Tagarchief: ziektes

De Schefflera of de vingersboom

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

Schefflera’s hebben typerend blad. Hier dankt deze kamerplant zijn Nederlandse naam aan. Namelijk Vingersboom. De Schefflera komt van oorsprong uit Australië. De plantenfamilie is Araliaceae.

 

 

Schefflera+Amate_510x768

 

 

 

 

Schefflera onderhoud

 

 

Water geven

 

Schefflera’s verbruiken matig water. In de zomer staat de kamerplant het liefst in licht vochtige grond. In de winter mag de grond tussen de gietbeurten een beetje indrogen. Bij twijfel kan beter gewacht worden met water geven. In de zomer ongeveer eens per week water geven en in de winter eens per 10 dagen (afhankelijk van o.a. de hoeveelheid water)

De hoeveelheid is onder andere afhankelijk van de potmaat, temperatuur en lichtintensiteit. Hoe groter de pot, hoe meer water de grond kan opnemen, zonder dat de wortels in een laagje water staan. Voelt de grond na 5 dagen nog steeds erg nat, geef dan minder water. Is de grond na 2 dagen al kurkdroog, geef dan iets meer.

 

 

 

Sproeien

 

De Schefflera sproeien is niet noodzakelijk maar wel wenselijk. Sproei af en toe het stof van de bladeren zodat meer zonlicht het blad bereikt.

 

 

 

 

 

Standplaats

 

De Schefflera staat graag op een lichte standplaats zonder al teveel direct zonlicht. 3 tot 5 uur direct zonlicht per dag is voldoende. Lichtere soorten zoals de Gold Capella of Trinette staan liever op een lichtere standplaats ten opzichte van hun donkergroene soortgenoten. De lichtere soorten hebben namelijke minder bladgroenkorrels in hun blad. Plaats deze op een locatie met ongeveer 5 uur direct zonlicht.

Geschikte afstanden voor het raam voor donkergroene soorten: Raam op het zuiden: 3-4 meter. Raam op het oosten/westen: 2-3 meter. Raam op het noorden 1-2 meter. De lichtere soorten mogen 1 tot 2 meter dichterbij het raam.

 

.

.

Minimale temperatuur

 

Overdag:  +/- 16 °C
‘S nachts: +/- 12 °C

.

.

.

Verpotten

 

Het verpot een Scheffera eens per 3 jaar en vervang elk jaar de toplaag met verse aarde. Doe dit bij voorkeur in de lente omdat in deze periode eventuele beschadigde wortels sneller herstellen. Verpotten direct na de aanschaf kan ook. Wees buiten het groei seizoen wel extra zuinig met water geven. Zo gaan de wortels sneller opzoek naar water en herstellen daardoor sneller. Gebruik een plantenbak waarbij de diameter minimaal 20% breder is als de vorige. Gebruik universele potgrond. Voeg alleen hydrokorrels toe indien er een drainage gat aanwezig is.

 

 

 

 

 

Voeding

 

Na 6-8 weken zijn de voedingsstoffen in de aarde verbruikt. Het is dan raadzaam de Schefflera te bemesten. Gebruik hiervoor vloeibare voeding voor groene kamerplanten. Kijk voor de juiste dosering op de verpakking. Gebruik nooit meer als aangegeven op de verpakking, liever iets minder. Bemesten in de herfst en winter is overbodig en kans zelfs schadelijk zijn.

 

 

Schefflera_arboricola3

 

 

Verkleurende bladeren

 

Bruine of gele bladeren zullen van de binnenplant afvallen. Dit vallende blad is vaak een teken dat de plant een tekort heeft aan zonlicht. Plaats de kamerplant in dit geval een meter dichterbij het raam. Of lees hierboven meer over de lichtbehoefte van de Schefflera. In mindere mate is tocht of kou de oorzaak van vallend blad.

Vaak wordt ten onrechte gedacht dat vallend blad een teken is van te weinig water. Men geeft vaak meer water waardoor wortels gaan rotten en vervolgens zal dit leiden tot nog meer bladval.

 

 

Snoeien

 

Snoei de Schefflera elk najaar. Zo kan bereikt meer licht de kern van de kamerplant gedurende de winter. In de lente zal de binnenplant opnieuw uitlopen. De Schefflera zal vertakken na het snoeien. Hierdoor krijg je een volle en toch compacte kamerplant. Vooral uitlopers kunnen het beste teruggesnoeid worden tot in de kruin.

 

 

 

 

 

 

Vermeerderen

 

Het vermeerderen kan door stekken. Plaats een kopstek van ongeveer 10 cm met 2 bladeren in water. Zorg voor een temperatuur van ongeveer 24 graden en vermijd direct zonlicht. Plaats de stek in vochtige grond wanneer er wortels verschijnen.

 

 

Bloemen

 

Schefflera’s kunnen prachtige bloemen krijgen, maar helaas zal dit niet snel gebeuren in woonkamers.

 

 

 

 

 

Giftig?

 

Schefflera’s zijn licht giftig. Het sap kan de huid irriteren. Ook is het blad schadelijk na inname door dieren of kinderen.

 

 

Ziektes

 

De Schefflera krijgt last van wolluis door tocht. Spuit met een krachtige waterstraal zoveel mogelijk ongedierte van de plant. Eventueel vervolgen met een chemische bestrijding.

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

 

Advertentie

Dr Edward Bach (1886-1936)

Standaard

categorie : beroemde personen

.

.

dr_-edward_bach

.

.

Edward Bach was een Engelse arts aan het begin van de 20e eeuw. Als bacterioloog aan het Londense Univer-siteitsziekenhuis bond hij de strijd aan met chronische ziektes en ontwikkelde diverse vaccins. Wat hem tegen-stond in die periode was dat er meer aandacht was voor ziektes dan voor de patiënten. Ook vond hij het niet prettig om vaccins toe te dienen via injecties, omdat de mensen hier bang van waren, en hij merkte dat de werk-zaamheid van de vaccins te lijden had onder die angst.

Later kwam hij te werken in het Londense Homeopathisch Ziekenhuis, en kwam daar in aanraking met het werk van Hahnemann (grondlegger van de hedendaagse homeopathie), waarvan hij zeer onder de indruk was. Hahne-mann was tot dezelfde conclusie gekomen als hijzelf, nl.: “Behandel de patiënt, niet de ziekte”. Door zijn eerde-re werk te combineren met Hahnmann’s homeopathie kwam hij tot de zeven Bach-nosodes, die tot de dag van vandaag gebruikt worden. Wat hem nog niet helemaal beviel was dat homeopathische geneesmiddelen soms ge-maakt worden van stoffen die in pure vorm schadelijk zouden zijn voor de gezondheid.

Bach was ervan overtuigd dat alle remedies die een mens nodig kon hebben al lang “door de Schepper in de na-tuur waren opgenomen”, zoals hij zelf zei. Uiteindelijk liet hij in het voorjaar van 1930 zijn baan in het ziekenhuis en zijn eigen bloeiende Londense praktijk achter, en trok naar het platteland op zoek naar die natuurlijke reme-dies. De laatste periode van zijn leven (van 1928 tot 1936) besteedde hij aan het zoeken van genezende bloemen en bloesems. Dit moesten bloemen zijn met uitsluitend heilzame eigenschappen, niet alleen als remedie maar ook in pure vorm. In de loop van deze jaren vond hij 37 van deze bloemen en manieren om ze te verwerken tot remedies. Als 38e potentieerde hij puur water uit een heilzame bron. Ze zijn nu bekend als “Bach Flower Reme-dies” (BFR) ofwel “Bach Bloesem Remedies”.

.

Jeugd

.

Edward Bach werd geboren op 24 september 1886 te Moseley ten zuiden van Birmingham. Van kinds af aan was hij een gevoelig type, niet heel gezond, was graag buiten in de natuur en wist dat hij mensen wilde helpen gene-zen. Als kind kon hij zich al zo geconcentreerd in iets verdiepen dat de wereld om hem heen verdween. Toen hij op 16-jarige leeftijd van school kwam wilde hij zijn ouders niet vragen om een lange medische opleiding te beta-len, en besloot om eerst geld te verdienen in de bronsgieterij van zijn vader (1903-1906).

In die periode bemerkte hij hoe moeilijk zijn collega-arbeiders het hadden met gezondheidszorg: ze werkten vaak door als ze ziek waren, want ziek thuisblijven betekende geen loon en wel hoge medische kosten. Hij zag niet alleen hun angst voor ziekte, maar ook dat er niet veel meer werd gedaan dan het verlichten van de klachten en het bestrijden van symptomen. Dit alles sterkte hem in zijn plan om eenvoudige geneesmiddelen te ontdekken voor alle ziekten. Toen hij uiteindelijk met zijn vader sprak over zijn wens om dokter te worden, besloot deze zijn studie te betalen.

.

Studie (1906-1913)

.

Zo begon hij op 20-jarige leeftijd aan een medische studie aan de universiteit van Birmingham. Van daaruit ging hij naar het Londense Universiteitsziekenhuis en behaalde daar in 1912 het (niet-universitaire) “Conjoint” (samen-gevoegde) diploma M.R.C.S. en L.R.C.P. Met dit diploma op zak mocht hij in Londen als arts praktiseren, en veel studenten deden daarom dit examen al voordat ze waren afgestudeerd. Vervolgens behaalde hij in 1913 de uni-versitaire graden M.B. en B.S., en rondde hij in 1914 zijn studie af met een D.P.H. Camb. Als student had Bach al meer interesse in de patiënten dan in hun ziektes. Hij kon rustig naast hun bed zitten en ze laten vertellen, om op die manier achter de werkelijke achtergrond van hun ziekte te komen.

.

Bach als regulier arts (1913-1918)

.

Nadat hij op 14 januari 1913 getrouwd was met Gwendoline Caiger en zijn doktergraden MB en BS had behaald, begon hij als eerste-hulp-arts in het University College Hospital. Later dat jaar begon hij als eerste-hulp-chirurg in het London Temperance Hospital, waarmee hij na enkele maanden al moest stoppen omdat zijn gezondheid hem in de steek liet. Daarop begon hij een eigen praktijk in Harley Street, waar hij steeds weer merkte dat de medische wetenschap nog weinig kon uitrichten tegen chronische ziekten. Hij zag in dat artsen werden opgeleid om vooral naar ziekten te kijken, en niet naar de persoonlijkheid van de mens, terwijl hij ervan overtuigd was dat die per-soonlijkheid juist het belangrijkste was: waarom wordt de ene mens ziek, terwijl een andere mens immuun is voor dezelfde ziekte?

Op die manier raakte hij geïnteresseerd in de leer van de immuniteit en legde zich toe op onderzoek als Assistent Bacterioloog aan het University College Hospital. Hij ontdekte een verband tussen chronische ziekten en de aan-wezigheid van bepaalde bacteriën in de darmflora, en vroeg zich af of hun aanwezigheid het herstel bevorderde of juist tegenhield. Zijn idee om de gevonden bacteriën terug te injecteren had resultaten die zijn verwachtingen overtroffen. Het gebruik van de injectienaald en de pijnlijk gevolgen ervan stond hem echter tegen. Dit werd deels opgelost toen hij ontdekte dat de resultaten verbeterden door een tweede injectie pas te geven als het effect van de eerste ophield, in plaats van telkens na een vaste tijd. Hierdoor waren dus minder injecties nodig.

In 1917 overleed zijn eerste vrouw en hertrouwde hij met Kitty Light, bij wie hij een dochter had. In dat jaar was Bach naast zijn eigen praktijk en zijn onderzoek als bacterioloog ook verantwoordelijk voor 400 ziekenhuisbedden voor oorlogsgewonden, en ook nog actief aan de Hospital Medical School. Hij werkte zo hard dat hij soms flauw-viel achter zijn onderzoekstafel en had in juli 1917 een zware bloeding die een operatie nodig maakte waarbij een tumor werd verwijderd. Hij kreeg nog 3 maanden te leven en vastbesloten om die korte tijd zo goed mogelijk te besteden, werkte hij harder dan ooit om nog zoveel mogelijk van zijn werk af te kunnen maken. Aan het einde van die drie maanden voelde hij zich echter beter dan ooit, en hij concludeerde:

Als een mens met liefde het werk doet waarvoor hij geroepen is, resulteert dat in gezondheid en geluk.

.

.

????????

.

.

Bach als homeopaat (1918-1930)

.

Toen in 1918 het University College Hospital bepaalde dat alle medewerkers hun nevenwerkzaamheden moesten stoppen, was dat voor Bach aanleiding om direct ontslag te nemen. Hij besteedde al zijn geld aan het inrichten van een eigen laboratorium, zodat hij zijn werk kon voortzetten. Toen kort daarna een plaats vrijkwam als pa-tholoog en bacterioloog aan het London Homoeopathic Hospital werd hij daar aangenomen. Daar maakte hij kennis met het werk van Samuel Hahnemann, de grondlegger van de hedendaagse homeopathie.

Bach’s bewondering voor het werk van Hahnemann was grenzeloos: ongelofelijk dat een enkele mens, in de don-kere dagen van de wetenschap 100 jaar eerder, zulke ontdekkingen had kunnen doen! Hahnemann wist 100 jaar eerder de dingen al die hijzelf met de moderne wetenschap pas net aan het ontdekken was, hij gebruikte geen bacteriën maar middelen uit de natuur. Bovendien was Hahnemann er net als hijzelf van overtuigd dat elk geval anders is en individueel behandeld dient te worden: behandel de patiënt, niet de ziekte.

Op zoek naar een manier om zijn allopathische werk te combineren met dat van Hahnemann werkte hij zijn vac-cinerende injecties om tot homeopathische nosodes die via de mond konden worden ingenomen, en was verrukt over de resultaten. (Een nosode is een homeopathisch middel dat is gemaakt van de ziekteverwekker of van ziek weefsel, en is wat dat betreft vergelijkbaar met een vaccin.) Deze 7 nosodes worden tot op de dag van vandaag gebruikt als de Bach-nosodes.

Om te bepalen welke van de 7 nosodes een patiënt nodig had, moest de darmflora onderzocht worden. Dit ver-zwakte de patiënt, soms alleen al door het onderzoek, soms ook omdat de patiënt zieker werd voordat de uitslag bekend was. Totdat Bach ontdekte dat bepaalde types mensen meestal dezelfde bacteriën in hun darmen mee-droegen, en dus dezelfde behandeling nodig hadden. Uiteindelijk was hij in staat de uitslag van het onderzoek te voorspellen aan de hand van het type patiënt, en werden de onderzoeken overbodig.

In 1922 scheidde hij van Kitty Light. Hij was intussen zo bekend geworden, en had zoveel werk dat hij het Homo-eopathic Hospital verliet en weer een eigen laboratorium opende. Zijn werk vond inmiddels algemene waardering bij homeopaten en reguliere artsen, en hij kreeg de bijnaam “de tweede Hahnemann”. De jaren die volgden wer-den steeds drukker, en de resultaten steeds beter, en hij bemerkte dat mensen niet zo zeer genezen door lokale behandeling, maar vooral door algemene verbetering van hun gezondheid, waardoor de lokale klacht verdwijnt.

Tot 1930 volgde Bach de route van een geïnspireerd wetenschapper: hij werkte volgens strikt wetenschappelijke methoden, maar waar een onderzoek meerdere kanten op kon, vertrouwde hij op zijn intuïtie. Al die tijd bleef hij op zoek naar middelen uit de natuur die zijn nosoden konden vervangen. Vanaf 1928 ging hij steeds vaker in de natuur op zoek naar planten die hij kon gebruiken, en probeerde er heel veel uit. In september 1928 vond hij de eerste planten die aan zijn wensen voldeden. De resultaten met deze natuurlijke medicijnen waren zo bevredi-gend dat hij besloot om de wetenschappelijke en kunstmatige medicijnen achter zich te laten.

.

Bach en zijn bloesems (1928-1936)

.

In mei 1930 verdeelde hij zijn praktijk onder bevriende artsen, verkocht zijn laboratorium-inventaris en liet hij Londen definitief achter zich. Samen met zijn assistente Nora Weeks trok hij naar het noorden van Wales. Daar bestudeerde hij planten: waar ze groeien, hoe ze groeien, hun bloeiwijze, kleur, voortplanting, voedingstoffen, alles wat samen het karakter van de plant vormt. Hij was niet op zoek naar medicinale kruiden waar bepaalde stofjes in zitten, maar naar planten die vanwege hun karakter (energieniveau) mensen kunnen helpen. Voor Bach’s vindingen bestaat tot op de dag van vandaag geen wetenschappelijke basis. Bach baseerde zich bij zijn ontdek-kingen niet op enige theorie, maar op de werkzaamheid van de gevonden remedies in de praktijk. Hij ontdekte dat de dauw die op bloemen lag die in de zon stonden, de eigenschappen van de plant in sterke mate overnam. Omdat het verzamelen van bruikbare hoeveelheden dauw onbegonnen werk was ontwikkelde hij zijn zonne- methode: hij liet bloemen enkele uren in de volle zon op water drijven, en constateerde dat de geneeskrachtige eigenschappen van de plant daarna door het water waren overgenomen.

Om de zo ontstane remedie houdbaar te maken voegde hij een evengrote hoeveelheid cognac toe als conser-veringsmiddel.  Dat deze methode enige vooroordelen te overwinnen had blijkt uit wat hij schreef: “Laat niet de eenvoud van deze methode u weerhouden ze te gebruiken”. Rondtrekkend door Wales en Zuid- en Oost-Enge-land onderzocht hij vele planten. Bij zijn onderzoek kreeg hij hulp van enkele bevriende artsen die zijn remedies gebruikten en de bereikte resultaten met hem deelden. Anderen, hoewel ze hem als geniaal beschouwden voor zijn wetenschappelijke ontdekkingen, kon-den of wilden hem niet volgen toen hij de wetenschappelijke weg ver-liet en zijn “kruiden-remedies” ontdekte. Bach zelf benadrukte juist steeds dat gevallen die wetenschappelijk als hopeloos werden gezien, vaak goed te genezen waren met zijn nieuwe remedies. Hij schreef zijn kijk op gezond-heid en ziekte op in de boeken “Genees uzelf” en “Bevrijd uzelf”.

Hierin beschrijft hij dat lichamelijke klachten volgens hem het gevolg zijn van (gemoeds)toestanden. Zorgen, angst, onzekerheid, boosheid, fanatisme en dergelijke kunnen een mens uit evenwicht bren-gen. Hij zocht plan-ten met de positieve eigenschappen die zo’n negatieve houding kunnen verdrijven. In 1932 rondde hij met de vondst van de twaalfde remedie het eerste deel van zijn werk af. In 1933 publiceerde hij de eerste versie van zijn boekje “De twaalf genezers”, maar de zoektocht ging door: Hij vond in 1933 nog 4 remedies en vulde zijn boekje aan tot “De twaalf genezers & vier helpers”, en in 1934 tot “De twaalf genezers & zeven helpers”. De periode van 1930 tot 1934 bracht hij regelmatig enkele maanden door in Cromer aan de Engelse oostkust. In 1934 ging hij op zoek naar een vaste plaats om te wonen in zijn geliefde Thames vallei en vond het huis “Mount Vernon” in Sotwell (bij Wallingford). Daar woonde hij tot zijn dood. In die omgeving ontdekte hij de rest van zijn 38 remedies.

 

.

.setladrome

.

.

De tweede negentien remedies

.

In de loop van de jaren was Bach steeds meer gaan vertrouwen op zijn intuïtie. De manier waarop hij de tweede negentien remedies vond verschilde totaal van de eerste. Weeks beschrijft dat hij enkele dagen voordat hij een nieuwe remedie vond, zelf last kreeg van een extreme vorm van de gemoedstoestand waar die remedie voor be-doeld was. Soms kreeg hij daarbij fysieke kwalen die bij die gemoedstoestand passen, ook in bijna ondraaglijke vorm. Hij trok er dan op uit tot hij de juiste remedie gevonden had. De eerste van deze remedies vond hij in maart 1935, de laatste in augustus. Voor deze remedies gebruikte hij een nieuwe bereidingswijze, namelijk de koken-methode. Hij verzamelde niet slechts de bloemen, maar stukjes twijg van ca. 15 cm, met daaraan de bloe-men en wat blaadjes, als die er al waren. Deze deed hij in een steelpan met zo vers mogelijk bronwater, en kookte het geheel dan een half uur. Vervolgens liet hij het afkoelen, filterde het en voegde weer een evengrote hoeveel-heid cognac toe als conserveringsmiddel.

De reden waarom hij een nieuwe methode gebruikte is niet helemaal duidelijk. Daarover zijn geen aantekeningen van Bach bewaard gebleven. Een argument is dat de eerste remedies al in maart gevonden werden, toen de zon nog onvoldoende kracht had. Weeks noemt ook nog het feit dat Bach haast had om de remedie te maken van-wege de ernstige klachten die hij had. Barnard wijst erop dat de gewelddadige wijze waarop de kracht door het koken aan de plant onttrokken wordt verband kan hebben met de hardnekkigheid van de bijbehorende mentale toestand. Bij de zonnemethode geeft de bloem onder invloed van de zon (ook vuur) zijn kracht op een vriende-lijker manier aan het water. Van de tweede negentien bereidde hij alleen White Chestnut volgens de zonnemetho-de.

.

.

De laatste maanden

.

Nadat hij de tweede negentien remedies gevonden had beschreef hij in de zomer van 1936 alle remedies op-nieuw op een zo eenvoudig mogelijke manier in de definitieve uitgave van “De twaalf genezers en andere remedies”. Hij schreef daarin over zijn behandelsysteem: “in zijn eenvoud kan het gebruikt worden in het huis-houden”.  Hij had het als zijn levenstaak gezien om een geneesmethode te vinden die door leken gebruikt kon worden. In 1932 schreef hij al in zijn boek “Bevrijd uzelf”: “hoe ieder van ons onze eigen dokter kan worden”. Begin 1936, toen de General Medical Council hem eraan herinnerde dat het niet was toegestaan om leken als assistent in te zetten schreef hij terug: “Ik beschouw het als de plicht en het voorrecht van iedere arts om de zieken en anderen te leren om zichzelf te genezen”, en “ik heb de orthodoxe geneeskunde verlaten”.

Nu alle remedies gevonden waren en de behandelmethode compleet, was de laatste taak het verspreiden van de kennis. Hij bereidde een lezing voor die in een tournee door hemzelf en zijn assistenten gegeven kon worden. Op 24 september 1936, zijn 50e verjaardag, hield hij zelf die lezing voor het eerst in Wallingford, het stadje vlakbij Sotwell. Vanaf eind oktober werd hij ziek, en op de avond van 27 november 1936 stierf hij in een verpleeghuis in Didcot. Zijn overlijdensacte vermeldt “hartfalen” als doodsoorzaak, maar vermeldt ook een sarcoom (tumor). Hij ligt begraven op een klein kerkhof bij de kerk van Sotwell. Zijn assistenten Nora Weeks, Victor Bullen en Mary Ta-bor zetten zijn werk voort vanuit Mount Vernon, het huis waar Bach zijn laatste jaren had gewoond, en waar tot op de dag van vandaag het Bach Centre is gevestigd.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

John Astria

De Yucca : een makkelijke huisplant

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

 

Yucca (palmlely); de makkelijke huisplant

 

 

yucca_filamentosa

 

 

De Yucca is een prachtige plant met een tropische look. Deze plant is zeer gewild vanwege het mooie, vaak robuuste uiterlijk en de simpele verzorging. Er bestaan verschillende soorten, met ieder hun eigen look. De meest bekende is de Yucca met de dikke stam en palm achtige bladeren die aan de top wijd uit staan.

 

 

 

 De verzorging

 

De Yucca is een huisplant die het liefst niet al te veel verzorging behoeft. Hierdoor is het een ideale plant voor mensen met weinig tijd of die wel eens vergeten om planten water te geven. De plant gedijt het beste in de huiskamer op een plek waar het niet te warm is, maar wel veel zonlicht komt.

De plant kan prima in een pot gehouden worden, met de juiste potgrond. Dit kan op verschillende manieren gerealiseerd worden. Er kan gekozen om als bodem hydrokorrels te gebruiken daarop wat potgrond en de kluit vast te zetten met potgrond. Ook kan er gekozen worden om de plant (voorlopig) met binnenpot en al in een mooie pot te zetten en deze later over te planten of de plant direct in potgrond te zetten.

Er wordt geadviseerd om de plant van april tot augustus normaal te bemesten en hem elk voorjaar te verpotten. Hierbij geldt dat dit beter te weinig, dan te veel kan gebeuren. De plant kun je het beste een keer in de twee weken water geven, zonder dat deze “natte voeten” krijgt.

Ook hierbij geldt beter te weinig, dan te veel. Het wordt wel geadviseerd om een keer in de drie maanden de bladeren nat te spuiten met een plantenspuit. Soms willen de bladeren nog wel eens bruin worden, deze kunnen gerust verwijderd worden zonder dat de plant hieronder lijdt.

De plant groeit niet veel in de lengte. Wel wordt het bladerdek groter en voller. Ook kunnen er uit de stam nieuwe scheuten ontstaan. Dit gebeurd meestal pas na een tijdje als de Yucca goed verzorgd wordt. Deze scheuten zijn ook uitermate geschikt om gestekt te worden.

 

 

yucca-filamentosa-9

 

 

Ziektes

 

De Yucca is een redelijk sterke plant, helaas is hij wel gevoelig voor dop-, schilt-, en wolluizen. Deze kun je voornamelijk vinden op de bladoksel en op de jonge bladeren. Dit kun je het beste behandelen met een zachte doek. Hiermee kun je de luizen wegvegen of platdrukken.

Daarna kun je met een kwast gedoopt in een sterke alcoholische drank of (blad)spiritus de aangedane plekken en de overige luizen insmeren. Deze behandeling kun je het beste nog meerdere malen herhalen, om er zeker van te zijn dat de luizen niet meer terug komen. Behandeling met insekticiden wordt afgeraden, omdat hiermee de hele plant wordt vergiftigd.

 

 

 

 

 

Verschillende soorten

 

Elke Yucca soort heeft een brede, grove houten stam waaruit lange, speervormige bladeren groeien. Deze plant kan 40 centimeter tot ongeveer 2 meter hoog worden. De breedte van de stam en van het bladeren dek kan variëren. Er zijn vier soorten die gebruikt worden als kamerplant.

Dat zijn de twee bonte rassen Quadricolor en Tricolor. Die zoals de naam al doet vermoeden uit vier en drie kleuren bestaan. Hiernaast zijn ook twee groene rassen; de Yucca Aloifolia en de Yucca Elephantipes. De Y. Aloifolia heeft lange, speervormige bladeren met een scherpe punt. De Y. Elephantipes heeft een breder en slapper blad.

 

 

quadricolor

 

 

tricolor

 

 

aloifolia

 

 

 

elephantines

 

 

rostrata

 

 

rigida

 

 

gloriosa

 

 

 

Stekken

 

Wanneer je van je oude Yucca een paar “nieuwe” wilt maken is stekken een mooie manier. Dit kan op verschillende manieren. De eerste is als je een yucca hebt met één palm top. Deze kun je netjes de stam doormidden zagen, op hoogte die je zelf mooi vindt. De wond hoeft niet perse geseald te worden.

De palmtop kan in vochtige aarde worden gezet en kan na verloop van tijd weer wortel schieten. Aan de stam komen er op een gegeven moment allemaal mooie scheuten aan de zijkant.
De tweede manier is om een aantal zij scheuten los te snijden en deze in vochtige grond te steken. Onthoud hierbij dat de oorsprong van de yucca een woestijngebied is en dus niet van natte voeten houdt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

De Ficus, een populaire kamerplant

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

 

Ficussen zijn al jaren zeer populaire kamerplanten. Diverse soorten sieren onze woonkamers. Voornamelijk komt de Ficus van oorsprong uit Afrika, maar ook Zuid Amerika, Australie en Azië. De plantenfamilie is Moraceae oftewel Moerbeifamilie.

 

 

Ficus_benjamina2

 

 

 

Ficus onderhoud:

 

Water geven

 

 Vochtig houden Vochtig houden

 

 

De grond van een Ficus dient altijd licht vochtig te zijn, zonder dat de plant met zijn wortels in het water staat. Het is daarom verstandig om kleine hoeveelheden water per keer te geven. Geef pas opnieuw water op het moment dat de grond droger begint aan te voelen. Vooral bij een nieuwe kamerplant is het van belang om op het begin regelmatig de vochtigheid te controleren zodat het beter in is het schatten of de kamerplant de juiste hoeveelheid vocht krijgt.

Is de grond na 6 dagen nog steeds erg nat, dan krijgt de plant teveel water. Is de grond na 2 dagen al droog, geef dan iets meer water. De hoeveelheid water is afhankelijk van onder andere de temperatuur, grootte van de plant en lichtintensiteit. Er mag absoluut geen laagje water onderin de pot komen te staan, de grond moet al het vocht kunnen absorberen. Bij twijfel kan er beter minder water worden gegeven. Een Ficus verbruikt in de winter ongeveer de helft van de hoeveelheid water ten opzichte van de zomer.

 

 

amstel king

 

 

 

 

ficus alii

 

 

 

Sproeien

 

Sproei een Ficus regelmatig om stof te verwijderen en ter preventie van spint. Een zomerse regenbui werkt nog veel effectiever. Compenseer de droogte wanneer de kachel aangaat in de winter door 2x per week te sproeien.

 

.

 

Standplaats

.

 Zonnig

.

Zonnig

 

Ficussen hebben behoefte aan veel licht. Het liefst minimaal 5 uur direct zonlicht per dag. Dit kan door de plant 2-3 meter voor een raam op het zuiden te plaatsen of direct voor het raam op het noorden, westen of oosten. Wanneer deze kamerplant verder van het raam afstaat zal de groei stagneren en zal vallend blad minder snel vervangen worden.

Ficussen worden gekweekt onder gecontroleerd licht. Een overgang naar direct zonlicht kan daarom het blad verbranden. Plaats deze planten daarom geleidelijk dichterbij het raam zodat de plant kan wennen aan direct zonlicht.

 

 

ficus anastacia

 

 

 

ficus australis

 

 

 

Minimale temperatuur

.

Overdag: +/- 18 °C
‘S nachts: +/- 15 °C

.

.

.

Verpotten

 

Verpot een Ficus in de lente of direct na aanschaf. De lente heeft de voorkeur omdat eventueel beschadigde wortels dan sneller herstellen. Herhaal dit proces om de 2 jaar. Doe dit eerder als de pot te klein wordt. Een Ficus groeit meestal sneller na het verpotten. Stel het verpotten een jaar uit indien de kamerplant te groot wordt.

Plaats deze huiskamerplant in een pot die minimaal 20% breder is en gebruik normale potgrond. Gebruik geen hydrokorrels op de bodem. Het stilstaande water wat zich tussen de hydrokorrels verzameld kan minder gemakkelijk door de wortels worden bereikt en gaat rotten. Bij hoge plantenbakken is het om dezelfde reden verstandig om een inzethoes te gebruiken.

Het is belangrijk om in de periode na het verpotten een Ficus niet teveel water te geven. Daardoor gaan de wortels sneller opzoek naar water. Een groter wortelstelsel zorgt voor een gezondere palm. Een grotere pot stimuleert de groei, verhoogd de gezondheid van de plant en creëert een grotere waterbuffer omdat de grond meer vocht kan opnemen.

 

 

ficus benjamina

 

 

 

 

ficus cyasthipula

 

 

 

Voeding

 

Geef nooit voeding in de herfst of winter. Begin pas met voeden wanneer de voedingstoffen uit de potgrond zijn verbruikt. Dit is bij de meeste merken potgrond na ongeveer 6 tot 8 weken. Bekijk voor het bemesten op de verpakking voor een juiste dosering. Gebruik nooit meer dan aangegeven. Overvoeding zal de kamerplant niet ten goede doen.

 

 

ficus danielle

 

 

 

 

ficus elastica

 

 

 

Verkleurende bladeren

 

Een Ficus kan zijn blad laten vallen na verplaatsing of door tocht. Geef in dit geval dan geen extra water meer. Teveel water kan er ook toe leiden dat een Ficus blad verliest. Een paar vallende blaadjes per maand kan geen kwaad, zeker niet in de winter. Plaats de woonplant in de winter eventueel iets dichterbij het raam bij veel bladval. Het zelfde geld voor gele blaadjes. Een enkel geel blaadje is geen reden tot zorgen.

Vertoont de Ficus na een langere periode met dezelfde verzorging opeens geel blad, dan kan de voeding weleens uitgeput zijn. Bruine bladeren zijn vaak het gevolg van teveel of te weinig water. De reactie van de plant zal het zelfde zijn, omdat de wortels ‘dicht slaan’ bij teveel water. Hierdoor zal het blad verdrogen. Grijzen bladeren kunnen een teken van spint zijn.

 

 

 

ficus robusta

 

 

 

 

ficus de gantel

 

 

 

Snoeien

 

Snoei de Ficus elk najaar, of als de plant te groot wordt. Dit heeft als voordeel dat de kamerplant mooi compact blijft, zonder lelijke uitlopers. Daarnaast bereikt meer licht gedurende de winter de kern van de Ficus. Een gesnoeide stam zal in de lente meerdere uitlopers vormen.

Het vertakken levert een mooie volle kamerplant. Het snoeien gaat eenvoudig met een snoeischaar. De wond kun je het beste afdekken met sigaretten as, om het bloeden te laten stoppen. Let erop dat een gesnoeide Ficus minder water zal verbruiken, indien er veel blad is verwijderd.

 

 

ficus green gold

 

 

 

 

ficus lyrata bambino

 

 

 

Vermeerderen

 

Vermeerderen kan eenvoudig door stekken. Neem een kopstek in de lente. Spoel het sap van de wond en doop het stekje in stekpoeder. Vervolgens bij een minimale temperatuur van 22 graden laten wortelen in vochtige turf en zand.

 

 

Bloemen

 

De bloei van een Ficus is niet opvallend. Bloemen kunnen het beste worden verwijderd zodat de huiskamerplant meer energie aan het blad kan geven.

 

 

ficus lyrata

 

 

 

 

ficus lingua

 

 

 

Giftig?

 

Ficussen zijn giftig. Het melk witte sap dat vrijkomt na het snoeien is irriterend op een droge huid. Het eten van blaadjes door huisdieren en kinderen kan leiden tot bultjes op de huid.

 

 

.

Ziektes

 

Plakt de vloer onder een Ficus, dan zijn waarschijnlijk ook de bladeren van de Ficus kleverig. Verschillende soorten luis scheiden een kleverige substantie af. Hoe eerder het ongedierte wordt bestreden, hoe groter de kans dat de kamerplant het zal overleven.

Het is daarom belangrijk elke 3 maanden eens goed onder en tussen de blaadjes te zoeken naar beestjes die er niet horen. Plaats de Ficus in de zomer, bij minimale temperaturen van 18 graden, in de tuin om zo preventief op te treden tegen luist en spint. Pas echter op voor direct zonlicht.

 

 

ficus microcarpa

 

 

 

 

ficus ginseng

 

 

 

Ficus soorten

 

Het geslacht Ficus kent ruim 800 soorten;  Amstel King, Alii, Anastracia, Australis, Benjamina (Waringin), Cyathistipula, Danielle, Elastica (Rubberboom), Robusta, de Gantel, Green Gold, Golden King, Lyrata Bambino, Lyrata (Vioolbladplant, Tabaksplant), Lingua, Microcarpa Compacta, Ginseng, Nitida, Panda en Repens.

 

 

 

ficus nitida

 

 

 

ficus panda

 

 

 

ficus repens

 

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

                                    

 

De bananenplant

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

Bananenplant :  verzorging & onderhoud

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dwarf Cavendish

 

 

 

 

 

 

 

Dwarf Cavendish

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

De Bismarckia : een zeldzame palm

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen 

 

 

 

De Bismarckia Nobilis is een moeilijke palm, maar wel een echte eyecatcher vanwege zijn unieke grijze kleur. Van oorsprong komt deze prachtige palm uit het binnenland van Madagaskar. De Bismarckia Nobilis is een redelijk zeldzame palm en dat is terug te zien in de prijs.

 

 

Bismarckia_nobilis_220

 

 

 

Bismarckia Nobilis onderhoud

 

 

Water geven

 

vochtig houdenVochtig houden

 

 

Bismarckia is gevoelig voor een onregelmatige watergift. Zowel te droog als te nat beschadigt al snel de wortels. De potgrond dient altijd vochtig te blijven, zonder dat de wortels in natte grond staan. Geef daarom regelmatig water. Bijvoorbeeld 2x per week in de winter en 3x per week in de zomer. Het is beter om regelmatig kleine beetjes te geven dan in een keer heel veel.

De hoeveelheid water is afhankelijk van verschillende factoren zoals standplaats en grootte van de palm. Begin daarom met kleine hoeveelheden water per gietbeurt. Is de grond na 4 dagen nog steeds erg nat, geef dan minder per gietbeurt. Dit controleer je door een vinger in de grond te steken. Bij een nieuwe binnenplant is het verstandig om dit regelmatig te doen. Na enkele keren water geven leer je hoeveel en hoe vaak jouw Bismarckia nodig heeft.

.

 

 

 

 

Sproeien

 

De Bismarckia sproeien is niet noodzakelijk. Maar zeker een aanrader. Sproeien is namelijk een prima middel om droge lucht te compenseren. Dit zal de gezondheid van de palm ten goede komen.

.

 

 

Standplaats

.

zonnig

Zonnig

.

De Bismarckia staat het liefst op de meest zonnige plaats van de woonkamer. Ook in de tuin kan de Bismarkcia in de volle zon worden geplaatst, mits de temperatuur dit toelaat. Het is echter van belang de palm aan het directe zonlicht te laten wennen. Dit kan je doen door de plant elke week iets dichterbij het raam te plaatsen. Buiten kan je de plant eerst in de schaduw plaatsen. Vervolgens geef je geleidelijk de palm meer zon uren. Nieuw blad wat opgroeid in direct zonlicht is hier beter tegen bestand.

Te weinig direct zonlicht zal de groei afremmen. Ook gaan de bladeren meer hangen bij een gebrek aan licht. Een Bismarckia is daarom ook niet geschikt voor een raam op het noorden. Zorg ervoor dat de plant minimaal voorzien is van 5 uur direct zonlicht.

 

 

Minimale temperatuur

.

Overdag: +/- 14 °C
‘S nachts: +/- 8 °C

 

 

 

 

 

Verpotten

 

Verpot de palm eens per 2 jaar. De Bismarckia Nobilis heeft zwakke wortels. Wees daarom voorzichtig met het potten. Verpotten kan direct na aanschaf, maar geeft de voorkeur in de lente. Wortels groeien in deze periode namelijk het snelst. Een grotere plantenbak geeft de Bismarckia een grotere waterbuffer, omdat de grond meer vocht kan absorberen. Hiermee is de kans op verdroging kleiner. Neem een sierpot met een diameter van minimaal 20% meer dan de vorige. Gebruik gewone universele potgrond of speciale palm grond.

 

 

 

Voeding

 

De Bismarckia van april tot september wekelijks bemesten. Gebruik vloeibare voeding voor palmen. Geef nooit een overdosis, ook niet na een periode dat de binnenplant geen voeding heeft gehad.

.

 

 

Verkleurende bladeren

 

Rode bladeren duiden op kou. Dit kan alleen buiten optreden. Bruine puntjes zijn niet te voorkomen. Bismarckia’s in de natuur hebben ook deze bruine punten. Vooral bij het oudere blad wat onderaan de palm hangt zal dit zichtbaar zijn. Meer sproeien zal het verse blad langer mooi houden.

 

 

 

 

Snoeien

 

Zoals hierboven beschreven zal het blad van een palm op den duur lelijk worden. Een palm maakt namelijk in de kern bovenaan nieuw blad aan en de onderste bladeren sterven af. Het oudere blad wat niet meer mooi is kan je het beste bij de stam afknippen. Dit zal namelijk nooit meer herstellen en kost de plant alleen maar energie. De stam kan je niet snoeien. Hierdoor zal de palm sterven.

 

 

.

Vermeerderen

 

Bismarckia’s zijn alleen te kweken door middel van zaad.

 

 

.

Bloemen

 

Alleen volwassen Bismarckia palmen bloeien. Dit stadium zal de palm niet halen als woonkamerplant.

 

 

 

 

 

Giftig?

 

De Bismarckia Nobilis is niet giftig.

 

 

.

Ziektes

 

Als er schildjes op de Bismarckia verschijnen heeft de palm last van schildluis. Het blad word plakkerig en de palm ziet er ongezond uit. Tijd om de aangetaste bladeren weg te snoeien en een bestrijdingsmiddel te gebruiken.

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

 

Het auraveld

Standaard

categorie : reiki en de aura

 

 

De Aura is een onzichtbare kleurrijke energieveld in de vorm van een ei rond het fysieke lichaam van een levend wezen. Het is bekend dat mensen, dieren, planten en  mineralen een aura of een lichtstraling rond zich heen hebben die wij niet met een bloot oog kunnen waarnemen. Je kunt een aura een lichtlichaam noemen.

 

 

Wat is een auraveld vanuit spiritueel perspectief?

 

Een menselijk auraveld is een persoonlijk energiereservoir die als een schaal van licht de energiestroom vanuit de Centrale Kosmische bron opvangt. Deze stroom wordt aan ieder mens dagelijks via het kristallen koord toegediend. De chakra’s ofwel de spirituele energiecentra van de mens vangen die levensenergie op, verspreiden het door ons gehele lichaam en stralen het licht vervolgens weer uit die onze persoonlijke kwaliteiten vertoont.

De chakra’s nemen de neutrale energie in en blazen de energie eruit die door de persoon zelf gekwalificeerd en gekleurd wordt. Omdat het licht van de aura geen harde materiële substantie is, verandert ze voortdurend van vorm en kleur. De kleur, vorm en grootte van de aura is voor ieder levend wezen heel persoonlijk. De samenstelling van de aura is afhankelijk van het karakter van het individu, maar ook van zijn levensopvattingen, doeleinden, bezigheden en zijn fysieke, emotionele en geestelijke toestand in een bepaald moment.

Iedere persoon is verantwoordelijk voor de lichtfrequentie rond zich heen. Een aura is het complexe resultaat van onze creativiteit die uitgevoerd wordt door middel van de persoonlijke vrije wil. Heel vaak zijn wij niet bewust van dit proces omdat een gewoon mens niet in staat is om zijn eigen creatie(aura) te zien.

 

 

Iedere aura bevat een schat van informatie over de persoon zelf, zoals:

 

– wat voor een karakter een persoon heeft

– waar de persoon zich mee bezig houdt

– hoe gezond, ontspannen of gestrest de persoon is

– hoe emotioneel explosief of emotioneel stabiel de persoon is

– wat voor gedachtenpatroon de persoon heeft

– welk bewustzijnsniveau de persoon heeft ontwikkeld

 – waar zijn prioriteiten liggen
– welke talenten de persoon heeft
– waar zich de blokkades in de aura bevinden
– wat de sterke kanten van de persoon zijn
– hoe positief en gelukkig hij in het leven staat
.
.
.
.
.
.
.
.

Wat zeggen de kleuren in de aura?

 

Iedere kleur is een drager van informatie over ons bewustzijn, activiteiten en omstandigheden in ons leven. Als een bepaalde kleur in ons aura aanwezig is, dan verwijst hij naar een of een ander aspect van het bestaan die op dit moment in ons leven actief is.

 

De rode kleur verwijst naar aanwezigheid van drukte, stress, zorgen, vermoeidheid, ziektes, beperkingen, frustraties,  mentaliteit, explosiviteit van emoties, materialisme, atheïsme, de ‘ik-geloof-alleen-in-mezelf’ houding, overlevingsinstinct, sterke vitaliteit, primaire levensbehoeftes.

De oranje kleur verwijst naar aanwezigheid van charisma, populariteit, ‘ik-sta-in-het-middelpunt-van-belangstelling’ houding, seksuele aantrekkingskracht, actieve rol in het leven, leidinggevende positie, intense zelfexpressie, ongecontroleerde emoties en verlangen, ‘get-what-you-want’ mentaliteit

De gele kleur verwijst naar een krachtig intellect, logica, analytisch bewustzijn, actief denkproces, studie, zelfstudie, onderzoek, verzamelen van informatie, oriëntatie in het beroepsveld, plannen, organiseren, creëren, communiceren, onrust en drukte in het hoofd dankzij 1000 en 1 gedachten.

De groene kleur verwijst naar een proces van genezing, herstel, regeneratie, innerlijk balans; sociaal persoon, die goed in anderen kan zich inleven, houdt van natuur, harmonische omgeving, spreekt de waarheid zonder oordeel, gaat gemakkelijk met iedereen om, heeft moeite de grenzen te trekken tussen zichzelf en anderen, kan moeilijk ‘nee’ zeggen, wil de anderen niet teleurstellen.

De blauwe kleur verwijst naar een introvert, vaak onbegrepen, gevoelige persoon met een sterke wilskracht en doorzettingsvermogen, die graag weg van de wereld is, opzoek naar zijn innerlijke vrede en verdiept zich in het zelfonderzoek, een goede spreker, weet wat hij wil, spreekt en leeft vanuit het hart.

De violette kleur verwijst naar spirituele wijsheid, spirituele volwassenheid, besef van persoonlijke verantwoordelijkheid in het leven, gevoel van rechtvaardigheid, onpersoonlijke liefde, in contact met eigen Hogere zelf en Christusbewustzijn, ontwikkelde intuïtie, inleving- en onderscheidingsvermogen, onpraktisch, niet commercieel, eenzaam, onbegrepen, onbeschermd, geen behoefte aan sociale contacten.

De witte kleur verwijst naar sterke vorm van individualisme, spiritueel ontwikkelde persoon die sterke binding met Goddelijke energieën heeft, niet bepaald verankert in het fysieke lichaam, missionaris, bewust van Hogere macht en Kosmische Wetten, praktiserende leraar van de spirituele wijsheid.

 

 

 

 

 

De aura is een vorm van goddelijk bewustzijn wanneer ze

in haar natuurlijke zuivere staat verkeert.

 

De aura stelt onze levensenergie en levenskracht voor. De staat van ons energieveld voor alle levende wezens is van groot belang. Zo moeten we de aura als een tweede huid zien, die ons van levensenergie voorziet en ons tegen de invloeden van buitenaf beschermt. In de aura bevinden zich energiepatronen die gevormd zijn door onze dagelijkse manier van handelen: door onze regelmatige gedachten en overheersende emoties.

Het menselijke aura wordt door de gedachten en emoties, die niet altijd zuiver zijn, dagelijks sterk beïnvloed. Bij een negatieve levenshouding, negatieve gedachten, negatieve emoties kunnen energieblokkades, energiestoringen of “gaten” in de aura ontstaan die uiteindelijk zich in ziektes of pijn in het fysieke lichaam vertalen.

Iedereen is in staat om zijn eigen energieveld te beheren, te genezen of te veranderen met de kracht van positieve gedachten, positieve emoties en positieve levens- en werkomgeving. Voor de optimale werking van je energiestroomspelen de volgende spirituele technieken de belangrijkste rol:meditatie, visualisatie, kracht van het licht, kleur, geluid en de kracht van het gesproken woord.

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

De Alocasia

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

De Alocasia komt van oorsprong uit de tropen van Azië, voornamelijk India. Alocasia soorten behoren tot de familie Araceae. Deze kamerplanten worden ook wel Taro, Reuzentaro of Olifantsoor genoemd. Deze laatste naam is gemakkelijk af te leiden aan de enorme bladeren.

 

 

Alocasia-c-1

 

 

Water geven

 

Vochtig houdenVochtig houden

 

 

Alocasia’s gedijen het best wanneer de grond constant licht vochtig is. Controleer daarom regelmatig met een vinger in de grond of deze nog vochtig is. In de winter verbruikt deze kamerplant minder water, maar laat de Alocasia niet helemaal uitdrogen. Bij voorkeur niet te grote hoeveelheden water per keer geven, dan gaat blad namelijk druppelen.

De hoeveelheid water is afhankelijk van verschillende factoren zoals luchtvochtigheid en hoeveelheid licht, daarom is het verstandig om te beginnen met kleine hoeveelheden water per gietbeurt. Is de grond binnen 2 dagen droog, geef dan iets meer. Is de grond na 5 dagen nog steeds erg nat, geef dan minder water per keer.

 

 

 

 

 

 

Sproeien

 

Het is noodzakelijk om een Alocasia meerdere keren per week te sproeien. Hoe vaker hoe beter. Hiermee neemt de kans op spint sterk af.

 

 

 

Standplaats

 

zonnig

Zonnig

 

 

De Alocasia wenst veel licht. Bij gebrek aan zonlicht kan de woonkamerplant snel naar het licht toe gaan groeien. Dit heeft als nadeel dat de plant scheef gaat groeit. Plaats de Alocasia een meter dichterbij het raam wanneer deze scheef groeit. Daarnaast is het raadzaam om de plant regelmatig een kwartslag te draaien. Minimaal 5 uur direct zonlicht. Dit betekent dat de Alocasia 2-3 meter voor een raam op het zuiden mag of voor een raam op het westen of oosten.

 

 

 

 

 

 

Minimale temperatuur

 

Overdag:  +/- 20 °C
‘S nachts: +/- 15 °C

 

 

 

Verpotten

 

De Alocasia elke 2 á 3 jaar verpotten, bij voorkeur in de lente. Dit zorgt voor nieuwe voedingsstoffen, luchterige grond en ruimte voor wortelgroei. Na aanschaf kan de kamerplant direct worden verpot. Gebruik een plantenbak met een diameter van minimaal 20% meer als de vorige. Gebruik gewone universele potgrond en probeer zo min mogelijk wortels te beschadigen. Gebruik een inzethoes bij hoge potten. Dit voorkomt rottend water buiten bereik van de wotels.

 

 

 

 

 

 

Voeding

 

De Alocasia eens per 2 weken vloeibare voeding geven. Wanneer de plant nauwelijks groeit (herfst, winter) is bemesten niet nodig. Gebruik nooit een overdosis, ook niet ter compensatie. Beter teweinig dan teveel.

 

 

 

 

 

 

Verkleurende bladeren

 

Alocasia’s kunnen gevoelig zijn voor koud water, koude lucht of tocht. Dit kan een oorzaak zijn voor bruine vlekken op het blad.

 

 

 

Snoeien

 

Het onderste blad van deze binnenplanten wordt op den duur minder mooi. Door deze 4cm van de basis af te snijden zal de plant geen energie meer in het lelijke blad stoppen. Dit bevordert de groei van nieuw blad. Het laatste gedeelte zal afsterven en is later eenvoudig van de basis te trekken. Het vocht dat de plant verliest door de snede is geen probleem.

 

 

 

Vermeerderen

 

Alocasia’s zijn te kweken door middel van zaad of door wortelstokken met blad van de moederplant af te snijden.

 

 

 

 

 

Bloemen

 

De bloem van een Alocasia wordt niet vaak aangetroffen. Een bloeiende Alocasia is vaak een teken dat het niet goed gaat met de plant. Om energie bij de kamerplant te besparen is het beter de bloem af te snijden.

 

 

alocasiacupreaplant2

 

 

 

Giftig?

 

Het sap van een Alocasia is irriterend voor huid en slijmvliezen. De wortelstokken worden in Azië gegeten. Hiervoor is het noodzakelijk dat de wortelstokken eerst worden gekookt. Uit voorzorg raden wij dit af.
(123kamerplanten bepaalt of een plant giftig is door het raadplegen van verschillende bronnen)

 

 

Ziektes

 

De Alocasia kan last hebben van spint indien de lucht te droog is. Regelmatig sproeien werkt preventief. Plaats de plant buiten wanneer spint is waargenomen. Wind en vocht zal de spint snel verdrijven. Dit is alleen mogelijk indien de temperaturen het toelaten. Daarnaast moet de plant buiten in de schaduw staan.

 

 

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De Philodendron, een kamerplant uit het regenwoud

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

 

Philodendron soorten komen van oorsprong voornamelijk uit het regenwoud van Zuid Amerika. De plantenfamilie is Araceae.

 

 

Philodendron01

 

 

Philodendron onderhoud:

 

 

Water geven

 

vochtig houdenVochtig houden

 

De grond van een Philodendron moet altijd vochtig blijven. Echter gebruikt de plant niet veel water. Een Philodendron is gevoelig voor teveel water. Geef daarom niet te grote hoeveelheden water per gietbeurt. Je kunt de kamerplant opnieuw water geven zodra de grond begint op te dromen, maar laat deze niet geheel uitdrogen.

De watergift hoeveelheid is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de standplaats en grootte van de kamerplant. Begin daarom met kleine hoeveelheden water per gietbeurt. Is de grond na 4 dagen nog steeds erg nat, geef dan minder per gietbeurt.

Steek een vinger in de grond om te controleren of de grond vochtig aanvoelt. Bij een nieuwe huiskamerplant is het verstandig dit regelmatig te doen. Na enkele keren water geven leer je vanzelf hoeveel en hoe vaak jouw Philodendron nodig heeft.

 

 

 

Sproeien

 

Hoe meer hoe beter. Vooral klimmende exemplaren met hun luchtwortels worden graag gesproeid. Raadzaam is om minimaal 1x per week te sproeien.

 

 

 

Standplaats

 

Schaduw

 

Philodendron soorten gedijen prima met minder licht. Vermijd direct zonlicht, vooral het middag licht. Plaats deze kamerplanten 3-4 meter voor een raam op het noorden, of 4 meter op het oosten/westen, of 5-6 meter voor een raam op het zuiden. Deze afstanden zorgen ervoor dat de kamerplant maximaal 3 uur direct zonlicht ontvangt.

 

 

philodendron huisplant

 

 

 

Minimale temperatuur

 

Overdag:  +/- 20 °C
‘S nachts: +/- 16 °C

 

 

 

Verpotten

 

Een Philodendron verpotten kan direct na aanschaf, maar bij voorkeur in het voorjaar. Gebruik universele potgrond of Anthurium grond. Gebruik een sierpot waarbij de diameter minimaal 20% breder is als de vorige. Gebruik bij hoge plantenbakken een inzethoes.

Dit voorkomt dat er onderin de pot water gaat rotten, omdat het water buiten het bereik van de wortels is. Oudere exemplaren hoeven niet verpot te worden. Hier kan kan ook de losse bovenlaag vervangen worden met verse grond. Uiteraard is het verpotten in een sierpot een stuk mooier.

 

 

monstera

 

 

Voeding

 

Geef eens per week vloeibare voeding voor groene planten in de groei periode. Geef nooit een overdosis, ook niet na een periode dat de binnenplant geen voeding heeft gehad. Bemesten is niet nodig in de rustperiode (winter) en niet noodzakelijk in de herfst. Lees de gebruiksaanwijzing voor de juiste dosering.

 

 

 

Verkleurende bladeren

 

Gele bladeren bij een Philodendron zijn vaak het gevolg van teveel water. Pas de watergift hierop aan.

 

 

 

Snoeien

 

Klimmende Philodendrons zijn gemakkelijk te leiden langs een mosstok of gaasrek. Een uitloper kan het beste terug geleid worden. Het kan geen kwaad om gewoon met een schaar te lange uitlopers af te knippen.

 

 

 

Vermeerderen

 

Niet-klimmende soorten zijn alleen te vermeerderen door middel van zaad. Klimmende exemplaren zijn te vermeerderen door kopstekken in een vochtig mengsel van turf en zand te steken bij een temperatuur van rond de 23 graden.

 

 

 

 

 

Bloemen

 

Het komt zelden voor dat een Philodendron bloeit in de huiskamer. Indien de binnenplant toch bloeit kan je de bloemen het beste afknippen. De geur van deze bloemen is namelijk niet altijd aangenaam. Bovendien onttrekt het de plant energie.

 

 

 

Giftig?

 

De meeste Philodendron soorten zijn giftig bij inname. Vooral katten hebben de neiging om op de bladeren te kauwen. Dit kan de nieren aantasten. Raadpleeg een dierenarts.

 

 

 

Ziektes

 

Philodendron soorten zijn niet gevoelig voor ongedierte.

 

 

 

Philodendron soorten

 

Deze familie omvat honderden soorten. Zowel klimplanten,struiken als kleine bomen. Enkele soorten: Atom, Congo, Grand Brasil, Fun Bun, Imperial Red/Green, Lemon Mandjari, Medisa, Pertusem (Monstera Deliciosa, Gatenplant), Scandens, Selloum, Red Emerald, Xantal en Xanadu.

 

 

 

philodendron selloum

 

 

 

philodendron xanadu

 

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

 

Het begin en einde van de zonde.

Standaard

categorie : religie

 

 

 

 

 

Beste lezer, God wil dat u weet hoe de zonden in de wereld kwamen en dat de gevolgen daarvan zijn het lijden en de dood. Lucifer, een zeer vooraanstaande engel, wilde niet buigen voor Gods kroon op de schepping, de mens. Hij misleidde de eerste bewoners op aarde door middel van de leugen en de zonde werd geboren. Daardoor zon-derde de mens zich af van God. De perfecte relatie tussen God en de mens was niet meer. De zonde is dus ont-staan door een geestelijk schepsel dat de het eerste mensenpaar Adam en Eva verleidde met een leugen.

Omdat uit een onvolkomen mens geen zondeloos iemand kan geboren worden, noemt men het de erfzonde. De mens stond op zijn eigen benen en Lucifer werd de duivel, ook  Satan de tegenstrever genoemd. Hij kreeg vrij spel en door zijn steeds groeiende macht op de mens werd de aarde een plek geteisterd door oorlogen, ziektes, hongersnood, moord en andere ellende. Satan beweerde in de hemel, voor de troon van God, dat geen mens ooit zondeloos zou kunnen leven, wat een kapitale inschattingsfout bleek. God stuurde zijn eigen Zoon Christus naar de aarde om zoenoffer te worden als losprijs voor de zonden. Indien Christus zondeloos bleef tot het einde van zijn leven, was de duivel verslagen.

Christus, De Messias kwam naar de aarde, predikte het woord van God, liet door mirakels zien wie hij was en bleef zondeloos tot op het kruis. Onmiddellijk wist Satan dat het einde van zijn bestaan in zicht was. Daarom raast hij nu als een wild monster over de aarde om zoveel mogelijke zielen met zich mee te sleuren in de toekomstige, eeuwige vuurpoel. Door zijn overwinning op het kwade is Christus de advocaat van de gelovigen voor de troon van God. Wie in Hem gelooft en zijn zonden belijdt zal nooit sterven. Hij verplicht u tot niets, zijn wens is dat u tot Hem komt in vrije wil.

Het kwade zal ooit letterlijk vernietigd worden. In de Openbaring staat waar het met deze wereld en de mens naartoe gaat. Via zijn laatste hoofdstuk in de Bijbel geeft God signalen van het begin van de eindtijden als waar-schuwing. God wil dat geen enkele ziel verloren gaat. Het is nooit te laat om te geloven in de kruisdood van Christus als zoenoffer voor onze zonden en dat te belijden .

 

 

De eindstrijd tussen goed en kwaad

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

Het is duidelijk dat God een plan heeft voor de toekomst van de mens, de aarde en het kwade. Zolang echter de strijd tussen Satan en God over de soevereiniteit van het universum niet volledig afgehandeld is moeten wij ster-ven. Toch reikt God ons nu al de hand om in alle omstandigheden het leven door te komen, ook in lijden en dood. Hij wil ons nu reeds een tipje van eeuwig geluk laten ervaren.

De liefde van God en Christus voor de mens was zo groot dat één van de machtigste engelen in de hemel, Lucifer, moest wijken. God weet dat enkele duizenden jaren van lijden niet zullen opwegen tegen de oneindigheid van later hemels geluk. Ooit zal er een nieuwe hemel en aarde komen waarop de mens in een volkomen liefdevolle omgeving woont in harmonie met plant en dier. Voor ons gelovigen zal de toekomst zo groot zijn dat het nu met menselijk verstand niet te vatten is.

De dag dat Satan definitief verslagen is wordt het zaad van de zonde uit ons hart verwijderd en zal het verleden, met al zijn pijn en verdriet, uit onze herinneringen verdwijnen. Laten wij niet vergeten dat wij nu reeds elke dag beroep kunnen doen op Christus door gebed. Indien u Hem roept is hij er. U zal zelfs binnen deze onvolkomen wereld bijgestaan worden al zijn de resultaten niet direct merkbaar. Voor alles is er een tijd. Roep Hem, en u zal verhoord worden.

 

 

De keuze tussen goed en kwaad door de vrije wil, met een eindoordeel tot gevolg.

 

Pasteltekening van John Astria