwen handen riep : Oh! Oh! Toen ze mijn moeder al wilden gaan roepen, bleven zij in dezelfde toestand als ik was en riepen tegelijkertijd uit: “Oh, de engel!”....
De eerste verschijning van Onze Lieve Vrouw van de Berg Carmel
.
2 juli 1961 werd een dag van grote vreugde in Garabandal. De aartsengel had aan de kinderen aangekondigd dat de Gezegende Maagd hen zou gaan verschijnen als Onze Lieve Vrouw van de Berg Carmel. De meisjes, vervuld van vreugde, riepen eensgezind uit, “ Laat haar snel komen!”.
Conchita schreef in haar dagboek:We waren er nog niet aangekomen, toen de H.Maagd aan ons verscheen met een Engel aan beide zijden. De ene was Sint Michaël, de andere was ons onbekend. Hij was echter op dezelfde wijze gekleed, zodat het wel een tweeling leek. Naast de engel rechts zagen wij ter hoogte van de Maagd een zeer groot Oog dat ons wel het Oog van God leek.Die dag spraken wij lang met de Maagd en Zij met ons. Wij vertelden haar alles: dat we naar de weiden gingen voor de hooioogst, dat we bruingebrand waren en dat we het gras op hopen legden enz. En Ze lachte om al die dingen die we Haar vertelden....
Het Wonder van de Zichtbare Communie
.
Op 22 juni schreef Conchita in haar dagboek dat de engel haar had verteld, nadat hij haar de Communie had gegeven:
“Ik ga een Wonder doen. Niet ik, maar God, door mijn tussenkomst en die van jou. Wat zal gebeuren is het volgende: Op het moment dat ik je de H. Communie geef, zal de Heilige Hostie op je tong zichtbaar worden.”
Dit verraste Conchita, omdat ze dacht dat iedereen de Heilige Hostie zag telkens wanneer ze deze van de engel ontving.
Een week later hoorde ze een stem welke haar zei dat het Wonder, ofwel het Kleine Wonder, zoals ze het noemde, zou plaatsvinden op 18 juli. Het Wonder vond precies plaats zoals de engel het had voorzegd. Vanaf 2 juli verspreidde zich het nieuws over het ‘Kleine Wonder’ in het dorp en in de omringende regio’s .
In de vroege morgen van 19 juli ging Conchita in extase terwijl ze nog thuis was. Net als in voorgaande extase vroeg de engel haar de schuldbelijdenis te bidden en te overwegen wie ze zou gaan ontvangen. Conchita verliet haar kamer en ging de trap af, met haar handen samengevouwen in gebed, haar hoofd iets achterover gebogen en haar mond lichtjes open. Aan de voorzijde van het huis van haar vriendin Olguita viel ze op haar knieën, en het wonder van de zichtbare H.Communie vond plaats.
Pepe Díez, die op dat moment aanwezig was, verklaarde dat hij de witte Hostie plotseling en op onverklaarbare wijze zag verschijnen op de tong van het meisje, alhoewel ze noch haar mond, noch haar tong bewoog. Hij zei dat de Hostie leek te rijzen. Een andere ooggetuige verklaarde dat de Hostie dezelfde afmeting had als de normale Hosties die voor de H.Mis gebruikt worden. Geschat wordt dat het fenomeen ongeveer tussen 45 en 50 seconden duurde.
.
.
Het wonder van de onzichtbare H. Communie
.
.
De laatste verschijning
.
13 november 1965, was de laatste dag waarop Conchita een verschijning had in Garabandal. In de laatste verschijning sprak de Heilige Maagd niet alleen tot Conchita, maar tot de gehele mensheid.
“Conchita, ik kom niet voor jou alleen, maar voor al mijn kinderen.”
Zij is de Moeder van allen en Ze wil ons naar haar Zoon Jezus brengen. Ze benadrukt het belang om het Heilig Sacrament vaak te bezoeken en vraagt aan Conchita:
“Waarom bezoek je mijn Zoon niet vaker in het Heilig Sacrament? Waarom laat je je leiden door onverschilligheid en luiheid en waarom ga je Hem niet bezoeken? Hij wacht op je, dag en nacht”
.
.
.
.
Het dorp
.
San Sebastián de Garabandal
.
Het kleine bergdorp San Sebastián de Garabandal is gelegen in Noordelijk Spanje in de provincie Cantabrië, op 90 km afstand van Santander. Schilderachtige en rustieke stenen huizen zijn gegroepeerd op de top van een kleine heuvel, op 497 meter hoogte. Het dorp ligt aan de voet van de berg Peña Sagra, op 2016 meter hoogte.De Peña Labra, op 1.010 meter hoogte, bevindt zich meer zuidelijk. San Sebastián de Garabandal is gelegen aan het einde van een weg die begint in het dorp Cosío. Wanneer men het dorp nadert, ziet men een kleine groep van negen pijnbomen aan de zuidelijke horizon...
De Mensen
.
In het jaar 1961 woonden er ongeveer 300 mensen aan de voet van de berg, in ongeveer 80 stenen huizen. Er was geen stromend water in het dorp en de enige warmtebron was een houtkachel in de keuken. Ze hadden elektriciteit voor slechts een paar uur per avond. Hedendaagse comfort, zoals auto’s en televisie, bestonden niet in Garabandal. De mensen leefden van veeteelt, soms werkten ze in de weilanden op de top van de berg.
.
.
Hun geloof
.
Het was het meest religieuze dorp van het gebied. Elke middag ging een vrouw met een bel door het dorp om de dorpelingen op te roepen om te bidden voor de overleden gelovigen. Elke avond kwamen de mensen bijeen in de kleine kerk om de rozenkrans te bidden. In de weekeinden ging de pastoor van Cosío, Vader Valentín Marichalar, te paard naar Garabandal om er de H. Mis te vieren en om biecht te horen.
.
.
De meisjes
.
De vier jonge door God uitverkoren meisjes woonden in dit eenvoudige dorp. Het zijn:
de 12-jarige Conchita González, dochter van Aniceta;
de 12-jarige María Dolores Mazon, tweede dochter van Ceferino en Julia;
de 12-jarige Jacinta González, dochter van Simon en María, en
de 11-jarige María Cruz González, dochter van Escolastico en Pilar.
Hoewel drie van de meisjes dezelfde achternaam hebben, is geen van hen nauw verwant.
.
.
.
.
De eerste boodschap – 18 oktober 1961
.
We moeten veel offers brengen, veel boete doen, vaak het Heilig Sacrament bezoeken. Maar eerst moeten we een goed leven leiden. Als we dat niet doen, zal er een straf over ons komen. De beker vult zich reeds, en als we niet veranderen, zal er een zeer grote straf over ons komen......
De tweede boodschap – 18 juni 1965
.
Daar mijn Boodschap van 18 oktober niet is nagekomen en nog niet bekend is gemaakt aan de wereld, zeg ik u dat dit mijn laatste boodschap is. Eerder vulde de beker zich. Nu loopt hij over. Vele kardinalen, bisschoppen en priesters volgen de weg naar de ondergang en nemen vele zielen met zich mee.
Minder en minder aandacht wordt gegeven aan de Eucharistie. U moet de toorn van God van uzelf afwenden door uw inspanningen. Als gij Hem vergiffenis vraagt, met oprechte harten, dan zal Hij u vergeven. Ik, uw Moeder, vraag u, door de bemiddeling van de Heilige Michaël, om uw levens te beteren.
U ontvangt nu de laatste waarschuwingen. Ik houd veel van u en ik wil uw veroordeling niet. Bid tot ons in oprechtheid en wij zullen uw verzoeken inwilligen. U zou meer offers moeten brengen. Mediteer over het Lijden van Jezus.
.
.
De Waarschuwing
.
Wanneer? Hoe? Waar?De Waarschuwing zal schijnen in de hemel en zichtbaar zijn voor de hele wereld. Het zal door iedereen tegelijkertijd begrepen worden, ongeacht hun levensstatus of kennis van God. Het zal een verschrikkelijke ervaring zijn, maar het zal voor het welzijn van onze ziel zijn, omdat we innerlijk zullen zien, in ons geweten, het goede en het kwaad dat we hebben gedaan. God wil ons heil; het doel van de waarschuwing is niet om angst te veroorzaken, maar om ons dichter bij Hem te brengen en om ons geloof te versterken......
Het wonder
.
Wat zal het zijn?
.
In de maand oktober van 1961 beloofde Onze Lieve Vrouw, eerst aan Conchita en later aan de rest van de meisjes, een Groot Wonder. Conchita zegt dat het zal plaatsvinden op een donderdag om 20:30 uur en het zal 15 minuten duren; echter, er zal een zichtbaar teken blijven bij de dennenbomen tot aan het einde der tijden. Het Wonder zal samenvallen met een belangrijke kerkelijke gebeurtenis. De aanwezige zieken zullen genezen worden, zondaars zullen zich bekeren en niet-gelovigen zullen geloven. Conchita kent de datum van het Wonder en zal het acht dagen van tevoren aankondigen.
.
.
De Kastijding
.
Als de wereld niet verandert na het Wonder zal er een Kastijding komen. Conchita zegt,“Als we niet veranderen zal de Kastijding verschrikkelijk zijn. Loli, Jacinta en ik hebben het gezien, maar ik kan niet zeggen waaruit het bestaat, want ik heb niet de toestemming van Onze Lieve Vrouw. Toen ik het zag, werd ik gevuld met een enorme angst, hoewel ik op dat moment ook Onze Lieve Vrouw zag, in al haar schoonheid en onbeschrijfelijke goedheid!”...
De offerschalen worden over de wereld uitgegoten : Openbaring hoofdstuk 16
Een devotie die bijzonder verbonden is met die van het Onbevlekt Hart van Maria is die van de eerste vijf zaterdagen. Deze devotie gaat terug op een verschijning van Jezus en Maria aan Lucia, één van de zieners van de verschijningen te Fatima.
Toen Maria in 1925 in Pontevedra verscheen zag Lucia haar op een wolk van licht met het Jezuskind aan haar zijde. Maria legde haar hand op de schouder van Lucia en hield in haar andere hand een met doornen gekroond Hart. Tegelijkertijd zei het Jezuskind: ‘Heb medelijden met het Hart van je Allerheiligste Moeder dat bedekt is met doornen waarmee ondankbare mensen het ieder ogenblik doorboren met godslasteringen en ondankbaarheid’
Daarna zei Maria tot Lucia:
‘Zie, mijn dochter, zie mijn Hart omgeven van doornen, door de mensen onophoudelijk gekwetst. Troost jij mij ten minste en maak mijn belofte bekend: Ik zal allen die gedurende vijf maanden achtereen op de eerste zaterdag van de maand biechten, de H. Communie ontvangen, de rozenkrans bidden en mijn 15 minuten gezelschap houden om de 15 mysteries van de rozenkrans te overwegen, met de bedoeling mij te troosten,
in het uur van hun dood bijstaan met de nodige genaden voor de redding van hun zielen.’
Twee maanden later op 15 februari 1926 verscheen het kindje Jezus opnieuw aan Lucia en moedigde haar aan de devotie tot het Heilig Hart van Maria te verspreiden, ongeacht de moeilijkheden waarop haar biechtvader haar gewezen had. Lucia wees op de moeilijkheden die sommige mensen ondervonden om op de eerste zaterdag van de maand te biechten. Ze vroeg of men ook acht dagen voor of na de eerste zaterdag te biechten mocht gaan.
Jezus zei haar toen:
‘Ja, de biecht mag zelfs langer geleden zijn, op voorwaarde dat als men Mij ontvangt, in staat van genade is en men de bedoeling heeft het Onbevlekt Hart van Maria te troosten.’