Tagarchief: bloeitijd

De Calla

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

De Calla

.

Deze van oorsprong Zuid-Afrikaanse moerasplant is van de arondskelk familie. De Calla is een knol en sterft in de winter boven de grond af. De Calla kan temperaturen tot min tien graden Celcius overleven. Calla betekent mooi in het Grieks. Men kent de plant ook onder de naam bekerplant omdat volgens de Griekse legenden de Goden dronken uit de kelk van de bloem.

 

 

calla

 

 

 

calla 11111

 

 

 

 

Mooie bladeren en kelken in alle kleuren

 

De Calla of aronskelk wordt omschreven als een ouderwetse kamerplant. Vroeger werd de plant alleen als een  kamerplant beschouwd. Sinds de leefruimtes  beter verwarmd worden is de plant een kuipplant geworden. Men mag de Calla dus binnen en buiten plaatsen. Het blad en de kelken van de Calla staan recht omhoog. De plant heeft een hoogte van 40 tot 55 cm.  De pijlvormige bladeren zijn heldergroen. Daartussen staan de stelen met de trechtervormige schutbladeren. Ze beschermen de aar. De plant heeft kelken in alle kleuren zoals rood, roze, crè-me, geel, paars, oranje, wit en  zwart.

 

 

 

 

 

 

symboliek van de calla

 

De Calla heeft verschillende symbolische betekenissen. Hij wordt gezien als bloem van zuiverheid en sympathie en staat voor schoonheid. Ook ziet men de Calla als geluksbloem. Dit stamt nog uit de tijden van de Grieken en Romeinen. Zij associeerden deze bloem met feesten en plezier omdat de bloemvorm lijkt op een kelk die gebruikt werd om mee te proosten. Hoewel er inmiddels eeuwen verstreken zijn, heeft de Calla deze betekenis altijd gehouden.

 

 

 

Verzorging

 

-Af en toe wat plantenvoeding geven is aan te raden. Oude schutbladeren die groen  worden kun je laten zitten maar verwijder ze als ze bruin kleuren.

-De Calla komt het best tot zijn recht op een lichte standplaats met vochtige goed gedraineerde humusgrond. De ideale temperatuur is tussen 12–25°C.

-De Calla kan als kamerplant gebruiken worden, maar in de zomer ook  als terrasplant.

*Zet de plant eerst op een plek in de schaduw neer

*Laat de plant gewennen aan de buitenomstandigheden zodat ze gewend wordt aan de temperatuur van de zon.

-Na bloei kun je de Calla in de tuin planten, deze zal het jaar daarop dan weer gaan bloeien.

-De Calla is een knol en sterft in de winter boven de grond af, alle energie richt zich op de groei van de bol. Deze zal het jaar erop groter worden.

-De Calla is winterhard tot min 10°C.

-Geef de Calla één keer per week water. Laat de plant haar blad hangen, dan onmiddellijk water geven. Bij teveel water zal de kelk van de Calla druppelen, men noemt dit guttatie.

 

 

 

 

 

 

Info

 

De bloeitijd

 

De Calla bloeit tussen juli en oktober. De bloeitijd ligt tussen de drie en acht weken naargelang de temperatuur, licht en het soort.

 

 

 

 

 

 

Vermeerderen

 

Vermeerderen gebeurt door van de wortelstok of knol stukjes met een oog af te snijden. Deze stukjes pot men vervolgens in een bloempot. Geef  weinig water in het begin en daarna meer als je het blad gaat zien.

 

 

 

 

 

Snijbloem

 

De Calla is geschikt om te gebruiken als snijbloem. Snijd de bloemen niet van de plant maar trek ze ervan af. Als er delen van de bloemstengel achterblijven kunnen deze de plant doen rotten.

 

 

 

 

Opgelet!

 

Al de delen van de plant zijn giftig.

 

 

 

Farm_Mix_Mini_Calla_lilie_Flower_500

 

 

 

 

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

 

 

 

 

Donkersporig bosviooltje : Viola reichenbachiana

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

bosviooltje-bloem

 

 

 

Goed te herkennen aan
– de paarse bloemen,
– waarvan de zijdelingse kroonbladen de bovenste niet bedekken en
– de kelkbladen met spitse top en aanhangsel korter dan 1 mm en
– de donker roodpaarse spoor

 

 

 

 

 

Algemeen

 

Donkersporig bosviooltje is een overblijvend plantje van 5 tot 25 cm hoog, dat groeit op vochtige, kalkrijke of lemige grond in loofbossen. Ze is vrij zeldzaam in de Lage Landen. De bloeitijd is vanaf begin april tot en met begin mei, soms in september weer.

 

 

Macro opname van een groep Donkersporig bosviooltje; Close-up from a group Early Dog-violet.

Macro opname van een groep Donkersporig bosviooltje

 

 

 

Bloemen

 

De niet geurende bloemen zijn paars met een iets roodachtige tint. Naar het midden toe worden ze iets donker-der van kleur. Het onderste kroonblad heeft een donker roodpaars spoor en donkere lijntjes (honingmerk). De zijdelingse kroonbladen wijzen schuin naar beneden en raken de bovenste niet.

 

 

 

 

 

Bladeren

 

De kelkbladen hebben een spitse top en een aanhangsel korter dan 1 mm, dat na de bloei niet uitgroeit. Dit in tegenstelling tot de kelkaanhangsels van bleeksporig bosviooltje, waarvan de onderste na de bloei wel uitgroeien.

 

 

 

 

 

Toepassingen

 

Donkersporig bosviooltje wordt gebruikt in de natuurgeneeskunde vanwege de slijmstoffen en vluchtige oliën die de bladeren en bloemen bevatten.

 

 

 

 

 

 

Vergelijkbare soorten

 

In de Lage Landen komen 12 soorten viooltjes voor. Ze zijn te verdelen in twee groepen; de ene groep heeft schuin naar boven wijzende zijdelingse kroonbladen. Tot die groep horen akkerviooltje, zinkviooltje, driekleurig viooltje en duinviooltje. De overige viooltjes hebben schuin naar beneden wijzende zijdelingse kroonbladen.

 

 

 

 

 

 

akkerviooltje

 

 

 

zinkviooltje

 

 

 

driekleurig viooltje

 

 

 

duinviooltje

 

 

 

Algemeen

 

viooltjesfamilie (Violaceae)
– overblijvend
– zeldzaam tot zeer zeldzaam
– 5 tot 25 cm

Bloem
– lichtpaars
– vanaf begin april t/m begin mei
– gesteeld alleenstaand
– 13 tot 15 mm
– donker roodpaars spoor
– 5 kroonbladen, niet vergroeid
– 5 kelkbladen met spitse top
– kelkaanhangsels korter dan 1 mm
– 5 meeldraden
– 1 stijl

Blad
– verspreid
– enkelvoudig
– hartvormig
– top stomp
– rand gekarteld
– voet hartvormig
– veernervig

Stengel
– opstijgend
– kaal
– rolrond

zie wilde bloemen

 

 

 

154011

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

John Astria

Onkruid soorten in ons land – letter K – deel 2

Standaard

Categorie: Kamerplanten en bloemen

 

 

Onkruid soorten

 

Hieronder vindt u alle soorten onkruid die ons land kent. Een enorm groot overzicht maar netjes op alfabetische volgorde en met omschrijving. Veel succes met het herkennen en bestrijden van deze vaak hardnekkige planten.

 

 

Klaprozen (Papaveraceae)

 

De gewone/grote klaproos

 

De GEWONE/GROTE KLAPROOS (Papaver rhoeas) is al sinds het eind van de zestiende eeuw in cultuur. De moderne, grootbloemige rassen echter (de zogenaamde Shirley-papavers) zijn ontstaan aan het eind van de vorige eeuw door het werk van de Engelsman William Wilks. De wilde vorm is een meestal eenjarige, maar vaak ook tweejarige, plant van 30 tot 60 cm hoogte. Hoewel de plant bij ons in het wild niet meer zo algemeen is als vroeger zien we hem soms toch nog in grote groepen bij elkaar.

De scharlakenrode bloemen hebben vier bloembladen met fijn geplooide randen en meestal een zwarte vlek aan de basis. Ze groeien op lange stelen vanuit de bladoksels en de hangende knoppen zijn behaard. De onderste bladeren zijn gesteld en één- of tweemaal geveerd; de bovenste bladeren zijn stengelomvattend en gewoonlijk in drie slippen verdeeld, waarvan de middelste verreweg de langste is.

Alle bladeren zijn afwisselend en evenals de stengels en bloemstelen borstelig behaard. De Gewone klaproos, die per plant wel 20.000 zaden kan voortbrengen, is verspreid in Europa, Noord-Afrika en de gematigde delen van Azië; verwilderd in delen van de Verenigde Staten. In ons land algemeen op bouwland, langs wegen, op gestoorde terreinen enzovoort. Bloeit in juni en juli.

 

 

 

 

 

 

 

 

De kleine/bleke klaproos

 

KLEINE/BLEKE KLAPROOS (Papaver dubium) is gemakkelijk van de vorige soort te onderscheiden door de doosvruchten, die langwerpig knotsvormig zijn in plaats van omgekeerd eivormig. De hoogte die de planten bereiken  is dezelfde, de bladeren hebben kortere en bredere segmenten en een kleinere middenslip. De bloembladeren overlappen elkaar aan de voet altijd en zijn bleker dan bij de Gewone klaproos; de donkere vlek ontbreekt. De zaden zijn blauwachtig-zwart. Kleine klaproos komt meestal voor op lichtere gronden dan de vorige soort en is verspreid in gehele Europa; in de Verenigde Staten verwilderd. In ons land algemeen. De bloeitijd is  juni tot augustus.

 

 

 

 

 

 

 

 

Slaapbol

 

Papaver somniferum is de SLAAPBOL. Deze kan in tuinen een hardnekkig onkruid worden, omdat men de neiging heeft hem ongemoeid te laten vanwege zijn grote witte of paars-rode bloemen, die de plant – net als de blauw-groene bladeren – een aantrekkelijk uiterlijk geven. De kale, ovale bladeren staan afwisselend; de onderste zijn kortgesteeld, de bovenste stengelomvattend. De vrucht is rond, meestal groot, en bevat blauwe of witte zaden.

Deze papaver is de leverancier van opium en bevat ongeveer 20 verschillende alkaloïden, waarvan de belangrijkste de narcotica morfine en codeïne zijn. Alle delen zijn giftig, vooral de onrijpe vruchten. De plant wordt 0,60 tot 1,20 meter hoog en bloeit van juni tot en met augustus. Slaapbol wordt in ons land veel gekweekt en komt ook vaak verwilderd voor. Oorspronkelijk afkomstig uit Klein-Azië.

 

 

 

 

 

 

 

 

Klavers (Papilionaceae)

 

Deze groep planten is te herkennen aan de drietallige bladeren en aan de vlinderbloempjes die dicht bijeen in hoofdjes staan en na bevruchting tot peultjes uitgroeien. De uit vijf bloemblaadjes opgebouwde bloemen worden vlinderbloemen genoemd vanwege de vermeende gelijkenis met een vlinder. Ze bestaan uit een breed, rechtopstaand bloemblad, de vlag genaamd; twee zijdelingse, die de zwaarden worden genoemd en daaronder twee bloemblaadjes die samen de kiel vormen.

 

 

Witte klaver

 

WITTE KLAVER (Trifolium repens) is een kruipende, overblijvende plant, die wortelt op de knopen. Te onderscheiden van verwante soorten door twee kenmerken: ten eerste natuurlijk door de kleur van zijn welriekende bloemen (wit, aan de onderkant met een roze tint) en ten tweede door het feit dat de blaadjes aan de top afgerond zijn en aan de basis een met wit omzoomde donkere vlek bezitten. De langwerpige peul bevat soms maar één zaad, maar meestal vier. De bloeitijd is van mei tot oktober. Komt voor in geheel Europa en in Amerika. Veel gekweekt als voederplant voor het vee.

 

 

 

 

 

 

 

 

Rode klaver

 

De RODE KLAVER (Trifolium pratense) is gewoonlijk een overblijvende plant, hoewel hij maar een paar jaar oud wordt. Hij heeft behaarde stengels van 30-60 cm lang, die op de grond liggen of bijna rechtop staan. De bloeiwijze is aan de onderkant omsloten door steunblaadjes, heeft een rozeachtig-rode of roze-paarse (een enkele maal witachtige) kleur en een doorsnee tot 3 cm. De bloeitijd is april tot oktober. Rode klaver heeft ongeveer hetzelfde verspreidingsgebied als Witte klaver en is in ons land de meest algemene Klaversoort. Wordt veel gekweekt.

 

 

 

 

 

 

 

 

Bochtige klaver

 

Rode klaver is te onderscheiden van BOCHTIGE KLAVER (Trifolium medium) door het feit dat de bloemen niet zo vol van kleur zijn en doordat de puntige blaadjes voorzien zijn van een witte vlek of omgekeerde V.

 

 

 

 

 

 

 

 

Incarnaatklaver

 

INKARNAATKLAVER (Trifolium incarnatum) is een eenjarige, soms tweejarige plant. Ze komt van nature voor in het Middellandse zeegebied: Portugal, Spanje, Frankrijk, Italië, het Balkanschiereiland en Turkije. Door het gebruik als veevoer komt inkarnaatklaver tegenwoordig als neofyt overal voor.

De plant wordt 20-50 cm hoog. De behaarde, rechtopgaande stengel is meestal niet vertakt. De afwisselend, spiraalvormig staande bladeren zijn driedelig. De behaarde, omgekeerd eironde blaadjes zijn 1-2 cm lang en 1-1,5 cm breed en hebben een gezaagde bladrand. De bladsteel is 4,5-17,4 cm lang, waarbij de onderste bladeren de langste bladsteel hebben. Het onderste deel van de steunblaadjes vormen een met de stengel vergroeide bladschede. Het bovenste niet vergroeide deel is eirond, getand, geribbeld en afstaand behaard en heeft een groene of purpere kleur.

Inkarnaatklaver bloeit van mei tot juli met rode of rose, soms geelachtig witte bloemen, die in een eindstandige, 2-6 cm lange en 1-1,5 cm brede hoofdjesachtige tros zitten.

 

 

 

 

 

 

 

 

Hopklaver

 

HOPKLAVER (Medicago lupulina) is een plaag in het gazon. De taaie stengels die uit de wortelstok ontspringen en over de grond kruipen, verstikken snel het aanwezige gras. Ze worden 30-60 cm lang. Deze soort is te herkennen aan de kleine bloemhoofdjes, die ovaal van vorm zijn en kleine peultjes voortbrengen die één zaad bevatten en in rijpe toestand zwart zijn. Deze beperkte hoeveelheid zaad en de korte levensduur (de plant is éénjarig) worden gecompenseerd door de lange bloeiperiode: van april tot in de herfst. Het verspreidingsgebied omvat Europa, de USSR en Noord-Amerika. In ons land zeer algemeen, ook gekweekt als voederplant.

 

 

 

 

 

 

 

 

Kleine klaver

 

KLEINE KLAVER (Trifolium dubium) bloeit van juni tot september. Lijkt veel op de Hopklaver maar is te onderscheiden door de lichtbruine zaden en de blekere, ronde in plaats van ovale bloemhoofdjes. Deze staan op steeltjes in de bladoksels en worden bij het verbloeien donkerbruin. De vlag is smal en na de bloei kokervormig opgerold.

Kleine klaver komt in vrijwel geheel Europa voor en is in sommige delen van Noord-Amerika verwilderd. In ons land zeer algemeen langs wegen en op schrale gronden.

 

 

 

 

 

 

 

 

Klaverzuring (Oxalidaceae)

 

Verscheidene soorten Oxalis zijn een plaag geworden op akkers en in tuinen; in Zuid-Europa ook in wijngaarden. Het gaat daarbij vooral om soorten die zich vermeerderen met behulp van ondergrondse knolletjes. Deze planten zijn niet gevoelig voor onkruidbestrijdingsmiddelen. Als u uw woede op de knolletjes koelt door er op te staan stampvoeten, dan bevordert dat alleen maar hun groei. Chemische middelen hebben hetzelfde effect. De knolletjes zullen hun groei hervatten zodra u de strijd opgeeft. Er zijn ook andere methoden beproefd, maar die bleken te kostbaar. Wel heeft men soms resultaten geboekt door in velden die door Oxalis overwoekerd waren, varkens de knolletjes te laten opgraven. In de meeste tuinen zal dat echter geen erg praktische oplossing zijn. Wie de strijd wil winnen moet geduld oefenen en jaar na jaar de spa hanteren; zorg er daarbij voor dat nergens anders een stukje van een knolletje terechtkomt, want zelfs de kleinstestukjes kunnen voor een nieuwe ‘epidemie’ zorgen. Men vermoedt dat de verspreiding ook bevorderd is door het transport van in potten gekweekte planten en van turfmolm dat gebruikt werd voor bodembedekking.

Blijf voortdurend waakzaam, let op zaailingen en prijs u gelukkig als u de indringer kunt oprooien nog voordat hij zijknolletjes heeft gevormd.

 

 

Witte klaverzuring

 

WITTE KLAVERZURING (Oxalis acetosella) is een overblijvende plant die geen knolletjes vormt, maar een dunne kruipende wortelstok met gezwollen, beschubde knopen. Uit ieder daarna ontstaat in het voorjaar een groepje bladeren in rozetvorm en bloemen, die, net als de bladeren, op lange steeltjes staan. De heldergroene bladeren bestaan uit drie hartvormige segmenten die zich ’s nachts samenvouwen. De bloemen, die in april-mei verschijnen, hebben vijf afgeronde witte of licht roze bloemblaadjes, met iets donkerder aderen. In de natuur groeit de plant op vochtige, beschaduwde plaatsen en ook in de tuin voelt hij zich in een dergelijke omgeving goed thuis. Het ins ongetwijfeld een aantrekkelijke plant, maar men moet oppassen dat hij andere planten niet verdringt. Deze soort is inheems in Europa, Azië en Noord-Amerika; in ons land plaatselijk vrij algemeen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Gehoornde klaverzuring

 

GEHOORNDE KLAVERZURING (Oxalis cornculata) is evenmin voorzien van knolletjes. De stengels komen tevoorschijn uit een spoelvormige penwortel en liggen op de grond. De knopen vormen wortels en er ontstaan dan stengeltjes met afwisselend staande bladeren. Vanuit de plaats waar die bij elkaar komen groeien lange stelen, die de bloemen dragen. Deze staan soms afzonderlijk, maar soms in kleine groepjes in een scherm. Ook hier zijn de bladeren in drie hartvormige segmenten verdeeld; deze zijn meestal bruinachtig en aan de onderkant zacht behaard. De bloemen zijn geel, met vijf smal wigvormige bloemblaadjes die samen een trechter vormen. Ze verschijnen van april tot en met oktober. Deze plant is oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Europa, maar komt thans in vele andere gebieden voor. In ons land geen algemene verschijning.

 

 

 

 

 

 

 

 

Stijve klaverzuring

 

Zoals de naam al aangeeft groeit de STIJVE KLAVERZURING (Oxalis europaea) meer rechtop; de plant bereikt een hoogte van 10-30 cm. Het is een overjarige plant die slanke, ondergrondse uitlopers heeft en stengels die spaarzaam vertakt kunnen zijn en al dan niet voorzien van beharing. De bladeren staan in kransen, zijn enigszins purper getint en gewoonlijk zacht  behaard. De gele bloemen staan met 2-6 bijeen in een scherm op een lange steel en verschijnen van juni tot en met oktober. De vruchten zijn langwerpig. Dit is een lastig onkruid op akkers en in tuinen, vooral in het gazon. Ondanks de aanduiding europaea is deze soort afkomstig uit Noord-Amerika en Oost-Azië; hij is echter sedert lang in ons werelddeel ingevoerd. In ons land thans algemeen voorkomend.