Category, categorie : A complete animated overview of the bible
.
.
Books of 1-3 John, summary
.
Boek 1-3 Johannes, samenvatting
.
.








.
.
.





Eigenschappen Cananga olie
– aroma: zoet, vol, exotisch
– kleur: licht tot donkergeel
– consistentie: dun
– extractie: stoomdistillatie
Toepassingen Cananga olie
– geest en zenuwen: herstelt het geestelijk evenwicht bij nerveuze spanningen, prikkelbaarheid, kwaadheid, hyperventilatie en ADHD
– hartritmestoornissen: ondersteunt het hart bij hoge bloeddruk, hartkloppingen, en versnelde ademhaling als gevolg van nervositeit
– huid en haar: helpt om de olie-afscheiding van de talgklieren te reguleren.
Dosering en Applicatie voor Cananga olie
– verdamper
– huid: 10 druppels per theelepel basis olie (verhoudingsgewijs is dit 10% van de olie)
– bad: 5 tot 10 druppels

Contra-indicatie en waarschuwing voor Cananga olie
– te hoge dosis kan in sommige gevallen de huid irriteren
– niet gebruiken bij lage bloeddruk
– vermijd bij zwangerschap
– niet gebruiken bij kinderen onder 2 – 3 jaar
Diversen voor Cananga olie
– herkomst: Maleisie, Indonesie, Philippijnen, Polynesie, Melanesie, Micronesie
– zachter, minder bedwelmend dan ylang-ylang (cananga odorata var.genuina)
– de bloemen van de cananga boom zijn lichtpaars, roze, lichtgeel
– de gele bloemen zijn het beste voor olie extractie
– wordt vooral gebruikt in de parfum- en cosmetische industrieen
– goed te combineren met olie van Bergamot, Cederhout, Geranium, Jasmijn, Neroli, Patchouli , Sandelhout, Roos, Sinaasappel
traditioneel (inheems) gebruik van cananga odorata
– hout: bouwmateriaal, kanos, meubels, kisten, dozen, vlotten
– bast: malaria, laxeermiddel
– bloemen (gedroogd): asthma
– olie: snelle ademhaling, hartkloppingen, depressie, stress, onrustigheid, huidinfecties
– vermengd met kokos olie in zeep en shampoo: voor haar- en huidverzorging (makassar olie)



.
.
.
.

Op 1000 mannen die kiezen voor deze prostaatkankerscreening zijn er vermoedelijk 2 die binnen de 15 jaar een overlijden door prostaatkanker vermijden. Maar door voor een opsporing te kiezen worden veel mannen geconfronteerd met een kanker waar ze anders nooit of pas veel later last zouden van hebben.
Prostaatkanker evolueert immers meestal zeer traag. En de behandelingen die volgen op een diagnose kunnen zorgen voor ernstige complicaties, zoals incontinentie en impotentie.
.
.
.
Hoewel prostaatkanker bij Belgische mannen de vaakst vastgestelde kanker is, overlijdt minder dan 4% van de mannen eraan. Dat komt omdat prostaatkanker meestal zeer traag evolueert. In de helft van de gevallen wordt hij slechts na de leeftijd van 75 jaar vastgesteld. Zo hebben van de 80-plussers hebben meer dan 4 mannen op 10 prostaatkanker, zonder enig symptoom. Bij actieve opsporing waren deze mannen nodeloos behandeld geweest, met alle hinderlijke bijwerkingen.
.
.
.
Geschat wordt dat binnen de 15 jaar na de screening van 1000 mannen tussen 55 en 69 jaar, ongeveer 2 mannen minder zullen sterven aan prostaatkanker.
.
.
.
De PSA-test is niet 100% betrouwbaar. Prostaatkanker kan gepaard gaan met een verhoging van het PSA-gehalte (prostaat-specifiek antigeen) in het bloed. Een abnormaal PSA-testresultaat wijst echter niet altijd op prostaatkanker. Andersom is prostaatkanker ook mogelijk bij een normaal, niet-verhoogd, PSA-testresultaat. Dit betekent dat mannen zich ten onrechte bezorgd of opgelucht kunnen voelen.
De praktijkrichtlijnen raden systematische PSA-screening van alle mannen niet aan, en de PSA-test wordt in dat geval ook niet meer terugbetaald. Dit belet mannen echter niet om toch om de test te vragen. In dat geval is het de rol van de arts om hem goed te informeren over de voor-en nadelen en de onzekerheden die er mee gepaard gaan, zodat hij een weloverwogen keuze kan maken, toch een fundamenteel patiëntenrecht.
.
.

.
.
.
Meer testen leidt zeker tot meer invasieve behandelingen (biopsie, chirurgie, radiotherapie), met de gekende complicaties van impotentie en incontinentie, terwijl deze behandelingen niet altijd iets wezenlijks veranderen aan de levensduur van de patiënt.
Door screening worden kleine prostaatkankers gemiddeld 7 jaar eerder ontdekt dan wanneer er geen opsporing zou plaatsvinden. Dit betekent dat de man vroeger in zijn leven als “kankerpatiënt” wordt beschouwd. Hierdoor leven patiënten dus langer met de nadelen en de nasleep van de behandelingen dan patiënten die pas na klachten worden gediagnosticeerd en behandeld.
Daarnaast worden bij ongeveer 25 van de 1000 gescreende mannen tumoren opgespoord die heel langzaam groeien en die zonder opsporing tijdens de rest van het leven bij de grote meerderheid nooit problemen zouden gegeven hebben. Zonder screening zou deze man nooit “kankerpatiënt” zijn geweest, en nu wel.
.
.
.
Om mannen te helpen bij een beslissing om zich al dan niet te laten testen, ontwikkelden LUCAS KU Leuven in opdracht van de Vlaamse Liga tegen Kanker (VLK), en het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) elk een hulpmiddel om hen goed geïnformeerd een beslissing te helpen nemen.
Laat je je als man testen en kies je daardoor voor een iets betere overlevingskans en neem je er de aanzienlijke risico’s op nutteloze behandelingen en vervelende bijwerkingen bij? Of laat je je niet testen, met een kleine kans dat je een behandelbare kanker zal missen, maar zonder risico op een nutteloze behandeling?
De nieuw ontwikkelde hulpmiddelen geven geen pasklaar antwoord op deze vraag, maar ze helpen elke man wel om op een beter geïnformeerde manier zelf of in overleg met zijn arts een keuze te maken die het best aansluit bij zijn waarden en voorkeuren.
• Deze beslissingshulp is bedoeld voor mannen die:
– 50 tot 75 jaar oud zijn,
– een goede gezondheid hebben
– en een weloverwogen keuze willen maken over vroegtijdige opsporing van prostaatkanker.
• Als uw vader of broer(s) ooit de diagnose van prostaatkanker kregen, zijn de cijfers op deze website niet van toepassing op u. Raadpleeg uw arts indien u vragen heeft over opsporing van prostaatkanker.
• Vroegtijdige opsporing van prostaatkanker is niet geschikt voor mannen die ouder zijn dan 75 jaar en/of een slechte gezondheid hebben.
– Deze mannen zullen waarschijnlijk niet sterven aan hun prostaatkanker of hier ernstige klachten van ondervinden.
.
.
.
| Vaak gestelde vragen | Indien u wel een PSA test laat doen | Indien u geen PSA test laat doen |
| Wat zijn de belangrijkste voordelen? | Van alle 100 prostaatkankers die aan het licht komen zijn er 34 agressief (34%). Bij deze kankers kan vroegtijdige behandeling voordelig zijn. Zo voorkomt een vroege behandeling voor 3 op 100 mannen met prostaatkanker (3%) dat ze sterven aan de ziekte. Voor 8 op 100 mannen met prostaatkanker (8%) voorkomt vroege behandeling dat de kanker zich naar andere delen van het lichaam verspreidt. | Een verhoogde PSA waarde wijst niet altijd op prostaatkanker. Of dit zo is gaat men na met een biopsie. Indien u de PSA test niet laat doen, dan vermijdt u de risico’s van een biopsie. Ook vermijdt u de risico’s verbonden aan de behandeling van een vorm van prostaatkanker die geen behandeling vereist. |
| Heb ik dan minder kans om te sterven aan prostaatkanker? | Waarschijnlijk niet. Door in een vroeg stadium te testen kan bij minder dan 1 klachtenvrije man op 100 (0,2%) voorkomen worden dat hij aan prostaatkanker sterft. | Neen. |
| Als mijn PSA waarde hoog is, heb ik dan zeker prostaatkanker? | Neen: 76 op 100 mannen (76%) met een hoge PSA waarde hebben geen prostaatkanker. Of dit zo is, wordt onderzocht met een biopsie. | Als u ervoor kiest om zich niet te laten testen, zult u uw PSA waarde niet kennen. |
| Als mijn PSA waarde laag is, heb ik dan zeker geen prostaatkanker? | Neen: Minder dan ŽŽn man op 100 (0,5%) met een normale PSA waarde heeft toch prostaatkanker. | In dit geval zult u uw PSA waarde niet kennen. |
| Welke zijn de voornaamste nadelen? | Op 100 prostaatkankers zijn er 66 (66%) die zo traag groeien dat ze zonder behandeling geen problemen zouden veroorzaken. Voor deze kankers is behandeling niet nodig, maar het is moeilijk vooraf te zeggen of dit zo’n kanker is. Testen kan dus onnodige behandeling uitlokken. Hiernaast kan de PSA test laten doen leiden tot ongerustheid en twijfel over volgende keuzes. | Het risico bestaat dat een agressieve prostaatkanker niet vroegtijdig wordt ontdekt. Ook als u zich niet laat testen kunt u ongerust zijn en twijfelen. |
| Welke nadelen brengt een prostaatbiopsie met zich mee? | Na de biopsie kan een man te kampen krijgen met onder meer bloed in de urine (langer dan drie dagen bij ongeveer 25 op 100 mannen, 25%) of pijn (bij ongeveer 5 op 100 mannen, 5%). Meer ernstige neveneffecten zoals infectie komen minder vaak voor. | Deze risico’s worden vermeden als u zich niet laat testen. Immers, enkel bij een verdachte PSA-waarde wordt een biopsie gedaan. |
| Wat zijn de risico’s van een behandeling voor prostaatkanker | Dit hangt af van het type behandeling. Neveneffecten op lange termijn zijn bv. erectieproblemen (bij 40 tot 58 op 100 mannen; ±40-58%), urineverlies (na operatie bij ongeveer 32 op 100 mannen; ±32%) en darmklachten (na bestraling bij ongeveer 25 op 100 mannen ±25%). Een man kan er samen met zijn arts ook voor kiezen om zich niet meteen te laten behandelen. | Als u zich niet laat testen is het minder waarschijnlijk dat u vroegtijdig behandeld wordt voor prostaatkanker. |
.
.
.
.
Categorie: mode en kledij . Christian Dior-2003-spring-couture . Look 1 Look 2 Look 3 Look 4 Look 5 Look 6 Look 7 Look 8 Look 9 Look 10 Look 11 Look 12 Look 13 Look 14 Look 15 Look 16 Look 17 Look 18 Look 19 Look 20 Look 21 Look 22 Look 23 Look […]
.
Vanaf de late Middeleeuwen bestaat er een variatie aan tassen en beurzen. Dit waren toen al praktische accessoires bij de kleding die nog geen binnenzakken kende. Gemaakt van leer, linnen, zijde, fluweel tot prachtig geborduurd, hadden ze vakjes voor het meedragen van geld en andere persoonlijke benodigdheden. Men had een ruime keus van stoere beugeltassen met wel achttien verborgen vakjes, leren beurzen met decoratief metalen beslag tot buidel vormige beurzen aan lange trekkoorden. Met uitzondering van enkele vroege voorbeelden van tassen die om de schouder werden gehangen, zoals sommige jachttassen, werden tassen en beurzen in die tijd aan de riem of gordel gedragen. Een draagwijze die zowel voor mannen en vrouwen modieus was.
Met de komst van de binnenzakken in de mannenkleding aan het einde van de 16 de eeuw en in de 17 de eeuw raakte de tas bij de man langzaam uit. Met uitzondering van de jacht en documententas werd de tas in de volgende eeuwen het exclusieve domein van de vrouw. Naast tassen en beurzen voor het dagelijkse gebruik, kende men kleine exemplaren die gebruikt werden voor speciale doeleinden. Als huwelijksbeurs, speelbeurs, aalmoezenbeurs, reuktasje of nieuwjaarsgeschenk vervulden ze allemaal hun eigen bijzondere rol.
.
.

buidel – beursje
.
.

buidel hangend -fluweel-zilverdraad – eerste helt 17 e eeuw
.
.
.
Naast tassen en beurzen voor aan de riem konden vrouwen hun beursjes ook hangen aan het tuigje. Een veel in Nederland en in sommige delen van Duitsland voorkomend alternatief om persoonlijke benodigdheden mee te nemen was de tas met zilveren beugel en haak om aan de rokband te hangen. De beugeltas werd in Nederland vanaf de tweede helft van de 17 de eeuw tot in het begin van de 20 ste eeuw gedragen.
Gedurende de 17 de, 18 de en een groot deel van de 19 de eeuw was de dameskleding zo wijd dat het gemakkelijk was om onder de rok één of twee losse zakken onzichtbaar te dragen. Deze zogenoemde dijzakken werden gedragen als paar, één op elke heup hangend.
.
.

tas met zijzakken -1766
.
.

handwerktas-bloemen-zijde-Frankrijk-17 e eeuw
.
.
.
Onder invloed van de ontdekking van Pompeï en het herontdekken van de Griekse tempels werd in de loop van de 18 de eeuw alles wat met de Griekse en Romeinse Oudheid te maken had erg populair. Men kreeg een andere architectuur en andere meubels maar ook een heel andere mode en andere tassen. De wijde japonnen verdwenen. De japon werd sluik, de taille ging omhoog tot vlak onder de buste en een modieuze japon moest het liefst van fijne linnen of mousseline zijn. Voor de goedgevulde dijzak is geen plaats meer onder deze ragfijne japonnen. De inhoud van de dijzak verhuist naar de eerste echte voorloper van de handtas, het reticule. Het reticule had een draagkoord of ketting om in de hand te dragen. Gedurende enkele decennia bleef het modieus om de tas in de hand te dragen.
.
.

Reticule-1840-1870
.
.

Zijde-reticule-19e-eeuw
.
.

Tericule-1855
.
.
Met de industriële revolutie (ca.1760-1830) kwamen ‘nieuwe’ materialen als papier-maché, ijzer en geslepen staal die tevens hun weg vonden naar de tas. Een rijkdom aan tassen in aparte vormen en materialen zijn de ware ‘staaltjes’ van een nieuwe tijd. Met de opkomst van de reticule, leek de rol van de dijzakken uitgespeeld. Niets is minder waar gebleken. Het opnieuw wijder worden van de rokken leidde ertoe dat de herleving van grootmoederszakken- de dijzakken- rond 1830 met gejuich werd ingeluid. Tot in de 20 ste eeuw bleven sommige vrouwen de voorkeur aan deze zakken geven.
Het tuigje met daaraan hangende accessoires, al bekend uit vorige eeuwen, werd met de wijdere mode in de 19 de eeuw opnieuw populair. Onder invloed van de Romantiek kreeg het de nieuwe naam ‘chatelaine’ naar het Franse woord voor kasteelvrouwe, en duidend op de sleutels die de kasteelvrouw in de Middeleeuwen, als symbool van haar functie, aan haar riem droeg. Naast de chatelaine met naaigerei hing de vrouw in de 19 de eeuw een variatie aan nuttige accessoires aan de chatelaines. Een praktisch alternatief op de chatelaine was de chatelaine-tas.
Deze werd populair toen met de komst van de crinoline het dragen van een tas aan de rokband opnieuw inkwam. Met de toename van het reizen ontstaat een assortiment aan tassen voor de moderne reiziger. De kleine handbagage voor in de trein groeit uit tot de ware voorloper van de handtas, die de vrouw niet alleen op reis meeneemt, maar ook gebruikt voor op visite en bij het winkelen. Passend bij haar nieuwe rol kreeg ze de nieuwe naam handtas.
.
.
Aan het begin van de 20 ste eeuw heeft de handtas definitief de draagfunctie van de chatelaine en chatelainetas overgenomen
.

dijzak 1830
.
.

chatelaine
.
.

1791 chatelaine tas
.
.

chatelaine tas
.
.
.
De sierlijkheid van de tas is nog van groot belang maar de emancipatie van de vrouw, haar toenemende deelname aan het arbeidsproces en met de toenemende mobiliteit nemen de praktische eisen toe. De vrouw krijgt voor elke gelegenheid op de dag een tas. Het reticule of de beugeltas is sierlijk voor naar het theater, voor in de namiddag heeft ze een wandel- en visite tas en voor naar het werk worden documententassen aangeboden.
Onder invloed van filmsterren op het witte doek neemt het cosmeticagebruik en het roken een enorme vlucht. De ‘vanity-case’ in de 20 er jaren en de ‘minaudière’ in de 30 er jaren vervullen met hun vakjes voor de sigaretten en de make-up op sierlijke en vernuftige wijze de behoefte aan een speciale tas. Uitgevoerd in metaal, waaronder zilver of goud, of in kunststof versierd met strass is het een belangrijk accessoire voor de modieuze vrouw in die tijd.
.
.

vintage Engelse vanity case- 20 e eeuw
.
.

minaudiere- sigaretten, aansteker, poederdoos
.
.

minaudiere – Goyard
.
.

moderne minaudiere
.
.

leren-avondtas-1915
.
.

Kralentas-1920-1930
.
.

clutch-brokaat-1925
.
.
Niet alleen in gebruik maar ook in het materiaal heeft de draagster een grotere keuze dan ooit tevoren. Tassen van textiel, minuscuul petit point, maliën en kralen van glas of geslepen staal, zijn geliefd in de eerste decennia. Leer en kunststoffen vechten om de gunst van de tas. Leer is populair om zijn bijzondere structuur, de duurzaamheid en de kleurmogelijkheden. De kunststoffen celluloid, caseïne en celluloseacetaat zijn in de 20 er jaren in eerste instantie bedoeld als goedkope imitatie van de exclusieve beugels in schildpad en ivoor. In de 30 er jaren worden ze in tassen juist gewaardeerd om hun bij de tijd passende strakke structuur.
Allerlei nieuwe kunststoffen als pvc, perspex en nylon worden in die jaren uitgevonden, maar worden vooral na de Tweede Wereldoorlog opvallend verwerkt in tassen. Doosvormige tassen van harde kunststof, doorschijnend in zogenaamd lucite of in schitterende felle kleuren, en tassen van kunststof telefoondraden en tegels waren een groot succes. De Verenigde Staten heeft in die jaren een leidende rol in deze rages. De zachte kunststoffen worden als imitatieleer de grootste rivaal van leer.
.
.

Lucite-1950-1960
.
.

Tas-van-kralen-1954
.
.

leer-en-pauwenveren-1970-
.
.
.
In de 20ste eeuw groeit de verscheidenheid aan modellen van de tas sterk.
.
.

handtas van metalen kralen – Pierre Cardin- Frankrijk – 1970
.
.

lederen handtas tweede helft 20 e eeuw
.
.

schoudertas tweede helft 20 e eeuw
.
.

moderne rugtas
.
.
.
.
Dit geldt ook voor de tas. Hermès, Gucci, Louis Vuitton, Prada, Fendi en Judith Leiber zijn internationaal bekende merken die van origine betrekking hebben op handtassen of in elk geval op fijne exclusieve lederwaren. Sommige merken zijn bekend vanwege een specifieke tas. Een klassieker met allure is de ‘Kelly’ tas van Hermès. De leren Kelly-tas met hengsel werd ontwikkeld in 1935 uit een zadeltas die al in 1892 bestond. Ze dankt haar naam en adeldom aan actrice en prinses Grace Kelly die sinds haar verloving met prins Rainier van Monaco in 1955 de tas veel droeg. Het model wordt nog steeds door Hermès gemaakt.
Ook voor bekende modeontwerpers en/of modehuizen als Chanel, Dior, Yves Saint Laurent, Versace, Donna Karan en Dolce & Gabbana is de tas tegenwoordig een belangrijk modeaccessoire. In tegenstelling tot vorige eeuwen waarin de mode veel langzamer verliep, is de tas tegenwoordig een mode accessoire dat elk seizoen wisselt.
.
.

Kelly bag Hermes
.
.

Kelly bag Hermes
.
.

.
.
