Category, categorie: The Bible explained/De Bijbel uitgelegd: video
.
1 Chronicles 21 – King David and a painful lesson
1 Kronieken 21 – Koning David en een pijnlijke les
.
Paul LeBoutillier
.


.
.
.


.
.
.






.
.
.
.
De volgende meditatie lijkt op de bodyscan meditatie, alleen is de ademhaling ons meditatieobject. We sturen onze ademhaling door het lichaam om ons lichaam te ontspannen en te overspoelen met aandacht. Hiermee trainen we onze focus en concentratievaardigheden.
We proberen ook tijdens de oefening de sensaties in ons lichaam waar te nemen en te voelen. Probeer als je uitademt het gedeelte van je lichaam waar je de aandacht op richtte te ontspannen. Elke keer als we afdwalen in onze gedachten keren we terug naar onze ademhaling en gaan we verder waar we gebleven waren.
Zoals bij elke meditatie proberen we niet te oordelen, als het minder gaat kwaad op ons zelf te worden en resultaat gericht te zijn.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Deze miniatuur wil ons leren dat de openbaring van de Drieëenheid, de diacrisis of de discretio de kern van ons geloofsleven vormt. Daarom verschijnt op de hoek in het Westen, vanwaar via het Zuiden de terugkeer naar het Oosten begint, de kolom van de Drievuldigheid. In het Westen gaat immers de zon onder en deze ondergang wijst naar het einde der tijden. Toen kwam ook de Zoon Gods zelf op aarde om in Zijn Menswording de val van Adam te herstellen. Deze komst bracht mee dat God iets openbaarde van Zijn diepste innerlijk leven.
Het fundament van dit mysterie, zegt Hildegard, is evenwel onpeilbaar voor het menselijk vernuft. Dit bijzonder gegeven heeft de miniaturist op een zeer oorspronkelijke manier in beeld gebracht en door zijn eenvoud en kleur nodigt deze miniatuur uit tot meditatie.
We zien hier dit grote mysterie uitgebeeld als een driekantige rode zuil, zonder begin onderaan en zonder einde bovenaan, alleen de drie zilveren hoeken zijn aangegeven. Het derde vlak is uiteraard onzichtbaar. Het gaat in deze miniatuur alleen om de drie zilverkleurige hoeken, die zo scherp zijn als een zwaard. De twee zichtbare zijwanden zijn rood wat verwijst naar Christus die zijn bloed vergoten heeft voor de zonden van de mensen.
Hildegard zegt dat deze zuil wonderbaar evenwichtig en zonder enige ruwheid is, omdat God komt in de kracht der genade. Hij is zachtmoedig voor allen die naar gerechtigheid streven. Bovendien was in Christus geen enkele ruwheid ten gevolge van ongerechtigheid te vinden.
Tegelijkertijd zijn de hoeken van deze zuil zo scherp als een perfect geslepen zwaard, dat gericht is tegen diegenen die zich door hun ongeloof afsluiten voor het door de Menswording geopenbaarde geheim van de Drieëenheid van God. Zij worden afgesneden van de oerbron en vallen in hun eigen niets terug.
Als droog stro worden de trouweloze christenen, die het kiemkrachtige koren van de goede werken van zich afgeworpen hebben, afgemaaid. De trotse joden ziet Hildegard als veertjes door de wind omhoog geblazen. Zij zochten de gerechtigheid in zichzelf en niet in God. Zij wilden door eigen kracht de hoogte van de hemel bereiken, maar door Gods macht zijn ze naar alle richtingen verstrooid.
Heidenen die liever duivels bedrog dan de geboden Gods opvolgen, ziet onze zieneres als vermolmd hout. Hun lot is de vergetelheid in het eeuwige vuur. Het mysterie van de H. Drieëenheid is een lievelingsthema in de spiritualiteit van Hildegard. De uitleg van het visioen ontleent zich door de macht, de wil en de gloed.
Macht, wil en gloed zijn de drie toppen van handeling. In de macht is de wil en in de wil is de gloed en zij zijn onverdeeld zoals de adem van de mens bij het uitademen. In de ondeelbare uitademing van de menselijke adem is de ademtrilling, de vochtigheid en de warmte. Zo zijn de drie personen in het éne onveranderlijke wezen van de Godheid. Er is de Vader, de Zoon de H. Geest.
Zij zijn altijd één en werken onverdeeld samen. God bestaat in drie Personen zonder begin, van vóór het begin der wereld en voordat de aanname van het vlees door de Zoon gebeurd was. Maar zelfs nadat de Zoon de menselijke natuur aangenomen heeft, is diezelfde God één in drie Personen en Hij wil zo steeds aangeroepen worden.
Wie niet gelooft in de Drieëenheid wordt afgesneden van het Rijk Gods, omdat hij de ongereptheid van de Godheid verscheurt. Nu zijn we op het keerpunt van het gebouw en gaan we in geloof via het Zuiden naar het Oosten terug.
spirituele pasteltekening van John Astria
.
Pasteltekening van John Astria
.
De Openbaring is het laatste boek van het Nieuwe Testament en de Bijbel. Het werd geschreven door de apostel Johannes op het eiland Patmos, een eiland in de Egeïsche Zee vlakbij Turkije. Het boek is gedateerd in 96 NC, alhoewel er ook argumenten zijn voor een vroegere datum. Omdat de teksten in het Grieks geschreven zijn, noemt men het boek ook de Apocalyps.
Hedendaags gebruikt men dit woord wanneer men de klemtoon wil leggen op een grote ramp. Het is een profetisch boek en bevat 22 hoofdstukken. God openbaart Johannes via een visioen geheimen over de eindtijden, gebeurtenissen die de mens zijn verstand te boven gaan.
.
Dit zijn citaten uit de Bijbel waarin God de mens aanmaant kennis in zich op te nemen over zichzelf en Jezus Christus. Wie God zoekt zal hem vinden. Het is aan de mens om de eerste stap te zetten. Wanneer we God om inzichten vragen zal de Heilige Geest ons geestelijk denken verlichten. Het onbegrijpelijke wordt plots of op het gepaste moment verstaanbaar.
In het eerste en het laatste hoofdstuk van de Openbaring zegt Christus tot twee maal toe dat het lezen ervan een zegening geeft. Het woord van God, de Bijbel, is meer dan de traditionele preken en parabels die we al jaren kennen. Kennis opnemen van God is niet alleen bestemd voor theologen, maar voor iedereen. Door die opname van kennis krijgen we inzichten in het verleden en heden waardoor we met een gerust hart en vertrouwen de toekomst tegemoet kunnen gaan.
-zijn doel met deze wereld
-de toekomst van Israël en de wereld
-het mysterie van het goede en het kwade
-de bestraffing van het goede en de bestraffing van het kwade
-de toekomstige natuurrampen en oorlogen
-de wederkomst van de Messias
-de dag des oordeel
-het uitzicht in de hemel en zijn troon
-de nieuwe hemel en de nieuwe aarde
De Openbaring is moeilijk te begrijpen door de vele mystieke symbolen in de teksten en de verwijzingen naar het Oude Testament. De geschiedenis van Israël is een leidraad doorheen de 22 hoofdstukken. Jeruzalem wordt het centrum van Goddelijke theocratie voor gans de wereld.
.
.
.
.
.
Pasteltekening van John Astria
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
De Boeddha heeft geen geschriften nagelaten. Alles wat wij van en over hem weten berust op mondelinge overleveringen, die pas eeuwen na zijn dood op schrift zijn gesteld. De Tipitaka, de drie manden of korven, is de naam van de Boeddhistische canon: deze bevat de Predikingen die door de Boeddha zijn gehouden. De Tipitaka bestaat uit de volgende drie delen:
Vinaya Pitaka
Deze verzameling bevat de winaya, d.i. de Discipline voor de Orde van Discipelen (de Sangha). Het woord vinaya betekent datgene wat het slechte verdrijft.
De verzameling van predikingen, bestaande uit:
1. Digha Nikaya – de verzameling lange predikingen
2. Maddjhima Nikaya – de verzameling middellange predikingen
3. Samyoetta Nikaya – predikingen die geordend zijn naar soort
4. Angoettara Nikaya – predikingen die geordend zijn naar getal
5. Khoeddaka Nikaya – verzameling van kleinere boekwerken:
a. Khoeddaka Patha
b. Dhammapada
c. Oedana
d. Itiwoettaka
e. Soettanipata
f. Wimanawatthoe
g. Petawatthoe
h. Theragatha
i. Theragatha
j. Djataka
k. Niddesa
l. Patisambhidamagga
m. Apadana
n. Boeddhawamsa
o. Cariyapitaka
De verzameling van analytische beschouwingen, waarin de psychologische en filosofische aspecten van de leer verklaard worden in overeenstemming met de werkelijkheid:
Dhammasangani
Wibhanga
Dhatoekatha
Poeggalapannatti
Kathawatthoe
Yamaka
Patthana
De tipitaka is voor het eerst opgetekend (op palmbladeren – Aloe) in 101-77 voor de westerse jaartelling. De tipitaka en de commentaren zijn opgetekend in het Pali, de taal waarin de Boeddha sprak, maar ook in het Sanskriet, het Tibetaans en het Chinees.
.
.
.
1.die van het `in beweging zetten van het wiel van de waarheid’ (de eerste prediking),
2. over de grondslagen van achtzaamheid (Satipatthanasoetta),
3. de prediking over het geleidelijke pad tot verlichting ofwel `de goede tekenen in het leven’ (Mangalasoetta),
4. over `liefdevolle vriendelijkheid’ (Mettasoetta),
5. over `terugval’ (Parabhawasoetta),
6. over `wereldse vooruitgang’ (Wyaggapaddjasoetta)
7. en over `juiste omgang’ (Sigalowadasoetta).
Deze predikingen en andere kunt u in de reeks Boeddhayana Publikaties bestuderen.
.
.
.
.
.
.