Tagarchief: zegenen

Hemelse raad.

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

WIJWATER, WIJDINGEN EN GEWIJDE VOORWERPEN

 

Medailles, scapulieren en de Rozenkrans

 

De Spreekbuis van Mexico, 8 juni 1971 :

1. Schaf u een Rozenkrans, medailles, scapuliermedailles en scapulieren aan. Deze laatste komen in talrijke soorten voor. Ze zijn gewoonlijk verkrijgbaar in bedevaartsoorden, bij kloosters, bij instellingen en stichtingen.

Onmisbaar: De medaille van Sint Benedictus en de Rozenkrans. Zeer aanbevolen: Het Bruine Scapulier van de berg Karmel, of de overeenkomstige scapuliermedaille, de Wonderdadige Medaille, en de Ave Crux medaille.

2. Ga na bij aanschaf of de medailles en scapulieren zijn gewijd. Zo niet, laat alle medailles, scapulieren en scapuliermedailles dan wijden door een priester. Let er op, dat deze voor de wijding het goede gebedsformulier gebruikt. Dat staat in het oude Latijnse Rituále.

3. Draag twee of drie medailles bij voorkeur aan een ketting om de hals. In een portefeuille of geldbeursje, aan een sleutelring, of gespeld op (onder)kleding gaat ook. Draag ook scapulieren of scapuliermedailles. Zorg er vooral voor, dat kinderen medailles en scapulieren dragen.

Bij voorkeur dragen: het Bruine Scapulier, de Wonderdadige Medaille, de medaille van Sint Benedictus en de Ave Crux medaille.

4. Schaf u een Rozenkrans aan. Ga na of deze is gewijd. Laat ze anders wijden door een priester. Draag deze altijd bij u, indien gewenst om de hals, anders in broek-, jas- of mantelzak, of in een handtas , of in een speciaal halstasje. Zorg dat ook uw huisgenoten over een Rozenkrans kunnen beschikken. Leer vooral de kinderen er een bij zich te dragen, en leer hen er aan te bidden.

Bidt hem dagelijks in de familiekring of met buren en vrienden. Met de hand in de zak met Rozenkrans kan men hem zelfs in vreemd gezelschap, in bus of trein, of in een wachtkamer, stil voor zich bidden. De Rozenkrans is onmisbaar voor het geestelijk en lichamelijk welzijn, en als bescherming in zware tijden.

5. Onze Heer: Door de duivels in bezit genomen zielen komen heden veelvuldig voor op de aarde, en zij geven zich er geen rekenschap van. Andere wapens zijn de gewijde religieuze voorwerpen, die worden gedragen, in het bijzonder die, welke Mijn Zeer Heilige Moeder zo dikwijls heeft aangeduid, en die zij zelfs aan allen als geschenk heeft aangeboden: Rozenkrans en Scapulieren, welke het habijt van de heiligheid kunnen worden genoemd.

 

 

 

rozenkrans

 

 

 

Little Pebble van Nowra in Australië :

6. Onze Lieve Vrouw: De wapens, die Wij u gegeven hebben, lieve kinderen, zijn de Heilige Rozenkrans, het Bruine Scapulier, de medaille van Sint Benedictus, het Scapulier van Sint Charbel, en de vele andere sacramentaliën, die Wij Onze kinderen hebben aangeboden voor hun bescherming.

 

Een Amerikaanse huisvrouw, 20 november 1976 :

7. Onze Lieve Vrouw: Houdt een ononderbroken gebedswake, lieve kinderen. Veronachtzaamt de sacramentaliën niet. Luistert niet naar hen, die de spot ermede drijven en evenmin naar hen, die u uw bescherming willen afnemen. Zij [de sacramentaliën] werden u niet zonder reden gegeven. Talrijke sacramentaliën zijn aan u voor deze bijzondere tijden gegeven geworden.

Gij moet de medaille van de Heilige Benedictus dragen. Gij moet het Bruine Scapulier, of de overeenkomende scapuliermedaille, dragen. Houdt uw Rozenkrans steeds binnen handbereik. Hoe groot zal de ellende van velen zijn, wanneer zij moeten vluchten met slechts datgene, wat zij aan hun lichaam dragen. Zonder de troost van de sacramentaliën zullen zij de komende dagen niet kunnen doorstaan.

 

Little Pebble van Nowra in Australië, 4 september 1984 :

8. Onze Lieve Vrouw: Draagt Mijn bruine scapulier, lieve kinderen, draagt Mijn Wonderdadige Medaille, draagt de krachtige Medaille van Sint Benedictus. Deze waardevolle sacramentaliën zullen Lucifer in de diepten der hel drijven. Vreest hem niet, kinderkens, hij is bang voor Onze kinderen, die deze wapenuitrusting dragen, vooral is hij bang voor de Heilige Rozenkrans. Bidt de Rozenkrans, lieve kinderen, om uw gezinnen en uw familie te redden, en uw land en volk ”

 

Little Pebble van Nowra in  Australië, 7 januari 1989 :

9. Sint Benedictus: De gezegende Koningin van Hemel en Aarde heeft mij gevraagd de kinderen van het licht te bemoedigen om vaak en veel te bidden, en om de medaille, die in mijn naam is geslagen, te gebruiken. Draagt mijn medaille, beminde kinderen, want deze medaille heeft grote kracht. Deze sacramentalie, die aan de Kerk is gegeven om u te verdedigen, is tegen de duivels die uw zielen aanvallen.

 

Little Pebble van Nowra in Australië, 7 januari 1989 :

10. Mij werd door de Koningin gevraagd u nogmaals te bemoedigen opdat gij allen de sacramentaliën zoudt dragen, vooral het Bruine Scapulier van Onze Heilige Moeder, en ook de medaille van Sint Benedictus. Deze sacramentaliën zullen u, beminde kinderen, verdedigen tegen alle vijanden, die heden in de wereld aanwezig zijn. Zij zullen u ook beschermen tegen vergif in voedsel en water en in de lucht. Jazeker, beminde kinderen, deze sacramentaliën zijn een grote hulp voor alle mensen van de ganse wereld.

 

 

medaille van St Benedictus

 

 

Een begenadigd priester, (Nowra 301 Australië), 26 juli 1990 :

11. Onze Lieve Vrouw: Verwijdert vanaf vandaag de medailles niet meer van uw lichaam. Hoe u ze ook draagt, groot of klein, mooi en kostbaar, eenvoudig en onogelijk, indien zij goed zijn gezegend, is er geen enkel verschil. Ik zal ze hier nog eens opnoemen:

de Wonderdadige (Wonderbare) Medaille van Mijn Onbevlekte Ontvangenis,

de Scapuliermedaille van het Bruine Scapulier [van de berg Carmel],

de medaille van Sint Benedictus,

de medaille van de Rosa Mystica,

de medaille van Sint Jozef,

de medaille van Sint Michaël,

de medaille van het Kind Jezus, zoals het Kindje Jezus van Praag,

de medaille van uw patroonheilige,

het Scapulier van de Ark van Onze Lieve Vrouw te Nowra, Australië,

het Scapulier van de orde van Sint Charbel,

een kruisbeeld met corpus, bijvoorbeeld dat van uw Rozen-krans,

de Ave Crux medaille.

Draagt ook de Heilige Rozenkrans om uw hals als wapen. Bedenkt, dat de medailles en de Rozenkrans uw wapenen zijn, en een soldaat, die vrijwillig zijn wapens laat vallen, of ergens opbergt in een buidel of kast, zal de strijd verliezen.

 

Heggeroosje, Duitsland, 26 juli 1990 en Nowra 301 – 8 september 1990 :

12. Gerekend vanaf vandaag, neem alstublieft uw medailles niet van uw lichaam weg. Gedurende zwaar werk, of als men een bad neemt, of een douche, kunnen de stoffen scapulieren worden afgelegd, en nabij u worden neergelegd, maar houdt de medailles aan, vooral die van Sint Benedictus.

Na de 1ste juli (jaar 2002 ) dient men een Ave Crux medaille onder het bord met voedsel te leggen, of deze in te dopen in de dranken. Andere medailles kunnen ook dienen. Denk er aan te danken voor de maaltijden, daar dit het voedsel zegent. Hoe u een medaille draagt, of deze groot of klein is, mooi en waardevol, of eenvoudig en gewoontjes, als ze goed gezegend zijn, is er geen verschil, want deze medailles kunnen uw leven voor de eeuwigheid redden, en als het God blieft, ook het tijdelijke leven van het lichaam redden.

 

13. Bedenk wel, de medailles en de Rozenkrans zijn uw wapens, en een soldaat, die vrijwillig zijn wapens laat vallen, en ze opbergt in tassen en kasten, zal alle veldslagen verliezen. Degene, die pas naar de wapens grijpt als de vijand binnenvalt, zou deze wel eens niet meer kunnen vastnemen. En degene, die pas dan besluit om zichzelf met God te verzoenen, zou daartoe wel eens niet meer in staat kunnen zijn. Zorg er dus altijd voor om een reine ziel te hebben, een liefdevol hart, en wees bereid om welk offer dan ook te brengen, en God’s wil te doen. Als de toestand dan ernstig wordt, zullen de genaden, die gij hebt verdiend, u staande houden, en u voor veel onheil en schade bewaren. Niemand zal zonder enig letsel of schade blijven, gij moet allen door deze tijd heen. Bereidt u nu voor, want er is niet veel tijd meer over. Hoe meer geestelijke wapens gij bezit, des te minder letsel en schade gij zult lijden.

 

Little Pebble van Nowra in Australië, 11 februari 1992 :

14. Een brief van Little Pebble over het dragen van medailles:

Beste mede-gelovigen. Reeds enige tijd was ik van plan enige uitleg neer te schrijven van een gedeelte van de boodschap 301, die op 26 juli 1990 werd gegeven aan Heggeroosje in Duitsland, waarin Onze Lieve Vrouw zich richtte tot een priester met betrekking tot het dragen van sacramentaliën, bedoeld zijnde medailles.

15. Ik wil er op wijzen, dat, ofschoon Onze Gezegende Moeder de noodzaak, dat wij medailles moeten dragen, heeft benadrukt, dit niet inhoudt dat al degene, die werden genoemd, moeten worden gedragen. Die hieronder als aanbevolen worden opgegeven, zijn inderdaad slechts aanbevolen. U moogt daaruit kiezen zoals het u belieft. Vanzelfsprekend wordt u meer en beter beschermd tegen alle soorten zonde, tegen bekoringen, tegen ziekte, als u meerdere medailles draagt. Zoudt gij er echter slechts één of twee dragen, dan geniet gij nog steeds de bescherming van de hemel. Aan u is de keus, beste mensen.

16. De hemel heeft de navolgende sacramentaliën genoemd als noodzakelijke medailles en scapulieren

Het bruine scapulier bij voorkeur, of de scapuliermedaille (als het scapulier niet verkrijgbaar is).

De medaille van Sint Michiel.

Een kruisje met corpus, of de Ave Crux medaille.

De Heilige Rozenkrans (rond de hals, of in een zak).

De medaille van Sint Benedictus.

N.B.: Deze moeten allemaal rond de hals worden gedragen.

 

 

bruine scapulier van Karmel

 

 

Aanbevolen medailles en scapulieren

De Wonderdadige Medaille (van de Onbevlekte Ontvangenis)

De medaille van Sint Benedictus.

De medaille van de Rosa Mystica.

De medaille van Sint Antonius.

De medaille van uw patroonheilige.

De medaille van Sint Jozef.

De medaille van de Heilige Geest.

Het scapulier van de Ark (een boete-scapulier).

Het scapulier van Sint Charbel (heeft de macht duivels te verdrijven).

De medaille van het Kindje Jezus van Praag.

N.B.: Het is goed om de medaille van welke Heilige dan ook te dragen.

N.B.: Deze en nog veel meer medailles zijn beschikbaar.

 

17. Gij behoort tenminste altijd bij u te dragen:

a. Het Bruine scapulier.

b. De medaille van Sint Benedictus.

c. De medaille van Sint Michiel.

d. Het scapulier van Sint Charbel.

e. De Ave Crux medaille.

f. Een kruisje met corpus.

g. Een Rozenkrans.

Wat de andere sacramentaliën betreft, door Onze Lieve Vrouw aanbevolen, deze behoeven niet om de hals te worden gehangen, maar kunnen op andere wijze worden mede gedragen.

 

 

wonderbare medaille

 

 

 

Huis, erf, winkel en bedrijf

 

De Heilige Petrus Fourier :

18. Laat uw huis, uw bedrijf, alle bijgebouwen en de onmiddellijke omgeving door een goede priester met wijwater zegenen. Laat uw winkel, werkplaats, schuren, stallen, loodsen, e.d. inzegenen. Let er op dat de priester het goede wijdingsformulier gebruikt, en overal wijwater sprenkelt.

19. Hang in uw woning, werkplaats, winkel, schuur, stallen, enz. gewijde kruisbeelden aan de muur in alle vertrekken en ruimtes. Ook op de binnenzijde van alle toegangsdeuren, vooral de voor- en de achterdeur, kleine kruisjes hangen. Hang overal gewijde godsdienstige schilderijen en afbeeldingen, religieuze voorstellingen, platen, iconen, medailles, e.d., vooral die van de Heilige Maria. Verder van het Heilig Hart, en van Sint Jozef, en van uw favoriete heiligen. Plaats gewijde beelden van het Heilige Hart, van Onze Lieve Vrouw, en van de Heiligen. Vergeet de kamers van de kinderen, de kelder, de garage, schuren en stallen, en de zolders niet.

20. De Heilige Petrus Fourier vroeg zijn parochianen in moeilijke tijden op hun voordeur de woorden aan te brengen: Maria is zonder zonden ontvangen.

Het gevolg was, dat zijn parochie werd beschermd tegen allerlei rampen, plunderingen, epidemieën, moorden, en wat niet al, hetgeen niet het geval was met omringende parochies.

 

 

medaille van St Charbel

 

 

Père Jean-Marie, Fréchou, Zuid-Frankrijk, 7 december 1979 :

21. Dit werd als het ware bevestigd door Onze Lieve Vrouw tijdens de visioenen van Père Jean-Marie: Als gij voor de mensen getuigt van mijn Onbevlekte Ontvangenis, dan zal Ik voor u getuigen voor de Rechterstoel van mijn Goddelijke Zoon en gedurende de komende gebeurtenissen zal Ik u beschermen. Ik zal u beschutten met mijn onbevlekte mantel.

 

Père Jean-Marie, Fréchou, Zuid-Frankrijk, 27 november 1980 :

22. Onze Lieve Heer: Ik bemin bij voorkeur hen, die de Onbevlekte Ontvangenis van mijn Heilige Moeder verdedigen.

 

23. Een ander bekende sacramentalie is die verbonden met de Heilige Driekoningen Caspar, Melchior en Balthazar. Het betreft de spreukChristus mansiónem benedícat, (dat is: “Christus zegene dit huis” ), geschreven op een strook papier, of geschreven met wit krijt op de muur van het huis, liefst boven de voordeur, met daaronder de tekst, of op papier, of met krijt op de muur geschreven: 20 + C + M + B+ 02, waarbij de 20 en de 02 staan voor het jaar 2002. Er bestaat ook een speciaal gebed bij het aanbrengen van dit teken van geloof. Dit aanbrengen geschiedt gewoonlijk op Driekoningen, 6 januari, maar op een andere datum is ook goed.

 

 

medaille van Rosa Mystica

 

 

 

Beschermd door het kruis en de medailles

 

Een begenadigde ziel, New York, 14 april 1984 :

24. Jezus: Bidt, en draagt uw Sacramentaliën. En ook vraag Ik u, kinderkens, om een Kruisbeeld op uw deur te bevestigen. Beide deuren, de voordeur en de achterdeur, moeten een Kruisbeeld krijgen. Ik zeg dit tegen jullie, want er zal een vreselijke slachting zijn in uw wijk, en deze zal bij u voorbij gaan als gij het Kruisbeeld op uw deuren houdt bevestigd.

 

Een ware zienares (Nowra Australië)

De Moeder Gods: Dan is er het bestrijken van de kozijnen van ramen en deuren met Heilige Olie of Was. U kunt beide doen. U moet een Sint Benedictusmedaille, en een klein kruis, op ieder venster leggen, of ertegen bevestigen, beter nog, lijm of nagel het ergens vast, waar het niet zo opvalt.

 

Angel Munoz, op de berg Murta bij Alcira, Valencia, Spanje, 15 augustus 1989 :

25. Onze Lieve Vrouw: In heb het klagen van mijn kinderen gehoord. Ik zegen nogmaals de medailles van de Heilige Aartsengel Michaël en van de Heilige Benedictus, kinderkens, daar ik weet, dat velen van u er nog geen hebben. Het is echter belangrijk, dat deze in uw huizen aanwezig zullen zijn, opdat het water niet zal bederven, en opdat de vensters beschermd zullen blijven tijdens de straffen, welke op de aarde, en op Spanje, zullen neerkomen.

 

26. De hemel heeft ons opdracht gegeven om altijd het gewone kruisteken te maken over alles wat wij eten, of drinken, of bereiden om te eten, of te drinken. Dit geldt zelfs voor het nemen van een slok water, of een snoepje, en het eten van een appel. Bid men de gewone liturgische tafelgebeden voor en na elke maaltijd, dan maakt men al vier kruistekens. Dat volstaat dus zeker.

27. Men kan voor en na elke maaltijd, als onderdeel van het gewone liturgische tafelgebed, ja, zelfs voor en na elke hap eten of slok drinken, bidden:

“Door Uw almacht, Heer-God, bevrijd al ons voedsel en onze dranken, en ook de lucht, die wij inademen, van elke bezoedeling, die ons zou kunnen schaden”.

Amen.

Dank u, Heer !

 

 

medaille van St Jozef

 

 

 

De auto

 

28. Laat uw particuliere auto, en uw bedrijfsauto, door een priester zegenen. Let er op dat de priester het goede wijdingsformulier gebruikt. Hang in uw auto medailles, bijv. die van Sint Benedictus en de Wonderdadige Medaille. En natuurlijk medailles van Sint Jozef, van Sint Christophorus en van de Heilige Aartsengel Raphaël, de patronen van de reizigers.

 

 

Gewijde olie en zout

 

André, Brussel, 30 mei 1985 :

29. Zorg voor gewijde olie. Bedoeld wordt spijsolie, zoals olijfolie, maisolie, zonnebloemolie, druivenpitolie, tarwekiemolie, e.d. in flessen of vaatjes. De olie kan in de flessen of vaatjes blijven tijdens de wijding, mits ze worden geopend door de sluiting er tijdelijk af te nemen. Laat de priester deze wijden met het goede formulier. Sluit daarna de flessen en vaten weer goed af.

30. Er bestaan ook enkele speciale oliën, zoals die, welke wordt uitgezweten door de stenen sarcofaag van de Heilige Monnik Sint Charbel in de Libanon. De hemel heeft hem aangewezen als de Heilige voor de Vrede van de Laatste Dagen. Wij moeten tot Sint Charbel bidden om vrede – Heilige Charbel, geef ons de vrede en hem eer bewijzen. Wij moeten onszelf en anderen met deze olie zegenen, bijvoorbeeld door een kruisje met de ingeöliede duim op het voorhoofd te tekenen. Doe dit vooral bij de kinderen.

31. Deze genade-oliën, vooral die van Sint Charbel, bezitten gewoonlijk genezende en beschermende werking. Als de voedselvoorraden van de wereld radio-actief besmet zullen zijn, moeten wij bij elke bereiding van voedsel een beetje van de olie van Sint Charbel in de te gebruiken spijsolie, of in de olie voor de salades, doen om de etenswaren te zuiveren. Drie druppels van de gewijde olie is voldoende. Echter, Olie van Sint Charbel is moeilijk te verkrijgen.

32. Al het andere voedsel, dat gegeten wordt zonder olie, moet worden gewassen in water, dat wat genadewater of wijwater bevat, ook hier zijn drie druppels voldoende, en ook al dat voedsel zal dan worden gezuiverd van de besmetting. Eventueel druppele men drie drupples op vaste spijzen, zoals een harde korst brood, of een appel. Maar bedenk wel, men moet geloven, wil dit echt werken, zo zegt de hemel het .

33. Het Heilige Hart: Wijwater zal uw lijden kunnen verzachten, de olie zal uw pijnen verlichten, de medailles en de beelden van de Heilige Benedictus zullen de plagen doen verdwijnen.

 

 

medaille van St Michaël

 

 

 

Little Pebble van Nowra in Australië, 3 maart 1990 :

34. Onze Lieve Vrouw: Om deze reden zei Ik u, lieve kinderen, de olie van Sint Charbel en wijwater te gebruiken om u te beschermen. De instructies, die Ik u, al gedurende vele jaren heb gegeven, moeten worden opgevolgd. De Boze vervuilt het water, vergiftigt het voedsel, en bezoedelt de lucht, niet slechts met zijn stank, lieve kinderen, maar ook door gebruik te maken van de gevallen menselijke natuur, waardoor velen zijn werktuigen zijn om de mensheid te vernietigen.

 

35. Nu volgen de instructies van Onze Lieve Vrouw teneinde elke soort Heilige Olie te vermeerderen: Verwerf u een hoeveelheid zuivere spijsolie. Steek een kaars aan. Spreek de Geloofsbelijdenis van de Apostelen, dan één Onze Vader, drie Weesgegroeten, en éénmaal Eer aan de Vader. Voeg drie druppels van de gewijde olie of Sint Charbel olie, toe aan de te wijden massa olie onder voortdurend gebed. Men kan bijvoorbeeld achtereenvolgens telkens de drie druppels reeds gewijde olie toevoegen aan een reeks geopende flessen met te wijden olie, welke flessen naast elkaar staan opgesteld.

36. Als er in de toekomst radio-actieve besmetting optreedt, moeten aan al het met olie te bereiden en te eten voedsel drie druppels van de gewijde olie worden toegevoegd. Drie druppels zijn voldoende om de besmetting weg te nemen. Iedereen wordt aangeraden om een flinke voorraad gewijde olie in huis te hebben.

 

 

 

medaille van het kind Jezus

 

 

 

Genadewater en wijwater

 

37. Zorg voor wijwater. Wijwater is normalerwijs niet bedoeld om te drinken. In parochies voorradig wijwater is dikwijls al oud. Laat dus een priester vers en zuiver water nieuw wijden. Dit water kan zuiver leidingwater (zonder chloor), of zuiver bronwater (zonder prik), of mineraalwater zijn. Bijv. Spa Reine, of dergelijk bronwater. Gechloreerd leidingwater moet men slechts in noodgevallen gebruiken. Zorg voor zuivere flessen met stop. Bijvoorbeeld lege glazen (of plastiek) flessen van bronwater met stevige draaidop zijn zeer geschikt om weer opnieuw te vullen.

38. Stort de aangekochte flessen, of het andere zuivere water, leeg in een proper vat. Dit water wordt dan gewijd. Let er op dat de goede gebedsformule wordt gebruikt. Laat de priester gewijd zout toevoegen, zoals het hoort. Dit zout verhoogt ook de houdbaarheid. Na de wijding het water met een schone trechter in de flessen teruggieten. Flessen goed afsluiten. Straks moet u ook anderen kunnen helpen. Leg dus een flinke voorraad aan. In noodgevallen kan het wijden ook geschieden door het water in de flessen te laten zitten, en de doppen er vanaf te draaien, zodat de fles open is. Dan kan de priester ook telkens een snufje gewijd zout in de flessen doen.

39. Zorg voor genadewater, dat is bronwater uit een genade-oord, zoals Lourdes, Fatima, Kerizinen, Montichiari, San Damiano, enz. Dit water is even goed als, of zelfs beter dan, het gewone wijwater. Het water van San Damiano is speciaal geschonken en gezegend voor het strafgericht, de Grote Waarschuwing.

Het dichtste bij gelegen is de bron van Banneux ten Zuid-Oosten van Luik. Dan Marpingen in het Saarland, ten Zuiden van Trier. Zorg voor goed afsluitbare plastiek vaten, kannen, jerrycans, e.d. van 5 tot 10 of meer liter inhoud, welke speciaal voor drinkwater zijn bestemd. Denk aan het soort vaten bestemd voor kampeeruitrusting. Men nemen eventueel ledige en goed gereinigde melkflessen of melkvaatjes. Gebruik niet de soort vaten bestemd voor benzine om gewijd of drinkwater in op te slaan. Bewaar de vaten thuis goed afgesloten, liefst op een koele en donkere plaats.

40. Men kan dagelijks, gewoonlijk ’s avonds voor het donker wordt, huis, erf, stallen, bijgebouwen, e.d. rondgaan, en met een gewijd palmtakje wijwater, of water uit een genade-oord, overal sprenkelen. Men kan dit ook doen, als er zich onaangename voorvallen in huis of op het erf hebben voorgedaan, na inbraken, of na vechtpartijen, na hevige ruzies, na losbandigheid, e.d. Het wijwater of het genadewater verdrijft de duivels, die mensen negatief beïnvloeden.

 

 

medaille van St Raphaël

 

 

 

 

Sint-Jozef-water

 

 

André, Brussel, 8 mei 1985 :

41. Een zeer bijzondere soort genadewater is dat van de Sint Jozefbron op het heiligdom van Nowra, Nieuw-Zuid-Wales, Australië. Onze Heilige en Gezegende Moeder heeft gezegd, dat de bron zo genoemd moest worden ter ere van Sint Jozef. Het water ziet er uit alsof het uit de harde rotsen komt. Hoe meer mensen er zijn bij het heiligdom, des te meer water geeft de bron. Hoe minder mensen, des te minder water wordt er gegeven door de bron.

42. Men moet dit Sint-Jozef-water gebruiken zoals elk ander genadewater of wijwater: Om mede te zegenen, om te drinken, om in het eten te gebruiken, en men moet het in zijn voorraad water doen om bevriezen te beletten. Maar bedenk, dat elke zegening met genade- of wijwater, of met gewijde olie, afhangt van ons geloof daarin.

43. Nu volgen de instructies van Onze Lieve Vrouw teneinde het Sint-Jozef-water van Nowra te vermeerderen: Verwerf u een hoeveelheid zuiver water. Steek een kaars aan. Spreek de Geloofsbelijdenis van de Apostelen, dan één Onze Vader, drie Weesgegroeten, en éénmaal Eer aan de Vader. Voeg drie druppels van het Sint-Jozef- water toe aan de te wijden massa water onder voortdurend gebed.

44. Van dit water kan men kleine teugjes drinken, en iedereen kan zich zegenend met dit water besprenkelen. Als er in de toekomst radio-actieve besmetting optreedt, moeten drie druppels van dit water (of van gewoon wijwater, of van gewijde olie) aan al het water, waarmede het voedsel voorafgaand wordt gewassen, en aan het kooknat, worden toegevoegd. Drie druppels zijn voldoende om het voedsel te reinigen van alle radio-actieve bezoedeling. Iedereen wordt aangeraden om een voorraad wijwater en genadewater in huis te hebben.

45. Het Heilige Hart: Hebt steeds wijwater bij de hand. Draagt Mijn beeltenis en Mijn medaille met liefde, met vertrouwen, en met geloof. Bidt veel.

 

 

medaille van St Antonius

 

 

San Damiano, 18 november 1966 :

46. De Heilige Maagd Maria: Komt aan de bron dit genadewater drinken. Wast u er mee. Drinkt er vol vertrouwen van. Velen zullen van hun lichamelijke kwalen worden genezen, velen zullen heilig worden.

 

San Damiano, 26 mei 1967 :

47. De Heilige Michaël, sprekend in naam van God de Vader: Ik verkondig, dat allen grote jerrycans moeten aanschaffen om hier veel water te halen. Houdt ook kleine schalen gereed. Wanneer de verschrikkelijke strijd van de vertwijfeling aanbreekt, zult u vele afschuwelijke dingen zien. Giet dit water dan in de schalen, dompel uw gelaat er in, en u zult gered worden. 

 

 

 

Angst en vrees verjagen

 

 

Marie-Julie de Jahenny, Blain, West-Frankrijk, 19e en 20e eeuw :

48. Onze Lieve Heer: Om alle angst en vrees te verjagen, moet gij uw voorhoofd aanraken met een afbeelding van Maria de Onbevlekte, of met haar zoete Wonderdadige Medaille. Uw geest zal kalm blijven. Uw verstand zal niet bevreesd worden door het naderbij komen van het schrikbewind van de mensen.

 

 

 

Vuur uit de hemel weerstaan

 

Marie-Julie de Jahenny, Blain, 23 februari 1928 :

49. Het Heilig Hart van Jezus over vuur uit de aarde en uit de hemel: De hitte zal verschrikkelijk zijn. Een kruisteken, gemaakt met wijwater, zal de warmte doen verminderen en de vonken terugdrijven. Gij moet vijf kussen geven aan de kruisjes, waaraan een aflaat is verbonden. Kruisjes [met vinger of duim] getekend op de vijf wonden van een afbeelding van de gekruisigde Jezus, zullen hetzelfde gevolg hebben.

 

 

 

Zalf van rozenblaadjes

 

50. De zalf van het ‘Goddelijk Wezen’ wordt te Nowra in Australië vervaardigd op instructies van Onze Lieve Vrouw. De zalf wordt gemaakt van Rozenblaadjes, die worden geplaatst onder een metalen Kruisbeeld, dat van tijd tot tijd bloed en zweet afgeeft. Dit Kruisbeeld bevindt zich in de Kapel van Alle Verschijningen op de heilige gronden van de verschijningsplaats te Nowra. Onze Lieve Vrouw zegde Little Pebble de zalf te bereiden van de gekneusde rozenblaadjes, met de bedoeling deze te gebruiken om lichaam en ziel te helen in de Laatste Dagen. Deze zalf kan echter ook nu al worden gebruikt.

51. Gebruiksaanwijzing: Breng de zalf aan op de aangetaste of op de gekwetste plaats. Maak daarna het Kruisteken, bid één Weesgegroet, en roep het Kostbaar Bloed van Jezus aan. Onze Lieve Vrouw zeide op 19 mei 1994 dat er vele manieren zijn waarop wij deze zalf kunnen toepassen. Het bovenstaande is slechts een suggestie.

52. Op 13 juni 1995 zegende Onze Heilige Moeder alle rozenblaadjes in de Kapel van Alle Verschijningen, en vroeg, dat er een zalf of crème zou worden gemaakt, speciaal bestemd om rheuma te genezen. Deze wordt op dezelfde wijze aangebracht als de helende zalf van het Goddelijk Wezen, en deze crème wordt gemaakt met zuivere stoffen, zoals oliën en lotions, en wordt lichtjes geparfumeerd.

Men bestelle deze zalven in Australië (brief in het Engels; bankbiljetten, Australische dollars of Euros, voor de kosten van het opsturen, bij de brief insluiten). Adres: Little Pebble, P.O. Box 815, Nowra, N.S.W. 2541, Australia.

 

 

medaille van de Heilige Geest

 

 

 

De gezegende zakdoekjes met de afbeelding van de Drie Harten

 

Doornstruikje, L’Avenir, Québec, Canada, octber 1994 :

53. Boodschap van de Heilige Maagd aan Doornstruikje in october 1994: Ik ben tevreden, dat gij aan mijn wens gehoor hebt gegeven, lief kind.

Dit betrof het doen vervaardigen van een zakdoekje met aan de ene zijde een kruis en de spreuk: “O, Maria, zonder zonde ontvangen, bid voor ons, die onze toevlucht tot u nemen.”

Aan de andere zijde de drie verenigde harten: het Allerheiligste Hart van Jezus, het Onbevlekt Hart van Maria en het Zeer Zuivere Hart van Sint Jozef, met de spreuk: “Jezus, Maria, Jozef, ik bemin u. door uw Verenigde en Ondeelbare Harten, redt de zielen.”

Boven de drie harten drie vurige vlammen, die naar boven toe één vlam worden, welke de goddelijke liefde en barmhartigheid voorstelt.

54. Aan deze zakdoekjes zijn de navolgende genaden, beloftes en zegeningen verbonden:

Lief kind, ik wens, dat gij zult weten, dat elk van die zakdoekjes mijn moederlijke mantilla vertegenwoordigt. Al mijn kinderkens, die mijn mantilla dragen, ontvangen deze bijzondere genade. Deze bijzondere genade zal een troost zijn voor de stervenden, mits zij [de zakdoekjes] zijn gezegend door een van mijn priester-zonen, en Ik zal bij hen aanwezig zijn tijdens hun sterven als een schild tegen de bekoring. Zij [de doekjes] zullen vertroosting bieden aan de zieken.

55. Tijdens de duistere dagen zullen zij een speciaal schild zijn en een bescherming tegen de demonen. En zij zullen moeten worden gebruikt om het goede van het kwade te onderscheiden gedurende de dagen van duisternis, wanneer zij sluiers van waarheid zullen worden.

Al mijn lieve kinderen, die deze zakdoekjes dragen, of die ze bewaren in hun woningen, zullen in Onze Verenigde en Ongedeelde Harten blijven, en Onze Ongedeelde en Verenigde Harten zullen voortdurend over hen waken.

Bijzondere genaden van genezing zullen worden verleend en bekeringen tot het ware geloof, volgens de wil van mijn Zoon. Deze sacramentaliën hebben een bijzondere zegen ontvangen van Onze Verenigde en Ongedeelde Harten.

Zij moeten worden gegeven aan allen, die zij wensen [te ontvangen], tesamen met mijn gezegende rozenblaadjes, tegen een kleine gift, opdat er weer andere zouden kunnen worden gemaakt.

 

 

 

Gewijde druiven

 

56. De wonderbaarlijke, kracht gevende druiven werden door Onze Lieve Vrouw geschonken aan Mama Rosa Quatrini, in San Damiano, Italië. Deze druiven zullen het gelovige volk kracht geven, en in leven houden gedurende de tijd van de Antichrist, tijdens oorlogen, hongersnoden, droogtes, rampen, plagen, en ziektes.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Advertentie

Abraham, de stamvader van Israël

Standaard

categorie : religie

 

 

Abraham, oorspronkelijk Abram geheten, is de stamvader van het volk Israël. Uit de Bijbel leren wij hem kennen als een uitstekend vroom man, die zich, in het volle vertrouwen, volkomen aan de goddelijke Voorzienigheid overgaf, toen hem gevraagd werd zijn zoon Izak te offeren. Hij werd als zoon van Terah (of ‘Terach’) en kleinzoon van Nahor geboren in Ur. Hij was dus een afstammeling van Sem, zoon van Noach.

 

 

Abraham Friend of God2

 

 

 

Naam

 

Zijn naam was eerst Abram (‘hoge vader’, ‘vader der hoogheid’), doch na de goddelijke belofte van een talrijk kroost (Gen. 12:2; 17:5), ontving hij op 99-jarige leeftijd de naam Abraham, welke hij de hele Bijbel door behoudt. De nieuwe naam betekent ‘vader van een grote menigte’. Hij zou worden ‘tot een groot volk’ (Gen. 12:2) en ‘een vader van menigte der volken’ (Gen. 17:5).

 

 

 

Afgoderij

 

Terah en zijn zonen Abraham en Nahor hebben andere goden gediend. Jozua verhaalde daarvan:

Joz 24:2 Toen zei Jozua tegen heel het volk: Zo zegt de Heere, de God van Israël: Aan de overzijde van de rivier hebben uw vaderen van oude tijden af gewoond, Terah, de vader van Abraham, en de vader van Nahor; en zij hebben andere goden gediend.

Joz 24:14 Nu dan, vrees de Heere, dien Hem in oprechtheid en trouw, doe de goden weg die uw vaderen gediend hebben aan de overzijde van de rivier en in Egypte, en dien de Heere.

Joz 24:15 Maar als het in uw ogen kwalijk is de Heere te dienen, kies voor u heden wie u zult dienen: óf de goden die uw vaderen, die aan de overzijde van de rivier woonden,gediend hebben, óf de goden van de Amorieten, van wie u het land bewoont. Maar wat mij en mijn huis betreft, wij zullen de Heere dienen!

Joz 24:16 Toen antwoordde het volk en zei: Er is geen sprake van dat wij de Heere zouden verlaten om andere goden te dienen.

 

 

52e00dfb70a3badbe4499241b720db2f

 

 

 

Roeping

 

Abram werd door God geroepen om zijn land en familie te verlaten en te gaan naar een ander land dat God hem zou wijzen. Jahweh zou hem tot een groot volk maken, namelijk het volk van Israël. In hem zouden alle geslachten van de aardbodem gezegend worden.

 

Ge 12:1 De Heere nu zei tegen Abram: Gaat u uit uw land, uit uw familiekring en uit het huis van uw vader, naar het land dat Ik u wijzen zal.


Ge 12:2 Ik zal u tot een groot volk maken, u zegenen en uw naam groot maken; en u zult tot een zegen zijn.


Ge 12:3 Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken; en in u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden.


Ge 12:4 Toen ging Abram op weg, zoals de Heere tot hem gesproken had, en Lot ging met hem mee. Abram was vijfenzeventig jaar oud, toen hij uit Haran vertrok.

.

.

God verscheen meermaals aan Abraham

 

Hij zei eens van Abraham:

Ge 18:19 want Ik heb hem gekend, opdat hij gebieden zou, dat zijn zonen en zijn huis na hem de weg des Heeren zouden bewaren door gerechtigheid en recht te doen, opdat de Heere aan Abraham vervulle wat Hij over hem gesproken heeft.

 

 

 

Abraham kreeg acht zonen bij drie vrouwen

 

De vrouwen van Abraham waren Sara, Hagar en Ketura. Hij nam Ketura tot vrouw nadat Sara, 127 jaar oud (Gen. 23:1) gestorven was; Abraham was toen 137 jaar oud. De naam “Ketura” betekent “reukwerk”. Abrahams zonen waren:

  1. Ismaël (‘God verhoort’), zoon van Sara’s dienstmaagd Hagar
  2. Izak (‘gelach’), zoon van Sara.
  3. Zimran (‘beroemde’), zoon van Ketura
  4. Joksan (‘vogelaar’), zoon van Ketura
  5. Medan (‘twist’), zoon van Ketura
  6. Midian (‘strijd’), zoon van Ketura
  7. Jisbak (‘verlatene’), zoon van Ketura
  8. Suah (‘treurig’), zoon van Ketura.

Sara’s overlijden in Hebron gaf hem aanleiding om een spelonk te kopen van de Hethiet Efron (Gen. 23). Hij kocht de spelonk en de akker van Efron voor 400 zilverstukken. Dat was zijn eerste, aangekochte eigendom in het land Kanaän. Na de dood van Sara heeft Abraham nog 38 jaar geleefd. Hij bereikte een leeftijd van 175 jaar. Door zijn zonen Izak en Ismaël werd hij begraven in de spelonk van Machpela.

 

 

 

Abraham, de profeet

 

God noemde Abraham tegenover de filistijnse vorst Abimelech “een profeet” (Gen. 20:7).

Ge 20:7 Nu dan, geef de vrouw van die man terug, want hij is een profeet! Hij zal voor u bidden, zodat u in leven blijft. Als u haar echter niet teruggeeft, weet dan dat u zeker zult sterven, u en al wat van u is.

Dat Abraham een profeet was, bleek uit zijn antwoord aan Izak, onderweg naar de offerplaats.

Ge 22:7 Toen sprak Izak tot zijn vader Abraham en zei: Mijn vader! Hij zei: Zie, hier ben ik, mijn zoon. Hij zei: Zie, hier is het vuur en het hout, maar waar is het lam voor het brandoffer?
Ge 22:8 Abraham zei: God zal Zichzelf voorzien van het lam voor het brandoffer, mijn zoon. Zo gingen zij beiden samen.

 

 

1505

 

 

De profeet Abraham sprak tot zijn knecht, die de opdracht kreeg naar Abrahams familie te gaan en daar een vrouw voor Izak te vinden.

Ge 24:7 De Heere, de God van de hemel, Die mij uit mijn familie en uit mijn geboorteland weggehaald heeft, Die tot mij gesproken heeft en Die mij gezworen heeft: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven -die God zal Zijn engel voor u uit sturen, opdat u voor mijn zoon daarvandaan een vrouw zult nemen.

Toen de aartsvader zich tegenover de Hethieten, van wie hij een gunst verzocht, “een vreemdeling en een inwoner bij u” noemde, noemden zij hem “een vorst Gods in het midden van ons’ (Gen. 23:6). God noemde hem tegenover zijn volk Israël “de rotssteen” waaruit de Israëlieten gehouwen zijn.

 

Jes 51:1  Hoort naar Mij, gij, die de gerechtigheid najaagt, gij, die den Heere zoekt! aanschouwt den rotssteen, waaruit gij lieden gehouwen zijt, en de holligheid des bornputs, waaruit gij gegraven zijt.


Jes 51:2 Aanschouwt Abraham, ulieder vader, en Sara, die ulieden gebaard heeft; want Ik riep hem, toen hij nog alleen was, en Ik zegende hem, en Ik vermenigvuldigde hem.

 

Jezus Christus wordt “de Zoon van Abraham” genoemd, omdat hij naar het vlees een afstammeling van Abraham is en evenals deze wandelde in geloof.

Mt 1:1 Geslachtsregister van Jezus Christus, Zoon van David, Zoon van Abraham.

 

Joh 8:39 Zij antwoordden en zeiden tot Hem: Onze vader is Abraham. Jezus zei tot hen: Als u kinderen van Abraham was, zou u de werken van Abraham doen.

 

 

 

Belofte van land

 

Abraham kreeg de belofte van het land Kanaän. Hij was gegaan en gekomen in het land dat God hem ter bezitting aanwees. Het land was voor hem en zijn ‘zaad’, zijn nageslacht. De landbelofte wordt meermaals herhaald.

 

Ge 12:1 De Heere nu zei tegen Abram: Gaat u uit uw land, uit uw familiekring en uit het huis van uw vader, naar het land dat Ik u wijzen zal.


Ge 12:7 Zo verscheen de Heere aan Abram, en zeide: Aan uw zaad zal Ik dit land geven. Toen bouwde hij aldaar een altaar den Heere, Die hem verschenen was.


Ge 15:7 Voorts zeide Hij tot hem: Ik ben de Heere, Die u uitgeleid heb uit Ur der Chaldeën, om u dit land te geven, om dat erfelijk te bezitten.


Ge 17:8 En Ik zal u, en uw zaad na u, het land uwer vreemdelingschappen geven, het gehele land Kanaän, tot eeuwige bezitting; en Ik zal hun tot een God zijn.

 

 

Afbeelding-04-Het-Beloofde-Land

 

 

 

Het beloofde land is zelfs groter dan Kanaän en strekt zich uit tot de rivier Eufraat (of Frath).

 

Ge 15:18 Ten zelfden dage maakte de Heere een verbond met Abram, zeggende: Aan uw zaad heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af, tot aan die grote rivier, de rivier Frath.

 

 

 

Abraham bleef een vreemdeling in het land en woonde in tenten.

 

Hnd 7:5 En Hij gaf hem geen erfdeel daarin, zelfs geen voetbreed, en Hij beloofde het hem tot een bezitting te geven en zijn nageslacht na hem, terwijl hij geen kind had.

 

 

3sarah-et-abraham_isaac540

 

 

 

De landbelofte wordt door God aan Abrahams zoon Izak bevestigd

 

Ge 26:2 En de Heere verscheen hem en zeide: Trek niet af naar Egypte; woon in het land, dat Ik u aanzeggen zal;

Ge 26:3 Woon als vreemdeling in dat land, en Ik zal met u zijn, en zal u zegenen; want aan u en uw zaad zal Ik al deze landen geven, en Ik zal den eed bevestigen, dien Ik Abraham uw vader gezworen heb.

Ge 26:4 En Ik zal uw zaad vermenigvuldigen, als de sterren des hemels, en zal aan uw zaad al deze landen geven; en in uw zaad zullen gezegend worden alle volken der aarde,

Ge 26:5 Daarom dat Abraham Mijn stem gehoorzaam geweest is, en heeft onderhouden Mijn bevel, Mijn geboden, Mijn inzettingen en Mijn wetten.

 

Ook aan Jacob en Mozes werd de belofte door God bevestigd (Deut. 34:4).

 

 

 

Belofte van talrijk nageslacht

 

Abraham kreeg ook de belofte van een talrijk nageslacht. Abraham is, overeenkomstig de belofte van God, een vader van vele volken geworden. De naam ‘Abraham’ betekent ‘vader van een grote menigte’ .

Ge 12:2 Ik zal u tot een groot volk maken, u zegenen en uw naam groot maken; en u zult tot een zegen zijn.

Ge 17:5 En uw naam zal niet meer genoemd worden Abram; maar uw naam zal wezen Abraham; want Ik heb u gesteld tot een vader van menigte der volken.


Ge 17:6 En Ik zal u gans zeer vruchtbaar maken, en Ik zal u tot volken stellen, en koningen zullen uit u voortkomen.

Ge 18:17 De Heere zei: Zal Ik voor Abraham verbergen wat Ik ga doen?


Ge 18:18 Immers, Abraham zal zeker tot een groot en machtig volk worden, en alle volken van de aarde zullen in hem gezegend worden.


Ge 18:19 Want Ik heb hem uitgekozen, opdat hij aan zijn kinderen en zijn huis na hem bevel zou geven om de weg van de Heere in acht te nemen, door gerechtigheid en recht te doen, opdat de Heere over Abraham zal brengen wat Hij over hem gesproken heeft.

 

 

 

God herhaalde Zijn belofte nadat Abraham zijn zoon offerde:

 

Ge 22:16 Hij zei: Ik zweer bij Mijzelf, spreekt de Heere: Omdat u dit gedaan hebt en Mij uw zoon, uw enige, niet onthouden hebt,


Ge 22:17 zal Ik u zeker rijk zegenen en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren aan de hemel en als het zand dat aan de oever van de zee is. Uw nageslacht zal de poort van zijn vijanden in bezit hebben.


Ge 22:18 En in uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, omdat u Mijn stem gehoorzaam geweest bent.

 

 

 

De belofte van een talrijk nageslacht werd door God aan Izak herhaald:

 

Ge 26:4 Ik zal uw nageslacht zo talrijk maken als de sterren aan de hemel en uw nageslacht al deze landen geven. In uw nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden,

Ge 26:5 omdat Abraham Mijn stem gehoorzaamd heeft en Mijn voorschriften, Mijn geboden, Mijn verordeningen en Mijn wetten in acht genomen heeft.

Abraham heeft afstammelingen naar het vlees en naar het geloof. Van Abraham stammen af naar het vlees (lijfelijke nakomelingen):

  • de Israëlieten, via zijn zoon Izak
  • de Edomieten, via zijn zoon Izak
  • de Ismaëlieten, via zijn zoon Ismaël
  • de Assurieten, via zijn zoon Joksan
  • de Letusieten, via zijn zoon Joksan
  • de Leümmieten, via zijn zoon Joksan
  • de Midianieten, via zijn zoon Midian
  • en vele Arabische stammen

Volgens de islamitische overlevering zijn de Arabieren de nakomelingen van Ismaël en daarmee kinderen van Abraham. Moslims zien Abraham als hun vader.

 

 

 

Abrahams nageslacht door het geloof

 

In figuurlijke of geestelijke zin, namelijk om hun geloof, worden gelovigen in de Bijbel kinderen van Abraham genoemd. Abraham geloofde God op het woord van Diens beloften en het werd hem tot gerechtigheid gerekend. Zo wordt ook ons geloof in Jezus Christus, de Zoon van God en de Heiland der wereld, ons tot gerechtigheid gerekend. In dat opzicht is de gelovige als Abraham en wordt hij door God als een zoon van Abraham beschouwd.

Ga 3:7 Erkent dan, dat zij die op grond van geloof zijn,zonen van Abrahamzijn. 

Ga 3:29 En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en volgens belofte erfgenamen.

 

Uit en door Abraham is dus een natuurlijk en aards volk (Israël) alsook een geestelijk en hemels volk (gemeente van Christus) ontstaan. Deze beide volken worden misschien aangeduid door de uitdrukkingen “de sterren aan de hemel” (gemeente van Christus) en “het zand aan de oever van de zee” (Israël).

 

Ge 22:16 Hij zei: Ik zweer bij Mijzelf, spreekt de Heere: Omdat u dit gedaan hebt en Mij uw zoon, uw enige, niet onthouden hebt,


Ge 22:17 zal Ik u zeker rijk zegenen en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren aan de hemel en als hetzand dat aan de oever van de zee is. Uw nageslacht zal de poort van zijn vijanden in bezit hebben.


Ge 22:18 En in uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, omdat u Mijn stem gehoorzaam geweest bent.

Ge 26:4 Ik zal uw nageslacht zo talrijk maken als de sterren aan de hemel en uw nageslacht al deze landen geven. In uw nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden.

 

 

plaat10

 

 

 

Belofte van zegen

 

Abraham kreeg ook een belofte van zegen in hem: in hem zouden alle geslachten van het aardrijk gezegend worden.

Ge 12:3 Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken; en in u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden.

 

 

 

God herhaalde Zijn belofte nadat Abraham zijn zoon offerde:

 

Ge 22:16 Hij zei: Ik zweer bij Mijzelf, spreekt de Heere: Omdat u dit gedaan hebt en Mij uw zoon, uw enige, niet onthouden hebt,


Ge 22:17 zal Ik u zeker rijk zegenen en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren aan de hemel en als het zand dat aan de oever van de zee is. Uw nageslacht zal de poort van zijn vijanden in bezit hebben.


Ge 22:18 En in uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, omdat u Mijn stem gehoorzaam geweest bent.

 

 

 

De belofte van zegen wordt door God aan Izak herhaald:

 

Ge 26:4 Ik zal uw nageslacht zo talrijk maken als de sterren aan de hemel en uw nageslacht al deze landen geven. In uw nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, 

Ge 26:5 omdat Abraham Mijn stem gehoorzaamd heeft en Mijn voorschriften, Mijn geboden, Mijn verordeningen en Mijn wetten in acht genomen heeft.

 

 

 

Op de Pinksterdag herinnert Petrus zijn toehoorders aan deze belofte:

 

Hnd 3:25 U bent de zonen van de profeten en van het verbond dat God met uw vaderen heeft gemaakt, toen Hij tot Abraham zei: ‘En in uw nageslacht zullen alle families van de aarde gezegend worden’.

 

 

 

Deze zegen komt door een zoon van Abraham, namelijk Jezus Christus, tot alle volken van de aarde. Eén zegen is de rechtvaardiging uit geloof.

 

Ga 3:8 De Schrift nu, die voorzag dat God de volken op grond van geloof zou rechtvaardigen, verkondigde tevoren aan Abraham de blijde boodschap: ‘In u zullen alle volken gezegend worden’.

 

 

 

Belofte van overwinning

 

Nadat God aan Abraham meermaals de belofte van land, een talrijk nageslacht en zegen door hem voor de volken had gedaan, voegt Hij, nadat Abraham zijn eigen zoon offerde, er een nieuwe belofte bij.

 

 

Het zaad (nageslacht) van Abraham zou de poort van zijn vijanden in bezit nemen:

 

Ge 22:16 Hij zei: Ik zweer bij Mijzelf, spreekt de Heere: Omdat u dit gedaan hebt en Mij uw zoon, uw enige, niet onthouden hebt,


Ge 22:17 zal Ik u zeker rijk zegenen en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren aan de hemel en als het zand dat aan de oever van de zee is. Uw nageslacht zal de poort van zijn vijanden in bezit hebben.


Ge 22:18 En in uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, omdat u Mijn stem gehoorzaam geweest bent.

 

Wanneer wij Abrahams zaad (nageslacht) in het meervoud nemen, dus op zijn nakomelingen zien, dan zegt de belofte dat Abrahams nageslacht de poort van zijn vijanden (erfelijk) zal bezitten, hun steden innemen en het goed van hun land genieten. Een poortis in de Heilige Schrift het beeld van macht en sterkte (vgl. Matth. 16:18). In de poorten werden ook de rechtspraken gehouden. Jahweh wil daarmee dus aan Abraham zeggen, dat zijn nakroost over zijn vijanden zal heersen en zijn vijanden overwinnen zal.

Deze belofte ging in vervulling toen Israël zijn vijanden versloeg en het beloofde land innam. De volkomen vervulling geschiedt na de Grote Verdrukking en het geestelijke herstel van Israël. Israël zal dan niet langer de smaad en de staart, maar de eer en het hoofd der volken zijn.

Wanneer wij Abrahams zaad in het enkelvoud nemen, dus op zijn Nakomeling Jezus zien – zoals Paulus doet in Gal. 3:16 – dan zegt de belofte dat de Heer Jezus de poort van zijn vijanden zal innemen. De Heer Jezus is verhoogd aan Gods rechterhand totdat God al zijn vijanden tot zijn voetbank heeft gesteld.

Heb 1:13 Tot wie van de engelen echter heeft Hij ooit gezegd: ‘Zit aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden stel tot een voetbank voor uw voeten’?

Lu 19:27 Die vijanden van mij evenwel, die niet wilden dat ik over hen regeerde, brengt ze hier en slacht ze in mijn bijzijn af.

 

 

De Heer Jezus heeft door de dood de satan, die de macht over de dood had, teniet gedaan.

 

Heb 2:14  Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deelgenomen, opdat Hij door de dood te niet zou doen hem die de macht over de dood had, dat is de duivel.

 

 

 

Hij heeft de sleutel van de dood en de hades (= dodenrijk).

 

Opb 1:18 en de levende; en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid, en Ik heb de sleutels van de dood en de hades.

Mt 16:18 En ook Ik zeg je dat jij Petrus bent, en op deze rots zal Ik mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hades zullen haar niet overweldigen.

Hij zal bij zijn toekomstige verschijning in de wereld zijn vrederijk op aarde oprichten. Hij zal de wereld regeren, die voordien, na de zondeval, door satan werd geregeerd.

 

1Co 15:25 Want Hij moet regeren, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten heeft gelegd.

 

 

 

DE ISLAM IS DE GOEDSCHIKSE

TEGENBEWEGING

TEGEN HET WARE CHRISTENDOM

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

John Astria

De mirakels van Pater Pio

Standaard

categorie : religie

 

 

 

De Mirakels

 

 Laten we een mirakel beschouwen als een bovennatuurlijke gebeurtenis. Het is een gebeurtenis waarin de wetten van de natuur de wetten van een hogere macht ondergaan, het is de wil van God. Gedurende het leven van Pater Pio van Pietrelcina zijn er veel mirakels gebeurd. Pater Pio was zich bewust dat die mirakels van Goddelijke oorsprong waren. Telkens als iemand hem kwam opzoeken om te bedanken voor een bijzondere gunst die hij had verkregen, drong de pater erop aan dat die persoon de Heer zelf zou bedanken. De Heer alleen kan mirakels doen.

 

 

paterpiobrief

 

 

 

Pater Pio verkreeg een van zijn eerste mirakels in 1908. Hij verbleef toen in het klooster van Montefusco. Voor zijn tante Daria, van wie hij veel hield, en die in Pietrelcina woonde, verzamelde hij kastanjes die hij in een kleine zak deed. De tante kreeg die kastanjes en at ze op. Het zakje bewaarde ze als souvenir.

Op een avond, lange tijd daarna, wilde tante Daria in een lade wat zoeken, zij gebruikte daarvoor een olielamp, maar in die lade bewaarde haar man ook de cartouches voor zijn wapen. Een vonk uit de lamp veroorzaakte een ontploffing die de tante trof in het gelaat.

Huilende van de pijn, zocht de tante naar het zakje waarin pater Pio die kastanjes had gegeven, en legde dat zakje op haar gelaat. Onmiddellijk was de pijn weg, en op haar gelaat waren achteraf geen sporen van brandwonden.

 

 

 

 

Tijdens de tweede wereldoorlog, was het brood slechts met bonnetjes te verkrijgen. Veel mensen kwamen dan ook naar het klooster van Onze lieve Vrouw van Genade om een aalmoes te verkrijgen. Toen de monniken eens naar de refter gingen was er slechts een halve kilo brood in de mand.

De gemeenschap zegde het gebed en ieder ging zitten voor de soep. Pater Pio, was langs de kerk gegaan, hij kwam terug met een grote hoeveelheid vers brood. Aan de abt die hem vroeg waar hij dat brood had gehaald, antwoordde hij: “een bedevaarster aan de deur had ze hem gegeven”. Niemand zei iets, maar iedereen had begrepen dat alleen pater Pio dergelijke bedevaarsters kon ontmoeten.

 

 

 

 

Eens had de koster vergeten de hosties klaar te zetten die moesten worden geconsacreerd voor de communie. Er waren er maar enkele in de ciborie. Nadat hij biecht had gehoord, begon pater Pio de communie uit te delen aan de talrijke gelovigen. Hij kwam er geen te kort, en op het einde bleven er nog over.

 

 

 

 

Een vrouw die vaak geestelijke leiding kwam vragen bij Pater Pio, had van hem een brief ontvangen, en had zich aan de kant van de weg neergezet om hem te lezen. Maar de wind rukte de brief uit haar handen. De brief haperde bij aan een steen, en de vrouw kon de brief terugnemen. De volgende dag zei pater Pio aan de vrouw: “Pas op voor de wind, als ik er mijn voet niet had op gezet, zou die zeker in de vallei zijn gewaaid”.

 

 

 

 

 

 

 

 

Een geestelijke leerlinge van Pater Pio, Mevrouw Cleonice, heeft verteld: Tijdens de laatste oorlog was mijn kleinzoon krijgsgevangene. Een jaar lang was er geen nieuws van hem. iedereen dacht dat hij dood was. Zijn vader en moeder leden er erg onder. Op een dag ging zijn moeder knielen in de biechtstoel van pater Pio, om te vragen of haar zoon nog leefde.

Ze wilde niet heengaan voordat de pater haar antwoord had gegeven. Ontroerd, keek pater Pio haar aan en zei: Sta op en ga in vrede. Enkele dagen later, kon ik het verdriet van de ouders niet meer verdragen, en ik besloot een mirakel te vragen aan Pater Pio. Met een hart vol hoop zei ik tot de pater: ik wil een brief schrijven naar mijn kleinzoon Giovannino, maar ik weet niet waar hij is, ik kan alleen zijn naam schrijven op de brief.

U en uw engel bewaarder kunnen ons zeggen waar hij is. Pater Pio antwoordde niet. Ik schreef de brief, en die avond voor het slapen gaan, legde ik de brief op de nachttafel. De volgende morgen, tot mijn grote verwondering was de brief verdwenen. Ontroerd, ging ik de volgende dag Pater Pio bedanken.

Hij zei me: bedank eerder Onze lieve Vrouw. Twee weken later waren er voor de hele familie tranen van vreugde. We dankten God en Pater Pio, want mijn kleinzoon, die iedereen dood waande, had op de brief geantwoord.

 

 

 

 

Mevrouw Luise had een zoon, officier bij de Koninklijke Britse Marine. Luisa bad elke dag voor zijn bekering, en voor het behoud van haar zoon. Op een dag kwam ze een onbekende Engelsman tegen in San Giovanni Rotondo. Hij had enkele dagbladen bij die Luisa vroeg. Daarin vernam ze dat de boot van haar zoon was vergaan. Ontsteld, ging ze vlug Pater Pio opzoeken.

Pater Pio vroeg haar wie haar had gezegd dat hij dood was. Pater Pio gaf haar het adres van het hotel waar haar zoon verbleef voordat hij terug zou inschepen. Hij werd gered na de schipbreuk in de Atlantische oceaan. Luisa schreef onmiddellijk een brief en na enkele dagen kreeg ze antwoord van haar zoon.

 

 

 

 

In San Giovanni Rotonde kende men een zeer goede vrouw, zo goed dat Padre Pio zei dat men haar als voorbeeld kon stellen voor sommige biechtvaders. Met andere woorden: het was een heilige vrouw. Op het einde van de vasten werd deze vrouw “Paolina”zwaar ziek. De dokters hadden geen enkele hoop haar te redden. Haar echtgenoot, vergezeld van hun vijf zonen, ging naar het klooster.

Zij smeekten Padre Pio, de jongste kinderen klampten zich wenend vast aan de pij van Padre Pio. Verward dwong Padre Pio zich hen te troosten en beloofde voor hun moeder te bidden. Bij het begin van de Goede Week drukte Padre Pio zich anders uit. Aan diegene die zijn bemiddeling vroegen voor de genezing van Paolina antwoordde de padre vastberaden “zij zal herleven op de dag van Pasen” .

Op Goede Vrijdag verloor Paolina het bewustzijn en heel vroeg de zaterdag raakte zij in coma. Na enkele uren bewoog zij niet meer. Zij scheen dood. Enkele naastbestaanden van Paolina kleedden haar, volgens de traditie, met haar huwelijkskleed, anderen liepen wanhopig van het klooster waar Padre Pio herhaalde “zij zal herleven”. Padre Pio ging de H. Mis opdragen.

Op het ogenblik dat Padre Pio het gloria begon te zingen en terwijl de klokken luidden, ondertussen de verrijzenis van Christus aankondigend, brak zijn stem in een snik en zijn ogen vulden zich met tranen. Op hetzelfde ogenblik herleefde Paolina. Zonder hulp stond zij op van haar bed, knielde en bad driemaal luidop het Credo. Dan stond zij op en glimlachte.

Was zij genezen? Was zij verrezen? Padre Pio had gezegd: “zij zal herleven”. Hij had niet gezegd: “zij zal genezen”. Als men vroeg aan Paolina wat er gebeurd was terwijl men haar dood waande, antwoordde zij slechts, wat blozend: “ik steeg, ik steeg, gelukkig…als ik in een groot licht trad, ben ik achteruitgegaan, ik ben teruggekomen”.

 

 

 

 

 

 

 

 

Een moeder vertelde:” Mijn dochter geboren in 1953, werd in 1955 gered dank zij Padre Pio. Inderdaad de morgen van 6 januari 1955, terwijl mijn man en ik naar de mis waren, is het meisje, thuisgebleven met de grootouders en een van haar ooms, in een kuip met kokend water gevallen. Zij had brandwonden in de derde graad aan  de onderbuik tot achter aan het lichaam.

Ik smeekte Padre Pio ons te helpen om het meisje te redden. De dokter die kwam anderhalf uur nadat wij hem geroepen hadden, gaf geen  enkel geneesmiddel en raadde ons aan het meisje naar de kliniek te brengen, want hij vreesde het ergste. Na het vertrek van de dokter begon ik Padre Pio aan te roepen.

Rond de middag, terwijl ik mij gereed maakte om naar de kliniek te gaan, riep mijn meisje vanuit haar kamer en zei:”Mama de brandwonden zijn weg;” Ik vroeg haar wie ze weggenomen had. Zij antwoordde:” Het is Padre Pio die gekomen is. Hij plaatste de wonden van zijn handen op mijn brandwonden”. Inderdaad het lichaam van mijn dochtertje toonde geen enkel spoor van brandwonden meer.

 

 

 

 

De landbouwers van San Giovanni Rotondo houden eraan dit gebeuren te vertellen. Het was in de lente en amandelbomen in volle bloei kondigden een overvloedige oogst aan. Maar de bomen werden aangetast door rupsen: een overvloed van rupsen die, in bendes, de bloemen, de bladeren en ook de schors aanvielen.

Na twee dagen, na vergeefs geprobeerd te hebben deze plaag te remmen, praatten de eigenaars, waarvan meerdere van deze bebouwing leefden, met Padre Pio. Vanuit het venster van het klooster, bekeek de monnik de door rupsen aangetaste amandelbomen en besloot ze te zegenen. Na zijn priesterkleren aangetrokken te hebben, begon hij te bidden.

Toen hij gedaan had, maakte hij met gewijd water een groot kruisteken in de richting van de bomen. De volgende morgen waren de rupsen verdwenen, maar de takken van de bomen waren naakt als stokken. Desondanks was de oogst, die verloren had geleken, overvloediger dan ooit.

Hoe hadden bomen zonder bloemen, met naakte takken, vruchten in zo’n  grote overvoed kunnen voortbrengen? Niemand weet het: de beste tuinbouwers hebben dit fenomeen niet kunnen uitleggen.

 

 

 

 

In de tuin van het klooster van San Giovanni Rotondo, groeiden cipressen, fruitbomen en hier en daar enkele dennen. In deze tuin hield Padre Pio ervan in de namiddag, vergezeld van vrienden of bezoekers, te genieten van de zachte frisheid van de schaduw. Op een zekere dag praatte Padre Pio, onder de bomen, met enkele mensen. Plots begonnen alle soorten vogels, merels, mussen, distelvinken, alsook krekels, een waar concert van piepen, fluiten en trillers te geven.

Deze onverwachte symfonie scheen Padre Pio te vervelen die, de ogen opgeslagen en de wijsvinger aan de lippen, zei tot de vogels:”Het is genoeg nu.” Onmiddellijk zwegen de vogels en de krekels, tot grote verwondering van de bezoekers. Zoals de Heilige Franciscus van Assisië had Padre Pio tot de vogels gesproken en zij hadden hem gehoorzaamd.

 

 

Pater Pio beschermt John Astria

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

 

 

Priester Onorato vertelde ‘Ik ging naar San Giovanni Rotondo in gezelschap van een vriend met een moto van het type”Guêpe 125”. Ik kwam in het klooster aan een beetje voor het uur van het ontbijt. In de eetzaal ging ik ,nadat ik de overste gegroet had, de hand van pater Pio vastnemen, die me  plagend zei ’ Zo, beste jongen heeft je wesp (=guêpe) je gestoken?’.

Pater Pio wist dus met welk middel ik naar het klooster gekomen was. ’ s’ Anderendaags in de vroege morgen, nog altijd met ‘de wesp’, vertrokken we naar Saint-Michel. Halfweg moesten we bij gebrek aan brandstof de reservetank aanspreken; we besloten vol te tanken aan de berg San Angelo. Maar er was daar geen benzinestation open op dit uur.

We besloten dan maar om terug te keren naar San Giovanni Rotondo in de hoop daar iemand te vinden die ons kon depanneren. Ik was een beetje beschaamd als ik eraan dacht dat dit voorval me een pover figuur zou doen slaan bij de confraters die me verwachtten voor het ontbijt. We hadden nauwelijks enkele kilometers gereden of de motor begon te sputteren en viel daarna stil. De reservetank was leeg.

Teleurgesteld maakte ik er mijn vriend opmerkzaam op dat er slechts een twaalftal minuten overbleven  tot aan het uur van het ontbijt. Het is op dat moment dat mijn vriend, tegelijk uit ergernis als uit solidariteit, een goede trap gaf op de startpedaal.

De ‘wesp’ ging in gang. Zonder ons vragen te stellen keerden we terug naar het klooster en juist toen we aankwamen viel de motor opnieuw stil. We onderzochten opnieuw de tank: zoals de eerste keer was die leeg. In vijf minuten hadden we vijftien kilometer gereden, wat betekende dat we 180 km per uur gereden hadden zonder benzine. Ik kwam in het klooster aan juist op het moment dat mijn confraters naar beneden kwamen voor het ontbijt. Ik ging pater Pio tegemoet, die me een mysterieuze glimlach toestuurde.

 

 

 

 

Maria, de moeder van een kindje dat kort na de geboorte ziek was geworden, vernam dat het kleintje afzag van een mysterieuze kwaal die waarschijnlijk ongeneeslijk was. Nadat ze de sombere prognose van de dokters had gehoord, besloot Maria zich naar San Giovanni Rotondo te begeven.

Ze woonde in een streek die gelegen was aan de andere kant van ‘de Pouilles’, maar had dikwijls horen spreken van een gestigmatiseerde monnik die mirakels bekomen had, zieken genas en hoop bracht aan de ongelukkigen. Tijdens die lang tocht stierf het kind. Nadat ze heel de nacht voor het kindje gezorgd had in de trein wikkelde Maria het kleintje in klederen en  legde het neer in haar mallet.

’s Anderendaags kwam ze in San Giovanni Rotondo aan, verbouwereerd omdat ze haar zoon verloren had, van wie ze danig veel hield, maar toch nog altijd bezield met een groot geloof.  ’s Avonds schoof ze mee aan in de rij om te biechten bij de monnik van Gargano, terwijl ze de mallette waarin het lichaam van haar zoon lag, dicht tegen zich aan drukte. Hij was nu reeds meer dan vierentwintig uur dood.

Toen ze aankwam bij pater Pio die in zijn biechtstoel gebogen zat, terwijl hij bad, knielde Maria neer terwijl ze warme tranen weende en zijn hulp inriep. Hij bekeek haar heel intens. Maria opende de mallette en toonde hem het levenloze lichaampje. Diep ontroerd, in verwarring gebracht door de smart van deze moeder, nam pater Pio het kind, legde op zijn hoofd één van zijn gestigmatiseerde handen en sprak een gebed uit, terwijl hij de ogen ten hemel opsloeg.

Weinig later bewoog het kind eerst de benen en dan de armen, alsof het uit een lange slaap ontwaakte. Pater Pio zegde tot Maria: ’Moeder, waarom roep je zo, zie je niet dat je kind slaapt? ’. Maar het geroep van de vrouw trok de aandacht van de menigte en lokten applaus uit. Allen spraken van een mirakel. Het gebeurde in mei 1925 en de telegrafen van heel de wereld hebben het nieuws overgebracht van de nederige monnik die de kreupelen genas en doden deed  verrijzen.

 

 

 

 

Op een avond na een oponthoud in het klooster bemerkte een ingenieur bij het buitengaan dat het hevig regende. “En ik heb niet eens een paraplu bij”, zegde hij tegen pater Pio. “Kunt u me niet hier houden tot morgen? Anders ben ik zo nat als een visser.”  “Nee mijn zoon, dat is niet mogelijk. Maar maak je geen zorgen. Ik zal je vergezellen.”

De ingenieur had aan deze penitentie maar al te graag willen ontsnappen ook al werd ze verzacht door de geestelijke assistentie van pater Pio. Hij zette zijn kraag recht, drukte zijn hoed stevig op zijn hoofd en maakte zich dapper klaar voor de twee kilometer die hij van het dorp verwijderd was. Hoe groot was zijn verbazing toen hij het klooster verliet en daar bemerkte dat de stortbui plots was gaan luwen.

Het motregende amper toen hij bij de familie aankwam die hem de kamer had verhuurd. “Lieve hemel!” riep de vrouw uit toen ze de deur hoorde opengaan. “U moet nat zijn tot op uw vel!” “Helemaal niet!” antwoordde hij, “Het regent bijna niet meer!” De landbouwers keken elkaar verbaasd aan: “Hoezo, regent het niet meer? Maar het is een echte zondvloed! Luister!”

Ze gingen buiten op de drempel van de deur staan en zagen dat het echt pijpenstelen regende. “Het regent al een uur aan een stuk. Hoe hebt u het klaargespeeld om daar droog doorheen te komen?”  “Pater Pio had gezegd dat hij me zou vergezellen.”  “Ha! Als pater Pio u dat gezegd heeft…” Het incident was gesloten. Ze gingen aan tafel. “Natuurlijk!” zei de vrouw terwijl ze het bord dampende soep bracht, “Het gezelschap van pater Pio is zeer zeker meer waard dan alle paraplu’s!”

 

 

 

 

 

 

Een man uit Ascoli Piceno vertelde: “Einde van de jaren 60 kwam ik naar San Giovanni Rotondo met mijn vrouw om te biechten bij pater Pio. Nadat ik goede raad en enkele berispingen had gekregen was ik die avond nog in de kloostergang. Pater Pio zag me en zei: “Ben je hier nog?”  “Pater, mijn ‘muisje’ (kleine Fiat) wil niet vertrekken”, antwoordde ik bezorgd. “En wat voor iets is dat ‘muisje’?” vroeg de dierbare confrater nog.

“Een auto”, voegde ik er aan toe. “Laten we er eens naar gaan kijken”, repliceerde pater Pio. Toen we bij de auto waren verzocht hij me kalm te vertrekken. We reden de ganse nacht en ’s ochtends bracht ik de auto naar de garage om het startprobleem te laten oplossen.

Na onderzoek zei de mecanicien dat de elektrische installatie volledig defect was en hij wilde niet geloven dat de auto in deze staat meer dan 400 kilometer had gereden, van San Giovanni Rotondo tot Ascoli Piceno. Ik dankte pater Pio in mijn binnenste, totaal verbijsterd en verwonderd tegelijk.”

 

 

 

 

Het was helemaal niet nodig om hem tien keer hetzelfde te zeggen, ook niet in gedachten. Een plattelandsvrouw, een goed mens, had een man die zwaar ziek werd. Ze liep dadelijk naar het klooster. Maar hoe kon ze bij pater Pio geraken? Om bij hem te biechten moest je minstens drie dagen je beurt afwachten.

Tijdens de mis liep het arme mens bezorgd heen en weer, van rechts naar links en van links naar rechts, en vertrouwde wenend haar groot probleem toe aan de Moeder van genade, door bemiddeling van haar trouwe dienaar. Ook terwijl pater Pio biecht hoorde deed ze precies hetzelfde.

Uiteindelijk slaagde ze erin tot de veelbesproken kloostergang door te dringen en een glimp van pater Pio op te vangen. Toen hij haar bemerkte zei hij haar met een strenge blik: “Kleingelovige vrouw, wanneer zul je eindelijk ophouden mijn hoofd te breken en mijn oren te doen tuiten? Ben ik soms doof?

Je hebt het me al vijf keer gezegd: langs rechts, langs links, langs vóór en langs achter. Ik heb het allang begrepen! Ga vlug naar huis, alles is in orde!” En werkelijk, haar echtgenoot was genezen.

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

JOHN ASTRIA

Christenen zitten teveel in hun kerkgebouw

Standaard

categorie : religie

.

.

Interieur%20Kleine%20Kerk

.

.

“Christenen zitten teveel in hun kerkgebouw”

.

Gods Koninkrijk belangrijker dan de kerk

.

Jezus spreekt in de Bijbel maar twee keer over de kerk en 81 keer over Gods Koninkrijk. Alle focus lag op het Koninkrijk, niet op de kerk. De kerk is slechts een middel om mensen te bekrachtigen als dienaren in Gods koninkrijk. Veel christenen beseffen dat onvoldoende, ze zijn alleen maar in het gebouw te vinden.

.

Uitzenden

.

Mensen willen graag in de kerk blijven. Ze willen pastor of diaken worden, zich goed voelen tussen gemeenteleden. Thee drinken, mensen spreken, hallelujah zingen en weer naar huis. Nee! Dat is slechts een klein deel van de kerk. Het missiegebied ligt buiten de kerk. In de kerk moeten mensen gezegend en bekrachtigd worden om anderen te kunnen zegenen. Gemeenteleden moeten vol vertrouwen uitgezonden worden, als werkers en vrijwilligers  van Gods koninkrijk.

.

Het woord kerk komt van het Griekse woord ‘ekklesia’, wat het volgende betekent: mensen in Griekse dorpen die de macht kregen om ervoor te zorgen dat niks zonder hun toestemming het dorp in en uit gaat. Ekklesia hebben die autoriteit! Jezus zegt: ‘Ik bouw Mijn eigen ekklesia’, dat de autoriteit heeft om Gods koninkrijk te bevestigen. Kerken hebben de autoriteit gekregen om mensen tot Jezus te leiden, liefde te brengen, onrecht of armoede tegen te gaan. Als een buurt vol met christenen is, zou je het aan alles moeten zien.
.
.
fe0b3f276b14cd25c122ae6cf387526f
.
.
.
voorpagina openbaring a4
.
.
.
pijl-omlaag-illustraties_430109
.
.
.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA