Category, categorie: The Bible explained/De Bijbel uitgelegd: video
.
.
Zechariah 7-8 • Blessings in the days to come
.
Zacharia 7-8 . Zegeningen in de komende dagen
.
Paul LeBoutillier
.
.
.
.
..
.
.
pasteltekening van John Astria
.
.
.
.
.
Pasteltekening van John Astria
.
.
.
.
.
.
“Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen. Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn. Het oog is de lamp van het lichaam. Dus als je oog helder is, zal heel je lichaam verlicht zijn.
Maar als je oog troebel is, zal er in heel je lichaam duisternis zijn. Als het licht in jezelf verduisterd is, hoe groot is dan die duisternis! Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon.”
Pasteltekening van John Astria
Jezus was niet erg gericht op het bewaren van dingen. Het verhaal van de rijke man en Lazarus (Luk. 16:19-31) herinnert ons eraan hoe gemakkelijk we kunnen vergeten dat onze zegeningen van Gods genade komen en niet iets is wat we zelf hebben bereikt. Jezus bewaarde geen dingen terwijl hij hier was, hij deelde ze, gaf ze weg, gaf ze aan mensen in nood en gebruikte wat hij had om anderen te zegenen.
Jezus wil ons confronteren met een paar cruciale vragen: Wat is onze schat en waar bewaren we die? Elke aardse schat die we hebben, is kwetsbaar voor vernietiging. Al onze bezittingen, met uitzondering van onze relatie tot God en zijn mensen, zijn tijdelijk. Dus waarom stoppen we zoveel tijd in zaken die geen voldoening geven of die niet zullen blijven?
Jezus roept ons op om te investeren in wat duurzaam, eeuwig en uiteindelijk perfect is. Als we dat doen, kan niets onze gezegende zekerheid vernietigen en wegnemen, de zekerheid dat wij zullen zegevieren in Jezus.
Edele Heer, ik dank u dat u zo hevig in mij investeert en in de wereld waarin ik woon. Er is niemand die van me kan houden zoals u. Vader, help me alstublieft om me te focussen op mijn prioriteiten en mijn gedachten over hemelse zaken net zoals het plaatsen van mijn schatten in de hemel. In Jezus’ heilige naam bid ik. Amen.
.
.
.
Zijn er manieren om erachter te komen welke beloften van God voor ons vandaag gelden? Er staan honderden beloften in de Bijbel. Hoe kunnen we weten welke algemene beloften voor ons allemaal gelden, en welke specifieke beloften voor een specifiek persoon zijn?
1 Johannes 1:9 is een geweldig voorbeeld van een algemene belofte: “Maar als we het aan God vertellen als we verkeerd hebben gedaan en Hem om vergeving vragen, dan vergeeft Hij ons. Dan wast Hij ons weer schoon van elke ongehoorzaamheid, zoals Hij heeft beloofd.”
Deze belofte is een algemene belofte aan alle gelovigen. Een voorbeeld van een meer specifieke belofte staat in 1 Koningen 9:5, waar wordt geschreven aan Koning Salomo: “… dan zal Ik ervoor zorgen dat altijd één van jouw zonen koning van Israël zal zijn.”Door de context te bestuderen is het duidelijk dat de belofte gedaan wordt aan koning Salomo.
Richtlijnen om te onthouden:
Hieronder staan enkele beloften die te maken hebben met het dagelijkse leven van een christen:
Matteüs 11:28-29 – “Kom naar Mij als je moe bent. Kom naar Mij als je gebogen gaat onder het gewicht van je problemen! Ik zal je rust geven. Doe wat Ik je zeg. Leer van Mij. Want Ik ben vriendelijk en geduldig en bescheiden. Daarom zul je bij Mij innerlijke rust vinden.”
Filippenzen 4:19 – “Mijn God zal jullie in alles overvloedig geven wat jullie nodig hebben. Want Hij geeft overvloedig omdat Hij Zelf overvloedig bezit. Hij geeft ons in Jezus Christus van zijn rijkdom.”
Romeinen 10:9 – “Want als je met je mond hardop zegt dat Jezus de Heer is, en met je hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft teruggeroepen en levend heeft gemaakt, ben je gered.”
Romeinen 6:23 – “Het kwaad brengt altijd de dood: het is je loon voor wat je hebt gedaan. Maar de liefdevolle goedheid van God geeft een geschenk: het eeuwige leven, door onze Heer Jezus Christus.”
1 Korintiërs 10:13 – “Maar als je in de verleiding komt om iets verkeerds te doen, bedenk dan dit. Geen één verleiding is zó groot, dat je er niet tegenop zou kunnen. Want God laat je nooit in de steek. Hij zal niet toestaan dat je het zó moeilijk krijgt, dat je het niet meer aankan. Want Hij zal, als er verleidingen komen, ook voor de oplossing zorgen. Daardoor zul je sterk genoeg zijn om de juiste beslissingen te nemen.”
Johannes 10:10 – “Maar een dief komt alleen maar om te stelen en te doden en te vernietigen. Ik ben gekomen om leven te geven en overvloed.”
1 Johannes 1:9 – “Maar als we het aan God vertellen als we verkeerd hebben gedaan en Hem om vergeving vragen, dan vergeeft Hij ons. Dan wast Hij ons weer schoon van elke ongehoorzaamheid, zoals Hij heeft beloofd.”
De beloften van God zijn een gesproken of geschreven toezegging. Als God zegt dat Hij iets zal doen, dan doet Hij het ook. Als God zegt dat Hij iets niet zal doen, dan houdt Hij zich ook daar aan. Jozua 21:45 zegt: “Alles wat de Heer aan het volk Israël had beloofd, heeft Hij ook gedaan. Er is niets wat Hij niet gedaan heeft.”
De onvoorwaardelijke beloften – Dit zijn beloften die gedaan worden zonder enige voorwaarde.
De voorwaardelijke beloften – Deze soort beloften houden bepaalde kwalificaties of vereisten in. Daarom is het belangrijk om de context van een belofte te begrijpen. Het is niet verstandig om er zomaar een belofte uit te pikken en die ons toe te eigenen. Misschien was dat juist een voorwaardelijke belofte en kunnen we niet aan de eisen voldoen.
14 Gods beloften voor zegeningen en voorspoed
Gen.39:3 Toen zijn heer zag, dat de Here met hem was, en dat de Here alles wat hij ondernam onder zijn hand deed gelukken.
Joz.1:7 Alleen, wees zeer sterk en moedig en handel nauwgezet overeenkomstig de gehele wet die mijn knecht Mozes u geboden heeft; wijk daarvan niet af naar rechts noch naar links, opdat gij voorspoedig zijt, overal waar gij gaat. 8 Dit wetboek mag niet wijken uit uw mond, maar overpeins het dag en nacht, opdat gij nauwgezet handelt overeenkomstig alles wat daarin geschreven is, want dan zult gij op uw wegen uw doel bereiken en zult gij voorspoedig zijn.
1 Kron.22:13 Dan zult gij voorspoed hebben, indien gij stipt onderhoudt de inzettingen en de verordeningen, die de Here Mozes geboden heeft Israël op te leggen. Wees sterk en moedig; vrees niet en wees niet verschrikt.
Psalm 1:3 hij is als een boom, geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt; – al wat hij onderneemt, gelukt. 12 Wie is de man die de Here vreest? .…13 Hij zelf zal in voorspoed vertoeven.
Ps.75:7 Want het verhogen komt niet van oost of van west, noch uit de woestijn – 8 maar God is rechter, Hij vernedert deze en verhoogt gene.
Ps.32:10 maar wie op de Here vertrouwt, die omringt Hij met goedertierenheid.
Ps.112:1 Halleluja. Welzalig de man, die de Here vreest, die van harte lust heeft in zijn geboden. ..3 overvloed en rijkdom zijn in zijn huis, ..5 Voorspoedig is de man die zich ontfermt en uitleent, die zijn zaken recht behartigt.
Spr.28:13 Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming. 20 Een betrouwbaar man heeft veel zegen, maar wie naar rijkdom jaagt, blijft niet ongestraft.
Mal.3:10 Breng de gehele tiende naar de voorraadkamer, opdat er spijze zij in mijn huis; beproeft Mij toch daarmede, zegt de Here der heerscharen, of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen en zegen in overvloed over u uitgieten.
Matt.5:7 Zalig de barmhartigen, want hun zal barmhartigheid geschieden.
Luc.6:36 Weest barmhartig, gelijk uw Vader barmhartig is. 37 En oordeelt niet en gij zult niet geoordeeld worden. En veroordeelt niet en gij zult niet veroordeeld worden; laat los en gij zult losgelaten worden. 38 Geeft en u zal gegeven worden: een goede, gedrukte, geschudde, overlopende maat zal men in uw schoot geven. Want met de maat, waarmede gij meet, zal u wedergemeten worden.
3 Joh.1:2 Geliefde, ik bid, dat het u in alles wèl ga en gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wèl gaat.
Efeze.6:1 Kinderen, weest uw ouders gehoorzaam in de Here, want dat is recht. 2 Eer uw vader en uw moeder – dit is immers het eerste gebod, met een belofte – 3 opdat het u welga en gij lang leeft op aarde.
15 Gods beloften in tijd van vrees
gen.15:1 Vrees niet, Abram, Ik ben uw schild; uw loon zal zeer groot zijn.
Gen.21:19 Wat deert u, Hagar? Vrees niet, want God heeft naar de stem van de jongen gehoord, daar waar hij is.
Ex.14:13 Maar Mozes zeide tot het volk: Vreest niet, houdt stand, dan zult gij de verlossing des Heren zien, die Hij u heden bereiden zal.
Deut.3:22 gij zult voor hen niet vrezen, want de Here, uw God, is het, die voor u strijdt.
20:3 en zeggen: Hoor, Israël! Gij staat thans vlak voor de strijd tegen uw vijanden; laat uw hart niet week worden, vreest niet, wordt niet angstig en siddert niet voor hen.
Joz.1:9 Heb Ik u niet geboden: wees sterk en moedig? Sidder niet en word niet verschrikt, want de Here, uw God, is met u, overal waar gij gaat.
Joz.10:25 Toen zeide Jozua tot hen: Vreest niet en weest niet verslagen, weest sterk en moedig, want aldus zal de Here doen aan al uw vijanden, tegen wie gij strijdt.
Kon.6:16 Maar hij zeide: Vrees niet, want zij, die bij ons zijn, zijn talrijker dan zij, die bij hen zijn.
1 Kron.28:20 Toen zeide David tot zijn zoon Salomo: Wees sterk en moedig, en doe het: vrees niet en wees niet verschrikt, want de Here God, mijn God, is met u. Hij zal u niet begeven en u niet verlaten, totdat al het werk voor de dienst van het huis des Heren gereed is.
Ps 23:4 Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis (schaduwen des doods), ik vrees geen kwaad, want Gij zijt bij mij.
Ps 27:1 De Here is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De Here is mijns levens veste, voor wie zou ik vervaard zijn? 3 Al legert zich een leger tegen mij, mijn hart vreest niet; al verheft zich een krijg tegen mij, noch- tans blijf ik vertrouwen.
Ps.34: 5 Ik heb den Here gezocht, en Hij heeft mij geantwoord, en mij uit al mijn vrezen gered.
Jes.41:13 Want Ik, de Here, uw God, grijp uw rechterhand vast; die tot u zeg: Vrees niet, Ik help u.
Ps.46:2 God is ons een toevlucht en sterkte, een zeer bevonden een hulp in benauwdheden. 3 Daarom zullen wij niet vrezen, al verplaatste zich de aarde, al wankelden de bergen in het hart van de zee. 4 Laat bruisen, laat schuimen haar wateren, laat de bergen beven door haar onstuimigheid.
Jes.51:7 Vreest niet voor de smaad van stervelingen, wordt niet verschrikt vanwege hun beschimpingen.
Ps:56:4 Ten dage dat ik vrees, vertrouw ik op U; 5 op God, wiens woord ik prijs. Op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou vlees mij aandoen? …12 op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou een mens mij aandoen?
Ps.91:5 Gij hebt niet te vrezen voor de verschrikking van de nacht.
Ps.107:19 Toen riepen zij tot de Here in hun benauwdheid, en Hij verloste hen uit hun angsten; Ps.112:7 Voor een kwaad gerucht zal hij niet vrezen, zijn hart is gerust, vol vertrouwen op de Here; 8 zijn hart is standvastig, hij vreest niet.
Ps.118:6 De Here is met mij, ik zal niet vrezen; wat zou een mens mij doen?
Spr.3:24 Indien gij u nederlegt, zult gij niet opschrikken, maar gij zult u nederleggen en uw slaap zal zoet zijn. 25 Vrees niet voor plotselinge schrik.
Jes.41:10 vrees niet, want Ik ben met u; zie niet angstig rond, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met mijn heilrijke rechterhand.
Ezech.3:9 Als diamant, harder dan steen, maak Ik uw voorhoofd; vrees hen dan niet en wees niet beangst voor hun blik, want zij zijn een weerspannig geslacht.
Matt.10:24 Indien men aan de heer des huizes de naam Beëlzebul heeft gegeven, hoeveel te meer aan zijn huis-genoten! 26 Vreest hen dan niet.
29 Worden niet twee mussen te koop aangeboden voor een duit? En niet één daarvan zal ter aarde vallen zonder uw Vader. 30 En de haren van uw hoofd zijn ook alle geteld. 31 Weest dan niet bevreesd: gij gaat vele mussen te boven.
Luc.12:4 Ik zeg u, mijn vrienden, vreest hen niet, die het lichaam doden en daarna niets meer kunnen doen.
2 Tim.1:7 Want God heeft ons niet gegeven een geest der vreesachtigheid, maar der kracht, en der liefde, en der gematigdheid.
Hebr.13:5 Want Hij heeft gezegd: Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten. 6 Daarom kunnen wij met vertrouwen zeggen: De Here is mij een helper, ik zal niet vrezen; wat zou een mens mij doen?
1 Petr.3:14 Al moest gij lijden om de gerechtigheid, toch zijt gij zalig. Doch vreest niet voor hun dreiging, en laat u niet verschrikken.
1 Joh.4:18 Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit; want de vrees houdt verband met straf en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde.
Deuteronomium 28 | 1 – 68 | Zegeningen en vervloekingen |
---|