Tagarchief: filosoof

Prediker 10 uit het Oude Testament

Standaard

categorie : religie

.

.

Wat is dit voor boek?

.

Het Hebreeuwse woord dat vertaald is met ‘prediker,’ is ook te vertalen met ‘filosoof,’ of ‘leraar,’ of ‘gespreksleider.’ De schrijver van dit boek denkt na over het leven. Daarbij noemt hij aldoor een ‘aan de ene kant’ en een ‘aan de andere kant.’ Zo redeneert hij als het ware met zichzelf over het onbegrijpelijke van het leven.

.

.

.

.

Spreuken over wijsheid

.

1 Van één dode vlieg bederft de zalf. Van een klein beetje dwaasheid bederft een wijs mens.

2 Het hart van een wijs mens weet de goede keuzes te maken. Het hart van een dwaas mens kiest voor het kwaad.

3 Wat een dwaas ook doet, hij doet het zonder verstand. Hij laat iedereen zien dat hij een dwaas is.

4 Als de koning boos op je wordt, loop dan niet kwaad bij hem weg. Door rustig te blijven voorkom je veel ellende.

5 Ik zag nog iets slechts onder de zon, iets wat gebeurt bij de machtige mensen.

6 Dwaze mensen kregen belangrijke plaatsen in de regering. Maar de wijze mensen kregen onbelangrijke baantjes.

7 Ik zag slaven op paarden zitten. Maar koningen moesten te voet gaan als slaven.

8 Iemand die een valkuil graaft voor iemand anders, zal er zelf in vallen. En iemand die een muur doorbreekt, zal door een slang gebeten worden.

9 Iemand die stenen draagt, kan gewond raken. Als je hout hakt, loop je gevaar.

10 Als je bijl bot is geworden, moet je hem slijpen. Doe je dat niet, dan moet je steeds meer kracht gebruiken.
Als je iets goed wil doen, kun je het beste met wijsheid te werk gaan.

11 Als de slang je al heeft gebeten vóór de bezwering, heeft het geen zin meer om de slangenbezweerder nog te laten komen.

12 Iedereen luistert graag naar de woorden van een wijs mens. Maar de woorden van een dwaas storten hem in het ongeluk.

13 Eerst zijn zijn woorden alleen maar onverstandig. Maar later wordt het zelfs gevaarlijk wat hij zegt.

14 Dwaze mensen praten en praten maar, terwijl niemand weet wat er in de toekomst zal gebeuren. Niemand kan zeggen wat er na zijn dood zal gebeuren.

15 Een dwaas zwoegt en zwoegt tot hij doodmoe is. Maar hij bereikt er nooit iets mee. Voor hem geldt het spreekwoord: “Hij is nog te dom om de weg naar de stad te vinden.”

16 Het zal slecht aflopen met het land waarvan de koning nog maar een kind is, of waarvan de leiders tot de volgende morgen vroeg zitten te feesten en te drinken.

17 Maar het zal goed gaan met het land waarvan de koning hard werkt en op de juiste tijd eet om zich te versterken, niet om dronken te worden.

18 Door luiheid gaan de dakbalken rotten. Door nooit wat te doen, raakt het huis lek.

19 Als je geld hebt, kun je plezier maken en vrolijk worden van de wijn. Als je geld hebt, kun je doen wat je wil. Niemand zal er wat van zeggen.

20 Vervloek nooit je koning, zelfs niet in gedachten. Vervloek nooit een rijk man, zelfs niet in je slaapkamer waar je denkt dat niemand je hoort. Want de vogels zouden het kunnen horen. Ze zouden kunnen doorvertellen wat je hebt gezegd.

.

.

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

Prediker 9 uit het Oude Testament

Standaard

categorie : religie

.

.

Wat is dit voor boek?

.

Het Hebreeuwse woord dat vertaald is met ‘prediker,’ is ook te vertalen met ‘filosoof,’ of ‘leraar,’ of ‘gespreksleider.’ De schrijver van dit boek denkt na over het leven. Daarbij noemt hij aldoor een ‘aan de ene kant’ en een ‘aan de andere kant.’ Zo redeneert hij als het ware met zichzelf over het onbegrijpelijke van het leven.

.

.

.

.

Iedereen, goed en slecht, sterft uiteindelijk

.

1 Luister goed! Ook hier heb ik goed over nagedacht om het te kunnen begrijpen: ook goede en wijze mensen zijn afhankelijk van wat God doet. Ze weten niet of mensen hen zullen liefhebben of haten. Ze weten niets van wat er nog komt.

2 En tenslotte overkomt iedereen hetzelfde. De goede mensen overkomt hetzelfde als de slechte mensen. De mensen die offers aan God brengen, overkomt hetzelfde als de mensen die geen offers brengen. De eerlijke mensen overkomt hetzelfde als de oneerlijke mensen. De mensen die een eed zweren, overkomt hetzelfde als de mensen die niet willen zweren.

3 Het allerergste wat er onder de zon gebeurt, is dat iedereen uiteindelijk hetzelfde overkomt. Eigenlijk zijn alle mensen van binnen slecht. Daarom maken ze hun hele leven dwaze plannen. En daarna sterven ze.

4 Een mens die leeft, heeft hoop. Een levende hond is beter af dan een dode leeuw.

5 De levende mensen weten tenminste dat ze ooit zullen sterven. Maar de doden weten niets. Ze hebben niets meer te verwachten. Ze zijn vergeten.

6 Hun liefde, hun haat, hun verlangens – alles is verdwenen. De doden doen niet meer mee met de dingen die onder de zon gebeuren.

.

.

Het is maar het beste om te genieten van het leven

.

7 Geniet dus maar van je eten en drinken en wees vrolijk. Want dan doe je wat God heeft bedoeld.

8 Trek mooie kleren aan en verzorg je goed.

9 Geniet van het leven, samen met de vrouw van wie je houdt. Geniet alle dagen van het zinloze leven dat God je heeft gegeven onder de zon. Want dat is je enige beloning voor al je gezwoeg onder de zon.

10 Doe wat je moet doen, en doe dat zo goed mogelijk. Want als je dood bent, is er niets meer te doen. In de dood is geen werk, geen gedachte, geen kennis, geen wijsheid.
.
11 Opnieuw keek ik rond onder de zon. En ik zag dat niet altijd de snelste mensen de hardloopwedstrijd winnen. De sterkste wint niet altijd de oorlog. De wijze mensen hebben niet altijd genoeg te eten. De slimste mensen worden niet altijd rijk. De verstandigste mensen krijgen niet altijd waar ze recht op hebben. Alles hangt af van het toeval.

12 En niemand weet hoelang hij zal leven. Net zoals vissen plotseling in het visnet gevangen worden, en net zoals vogels plotseling in het vangnet gevangen worden, zo worden ook de mensen plotseling overvallen door de dood.

.

.

Als je arm bent, luistert niemand naar je wijsheid

.

13 Ik ontdekte nog iets onder de zon wat met wijsheid te maken heeft. Het maakte veel indruk op me.

14 Er was een kleine stad met maar weinig bewoners. Een machtige koning viel die stad aan. Hij omsingelde de stad en bouwde er hoge aanvalstorens bij.

15 In die stad woonde een arme, wijze man. Hij had met zijn wijsheid de stad kunnen redden. Maar niemand dacht aan die arme man, omdat hij arm was.

16 Toen zei ik: “Wijsheid is beter dan wapens, maar de mensen luisteren niet naar de wijsheid van arme mensen.”

17 Toch is het beter om te luisteren naar de rustige woorden van een wijs man, dan naar het geschreeuw van een leider van dwazen.

18 Wijsheid is beter dan wapens, maar één slecht mens bederft veel goeds.

.

.

.

.

 

Prediker 7 uit het Oude Testament

Standaard

categorie : religie

.

.

Wat is dit voor boek?

.

Het Hebreeuwse woord dat vertaald is met ‘prediker,’ is ook te vertalen met ‘filosoof,’ of ‘leraar,’ of ‘gespreksleider.’ De schrijver van dit boek denkt na over het leven. Daarbij noemt hij aldoor een ‘aan de ene kant’ en een ‘aan de andere kant.’ Zo redeneert hij als het ware met zichzelf over het onbegrijpelijke van het leven.

.

.

.

.

Echte wijsheid

.

1 Als goede mensen goede dingen over je zeggen, is dat beter dan dat je er goed uitziet. En de dag dat je sterft, is beter dan de dag dat je werd geboren.

2 Het is beter om naar een begrafenis te gaan, dan naar een feest. Want de dood is het einde van ieder mens. Dat moeten we niet vergeten.

3 Verdriet is beter dan plezier, want als je laat merken dat je verdrietig bent, helpt dat je om er overheen te komen.

4 Wijze mensen denken na over de dood. Maar dwaze mensen denken alleen maar aan plezier maken.

5 Het is beter om te luisteren naar een waarschuwing van wijze mensen, dan naar het vrolijke zingen van dwazen.

6 Want het lachen van een dwaas is net zo snel voorbij als het geknetter van brandende dorens onder een pan. Het is maar lucht.

7 Luister goed: door afpersing wordt een wijs man dwaas, en door omkoping wordt een goed mens slecht.

8 Het einde van iets is beter dan het begin ervan. Het is beter om geduldig te zijn dan trots.

9 Erger je niet te snel ergens aan, want ergernis woont in het hart van de dwazen.

10 Vraag niet: “Hoe komt het dat het vroeger beter was dan nu?” Want dat is geen wijze vraag.

11 Wijsheid is net zo belangrijk als een erfenis. Het is iets goeds voor de mensen die onder de zon leven.

12 Want wijsheid beschermt, net zoals geld beschermt. Maar wijsheid is nog beter dan geld, want door wijsheid weet een wijs mens hoe hij leven moet.

13 Kijk naar wat God doet. Wie kan recht maken wat Hij heeft gebogen?

14 Geniet wanneer het goed met je gaat. Maar bedenk in moeilijke tijden: “Ook deze dagen heeft God gemaakt, net zoals die andere dagen.” Een mens heeft geen idee van wat er in de toekomst gebeuren zal.

15 Ik heb van alles gezien in de korte tijd dat ik leef op aarde. Bijvoorbeeld: een goed en eerlijk mens met wie het toch slecht afloopt. En een slecht mens die toch lang leeft.

16 Wees niet al te goed en eerlijk. Wees niet al te wijs. Je zou jezelf er alleen maar kwaad mee doen.

17 Maar wees ook niet al te slecht en wees geen dwaas. Want waarom zou je sterven vóór het je tijd is?

18 Probeer het midden te vinden tussen wijs en dwaas. Als je ontzag hebt voor God, zul je het juiste midden weten te vinden.

19 Eén wijs mens is door zijn wijsheid machtiger dan tien bestuurders van een stad.

20 Niemand op aarde leeft zó goed, dat hij nooit iets verkeerds doet.

21 Luister daarom niet naar alles wat er gezegd wordt. Want anders hoor je nog dat je knecht je vervloekt.

22 Want van binnen weet je wel dat je zelf ook vaak andere mensen vervloekt hebt.

.

.

.

.

Predikers zoektocht naar wijsheid

.

23 Ik heb dit allemaal onderzocht omdat ik wijs wilde worden. Maar het is me niet gelukt: de wijsheid bleef onbereikbaar.

24 Hoe kun je bereiken wat zo ver weg is en zo diep verstopt zit? Het leven is niet te begrijpen.

25 Ik bestudeerde alles, omdat het mijn diepste wens was om meer te weten en te begrijpen. Ik wilde bewijzen dat het dwaas is om je niets van God aan te trekken. Dat het dwaas is om onverstandig te zijn.

26 En ik ontdekte iets wat nog erger is dan de dood: een ontrouwe vrouw. Haar hart is een valkuil en haar handen zijn boeien. Iemand die van God houdt, kan aan haar ontsnappen. Maar iemand die niet om God geeft, wordt door haar gevangen.

27 Dit is wat ik ontdekt heb – ik heb over de dingen nagedacht, omdat ik tot een goede conclusie wilde komen.

28 Maar ik heb die conclusie nog niet gevonden. Ik ben er nog steeds naar op zoek. Onder duizend mensen heb ik maar één goede man gevonden. Maar geen enkele goede vrouw.

29 Maar wat ik wél heb ontdekt, is dat God de mensen wel goed gemaakt heeft, maar dat ze zelf allerlei slechte dingen bedenken.

.

.

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

Prediker 6 uit het Oude Testament

Standaard

 categorie ; religie

 

 

 

Wat is dit voor boek?

 

Het Hebreeuwse woord dat vertaald is met ‘prediker,’ is ook te vertalen met ‘filosoof,’ of ‘leraar,’ of ‘gespreksleider.’ De schrijver van dit boek denkt na over het leven. Daarbij noemt hij aldoor een ‘aan de ene kant’ en een ‘aan de andere kant.’ Zo redeneert hij als het ware met zichzelf over het onbegrijpelijke van het leven.

 

 

 

 

Ook rijkdom is maar lucht

 

1 Ik heb iets vreselijks gezien onder de zon, iets wat heel veel voorkomt. 2 Dat is: als God een man rijk heeft gemaakt, maar Hij laat hem er niet van genieten. Hij heeft wel alles wat hij zou willen hebben, maar iemand anders maakt het allemaal op. Ook dat is maar lucht. Het is zinloos en triest. 3 Stel dat iemand honderd kinderen heeft, heel lang leeft en erg oud wordt. Maar als hij niet van het leven geniet en zelfs geen begrafenis krijgt – dan vind ik dat een doodgeboren kind beter af is dan hij.

4 Want zo’n kind komt zonder naam op de wereld en zonder iets van het leven te weten. En zonder naam en zonder iets van het leven te weten, verdwijnt het in de duisternis. 5 Het heeft nooit het zonlicht gezien. Maar het heeft rust, en die oude man niet. 6 Zelfs als die man tweeduizend jaar leefde – als hij niet kan genieten van het leven, wat heeft het dan voor zin? Alles eindigt hetzelfde: in de dood.

7 Een mens zwoegt alleen maar zo hard om te kunnen eten. En toch heeft hij nooit genoeg. 8 Waarin heeft een wijs mens het dan beter dan een dwaas? Wijs zijn maakt niet gelukkig. En waarin heeft een arme het beter hier op aarde? Arm zijn maakt óók niet gelukkig. 9 Je kunt beter genieten van wat je hebt, dan altijd maar méér willen hebben. Want ook dat is maar lucht en iets teleurstellends.
.
10 Wat de mens ook is, zijn naam is al lang geleden genoemd. Hij is maar een mens, hij is sterfelijk. Hij kan het nooit winnen van hem die sterker is dan hij: de dood11Er zijn veel dingen die alles alleen maar zinlozer, triester en onbegijpelijker maken. Wat heb je er dan aan? 12 Want wie weet wat goed is voor een mens in de korte tijd dat hij leeft? Het leven glijdt als een schaduw voorbij. Wie kan aan een mens vertellen wat er na hem onder de zon zal gebeuren?

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

Prediker 2 uit het Oude Testament

Standaard

categorie : religie

.

.

Wat is dit voor boek?

.

Het Hebreeuwse woord dat vertaald is met ‘prediker,’ is ook te vertalen met ‘filosoof,’ of ‘leraar,’ of ‘gespreksleider.’ De schrijver van dit boek denkt na over het leven. Daarbij noemt hij aldoor een ‘aan de ene kant’ en een ‘aan de andere kant.’ Zo redeneert hij als het ware met zichzelf over het onbegrijpelijke van het leven.

.

.

.

.

Genieten is ook maar lucht

.

1 Ik zei tegen mezelf: “Ik zal proberen te genieten. Ik zal blij zijn met de goede dingen van het leven.” Maar ook dat is maar lucht. 2 Van het lachen ontdekte ik dat het dwaas is. Blijdschap heeft geen nut. 3 Ik heb dat uitgezocht door veel wijn te drinken (maar dat deed ik wel met verstand). Want ik wilde weten of het soms beter voor de mensen is om zich dwaas te gedragen in de korte tijd dat zij leven.

4 Ook deed ik geweldige dingen: ik bouwde paleizen. Ik plantte wijngaarden. 5 Ik legde tuinen en parken aan. Ik plantte daarin allerlei fruitbomen. 6 Ik groef vijvers om water te hebben voor een bos van jonge bomen. 7 Ik kocht slaven en slavinnen. Ook hun kinderen die in mijn paleis werden geboren, werden mijn slaven en slavinnen. Ik bezat heel veel koeien, schapen en geiten. Veel meer dan alle andere koningen die vóór mij in Jeruzalem hadden geregeerd.

8 Ik kreeg steeds meer zilver en goud. Ik bezat schatten en geschenken die ik gekregen had van de koningen en landen waarover ik heerste. Ik liet zangers en zangeressen komen, en allerlei dingen die de mensen mooi vinden, en allerlei muziekinstrumenten. 9 Ik werd belangrijker en rijker dan alle andere koningen die vóór mij in Jeruzalem hadden geregeerd. Intussen bleef ik wijs.

10 Ik kon alles krijgen wat ik hebben wilde om van te genieten. En ik genoot van alles wat ik met hard werken had bereikt. Dat had ik tenminste bereikt. 11 Maar toen keek ik naar alles wat ik had bereikt en hoe hard ik daarvoor had gezwoegd. En ik zag dat het allemaal maar lucht was, een teleurstellende bezigheid. Niets daarvan had zin onder de zon.

12 Toen dacht ik na over wijsheid. Ook over dwaasheid. Want wat zal de volgende koning doen met wat de vorige koning heeft gedaan? Alles is al gedaan. 13 Wel zag ik dat het beter is om wijs te zijn dan om dwaas te zijn. Net zoals het licht beter is dan het donker. 14 Want een wijs mens heeft ogen in zijn hoofd en ziet wat hij doet. Maar een dwaas loopt in het donker. Maar ik zag ook dat het met beiden hetzelfde afloopt!

15 Daarom zei ik bij mezelf: “Wat met dwaze mensen gebeurt, gebeurt ook met mij. Wat heb ik er dan aan gehad dat ik zo vreselijk wijs ben geweest?” En ik zei bij mezelf dat wijsheid dus maar lucht is. 16 Want niemand weet later nog iets van wat de wijze mensen hebben gedaan. Net zoals ze later niets meer weten van wat de dwaze mensen hebben gedaan. Alles wat er nu gedaan wordt, zal later helemaal vergeten zijn. En ach, wijs of dwaas, we sterven allemaal.

17 Daarom kreeg ik een hekel aan dit leven. Want alles wat er onder de zon gebeurt, vond ik maar lucht. Het leven is onbegrijpelijk en teleurstellend. 18 Ik kreeg een hekel aan al mijn harde werken en zwoegen onder de zon. Want ik zou alles toch moeten achterlaten voor de man die na mij zal regeren. 19 En je weet niet of hij wijs zal zijn of dwaas. Toch zal hij de macht hebben over alles waarvoor ik met zoveel wijsheid gezwoegd heb onder de zon. Het is dus ook maar lucht.

20 Zo begon ik te wanhopen aan het nut van al mijn harde werken en zwoegen onder de zon. 21 Want eerst heeft iemand met wijsheid en kennis en talent ergens voor gezwoegd. Maar daarna moet hij het achterlaten voor iemand die er niets voor heeft gedaan. Ook dat is lucht. Het is iets verschrikkelijks. 22 Want wat heeft hij dan aan al zijn harde werken? Wat heeft hij dan aan al zijn plannen en aan al zijn zwoegen onder de zon? 23 Dag en nacht zwoegt hij, zonder rust te hebben. Ook dat is lucht. Het is iets onbegrijpelijks.

24 Het is het beste voor een mens om te eten en te drinken en te genieten van wat hij met zijn harde werken heeft bereikt. Maar ik heb ontdekt dat dat iets is wat God geeft. 25 Want wie kan eten en drinken en genieten, zonder Hem? 26 Want aan iemand die van Hem houdt, geeft Hij wijsheid, kennis en blijdschap. Maar iemand die niets om Hem geeft, laat Hij werken en sparen voor iemand die wél van Hem houdt. Dus ook zíjn harde werken en zwoegen is maar lucht. Dat is verschrikkelijk.

.

.

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

Prediker 1 uit het Oude Testament

Standaard

categorie : religie

 

 

Wat is dit voor boek?

 

Het Hebreeuwse woord dat vertaald is met ‘prediker,’ is ook te vertalen met ‘filosoof,’ of ‘leraar,’ of ‘gespreksleider.’ De schrijver van dit boek denkt na over het leven. Daarbij noemt hij aldoor een ‘aan de ene kant’ en een ‘aan de andere kant.’ Zo redeneert hij als het ware met zichzelf over het onbegrijpelijke van het leven.

 

 

 

 

 

Het leven is niet te begrijpen

 

1 Dit zijn de woorden van Prediker, de zoon van David. Prediker was koning in Jeruzalem.
2 Alles is maar lucht en leegte, zegt Prediker. Niets heeft werkelijk zin! Het hele leven is maar lucht en iets onbegrijpelijks! 3 Wat heeft een mens aan al zijn harde werken en zwoegen onder de zon? 4 Mensen worden geboren en sterven, maar de aarde blijft altijd bestaan. 5 De zon komt op en de zon gaat onder en haast zich hijgend naar de plaats waar ze weer moet opkomen.

6 De wind waait naar het zuiden en draait naar het noorden. Aldoor draaiend en waaiend gaat hij verder en komt steeds weer terug. 7 Alle rivieren stromen naar de zee, maar toch raakt de zee niet vol. Aldoor keert het water terug naar de bronnen van waaruit de rivieren ontstaan. 8 Alles is verschrikkelijk vermoeiend. De ogen zijn nooit klaar met kijken, de oren zijn nooit klaar met horen.

9 Alles wat er gebeurd is, zal steeds weer gebeuren. En alles wat er gedaan is, zal weer worden gedaan. Er is nooit iets nieuws onder de zon. 10 Soms gebeurt er iets waarvan de mensen zeggen: “Kijk, dit is iets nieuws.” Maar dan is het lang geleden ook al gebeurd, voordat wij er waren. 11 De mensen weten niets meer van wat er lang geleden gebeurde. En ook van wat er later gebeuren zal, zullen de mensen die nóg weer later leven, niets meer weten.

 

 

 

Wijsheid brengt verdriet met zich mee

 

12 Ik, Prediker, was koning van Israël en regeerde in Jeruzalem. 13 Ik wilde graag alles weten en wijs worden. Ik wilde ontdekken wat voor zin alles heeft wat er onder de hemel gebeurt. Dat is een moeilijke bezigheid die God aan de mensen heeft gegeven. Je wordt er alleen maar moe van. 14 Ik keek naar alles wat onder de zon wordt gedaan. En ik ontdekte: alles is lucht en onbegrijpelijk. 15 Wat krom is, kan niet recht worden. En wat ontbreekt, is ontelbaar.

16 Ik zei bij mezelf: “Ik ben wijzer dan alle mensen die vóór mij in Jeruzalem hebben geregeerd. Ik heb heel veel wijsheid en kennis opgedaan. 17 Daarom wil ik graag het verschil leren tussen wijsheid en dwaasheid, tussen verstandig en onverstandig.” Maar ik heb begrepen dat ook dat teleurstellend is. 18 Want met veel wijsheid komt veel verdriet. Hoe meer je weet, hoe groter je verdriet.

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

Socrates ; grondlegger van de filosofie

Standaard

categorie : beroemde mensen

 

 

 

“Ik weet maar één ding en dat is dat ik niets weet.” Hij wordt gezien als één van de grondleggers van de westerse filosofie. Hij denkt veel na over ethische kwesties en uit felle kritiek op de Atheense maatschappij. De Atheense leiders zien hem als een gevaar en dwingen hem om zelfmoord te plegen. Socrates werd vermoedelijk geboren op 4 juni 470 voor Christus.

 

 

Portrait Herm of

 

 

Er zijn weinig details over Socrates beschreven. In de meeste werken over hem ontbreken jaartallen. Het leven van Socrates is dus deels een mysterie, en alles wat over hem is geschreven komt van zijn vrienden en volgelingen. Socrates werd geboren in Athene als de zoon van steenhouwer Sophroniscus en zijn vrouw Phaenarete. Hij trouwde op late leeftijd met Xanthippe, een meisje naar verluidt 40 jaar jonger was dan hij. Samen kregen ze drie zoons, Lamprocles, Sophroniscus en Menexenus.

Aanvankelijk nam Socrates het beroep van zijn vader over, maar hij ging al snel in het Atheense leger dienen waarin hij vocht tijdens de Peloponnesische oorlogen (431 v.C.-404 v.C.). Socrates filosofeerde over het leven maar vooral over goedheid en gerechtigheid. Hij probeerde probleemstellingen te beantwoorden door ze af te breken tot een reeks vragen. Het was zijn gewoonte om alles in twijfel te trekken.

Toen een andere filosoof tegen Socrates zei dat hij twijfelde aan een theorie van hem, antwoordde Socrates: “Ik weet dat je me niet gelooft, maar het beste dat een mens kan doen is te twijfelen aan zichzelf en anderen.” De bekendste filosofische uitspraak van Socrates was dan ook: “Ik weet maar één ding en dat is dat ik niets weet.” Hij had een grote schare aan leerlingen en volgelingen. Onder hen was ook Plato, die zelf eveneens een belangrijk filosoof zou worden.

Socrates onderwees zijn leerlingen over zijn filosofische visie en haalde zich daarbij de woede van de Atheense bovenklasse op de hals. Socrates was een uitgesproken atheïst en hij deelde zijn denkbeelden met veel van de Atheense jongeren. Al snel was de maat vol voor veel Atheners. Socrates werd aangeklaagd voor het corrumperen van de Atheense jeugd en voor ongelovigheid. Hij werd veroordeeld tot de dood. Socrates dronk een mengsel van de giftige plant conium, waaraan hij in 399 voor Christus overleed.

 

 

Conium maculatum - Köhler–s Medizinal-Pflanzen-191.jpg       conium ; gevlekte scheerling

 

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

  Waarom de Openbaring lezen ?

 

Johannes 17 : 3 > ‘’dit betekent eeuwig leven, dat zij voortdurend kennis in zich opnemen van u, de enige ware God en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus.‘’

Openbaring 1 : 3 > ‘’gelukkig is hij die deze profetische woorden van de Here voorleest; en dat geldt ook voor de mensen die ernaar luisteren en het zullen onthouden. Want de tijd dat deze dingen werkelijkheid worden, komt steeds dichterbij.‘’

Openbaring 22 : 7 > Jezus zegt: ‘’ja, ik kom gauw. Gelukkig is hij die de profetische woorden van dit boek onthoudt.‘’

 

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

 

 

 

 

De leer gevestigd op de boom des levens

Standaard

categorie : religie

.

.

Naar de levensboom

Pasteltekening van John Astria

.

.

Vervangingsleer of door Jezus geënt op de boom des levens

.

De filosoof Jean-Jacques Rousseau zei ooit dat er voor alles een vervanging is. Dat is niet juist, want niet voor alles is er een gelijkwaardige vervanging. Zo is er bijvoorbeeld voor het leven geen enkele vervanging. Daarom is vervanging veelal een surrogaat en kan het niet het echte vervangen.

.

.

Zo kan ook het volk dat door God uitgekozen is, niet worden vervangen door andere volken. De HERE Zelf verklaart:

.

“Want u bent een volk dat aan de HERE, uw God, is
gewijd. U bent door Hem uitgekozen om, anders dan
alle andere volken op aarde, zijn kostbaar bezit te zijn.”
Deuteronomium 7:6

.

Izaäk is de vader van Jakob, die later van de HERE de naam Israël (strijder van God) kreeg. Zo wordt het verbond dat God in Genesis 15:18 met Abraham gesloten heeft, overgedragen aan Jakob / Israël. Dit verbond is een onverbrekelijk en eeuwig verbond, want

.

“Net zo min als Ik van plan ben de natuurwetten te
veranderen, zal Ik ook mijn volk Israël niet verstoten!”

Jeremia 31:36-37

.

Met andere woorden, Gods verbond met Israël blijft geldig en is eeuwigdurend, ook als Israël faalt in Gods bedoeling. Dat bekrachtigt de apostel Paulus:

.

“De Israëlieten zijn door God aangenomen als Zijn zonen.
Zij hebben gezien hoe groot en machtig Hij is. Zij weten
welk verbond Hij met hen heeft gesloten. God heeft hun
verteld hoe zij moeten leven en Hem kunnen dienen. Zij
weten welke beloften Hij aan hun voorouders heeft gedaan.
En het grootste van al: Christus is, naar de mens gesproken,
uit hen voortgekomen. Christus, Die boven alles staat.
Alle lof en eer is daarom voor God, voor altijd! Amen.”

Romeinen 9:4-5

.

.

Vervangingsleer

.

Maar de vervangingstheologie die zich in de 2000 jaar van de kerkgeschiedenis door het christendom heeft verspreidt, is het hier uitermate mee oneens. Deze vervangingsleer gaat terug op niet-Joodse kerkvaders, die een uit Rome stammende theologie vertegenwoordig(d)en. Deze theologie stelt dat het verbond niet meer geld, noch langer ter zake doet in Gods heilplan.

.

In het jaar 70 werd Jeruzalem door de Romeinen verwoest. In de kerk werd de val van de stad en tempel (terecht) beschouwd als vervulling van de woorden van Jezus, waarin hij de ondergang van de stad had voorzegd. Daarnaast zocht men naar een verklaring voor deze val en al gauw werd het als teken van straf voor het volk van Israël gezien.

.

Voor wat werd het gestraft? Voor haar aandeel in de kruisiging van Jezus? Israël had tenslotte haar Messias verworpen. En daaruit volgend waren de beloften “logischerwijze” niet langer meer voor het Joodse volk, en “moesten de beloften wel overgegaan zijn op de heidenen”.

Dat dit geenszins het geval is, maar veeleer een aanvulling op Gods heilsplan.

Maar de volgende (en blijkens fatale) stap was de conclusie die daaruit getrokken werd: als Israël Jezus als Messias verworpen had, dan moest God op zijn beurt nu Israël “wel definitief verworpen hebben”. Maar Israël was toch het volk van het verbond? Zeker! Wat had God dan met het verbond gedaan als het eeuwigdurend zou zijn? Het zou als nieuw verbond op de kerk ‘uit de volken’ “moeten” zijn overgegaan. De kerk was ‘het nieuwe geestelijke Israël’ geworden.

.

De kerk had, volgens haar leer, dus de plaats van Israël als verbondsvolk ingenomen. Dat dit, volgens Gods heilsplan, overduidelijk niet het geval is, deed (en nog steeds doet) schijnbaar aan de beleving niets af. In plaats van dankbaar te zijn voor het plan dat God met ons heidenen voor had, claimde de kerk het alleen- en erfrecht van dit plan op.

Zo is de onzalige onheils brengende vervangingstheologie ontstaan. Onder meer om die reden wordt Israël vandaag ook door vele kerkelijke stromingen politiek bestreden en geboycot. Want de Joodse staat wordt niet erkend, mag niet bestaan, omdat met de wederopstanding van het oude Israël de vervangingstheologie zijn bestaansrecht verliest. Immers, het voor eeuwig verworpen Joodse volk kan toch nooit meer naar Sion terugkeren!? Laat staan op instigatie van de HERE zelf!

Pas na de Tweede Wereldoorlog, toen Israël weer een soevereine staat werd, ging men binnen de kerken, langzaamaan, anders denken over het Joodse volk. Overigens maakten lang niet alle kerken zich schuldig aan deze gedachtegang. Met name binnen de meer ‘evangelisch’ gerichte kringen werd al reeds ruim vóór de stichting van de staat Israël anders gedacht over deze zaken. Een bekend voorbeeld hiervan, in Nederland, is de evangelist Johannes de Heer. Maar ook anderen hingen, op basis van hun interpretatie van de Bijbel deze gedachte aan.

.

Niet de Holocaust was de oorzaak voor de wedergeboorte van Israël als staat, zoals telkens opnieuw wordt beweerd, maar het onverbrekelijke verbond dat God onder ede met zijn volk Israël heeft gesloten. Exact zoals de Here zijn volk beloofd heeft in Zijn woord:

.

Zo zegt de HERE HERE: Zie, Ik zal mijn hand opheffen
tot de volken en mijn banier omhoog heffen voor de natiën;
in hun armen zullen zij uw zonen brengen, en uw dochters
zullen op de schouder gedragen worden.

Jesaja 49: 22

dan zal de HERE, uw God, u uit uw gevangenschap redden.
Hij zal u genade schenken, naar u toekomen en u bijeen-
brengen uit alle volken waaronder Hij u heeft verspreid.
Ook al zou u zich in de verste uithoeken van het heelal
bevinden, Hij zal u vinden en terugbrengen naar het land
van uw voorouders!

Deuteronomium 30:3-4

Ikzelf zal het overblijfsel van mijn kudde bijeenhalen uit al de
landen waarheen Ik het heb gestuurd en het laten terugkeren
naar zijn weiden, waar het vruchtbaar zal zijn en uitgroeien.

Jeremia 23:3

Zo waar de HERE leeft, Die de Israëlieten naar hun eigen
land terugbracht vanuit alle landen waarheen Hij
hen had verbannen.
Jeremia 23:8

.

Nazatenschap Abraham

.

Door geloof kan iedereen een geestelijk nazaat van Abraham worden, maar dat sluit het fysieke zoonschap van het Joodse volk niet uit. Israël, dat wil zeggen de nakomelingen van Abraham, Izaäk en Jakob hadden, hebben en zullen een belangrijke plaats innemen in het historische plan van God. Waarom? Omdat de HERE zelf Zijn naam aan het volk van Israël verbonden heeft.

Het is zodoende niet zo dat elke Israëliet behouden is of behouden zal worden.

.

In tegenstelling tot alle andere volkeren heeft God het volk van Israël aangewezen en uitgekozen voor Zijn heilsplan.

Vanuit dit volk is de Messias, Jezus van Nazareth, op de wereld gekomen; in hun gebied, dat wil zeggen binnen de grenzen van het land Kanaän, vond de eerste komst van Jezus plaats en zal ook zijn tweede komst plaatsvinden.

.

Gods plan met Israël

.

Gods plan met Israël is altijd afhankelijk geweest van Zijn initiatief en verkiezing en van Israëls respons als een rechtvaardig volk (Deuteronomium 7). Als Israël een rechtvaardige relatie heeft met God, belooft Hij dat Hij het overvloedig zal zegenen (Leviticus 26:1-13; Deuteronomium 28:15-68). Maar als het volk opstandig is, belooft God het tucht (dit is niet hetzelfde als afwijzing) (Leviticus 26:1-13; Deuteronomium 28:1-14).

.

De uiterste tuchtmaatregel was het verstrooien van het volk over verschillende volken, met de belofte dat het volk eenmaal weer samengebracht zal worden, zodat God uiteindelijk tot zijn doel komt. Deuteronomium 30.

Door Ezechiël bevestigt God zijn doel met Israël. Alleen al in hoofdstuk 36, waarin verwezen wordt naar het herstel van Israël, wordt God veertien keer beschreven als de “HERE HERE”, die twee en twintig maal “zegt” dat Hij het zal doen. De God van Israël geeft duidelijk aan hoe Hij zal handelen:

.

.

Hij zal de volken veroordelen, omdat
ze Israël slecht behandeld hebben.

Ezechiël 36:3-7

Hij zal het volk Israël terugbrengen naar het beloofde
land, dat weer zal bloeien en opgebouwd worden.
Het zal in veiligheid wonen.
Ezechiël 36:8-15

Hij zal Israël veroordelen, omdat het bloed vergoten
heeft in het land, de voorkeur heeft gegeven aan
afgoden en Gods naam ontheiligd heeft onder de volken.
Ezechiël 36:16-21

Hij zal Israël rechtvaardigen om Zijn
heilige naam, niet om Israël.
(Ez.36:22)

Door de rechtvaardigheid van Israël zal God
aan de volken laten zien dat Hij de Heer is.
Ezechiël 36:23-28

.


Conclusie

.

Heel Gods handelen met Israël is mysterieus en met een duidelijke bedoeling geweest, evenals Zijn plan met de kerk. Tot net na het begin van onze jaartelling was niemand van dit plan op de hoogte, zo zegt Paulus in Efeziërs 3:5-6:

.

Vroeger is dat altijd voor de mensen verborgen gebleven,
maar nu heeft God het door de Heilige Geest aan Zijn
apostelen en profeten bekendgemaakt. Het komt hierop
neer: Door het goede nieuws te geloven, worden niet-Joden
gelijk aan de Joden. Zij delen mee in de rijke erfenis.
Zij horen bij hetzelfde lichaam, de Gemeente; en voor hen
geldt dezelfde belofte in Christus Jezus.

.

.

Als de leiders van Israël Jezus niet verworpen hadden, als Jezus niet was gestorven, zou er geen verzoening zijn, en, hypothetisch gezien, geen verlossing, noch voor de Jood noch voor de niet-Jood. Zowel de blindheid van Israël als de corruptie van Pilatus waren nodig om Gods verlossing van de mensheid teweeg te brengen.

Is het verbazingwekkend dat God het herstel van de staat Israël bevolen heeft, of dat er tegenwoordig zo veel groepen “Messiaanse Joden” zijn, of Joden die in Jezus geloven?

.

Zowel de staat Israël als de opkomst van Joodse gemeenten laten gelovigen duidelijk zien dat Gods plannen uitkomen, en dat spannende, maar moeilijke tijden in het verschiet liggen voor de kerk en Israël. We moeten zeker ons hoofd gaan opheffen voor de Verlossing die naderbij komt!

.

.

voorpagina openbaring a4

.

.

pijl-omlaag-illustraties_430109

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

  

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

Confucius (551 v. Chr. – 479 v. Chr.)

Standaard

categorie: beroemde mensen

 

 

 

Confucius was een Chinees filosoof. De Chinezen vieren zijn verjaardag op de 27ste dag van de 8ste maand, maar volgens de westerse kalender werd Confucius geboren op 24 september 551 voor Christus.

 

 

chinese-school-confucius

 

In zijn jeugd werkte Confucius onder andere als boekhouder en ontwikkelde hij een sterke ethische visie. Toen hij de volwassen leeftijd bereikte besloot hij het ouderlijk huis te verlaten en rond te gaan trekken om zijn leer te ver-spreiden. Confucius bezocht verschillende krijsheren met als doel hen ervan te overtuigen dat zij hun volk op een deugdelijke manier moesten regeren, maar zij wezen hem af.

Een deel van de lokale bevolking geloofde echter wel in zijn leer en al snel kreeg Confucius een grote schare vol-gelingen. De belangrijkste opvatting van Confucius was de Gulden Regel: “Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet”. Na zijn dood in 479 voor Christus verspreidden zijn volgelingen het Confucianisme over een groot deel van Azië.

 

 

 

Confucius staat bekend om zijn vele wijze uitspraken

 

‘Wanneer je de toekomst wilt weten, bestudeer dan het verleden.’

‘Wat u voor uzelf niet wenst, wens dat een ander niet.’

Alleen de aller wijsten en de aller dwaasten veranderen nooit van mening.’

‘Een wijs man zoekt het in zichzelf, een dwaas zoekt het in anderen.’

 

 

Confucius was het grootste gedeelte van zijn leven privéleraar. Hij zag het als zijn taak mensen te inspireren tot het goede en de teloorgang van de zeden tegen te gaan. Bij elkaar heeft Confucius 3000 studenten gehad. Stu-deren om kennis over jezelf en over de buitenwereld op te doen was zeer belangrijk in de leer van Confucius. Dit probeerde hij over te brengen op zijn studenten. Veel Chinezen noemen hem dan ook de Grote Leraar.

De leer van Confucius had één Gulden Regel. Deze regel draait om vergeving. De wijsheid die hierbij hoort is: ‘Wat u voor uzelf niet wenst, wens dat ook een ander niet.’ Tegenwoordig is het confucianisme een filosofie die de leer van Confucius volgt, welke een zeer grote invloed heeft gehad in Oost-Azië. De zes deugden waar de leer op stoelt, zijn :

 

 

menselijkheid,

kinderlijke gehoorzaamheid,

rechtvaardigheid,

fatsoen,

trouw,

wederkerigheid.

 

 

Zijn vele wijsheden zijn algemeen bekend en Confucius uitte deze om zijn leer te verduidelijken. Tijdens zijn leven heeft hij nooit de kans gehad om zijn filosofie in de praktijk te brengen. Zijn studenten zijn zeer belangrijk ge-weest bij de verspreiding van het gedachtegoed van het confucianisme na de dood van Confucius.

Tijdens de heerschappij van de Han-dynastie, van 206 voor Christus tot 220 na Christus, was de leer van Confucius in China een prominente doctrine. Het confucianisme heeft een sterke invloed gehad op de culturen van China, Taiwan, Korea, Singapore, Vietnam en Japan. De morele waarden van Confucius zijn tegenwoordig nog steeds van groot belang in het oosten van Azië.

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

Schiep God door middel van evolutie?

Standaard

categorie : religie

.

.

Schiep God door middel van evolutie?

.

geloof en wetenschap

.

.

De Bijbel vertelt ons dat God de aarde in zes dagen schiep, en dat de planten en dieren ‘naar hun aard’ (Hebreeuws: miyn, ook wel ‘soort’) werden geschapen. De verschillende typen planten en dieren werden dus apart geschapen, en hoewel er uit één type meerdere soorten kunnen ontstaan, is er dus geen sprake van grootschalige gezamenlijke afstamming, zoals de evolutietheorie stelt. Bovendien was de tijdschaal van de schepping veel te kort om evolutie plaats te laten vinden.

Hoewel de Bijbel en evolutie diametraal tegenover elkaar staan, zijn sommige christenen toch zó onder de indruk van het ogenschijnlijk overtuigende bewijsmateriaal voor evolutie, dat ze naar allerlei manieren zoeken om toch in evolutie en de miljarden jaren te kunnen geloven. (Al hebben maar weinigen dit bewijsmateriaal goed onderzocht.) Eén van de meest toegeeflijke compromisposities is theïstisch evolutionisme.

Het idee is dat God evolutie gebruikte als scheppingsmethode. De mate waarin God hier actief bij betrokken is geweest varieert van theïstisch evolutionist tot theïstisch evolutionist, maar allemaal accepteren ze de miljarden jaren en grootschalige gezamenlijke afstamming. Dus waarom niet schepping en evolutie? Kan God niet gewoon gebruik gemaakt hebben van evolutie als manier om ons te scheppen? Nee. Evolutie en geloof in de Bijbelse God zijn onverenigbaar.

.

Tegen het karakter van God

.

Theïstisch evolutionisme levert een totaal verkeerd beeld van het karakter van God. De God van de Bijbel is goed (Lucas 18:19) en alles wat Hij doet is volmaakt (Deut 32:4). Maar hoe is de God van theïstisch evolutionisme?

Evolutie staat in schril contrast met Gods volmaaktheid. Evolutie door mutaties en natuurlijke selectie is een verschrikkelijk wreed proces. Honderden miljoenen jaren lang hebben dieren geleden, hebben dieren elkaar bestreden, bejaagd en gedood, zijn dieren om het leven gekomen door ziekte, honger of predatie.

De ‘voorwaartse stappen’ in de evolutie als gevolg van natuurlijke selectie zijn ten koste gegaan van miljoenen individuen die de strijd om het bestaan en succesvolle voortplanting verloren hebben. Degenen die te zwak waren zijn genadeloos verdelgd. De geschiedenis van het leven is er één van ongekend veel pijn, ziekte, lijden, dood en talloze uitstervingen.

.

.

.

.

De evolutionaire tijdlijn: Het ontstaan van de mens werd vooraf gegaan door honderden miljoenen jaren van natuurlijke selectie, pijn, ziekte, predatie en dood. De god van miljoenen jaren van evolutie en natuurlijke selectie is wreed en bloeddorstig. Zelfs atheïsten zien deze grote tegenstrijdigheid in. Darwin zelf noemde de werken der natuur (natuurlijke selectie) klunzig, verspillend, blunderend, laag en verschrikkelijk wreed.

De atheïstische bioloog  en Nobelprijswinnaar Jacques Monod zei:

Natural selection is the blindest, and most cruel way of evolving new species […] because it is a process of elimination, of destruction. The struggle for life and elimination of the weakest is a horrible process, against which our whole modern ethics revolts. An ideal society is a non-selective society, is one where the weak is protected; which is exactly the reverse of the so-called natural law. I am surprised that a Christian would defend the idea that this is the process which God more or less set up in order to have evolution.
Jacques Monod, “The Secret of Life,” Interview met Laurie John, Australian Broadcasting Co., 10 juni 1976

De filosoof David Hull schreef:

Whatever the God implied by evolutionary theory and the data of natural history may be like, He is not the Protestant God of waste not, want not. He is also not a loving God who cares about His productions. He is not even the awful God portrayed in the book of Job. The God of Galápagos is careless, wasteful, indifferent, almost diabolical. He is certainly not the sort of god to whom anyone would be inclined to pray.
Hull, David L., “The God of the Galápagos,” review van Darwin on Trial, Nature, vol. 352 (August 8, 1991), p. 486

.

De god van de evolutie kan dus onmogelijk een goede, liefhebbende God zijn

.

Is God verantwoordelijk?

.

Op dit moment is de wereld een verschrikkelijke plaats om op te leven.2 Maar als (theïstisch) evolutionisme klopt, is dat altijd al zo geweest. Als het altijd zo is geweest, en het zelfs de scheppingsmethode is geweest… dan is God verantwoordelijk voor al deze ellende. Dan is God de schuldige van dit alles.

De Bijbel leert ons echter iets anders. Tijdens de schepping observeerde God meerdere malen dat het ‘goed’ was (Genesis 1:4, 10, 12, 18, 21, 25), en nadat Hij zijn werk voltooid had zelfs ‘zeer goed’ (1:31). Ook staat er dat God de dieren ‘het groene kruid’ als voedselbron gaf (1:30), dus er was geen predatie.

Het is ook zeer waarschijnlijk dat de dieren met een ziel oorspronkelijk niet dood gingen. Maar door toedoen van de mens kwam hier verandering in. Bij de zondeval keerde de mens God de rug toe, en bracht daarmee al de ellende in de wereld die we nu zien. De mens, niet God, is dus verantwoordelijk.

.

Conclusie

.

De God van de Bijbel is goed, liefhebbend en zorgzaam, maar de god van evolutie is wreed en gemeen. De Bijbel zegt dat pijn, predatie en dood pas bij de zondeval in de wereld kwamen, en de mens is hiervoor verantwoordelijk. Maar theïstisch evolutionisme behelst dat deze verschrikkelijke dingen er honderden miljoenen jaren voor het ontstaan van de mens al waren, en dat God dus verantwoordelijk is. De christelijke God kan onmogelijk evolutie hebben gebruikt om het leven te scheppen.

.

Referenties en voetnoten

.

  1. Gould, Stephen Jay, “Darwin and Paley Meet the Invisible Hand,” Natural History, vol. 99 (November 1990), p. 12
  2. Richard Dawkins weet het goed te omschrijven: ‘The total amount of suffering per year in the natural world is beyond all decent contemplation. During the minute that it takes me to compose this sentence, thousands of animals are being eaten alive, many others are running for their lives, whimpering with fear, others are being slowly devoured from within by rasping parasites, thousands of all kinds are dying of starvation, thirst and disease.’Dawkins, Richard, “God’s Utility Function,” Scientific American, vol. 273 (November 1995), pp. 80‑85.

 

.

.

voorpagina openbaring a4

.

.

pijl-omlaag-illustraties_430109

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

    

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA