Category, categorie: The Bible explained/De Bijbel uitgelegd: video
.
.
Psalms/Psalmen – Skip Heitzig
.
.








.
In een ei dat gekoeld bewaard wordt, kunnen nauwelijks bacteriën groeien. En dat vermindert de kans op bederf en voedselinfecties aanzienlijk. Dat komt omdat de meeste bacteriën, zoals salmonella, niet kunnen groeien bij een temperatuur van 4 °C: de optimale temperatuur van een koelkast. Volgens EFSA zou het dan ook veiliger zijn als eieren ook in de winkel koel bewaard worden.
EFSA onderzocht ook of het verlengen van de THT-datum (‘tenminste houdbaar tot’) door fabrikanten de kans op voedselinfecties vergroot. Dat bleek inderdaad zo te zijn. Een ouder ei geeft in principe meer kans op een voedselinfectie. Maar dat was vooral het geval bij rauwe eieren en eieren die niet goed verhit werden.
Als u het ei goed verhit, doodt u alle bacteriën. Of u het kookt, bakt of verwerkt in een gerecht dat u vervolgens goed verhit, maakt niet uit. Als het eiwit en het eigeel gestold is, kunt u ervan uit gaan dat alle schadelijke bacteriën dood zijn.
• Eieren moeten koel (4°C) maar niet koud worden bewaard, beschut tegen licht en vocht. Eieren verliezen gedurende een dag op kamertemperatuur meer van hun versheid dan gedurende een week in de koelkast.
• Bewaar de eieren het best in hun originele verpakking in de koelkast. Bewaart u ze in de speciale vakjes van de koelkastdeur, dan kunnen temperatuurschommelingen en condensatie het risico op besmetting met Salmonella doen stijgen.
• Indien u de eieren in het speciale vakje in de koelkastdeur legt, leg ze dan met de puntige kant (waar de luchtkamer zich bevindt) naar beneden. De dooier zal op deze manier beter in het midden blijven.
• Eischalen zijn poreus. Vermijd daarom ze in de buurt van sterk geurende levensmiddelen zoals look of gerookte vis te bewaren. Ook contact met vocht is te mijden want bacteriën zouden op die manier door de schaal kunnen dringen en het ei aantasten.
• Wanneer een ei een barst oploopt (bv. op weg van de winkel naar huis), is het gevoeliger voor bederfbacteriën. Breek het daarom volledig open, bewaar het niet langer dan twee dagen in een proper recipiënt en afgedekt in de koelkast en gebruik het enkel voor eibereidingen die worden verhit.
• Hardgekookte eieren moeten eveneens koel worden bewaard en binnen de week worden geconsumeerd. Een hardgekookt ei kunt u eventueel gepeld in water bewaren.
• Eiwit kunt u in een luchtdicht potje twee dagen in de koelkast bewaren.
• Hoe korter een ei wordt gekookt, hoe verser het moet zijn. Dat geldt voor zachtgekookte eitjes, voor gepocheerde eieren, voor spiegeleieren en omeletten. Gebruik alleen ‘kakel’verse eieren voor mayonaise, mousses, bavaroise of andere koude bereidingen op basis van eieren.
Een ei is ongeveer vier weken houdbaar, gerekend vanaf de legdatum. Hebt u eieren die over de datum zijn of weet u het niet zeker? Controleer altijd of ze er nog goed uitzien en goed ruiken en bak of kook ze volledig gaar.
• Legt u een vers ei in een glas water met zout, dan zal het tot op de bodem zakken. Een ei dat niet meer vers is, komt bovendrijven.
• Breek het ei op een plat bord: een vers ei vertoont een mooie bolle dooier, netjes in het midden van het wit.
• Bij een vers ei is het eiwit stevig. Schudt u een ei zachtjes heen en weer bij uw oor, dan hoort u vrijwel niets. Doet u hetzelfde met een ouder ei, dan hoort u de inhoud bewegen.
Een oud, niet ruikend ei, dat onder goede omstandigheden is bewaard, is eventueel nog wel geschikt om hard te koken (minimaal 7 minuten). Bakken met oudere eieren is af te raden omdat de elasticiteit afneemt met als gevolg dat het resultaat minder luchtig wordt. Het verwerken van oudere eieren in lauwwarme desserts of sauzen is af te raden.
.
.
.
Jeuk kan plaatselijk en licht zijn, maar ook over het hele lichaam voorkomen en veel leed en last veroorzaken. Het kan zo hinderlijk zijn dat het lijdt tot slapeloosheid, depressie, agressie en zelfs suïcide-neigingen.
.
.

.
.
.
Men kan grofweg drie grote groepen van oorzaken onderscheiden:
•jeuk ten gevolge van een inwendige oorzaak
•jeuk ten gevolge van een huidziekte
•Jeuk als een acute reactie op insectenbeten of irritatie van de huid (bv. bij aanraking van brandnetels).
.
.
.
Deze vorm van jeuk wordt ook wel eens pruritus sine materia genoemd. Het is jeuk en krabeffecten zonder aanwezigheid van specifieke dermatologische afwijkingen die de jeuk kunnen verklaren.
Mogelijke oorzaken van deze vorm van jeuk zijn:
•Reactie op geneesmiddelen (zoals allopurinol, anti-coagulantia, chloroquine, goud- en nicotinezuurverbindingen, imidazolen, ivermectine, oestrogenen, antipsychotica (bv. fenothiazinen) en opioïden in alle toedieningsvormen).
•Aambeien
•aarskloven (= anale fissuren)
•chronische nierinsufficiëntie
•ijzergebrek (anemie)
•leverziekten
•zwangerschap (ten gevolge van cholestasis, een galaandoening) en postmenopauze
•reuma (o.a. reumatoïde artritis)
•schildklieraandoening (hyperthyreoïdie en hypothyreoïdie)
•diabetes
•reuma
•parasieten (zoals luizen, schurft…) en wormen
•kanker (leukemie lymfomen zoals Hodgkin en non-Hodgkin, multiple myeloma, borst- en maagkanker)
•AIDS
•eosinofilie / hypereosinofiel syndroom
•voedingsallergie of intolerantie
•bijschildklieraandoening (hyperparathyreoïdie)
•jicht
•multiple sclerose
•systeemziekten (Sjögren syndroom)
•psychisch
Meestal geven deze afwijkingen veralgemeende jeuk over het hele lichaam, soms vooral op armen en benen en op de rug.
.
.

.
.
.
Deze vorm van jeuk wordt ook pruritus cum materia genoemd. Mensen met een huidaandoening kunnen jeuk hebben over hun hele lichaam. Ook kan jeuk vooral op bepaalde plekken voorkomen. Jeuk in de huidplooien (polsen, ellebogen, knieën) en aan de handen komt vooral voor bij mensen met eczeem. Mensen met psoriasis hebben vaak jeuk op hun hoofd. Ook is bekend dat de randen van de psoriasisplekken jeuken.
Huidaandoeningen en –infecties die gepaard kunnen gaan met jeuk zijn o.m.:
• droge huid (bv. ouderdomshuid, asteatosis cutis )
• atopische dermatitisch (eczeem)
• contacteczeem
• netelroos (urticaria)
• psoriasis
• scabies, pediculosis, e.a. epizoönosen
• lichen simplex chronicus
• lichen planus
• zonnebrand
• herpes simplex
• waterpokken (varicella)
• pityrosporon folliculitis
• schimmelinfecties (zoals candiasis, tinea, zwemmerseczeem)
• miliaria cristallina en rubra
.
.
.
Verschillende insecten (muggen, steekvliegen, vlo, teek, luis, schaamluis, schurftmijt, harige rupsen, enz.) kunnen via beten, steken of direct huidcontact lokaal hevige jeuk en ontstekingsverschijnselen veroorzaken. Ook sommige dieren (bv. kwallen), planten (bv. brandnetel) en irriterende stoffen (bv. wol, glaswol, chemicaliën) kunnen jeuk veroorzaken.
.
.
.
.
Salabhasana is een basishouding, maar niettemin zeer inspannend. Deze yogaoefening vraagt immers veel van de rug- en dijbeenspieren, omdat beide benen gestrekt in de hoogte worden gehouden. Ook de armspieren moeten flink worden aangespannen. Daardoor vergeet men wel eens om tijdens de oefening rustig door te ademen. Salabhasana (sprinkhaan) is een klassieke yogaoefening. Mede dankzij de vele gezondheidsvoordelen heeft deze asana in de meeste yogacursussen terecht een plekje verworven.
Een uitstekende, maar inspannende asana voor de rug- en dijbeenspieren. Blijf zolang mogelijk in salabhasana, zonder de spieren te forceren. In het begin zal 5 seconden al lang zijn.
Salabhasana versterkt de rug-, arm-, dijbeen- en buikspieren. De verbeterde bloeddoorstroming komt vooral ten goede aan de buikorganen. Wie sterke rugspieren wil, is met salabhasana op de goede weg. Tijdens de menstru-atie kan men deze asana beter achterwege laten. Vraag eerst professioneel medisch advies als u herniaklachten hebt of aan hoge bloeddruk lijdt.
De positieve gezondheidseffecten van salabhasana zijn talrijk. De Gheranda-samhita vermeldt overigens een va-riant van salabhasana, waarbij de handen achter het hoofd gevouwen worden. Deze asana wordt makarasana (krokodil) genoemd. Het is een vermelding waard omdat mensen die kouwelijk zijn er veel baat bij kunnen heb-ben. Makarasana versterkt in dat opzicht de werking van salabhasana. ‘De sprinkhaan’ heeft een therapeutische en ondersteunende, maar niet per se een genezende uitwerking op de volgende klachten, kwalen en aandoening-en:




























































.
.
.
.
.
.
.
.
“De kracht en het mysterie van verborgen en wonderbare gezichten ondervind ik in mijn binnenste, reeds vanaf mijn kinderjaren, om precies te zijn vanaf mijn vijfde levensjaar, en ik ondervind ze nu nog (Hildegardis was, toen ze dit schreef, ongeveer 45 jaar). Hier sprak ik met niemand over, tot de tijd dat mij werd opgedragen dit alles te openbaren.
Deze gezichten die ik schouw, ontvang ik niet in droomtoestanden tijdens de slaap of in geestesgestoordheid, niet met de ogen van mijn lichaam of mijn uitwendige oren. Ik krijg ze ook niet op afgelegen plaatsen, maar wakend, heel bewust en met heldere geest, met ogen en oren van de innerlijke mens, en op voor iedereen toegankelijke plaatsen, al naar gelang God het wil.
Hoe dit allemaal gebeurt, is voor een aan het lichaam gebonden mens moeilijk te vatten. Toen ik drie en veertig jaar was zag ik een hemels gezicht. Ik zag een groot licht en een hemelse stem klonk daaruit en gaf mij deze boodschap: Maak de wonderen bekend welke ge ervaart. Schrijf ze op en spreek.”
.
.
Alle teksten over ware visioenen zowel in de Bijbel als in de mystieke litteratuur vertonen gelijkenissen: kortheid, oproep, een omschrijving van het goddelijke en een gesprek. Maar men ontdekt bij iedere ziener individuele bijzonderheden.
In de visioenen van Hildegardis wordt op de eerste plaats gesproken van een hemels gezicht, dat onverwachts als een vurige bliksemstraal bezit neemt van haar hoofd, hart en zinnen, waardoor zij zich niet gekwetst weet, maar in haar totaliteit verwarmd voelt:
“Toen ontsloot zich voor mij plotseling de diepste zin van de H. Schrift, die van de psalmen zowel als die van het evangelie en ook die van de overige Katholieke Boeken van het Oude en Nieuwe Verbond.”
Zij noemt eerst de psalmen noemt waarin zij heel het Oude Testament samengevat weet en deze als voorbereiding ziet op de boodschap van het evangelie. “Maar,” voegt zij er toch heel nuchter aan toe,
“de tekst van die Bijbel, de taalregels en het schrijven zelf, daarvan leerde ik in dat hemelse gezicht niets.”
Hier maakt Hildegardis zelf een heel scherp onderscheid tussen de eigenlijke mystieke ervaring met God en de moeite welke zij zich daarna moet geven, om die ervaring onder woorden te brengen. Bij de visioenen is er sprake van een onmiddellijk kennen en een kennen waaruit de zieneres nadenken moet om ons die kennis proberen mede te delen.
De grote geopenbaarde geloofswaarheden zijn voor haar geloofswijsheid geworden, een weten tot in de diepste grond van haar bewustzijn. Maar wil zij ons die wijsheid meedelen, dan is zij gedwongen te putten uit haar geheugen, fantasie, onderbewustzijn en haar parapsychologisch vermogen.
Ieder van deze termen is bij Hildegardis’ werk verantwoord. Eerst roept zij haar geheugen te hulp: alles wat zij in haar jeugd tot haar vijfde jaar heeft meegemaakt in het ouderlijk huis, waarschijnlijk een ridderburcht. Dan wat zij beleefd heeft in de kluis van Zuster Jutta, haar tante. Vervolgens wat Hildegard meemaakte in de kluizenaressengemeenschap, waar zij tenslotte op 36 jarige leeftijd tot magistra gekozen werd. Zij put verder uit haar fantasie, waarin zij haar creatieve persoonlijkheid uitleefde, wat op latere leeftijd vruchten opleverde van poëtische en muzikale aard. Zeker werd haar verbeelding ook gevoed door haar onderbewustzijn. De erfenis van eeuwenoude verhalen en bijgelovige verklaringen van de raadsels der natuur.
.
.
.
.
Tenslotte is het bekend dat Hildegardis zeer merkwaardige parapsychologische vermogens bezat. Daarmee was zijzelf zozeer vertrouwd, dat zij er geen erg in had dat anderen die vermogens niet bezaten. De 35 miniaturen van Scivias zijn gemaakt naast de tekst van zesentwintig visioenen. Tekst en miniatuur steunen elkaar om de boodschap over te brengen die Hildegardis aan de mensen van haar tijd wilde mededelen. Onder de mensen van haar tijd dienen we vooral te denken aan clerici.
Al haar geschriften staan vol van verwijten en vermaningen gericht tot de hogere en lagere geestelijkheid en vervolgens tot hen die de wereldlijke bestuursmacht uitoefenen. In feite richt zij zich op de manier van de profeten van het Oude Verbond tot allen die een verantwoordelijkheid dragen. Zij denkt sterk hiërarchisch, maar niet zo, alsof de hiërarchie de kerk zou uitmaken.
We zullen dat duidelijk zien in het derde boek van Scivias, waar de opbouw van de kerk in de loop der geschiedenis wordt uitgelegd in beelden van een stadsbouw. De hiërarchie van het Oude- en Nieuwe Testament vormt daarvan wel de muren en de torens, maar het gaat voornamelijk om de grote massa van gelovigen, die samen de bouwstenen van het uiteindelijke kerkgebouw uitmaken.
Tijdens haar leven heeft zij enorme indruk gemaakt en werd zij ‘het orakel’ en de ‘profetes’ genoemd. Zuster Adelgundis Führkotter zegt in haar inleiding van Scivias:
“Van verre togen mensen van alle rangen en standen, leken en geestelijken, bisschoppen en monniken, zieken, gezonden of noodlijdenden naar het klooster op de Rupertusberg bij Bingen aan de Rijn, om haar raad in te winnen en hulp en troost te vinden. De briefwisseling die zij met de groten van de Kerk en het Rijk voerde, verspreidde zich over een gebied dat zich over vrijwel het gehele avondland uitstrekte: van Denemarken over Engeland en de Nederlanden naar Frankrijk en ltalië en tot in Griekenland.”
Dit was allemaal het gevolg van het boek Scivias in het jaar 1151, waaraan zij in latere jaren nog twee theologisch-wijsgerige werken toevoegde. Verder bestaan er van haar hand natuur- en geneeskundige verhandelingen en zij componeerde bovendien melodieën bij zelf-gedichte teksten. Al deze geschriften en brieven zijn tot op onze dagen bewaard gebleven in enkele manuscripten, die kort na haar dood door haar geestelijke dochters in enkele grote codices zijn bijeengebracht in het scriptorium van de Rupertusberg.
Van het boek Scivias bleven tot op heden negen manuscripten uit de 12e en 13e eeuw bewaard. De miniaturen behoren bij de tekst van Scivias. Deze miniaturen staan in de zogenaamde prachtcodex van Rupertusberg en zij zijn onder toezicht van Hildegardis zelf vervaardigd.
Volgens de monialen van Eibingen zouden de miniaturen door wel zeven verschillende monniken-kunstenaars ontworpen en geschilderd zijn. Toch is er, dank zij de regie van de heilige Hildegardis, een gesloten eenheid tot stand gekomen. Waarop nu de overtuiging steunt, dat deze verluchtingen door mannelijke miniaturisten tot stand zou zijn gekomen, is mij niet bekend. Men denkt aan monniken uit de abdij van H.H. Eucharius en Matthias te Trier. Het programma van het beeldhouwwerk en de ramen der kathedralen was volkomen afgestemd op de traditionele verkondiging van de Bijbel.
Iedereen kende de symbolen waarmede God, zijn heilswerk en de overbekende heiligen van het Oude en Nieuwe Testament werden afgebeeld. Een eenvoudige gelovige van die tijd kon de ramen van onder naar boven lezen als was het een boek. Zulke ramen kregen dan ook de naam van Biblia Pauperum. Maar de miniaturen bij Scivias bezitten naast de traditionele symbolen en beeldvormen ook verschillende volkomen nieuwe motieven.
Deze motieven zijn ingegeven door Hildegardis zelf en ze zijn belangrijk zijn om de oorspronkelijkheid en eigenheid van Hildegardis’ visioenen en boodschap te ontdekken.
De samenvattende zin van deze boodschap is :
.
.
Scivias bestaat uit drie boeken, wij zouden zeggen drie delen of drie hoofdstukken.
Eerste boek: Val van de mens en de gevolgen daarvan.
Tweede boek: De sacramentenleer.
Derde boek: Het bovennatuurlijke leven van de Kerk met als slot de uiteindelijke voltooiing na de Antichrist en de scheiding in hemel en hel.
.
.
.
.
.
.

