Tagarchief: evenwicht

De betekenis van 11 : 11 / 9 : 11 en 21 : 21.

Standaard

categorie :  Reiki en de aura

 

 

Bepaalde getallen zijn geassocieerd met bepaalde betekenissen.  Maar wat betekent dat als je een bepaald num-mer of cijfer ziet, waar je ook heen gaat? Het is vooral belangrijk om de betekenis van de nummers 11:11, 9:11 en 21:21 te begrijpen. Via een getallenreeks probeert de onzichtbare wereld te communiceren met de mens.

 

 

11:11

 

 

 

 

Het nummer 1 is gekoppeld aan nieuw begin, nieuwe start, onafhankelijkheid en ambitie. Wanneer het verschijnt in de vorm van 11:11 of 1111, wordt de kracht van het nummer versterkt, wat zeer positieve dingen over je toe-komst voorstelt. In het algemeen is het nummer 1 sterk verbonden met de Wet van Aantrekkingskracht.

11:11 of 1111 is vaak de eerste herhalende nummerreeks die mensen opmerken in hun leven. Het wordt vaak beschouwd als een soort wekroep, of een teken dat je onderbewustzijn momenteel ontgrendeld is. Als zodanig, na het zien van 11:11, is het waarschijnlijk dat je bewustzijn meer samenvalt, en je een sterker gevoel van intuïtie ontwikkeld, en meer schijnbaar gelukkige gebeurtenissen zal ervaren dan je vroeger deed.

Dus wat moet je doen als je deze krachtige reeks getallen ziet? Als je een nieuw idee of drang had op het mo-ment dat je ergens 11:11 zag, is dit een goed teken dat het verstandig is om dat idee na te streven. Bovendien, suggereert deze nummerreeks dat je manifestatie-machten momenteel al bezig zijn. Begin voorzichtig met posi-tief te denken en vermijd negatieve gedachtes. De wet van aantrekkingskracht werkt voor jou overuren wanneer je 11:11 ziet. Oefen je bevestigingen dagelijks, concentreer je op je gevoelens van dankbaarheid en volg succes!

 

 

09:11

 

 

 

.

Zie je de cijfers 9:11 of 911 dan betekent dat je verbonden bent met de energieën van het nummer 9. Zoals hier-boven vermeld, is 1 gekoppeld aan het begin van een veelbelovende reis, je bent op de goede weg bent om je manifestatiepotentiaal te bereiken. Ondertussen is het nummer 9 nauw verbonden met de universele spirituele wetten en met vriendelijkheid en medeleven. In sommige gevallen heeft 9 ook betrekking op een einde of con-clusie. De samenhang tussen 9 en 1 hebben alles te maken met het doorbreken van je oude patronen om daar-van een mooie nieuwe te maken.

Wanneer je 911 of 9:11 ziet, vraag jezelf dan af wat je moet veranderen of welke patronen je moet doorbreken. Je bent in een tijd van overgang in je leven, ofwel begint of eindigt een belangrijke verandering. Meer in het bijzon-der, let op dat je vooruitgang kan maken naar een toekomst waar je succes gaat vinden – misschien door een nieuwe carrière, vrijwilligerswerk of gewoon een verandering in de aanpak van uw dagelijks leven . Welke veran-deringen er ook komen, ze zullen zeker inspiratie en positief gedrag voor anderen vormen.

 

 

21:21

 

 

 

 

21:21 of 2121 symboliseert een combinatie van de energieën die geassocieerd zijn met de cijfers 2 en 1. Nog-maals duidt de aanwezigheid van 1 hier op dat je op een hoge frequentie trilt en zeer geschikt is om je werkelijk-heid naar jou droom te vormen. Het markeert ook een fase van inspiratie of ontwaking, zoals vermeld. Het num-mer 2 is evenwel even belangrijk in deze combinatie. Het is gekoppeld aan evenwicht, harmonie, ontvankelijkheid en vervulling. Wanneer deze twee nummers gecombineerd zijn, is je leven momenteel gericht op een thema van zelfkennis, het identificeren van je echte waarden en het uitzoeken van wat je echt wilt.

Mensen zien vaak deze combinatie van cijfers wanneer ze op een kruispunt zijn in hun de wet van aantrekkings-kracht-werk. 21:21 of 2121 vertelt je dat het nu precies de juiste tijd is om nieuwe kansen te zoeken en je te en-gageren in een serieuze zelfreflectie die je helpt op een dieper niveau te begrijpen. Het is ook opmerkelijk dat 21:21 en 2121 herinneringen dankbaar zijn voor al het goede in je leven. Neem even wat tijd om positief en dank-baar te zijn voor anderen wanneer je dit nummer ziet. En let op hoe het universum je erop wijst dat je al goed bezig bent.

 

 

 

 

Is de Koolstofdatering een feit of fictie?

Standaard

categorie : religie

 

Is de Koolstofdatering een feit of fictie?

 

 

Koolstofdatering: Feit of fictie?

 

De koolstofdatering datering wordt al tientallen jaren gebruikt om de leeftijd van allerlei materialen en organismen vast te stellen. De methode staat echter ter discussie. Waarom is dat zo en is dat terecht?

 

 

Aannames

 

De koolstofdatering is controversieel. Dat is niet onterecht want er worden vele aannames gedaan in de theorie. Hoewel de theorie in de basis aannemelijk is, is de uitwerking daarvan dat niet. Er worden te veel aannames gedaan. Welke aannames zijn dat?

 

 

1. De aarde is miljarden jaren oud

 

Dit is vastgesteld door radiometrische dateringsmethoden (zoals de koolstofdatering dat ook is). Zoals verderop te lezen is, is de koolstofdatering verre van betrouwbaar. De vraag is of andere dateringsmethoden dat wel zijn. Radiometrische datering is namelijk niet uitvoerbaar zonder de geologische kolom. De geologische kolom is gebaseerd op het feit dat de aarde miljarden jaren oud is. De gebruikte dateringsmethode kan dus alleen een uitkomst geven die past binnen de theorie. De uitkomst is daarmee niet wetenschappelijk en niet objectief. De methode is aangepast op de uitkomst die men wilde zien. Wetenschap wordt hier omgekeerd. In plaats van de uitkomst van een meting als basis te nemen voor een theorie wordt het andersom gedaan. Dat de aarde miljarden jaren oud is, is dan ook geen wetenschappelijk feit, maar een aanname.

 

 

2. Het evenwichtsprobleem kan genegeerd worden

 

Het evenwichtsprobleem luidt als volgt: Het radioactieve koolstof C 14, dat gemeten wordt bij koolstofdatering, ontstaat in de atmosfeer, maar vervalt ook. Op een bepaald moment moet dit met elkaar in evenwicht komen. Dan ontstaat er net zo veel C14 als er vervalt en blijft de hoeveelheid C14 gelijk. De vraag is wanneer dit moment is voor C14. Dit is noodzakelijk om te weten omdat zonder dit evenwicht de start hoeveelheid van C14 niet bekend is bij een meting. Dan kan er geen datering worden gedaan.
Wetenschappers hebben bepaald dat dit 30.000 jaar zou duren. Vervolgens hebben zij gezegd dat het evenwichtsprobleem genegeerd kan worden. Dit komt voort uit de aanname dat de aarde miljarden jaren oud is. De aarde is in dat geval ouder dan 30.000 jaar en C14 is al lang in evenwicht.

Het probleem is echter dat er later is ontdekt dat er nog steeds geen stadium van evenwicht is bereikt voor C14! C14 wordt op dit moment 28 tot 37 procent sneller gevormd dan het vervalt. Dat betekent dat de hoeveelheid C14 in de atmosfeer nog steeds verandert.

 

 

Conclusie hier uit is dat:

 

1: De aarde minder dan 30.000 jaar oud is. Dit moet bellen doen rinkelen bij de wetenschappers. In de wetenschap is het normaal dat er een aanname wordt gedaan. Als echter ergens uit blijkt dat een aanname niet klopt, moet deze opnieuw worden onderzocht en bijgesteld worden. Dit is helaas niet gedaan bij de methode van de koolstofdatering. De onderzoeksresultaten werden aangepast op de aanname dat de aarde miljarden jaren oud is in plaats van dat aannames werden aangepast aan de onderzoeksresultaten. Zo handelen heeft niets met wetenschap te maken, maar meer met de religie van een miljarden jaren oude aarde.

 

2: Er nergens koolstofdatering op toe kan worden gepast. Er moet namelijk bekend zijn hoeveel C14 het onderzochte organisme opnam toen het leefde. Dit is echter niet mogelijk want de hoeveelheid C14 in de atmosfeer verandert nog steeds. Aangezien we niet weten wanneer een fossiel of plant geleefd heeft, kunnen we ook niet vaststellen hoeveel C14 er in die tijd was. Daardoor is het onmogelijk om vast te stellen wat het verval in het materiaal van het dateringsobject voor leeftijd aangeeft. Er zijn te veel variabelen om een betrouwbare, wetenschappelijke berekening te kunnen doen.

 

 

 

 

 

Een dateringsvoorbeeld

 

Laten we de feiten en onzekerheden van de koolstofdatering nu eens toepassen op een voorbeeld.

Stel, we vinden een fossiel. We bepalen de hoeveelheid C14 in het fossiel en we hebben de vervalsnelheid van C14. Daarmee hebben we twee feiten. Aan de hand van deze feiten kunnen we nog niet bepalen hoe oud het fossiel is. Er blijven namelijk veel vragen open:

  • Hoeveel C14 zat erin de fossiel toen het leefde?
  • Verviel de C14 altijd met dezelfde snelheid?
  • Is het besmet met nog meer C14 toen het al die jaren in de grond zat?

Al deze dingen weten we niet en we kunnen er ook niet achter komen. Ze zijn echter zeer bepalend voor de uitkomst van de datering.

 

 

 

Cijfers en feiten vanuit koolstofdatering

 

De uitkomsten die koolstofdatering geven, zijn niet hoopgevend voor het voortbestaan van deze dateringsmethode getuige onderstaande cijfers:

  1. In 1949 ontdekt men koolstofdatering. Men ging meteen testen. De poot van en mammoet bleek 15.000 jaar oud te zijn. De huid bleek echter 21.000 jaar oud. Hoe kunnen twee delen van één dier van verschillende leeftijd zijn? Dat kan niet dus er is in ieder geval één uitkomst verkeerd. Maar hoe weten we of één van beide wel klopt? En als er één klopt, hoe weten ze dan welke dat is? Er is geen manier om dat te bepalen.
  2. 1963: Er werd een levende mossel getest. Hij bleek 2300 jaar oud te zijn. Levend en wel!
  3. 1971:Een pas gedode zeehond werd koolstofgedateerd op 1300 jaar oud.
  4. 1977: Eén lichaamsdeel van Dima, een beroemde baby-mammoet die in dit jaar werd ontdekt, bleek 40.000 jaren oud te zijn na koolstofdatering. Een ander lichaamsdeel was echter 26.000 jaren oud. Hout dat in de onmiddellijke omgeving van het karkas werd gevonden bleek 9000 tot 10.000 jaar oud.
  5. 1984: Levende slakken worden koolstofgedateerd op 27.000 jaar oud.
  6. 1992: Van twee naast elkaar gevonden mammoeten is de één 22.000 jaar oud en de ander 16.000 jaar oud. Welke is juist? Of zijn ze allebei juist of allebei fout? Dit is onmogelijk te zeggen.
  7. Een lijst van koolstofdateringen uit Alaska bevat enkele interessante details. Monster nummer SI454 werd gedateerd als 17.210 jaar oud. Monster SI455 werd gedateerd als 24.410 jaar. Wanneer we de lijst goed bekijken dan zien we dat het hier om dezelfde monsters gaat!
  8. Levende pinguïns werden koolstofgedateerd op 8000 jaar oud.
  9. Koolstofdateringen van aardlagen waarin Dinobotten zijn gevonden zeggen 34.000 jaar. Maar dinosaurussen worden volgens de theorie geacht 70 miljoen jaren oud te zijn. Iemand liet een bot koolstofdateren en de uitkomst was 20.000 jaar oud. Toen vertelde hij dat het om een dinobot ging. De onderzoeker zei: Dan kan het geen 20.000 zijn want dinosaurussen zijn 70 miljoen jaar oud. Als u dat verteld had aan ons hadden we het bot niet gedateerd….. dat is geen wetenschappelijke aanpak.
  10. Een archeoloog groef in een put en vond daar verbrand hout. Hij nam er twee monsters van op verschillende diepte, deed ze in een zakje en liet ze koolstofdateren. Zakje A werd gedateerd op 3000 jaar en zakje B op 4000. Daarna wachtte hij een half jaar, verwisselde de labels van de zakje en liet opnieuw een koolstofdatering doen bij hetzelfde laboratorium. Hij kreeg dezelfde resultaten terug. Zakje A was nog steeds 3000 jaar oud alleen zat het andere monster erin! Met zakje B idem.
  11. Stenen van de maan werden vele malen onderzocht. Ze vonden in één steen een stuk van 10.000 jaar oud en van miljarden jaren oud. Hoe kan één steen twee leeftijden hebben? Hoe kan bovendien vastgesteld worden dat iets ouder is dan 60.000 jaar met koolstofdatering? Dat is onmogelijk want na miljarden jaren is de C14 al lang vervallen.
  12. Volgens het theorieboek werd kool 250 miljoen jaar geleden gevormd in de Carboon periode. Wanneer zij kool testen, heeft dit toch C14. Hoe kan dat? Als alle C14 verdwijnt in 50.000 jaar, waarom bevat kool dan nog C14? Dat toont aan dat de aarde niet miljarden jaren oud is.
  13. Ook diamanten zouden miljoenen jaren geleden gevormd zijn. Zij bevatten echter ook C14. Het is niet mogelijk om een diamant te besmetten met C14 want het is de hardste substantie die we kennen. Dat is een sterk bewijs dat de aarde geen miljoenen jaren oud is, maar duizenden.
  14. Na 60.000 jaar kan C14 niet meer gemeten worden. Toch is bewezen dat men onmogelijk natuurlijke bronnen van koolstof onder de ijstijdlagen kan vinden zonder een flinke hoeveelheid C14. Hoewel zulke lagen worden verondersteld miljarden jaren oud te zijn, zijn conventionele C14 laboratoria op de hoogte van deze onregelmatigheid sinds begin jaren 80. Ze hebben geprobeerd het te elimineren, maar kunnen het niet verklaren. Dit bewijst wederom dat de aarde niet miljarden jaren oud is.

En zo zijn er nog veel meer feiten te noemen. Hieruit blijkt dat problemen met de koolstofdatering niet te ontkennen zijn. Het is een methode die verre van exact is. De cijfers vanaf het ontdekken van de methode tot nu toe laten geen enkele vooruitgang zien. Dat geeft de methode geen recht van bestaan.

 

 

 

 

 

Cijfers aanpassen aan de theorie

 

In 1970 zei men op het Nobel Symposium: Als het resultaat van een koolstofdatering onze theorie ondersteunt dan komt het in de hoofdtekst. Als het niet geheel tegenstrijdig is dan zetten we het in een voetnoot. Als het volledig tegenstrijdig is, dan laten we het weg.

Deze uitspraak weerspiegelt de manier waarop er in het algemeen met koolstofdatering wordt om gegaan. Er blijkt uit dat men zomaar getallen kan kiezen die aan de verwachting voldoen. Getallen die niet aan de verwachtingen voldoen kan men weg laten. Dit is geen wetenschap.

In de praktijk betekent dit dat ongeveer de helft van alle resultaten wordt weg gelaten omdat deze niet passen in de theorie! Iedereen zal het er mee eens zijn dat een methode waarvan de helft van de uitkomsten niet klopt, niet betrouwbaar is. Toch worden cijfers van koolstofdatering als volledig wetenschappelijk en betrouwbaar gepresenteerd.

Wanneer cijfers echter iets anders aangeven dan de theorie, moet de theorie aangepast worden. De cijfers moeten niet aangepast worden aan de theorie. Als een testresultaat van koolstofdatering echter niet past bij de theorie, wordt er nogmaals getest totdat er een bevredigend getal uitkomt. Hieruit blijkt dat de theorie belangrijk is, maar de feiten niet.

Bovendien roept dit enorm veel vragen op.

  • Welke resultaten worden weggelaten?
  • Hoe weet men dat die niet goed zijn?
  • Hoe weet men eigenlijk dat de andere resultaten wel goed zijn?
  • Waarom zijn ze niet beiden fout of beiden goed?
  • Op welke basis wordt een keus gemaakt voor goed of fout?

Zo kunnen we wel vragen blijven bedenken bij deze dubieuze handelswijze.

 

 

 

 

 

Aanpassingen van de theorie

 

Inmiddels is de wetenschap er wel achter dat een aantal zaken niet houdbaar zijn. Zo erkent men nu dat koolstofdatering niet nauwkeurig is indien het organisme in water heeft geleefd of in water bewaard is gebleven (een aantal van bovengenoemde voorbeelden zou dus niet meer gelden).

De wetenschap is begonnen met de brede aanname dat koolstofdatering werkt omdat het past binnen andere bestaande aannames. Gaandeweg komen er bewijzen die het ontkrachten. Die worden eerst weggemoffeld totdat dit niet meer houdbaar blijkt. Dan wordt gezegd dat er nieuwe onderzoeken zijn gedaan en nieuwe bewijzen zijn gevonden waarmee de aangenomen theorie wordt beperkt. Zo wil de wetenschap zichzelf en hun theorieën groot houden en mensen aan het lijntje houden. Terwijl hieruit blijkt dat zij zelf niet nauwkeurig weten hoe één en ander werkt. Hieruit blijkt dus juist hun onkunde en beperkte kennis. Deze aanpassingen zijn er namelijk telkens weer!

Desondanks wordt er vastgehouden aan de originele theorie (met talloze aanpassingen) en wordt de theorie niet verworpen, wat wel de logische conclusie zou moeten zijn.

 

 

 

Kalibratie

 

Koolstofdatering is geen exacte wetenschap. Vaak kloppen uitkomsten niet. Dit wordt voor zover mogelijk recht gebreid door besmetting en kalibratie toe te staan. Kalibratie is het vergelijken van de methode met een standaard. Deze standaard bestaat in dit geval uit het vergelijken met kalibratiecurves. Deze zijn echter opgesteld aan de hand van metingen met andere dateringsmethoden waarvan de meesten net zo min nauwkeurig zijn als de koolstofdatering en waarbij ook wordt uit gegaan van verkeerde aannames. Dit maakt koolstofdatering niet betrouwbaarder.

 

 

 

Geen wetenschap

 

Op deze manier datering toepassen heeft niets meer met wetenschap te maken. Het nare is dat het wel als wetenschap wordt gepresenteerd. Ook worden er allerlei theorieën aan opgehangen die gepresenteerd worden als waar. Wanneer we echter onderzoeken hoe het echt zit, komen we er al gauw achter dat de koolstofdatering en bijbehorende theorieën als een miljarden jaren oude aarde op losse schroeven staan. Nog even en het stort als een kaartenhuis in elkaar.

Neem een monster waarvan bekend is hoe oud het is. Dan blijkt koolstofdatering niet te werken. Neem een monster waarvan de leeftijd niet bekend is en dan wordt ineens aangenomen dat het wel werkt. Dat is geen wetenschap maar een sprookje!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Yoga; de boom

Standaard

categorie : yoga en meditatie

.

.

Boomhouding (of Vrksasana) is het een Yogahouding die veel verschillende kanten van de Yoga mixt tot een mooie balans. Balans is dan ook hetgeen wat bij de Boomhouding  centraal staat.

.

.

.

boom

.

.

Yoga en de boomhouding

.

De boomhouding is een mooie houding om te zien. Het is een van de klassieke staande yogahoudingen die bijna iedereen wel kent, en de basishouding binnen de Yoga.

.

.

De boomhouding wordt als volgt uitgevoerd

.

.Stap 1: Ga rechtop staan en verdeel je lichaamsgewicht over allebei je voeten zodat je stabiel staat. Vervolgens breng je je staartbeen richting je rechterbeen. Vervolgens kom je op de bal van de linkervoet of op de tenen, zodat het gewicht gemakkelijker verplaatst naar het rechterbeen.

.

Stap 2: Plaats je voetzool van het linkerbeen tegen het gestrekte rechterbeen, en zoek je balans.  Begin bij de enkel en naarmate je de oefening beter beheerst kun je de voetzool steeds hoger tegen het gestrekte been laten leunen.

.

Stap 3: Maak jezelf zo lang mogelijk, door helemaal recht te staan. Houd de schouders laag. Breng de kaaklijn een stukje naar achteren. Druk vervolgens je handen tegen elkaar voor je borst.

.

Stap 4: Span de spieren van je “Standbeen” aan, het been waarop je gewicht rust. Houd de heupen recht naar voren gericht en breng de linkerknie naar buiten.

.

Stap 5: Adem de volledige Yoga ademhaling in deze houding. Probeer ongeveer 30 seconden in balans te blijven.

.

Stap 6: Voer de oefening nu andersom uit. Verwissel je standbeen van je rechterbeen naar je linkerbeen. Laat nu je rechtervoetzool tegen het standbeen rusten.

.

.

.

.

.

Welke punten zijn belangrijk bij Boomhouding?

.

De Boom Yoga houding verdiept zich zowel in de geestelijke kant van de Yoga als de lichamelijke kant. Voor een juiste uitvoering van de boomhouding is het namelijk noodzakelijk om goed geconcentreerd te zijn.

Door een goede focus blijft de Yogi in balans tijdens de oefening. Wanneer je gedachten ergens anders zitten, zal het erg lastig zijn je evenwicht te bewaren.

Omdat je zo geconcentreerd bent, word je als het ware gedwongen om je hoofd helemaal leeg te maken. Op die manier kan een begin gemaakt worden aan het mediteren.

Door meditatie kom je geestelijk helemaal tot rust. De boomhouding forceert dat je geconcentreerd moet zijn om in de houding te kunnen blijven staan, en daarmee dwingt je lichaam je als het ware tot meditatie en dus innerlijke rust.

Toch heeft Boom Yoga houding ook een belangrijke lichamelijke uitdaging in zich. Doordat je op maar één been staat is het heel moeilijk voor het lichaam om de balans te kunnen blijven vinden.

De spieren moeten hard werken om het lichaam in balans te houden. Dit zorgt ervoor dat het evenwicht van de Yogi beter ontwikkeld wordt.

.

.

Voor wie is de Boomhouding geschikt?

.

De Boom Yoga houding is voornamelijk geschikt voor de Yogi die geïnteresseerd zijn in de geestelijke kant van de Yoga. Vooral als zij nog goed moeten leren mediteren. De boomhouding dwingt de Yogi namelijk tot meditatie.

Ook is de Boomhouding erg geschikt voor Yogi die graag hun balans willen verbeteren.

Ben je dus opzoek naar geestelijke verdieping in de Yoga, of zoek je gewoon naar een betere lichamelijke- of geestelijke balans, dan kan deze houding je zeker goed op weg helpen!

.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

.

John Astria

John Astria

De betrouwbaarheid van de C-14 dateringsmethode

Standaard

categorie : religie

 

 

 

 

De betrouwbaarheid van de C-14 dateringsmethode

 

 

Eén van de meest gehoorde argumenten tegen een jonge aarde is dat radiometrische dateringsmethoden bewijzen dat de aarde wel miljoenen jaren oud moet zijn. Het vaakst wordt de C-14 dateringsmethode genoemd. Maar dat is nog steeds aanzienlijk meer dan de 6000 jaar waar Bijbelgetrouwe creationisten in geloven, dus hoe zit dat?

 

 

C14work1_L

 

 

 

Hoe werkt de C-14 dateringsmethode?

 

Van de meeste elementen bestaan meerdere versies, isotopen genoemd. Van het koolstofatoom bestaan vijf isotopen. Het meest voorkomende ‘normale’ koolstofisotoop is C-12 (of 12C). Dat heeft een atoommassa van 12, omdat de kern 6 protonen en 6 neutronen bevat. Dit is een stabiele isotoop, dat wil zeggen dat het niet vervalt. Een andere isotoop is C-14 (of koolstof-14, of 14C).

Dat is iets zwaarder, omdat de kern niet 6 maar 8 neutronen bevat. Omdat het 6 protonen en 6 elektronen heeft, gedraagt het zich echter precies hetzelfde als de andere koolstofisotopen. Het enige verschil (naast dat het iets zwaarder is) is dat het radioactief is en dus langzaam vervalt. Het vervalt met een halfwaardetijd van 5730 jaar, dus na die periode is er nog de helft van het oorspronkelijke C-14 over.

Koolstof-14 wordt hoog in de atmosfeer door kosmische straling gevormd uit stikstof-14. Zo ontstaat er in de atmosfeer een bepaalde verhouding tussen het radioactieve C-14 en het ‘gewone’ C-12. Dit noemen we de C-14/C verhouding. Momenteel is één op de 1,17 biljoen koolstofatomen in de atmosfeer een koolstof-14 atoom. Planten, die CO2 (en dus koolstofatomen) opnemen uit de lucht, bevatten dezelfde C-14/C ratio als de atmosfeer, en hetzelfde geldt voor dieren, die immers planten eten.

Wanneer het organisme sterft neemt het geen koolstof meer op. Maar het radioactieve koolstof vervalt langzaam terug tot stikstof. Dus verandert langzaam maar zeker de C-14/C verhouding in het stoffelijk overschot van dit organisme. Hoe langer geleden het organisme is gestorven, hoe lager de C-14/C ratio. Wanneer men een organisch sample test met de koolstofdateringsmethode, denkt men uit de waargenomen C-14/C verhouding te kunnen berekenen wanneer het organisme is doodgegaan.

Op het moment dat een organisme sterft, houdt de koolstofflux door zijn lichaam op. Het C-14 vervalt langzaam maar zeker, waardoor de C-14/C verhouding in het stoffelijk overschot van dit organisme afneemt. We weten de snelheid waarmee C-14 vervalt (de hoeveelheid halveert iedere 5730 jaar). Als we weten wat de oorspronkelijke C-14/C verhouding ten tijde van overlijden was, kunnen we vanuit de huidige verhouding berekenen hoe lang geleden het organisme overleed.

 

 

 

De C-14/C verhouding in de atmosfeer

 

Zoals bij alle dateringsmethoden moeten er ook bij deze ouderdomsbepaling een aantal aannames worden gedaan om tot een ‘leeftijd’ van iets te kunnen komen. Iedere dateringsmethode maakt gebruik van de volgende drie uitgangspunten:

  • Een constant proces. Bij radiometrische dateringsmethoden houdt dat in dat men ervan uitgaat dat het verval altijd met dezelfde snelheid heeft plaatsgevonden. Dus dat C-14 altijd een halveringstijd van 5730 jaar heeft gehad.

 

  • Een gesloten systeem. Er mag in de tussenliggende jaren geen uitwisseling hebben plaatsgevonden tussen de relevante stoffen (in dit geval koolstof) in het sample en stoffen uit de omgeving.

 

  • Een bekende beginsituatie. Er moet een aanname worden gedaan over de verhoudingen of hoeveelheden zoals ze in het begin waren. In het geval van de C-14 methode gaat men er vanuit dat de C-14/C verhouding in de atmosfeer altijd ongeveer gelijk is gebleven. Men neemt dus aan dat de C-14/C verhouding in de atmosfeer 5000 jaar geleden niet heel erg anders was dan tegenwoordig.

 

Vooral over de laatste aanname kan veel gezegd worden. Men kan er bijvoorbeeld niet zonder meer van uitgaan dat de C-14 in de atmosfeer homogeen verdeelt is over de hele biosfeer. Er zijn gevallen bekend waarbij organismen in een C-14-arm milieu leven en dus nog vóór ze sterven een lagere hoeveelheid C-14 bevatten. Wanneer men uitgaat van een beginsituatie waarbij de C-14/C verhouding gelijk is aan die in de atmosfeer, zullen deze organismen te oud gedateerd worden.

Riggs rapporteerde een geval waarbij een levende slak een C-14-gehalte had van 3,3 +/- 0,2 procent van het atmosferische gehalte, wat normaal gesproken een ‘leeftijd’ van 27.000 jaar impliceert. Wakefield rapporteerde gevallen waarbij recentelijk gestorven zeehonden C-14 ‘leeftijden’ hadden van 615 en 1.300 jaar. Dit soort gevallen worden veroorzaakt door het zogenaamde ‘reservoir effect’, waarbij organismen ‘oud’ koolstof binnen krijgen vanuit reservoirs (diep zeewater, of kalksteen) met een lage C-14/C verhouding.

Dit illustreert hoe belangrijk de beginsituatie is voor de betrouwbaarheid van de methode. Als hier de onjuiste aanname gedaan wordt, rolt er een compleet verkeerde leeftijd uit. En zoals zo vaak bepaalt het paradigma ( zienswijze,model ) welke aannames er gedaan worden.

Binnen het evolutionistische paradigma is het logisch om ervan uit te gaan dat de verhouding tussen gewoon koolstof en radioactief koolstof in de atmosfeer de afgelopen honderdduizend jaar ongeveer gelijk is gebleven. Maar binnen het scheppings/zondvloedparadigma moeten hele andere aannames worden gedaan.

 

 

Noahs%20Ark2

 

 

 

Een lage C-14/C verhouding vóór de zondvloed

 

Zoals gezegd ontstaat C-14 hoog in de atmosfeer door secundaire kosmische straling, en vervalt het weer door radioactief verval. De totale hoeveelheid C-14 is in evenwicht wanneer er per tijdseenheid evenveel C-14 wordt aangemaakt als er vervalt. Dit is een stabiel evenwicht , d.w.z. de totale hoeveelheid C-14 neigt toe of af te nemen totdat het evenwicht is bereikt. De hoeveelheid C-14 atomen is onafhankelijk van de hoeveelheid C-12, de C-14/C ratio is dat natuurlijk niet.

Als de totale hoeveelheid C-14 vóór de zondvloed in evenwicht was, zal deze hoeveelheid niet extreem verschillend zijn geweest van de hoeveelheid C-14 die zich tegenwoordig in de biosfeer bevindt. We weten echter dat de totale hoeveelheid C-12 voor de zondvloed wel veel groter was dan tegenwoordig. Dit weten we omdat we in de aardlagen dikke lagen steenkool vinden, die uit bijna alleen maar koolstof bestaan.

Al het steenkool van de hele wereld vormt een enorme hoeveelheid koolstof: de totale hoeveelheid koolstof in steenkoollagen is ruim 100 maal zo groot dan de totale hoeveelheid koolstof in de hele huidige biosfeer! Deze steenkoollagen zijn overblijfselen van plantenmateriaal dat tijdens de zondvloed bedolven is. Voor de zondvloed moet deze enorme hoeveelheid koolstof zich dus in de biosfeer bevonden hebben.

Aangezien de hoeveelheid C-14 voor de vloed niet heel erg anders was dan tegenwoordig, maar er wel ruim 100 keer zoveel C-12 was, moet de C-14/C verhouding in de biosfeer voor de zondvloed dus véél lager hebben gelegen. Dit betekent dat organismen die voor de zondvloed leefden reeds tijdens hun leven een hele lage C-14/C verhouding hadden.

Als we deze organismen zouden datering met de koolstofdateringsmethoden, zouden er dus véél te hoge leeftijden uitkomen, net zoals slak en de zeehonden die hierboven genoemd werden. Binnen het scheppingsmodel moeten er dus hele andere aannames worden gedaan over de C-14/C verhoudingen in het verleden. En het is logisch dat evolutionistische onderzoekers, die hier geen rekening mee houden wanneer ze dateringen uitvoeren, op leeftijden van meer dan 6000 jaar uitkomen.

 

 

 

 

 

De opbouw van een nieuw C-14/C evenwicht na de zondvloed

 

We kunnen dus verklaren hoe het komt dat organismen die voor de zondvloed leefden veel ouder lijken te zijn wanneer ze met de koolstofdateringsmethode gedateerd worden. Maar hetzelfde geldt voor de organismen die in de eerste eeuwen na de zondvloed leefden.

Tijdens de zondvloed werd het merendeel van het koolstof dus bedolven. Dat geldt dus ook voor het merendeel van het C-14 dat zich immers met het gewone koolstof vermengd had. Vlak na de zondvloed was de hoeveelheid C-14 in de biosfeer dus kleiner dan de evenwichtshoeveelheid. Dus begon de hoeveelheid C-14 toe te nemen, totdat het evenwicht opnieuw bereikt werd.

Dat betekent dat de C-14/C ratio na de zondvloed langzaam begon te stijgen, totdat de huidige verhouding werd bereikt. Maar voordat het nieuwe evenwicht bereikt werd, leefden organismen nog in een omgeving met relatief weinig C-14, waardoor ook de organismen die de eerste eeuwen na de zondvloed leefden veel ouder lijken te zijn dan in werkelijkheid.

De C-14/C verhouding in de biosfeer gedurende de geschiedenis. De grijze lijn geeft de evolutionistische aanname weer dat de C-14/C verhouding in het verleden altijd ongeveer hetzelfde was als tegenwoordig (met variaties die hier niet weergegeven zijn). De rode lijn geeft de aanname weer die we moeten doen binnen het scheppingsverhaal.

Het is duidelijk dat een organisme dat voor of vlak na de zondvloed leefde een hele lage C-14 concentratie had. Een evolutionistische onderzoeker die deze lage C-14/C ratio waarneemt, zou onterecht concluderen dat deze lage waarde het gevolg is van tienduizenden jaren radioactief verval van C-14, terwijl het in feite gewoon het gevolg was van een lage C-14/C verhouding in de biosfeer van die tijd.

 

 

 

Consistent gebruik van de radiometrische dateringsmethoden binnen het evolutieraamwerk?

 

Hoe komt het dat de meeste gepubliceerde dateringen mooi passen binnen het evolutionistische plaatje? Het is niet bekend in hoeverre de gepubliceerde dateringen een representatieve afspiegeling zijn van de vele dateringen die in feite worden gedaan. Wanneer wetenschappers hun onderzoeksobjecten laten dateren, hebben ze al een bepaalde verwachting over de leeftijd die deze zullen hebben. De laboratoria die de dateringen uitvoeren willen deze verwachtingen van tevoren weten, en dit speelt een rol bij de uitslag.

Vallen de dateringen anders uit dan verwacht, dan zijn er allerlei ‘redenen’ te bedenken waarom de uitslagen niet kloppen (bijvoorbeeld het reservoir effect, of dat er contaminatie heeft plaatsgevonden). Uiteindelijk worden bijna alleen ‘kloppende’ dateringen gepubliceerd.

Af en toe wordt het selectief omgaan met dateringen door de wetenschappers zelf toegegeven. Neem bijvoorbeeld deze uitspraak van R. L. Kauger (in een paper waarin kalium-argon dateringen worden besproken, maar het gaat om de mentaliteit, en dat is dus op alle dateringsmethoden toepasbaar):

In general, dates in the ‘correct ball park’ are assumed to be correct and are published, but those in disagreement with other data are seldom published nor are discrepancies fully explained. De gepubliceerde dateringen zijn dus in feite geselecteerde dateringen, hetgeen het lastig maakt te bepalen hoe vaak dateringsmethoden nou eigenlijk ‘goede’ dateringen opleveren.

 

 

Conclusie

 

De betrouwbaarheid van de C-14 dateringsmethode is zo goed als de betrouwbaarheid van de aannames. Aannames die binnen het evolutionistische raamwerk logisch zijn (de C-14/C verhouding is altijd ongeveer gelijk gebleven), leveren hoge leeftijden op. Aannames die binnen het creationistische raamwerk logisch zijn (de C-14/C verhouding moet vroeger veel lager hebben gelegen), leveren veel lagere leeftijden op. Een conclusie die alleen geldig is binnen het ene paradigma, vormt geen argument tegen het andere paradigma, dus de C-14 dateringsmethode levert geen doorslaggevend argument tegen een jonge aarde.

 

 

 

Referenties

 

  1. Riggs, A. C., 1984, Major carbon-14 deficiency in modern snail shells from southern Nevada springs, Science, 224, pp. 58-61 2. Wakefield, Dort, Jr., 1971, Mummified seals of southern Victoria Land, Antarctic Journal, vol. 6, no. 5, pp. 210-211 3. R. L. Kauger, 1977, K-Ar ages of biotites from tuffs in Eocene rocks of the Green River, Washakie, and Uinta basins, Utah, Wyoming, and Colorado, Rocky Mountain Geology, vol. 15, no. 1, p. 17-41

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

 

 

Unakiet

Standaard

categorie :  Sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

 

 

.

Kenmerken van unakie

 

De groen-roze geschakeerde unakiet is geen mineraal, maar een gesteente, Het is een soort graniet, dat ook wel epidootgraniet of pomptongraniet  wordt genoemd. In de handel heet het gesteente soms bloemenjaspis, maar dat is een misleidende benaming. Ook al doet de tekening aan bloemen denken, het is echt geen jaspis.

In verschillende delen van de Verenigde Staten staan gebouwen die opgetrokken zijn uit unakiet, of die ermee bekleed zijn. Unakiet is de steen van de staat Virginia.

Edelsteentherapeuten gebruiken unakiet graag, omdat het de kleuren van het hart in zich verenigt, en zeer behulpzaam kan zijn bij het uitlijnen en harmoniseren van de chakra’s. Daarnaast is het een fantastische steen voor het oplossen van energetische blokkades.

 

 

unakiet

 

.

Herkomst van de naam

.

Unakiet is genoemd naar zijn vindplaats in de VS, Unaka Mountains in het Appalachen-gebergte, gelegen op de grens van Tennessee en North Carolina. De naam pomptongraniet is afgeleid van de vindplaats rondom de steden Pompton Lakes en Pompton Plains in New Jersey.

 

 

unakiet1

Ruwe unakiet

.

 

 

Door de eeuwen heen

.

Unakiet werd ongeveer 1000 miljoen jaar geleden gevormd, door het ondergronds stollen van magma. Doordat unakiet in de diepte gestold is, koelde het slechts langzaam af en konden de mineralen zichtbare kristallen vormen. Unakiet werd en wordt gedolven in de Amerikaanse staatNew Jersey, hoewel de mijnen daar nu bijna uitgeput zijn. Ook in North Carolina, Brazilië, Zuid-Afrika en China wordt unakiet gevonden.

Unakiet werd in de 18e eeuwontdekt als decoratief bouwmateriaal. In de Amerikaanse staten waar unakiet gevonden wordt, zijn gebouwen te vinden die opgetrokken zijn uit unakiet of die bekleed zijn met Pompton Pink Granite, zoals unakiet daar genoemd wordt. Een mooi voorbeeld is Sint Paul’s Episcopal Church in Paterson, New Jersey. Deze kerk is in 1895 gebouwd.

Men had al snel in de gaten dat dit decoratieve materiaal zich ook uitstekend leent voor vazen, schalen en siervoorwerpen. In de 20e eeuw werd unakiet graag gebruikt als siersteen, als kralen of cabochon geslepen. Pas aan het eind van de 20e eeuw raakte unakiet bij de edelsteentherapie in gebruik.

 

.

full31264268unakiet 1

 

.

 

Spiritueel

.

* Unakiet is een kalmerende steen, zeer geschikt voor kruidjes-roer-me-niet.
* Unakiet is de steen van het innerlijk kind. Het innerlijk kind ben jij, zoals je vroeger was, als kind. Als het goed is, was je blij, onbevangen en gelukkig, omringd door de liefde van je ouders. Unakiet kan helpen om een plekje te geven aan de dingen in je jeugd die niet prettig waren, zodat je die zaken definitief achter je kan laten.
* Unakiet aardt, omdat het basischakra en hartchakra op één lijn brengt.
* Unakiet vergroot het Derde Oog. Door het dragen van dit gesteente is het mogelijk om inzichten en wijsheden vanuit de Kosmos te ontvangen.
* Unakiet brengt evenwicht tussen het mannelijke en het vrouwelijke.
* Unakiet is verbonden met de sprookjeswereld en magie. Het is een fijne steen voor kinderen en mensen die niet volwassen (willen) worden.

 

 

.

 

 

Chemische samenstelling

.

Unakiet is graniet met een complexe samenstelling van roze veldspaat, geelgroene tot groene epidoot en heldere kwarts of bergkristal.

 

 

Samenstelling: KAlSi3O8 (orthoklaas veldspaat) +
Ca2(Al,Fe)3(SiO4)3(OH) (epidoot) + SiO2 (bergkristal)
Hardheid: 6 – 7
Glans:glasglans
Transparantie:ondoorzichtig
Breuk: onregelmatig
Splijtbaarheid: onregelmatig
Dichtheid: 2,55 – 3,20
Kristalstelsel: monoklien

 

 

.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

.

 

3d-gouden-pijl-5271528

.

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

 

 John Astria

John Astria

 

Boodschap, message 46 van ” Boodschappen uit de kosmos “

Standaard

categorie : Boodschappen uit de kosmos 

.

.

balance

.

.

RECHTVAARDIGHEID IS

.

GEBASEERD OP

.

EEN PERFECT EVENWICHT

.

TUSSEN GERECHTIGHEID

.

EN GENADE

.

.

 

JUSTICE IS BASED

.

ON A PERFECT BALANCE

.

BETWEEN JUSTICE AND MERCY

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

De weg van mystieke wijsheid

Standaard

categorie : Hildegard von Bingen

 

 

.

.

 

 

.

In haar boek Scivias maakt Hildegard von Bingen duidelijk dat men niet

zomaar in de mystieke wijsheid kan  worden ingewijd,

maar dat daar een rijpingsweg aan voorafgaat die stap 

voor stap moet worden afgelegd.

Zij hoort Gods stem de volgende woorden zeggen:

 

 

HET GEESTELIJKE KOMT NIET VANZELF:

.

‘Velen willen een spel met Mij spelen. Zonder enige inspanning van hun ziel en hun verstand
willen ze tot Mij naderen. Zij staan er niet bij stil dat ze Mij eerst moeten aanroepen, zich
moeten bezinnen op wat hun lichaam vraagt. Zij willen Mij alleen maar in bezit nemen. Als
iemand die uit een diepe slaap ontwaakt, storten ze zich naar eigen goeddunken, in een
plotselinge, misleidende opwelling op de weg van de heiligheid. 

Zij willen gemak: God moet hun dienaar zijn, en al hun wensen vervullen. Aan dergelijke
aanmatiging verleen Ik geen genade. Ik wil niet zaaien in de lege akker van een mens die zo
zelfingenomen zoekt zich met Mij te verenigen, als een vreemdeling die Mij niet kent. 
Mens, waarom heb je de akker van je ziel niet geïnspecteerd, en het onkruid, de doornen
en de distels uitgerukt?

Je had Mij moeten aanroepen, en jezelf moeten onderzoeken, voordat je zonder zelfkennis,
als een beschonkene en waanzinnige tot Mij kwam, want zonder mijn hulp ben je niet in staat
een lichtend werk te volbrengen. Wanneer je Mij zo onbezonnen, als in de slaap, hebt gezocht,
zul je door verveling worden aangegrepen. 

.

 

 

WAT DE GEESTELIJKE WEG KAN GEVEN:

.

Waartoe ben je met Mij in staat? De stralendste werken, die feller stralen dan de glans van
de zon en zoeter zijn dan honing en melk voor wie ernaar verlangt. Wees volhardend in je zoeken naar Mij en ik zal je helpen. Ik zal rozen en lelies en andere welriekende kruiden der deugd in je akker zaaien. En ik zal hem voortdurend bevochtigen door de inspiratie van de Heilige Geest.

Ik wil Mij met jou verenigen en jouw pijn delen. Jouw schepper heeft je de beste schat
gegeven, een levende schat: je verstand. Vervuld van de troost van de Heilige Geest zul je in wijsheid onderscheiden wat goed is, en nog grotere werken volbrengen. Met een fel brandende liefde zul je je Vader verheerlijken, die je dit alles in zijn goedheid heeft gegeven.’

 

 

.

VOORBEELD OVER DE ‘(ON)DEUGDEN’: ONGEHOORZAAMHEID – GEHOORZAAMHEID

.

Ook in de tijd van Hildegard was er kennelijk sprake van aanvechting van het geloof en onzekerheid, zoals blijkt uit de volgende dialoog in haar boek ‘Liber Vitae Meritorum’:

.
De Ongehoorzame (‘Inobedientia’) zegt daarin:

.
“Wij zijn de rechtmatige filosofen en wij zijn wijzer dan alle anderen. Zo veel meesters hebben  ons voorschriften opgelegd naar hun eigen goeddunken; moeten wij handelen naar hun wil? Wat een onzin. Wat ik mijzelf voorschrijf, daarvan weet ik precies wat ik eraan heb en welk nut het heeft. Ik moet datgene doen wat ik kan zien en bevatten en waarvan ik het nut inzie’.

 

.
Ook het Ongeloof (‘Infidelitas’) spreekt zich op een dergelijke wijze uit:

.
‘Ik ken geen ander leven dan dit hier wat ik kan zien, voelen en begrijpen.  Hoe ik verder ook zoek en speur, en wat ik ook te zien, te horen en te weten kom, ik vind geen andere werkelijkheid. Alleen dat wat ik zie, dat weet ik’.

.
Het valt niet mee een dergelijke opvatting te weerleggen, men kan hoogstens proberen de
eenzijdigheid van deze zienswijze aan te tonen.

 

.

Zo zegt de Gehoorzaamheid (‘Obedientia’) :

‘Ik weerklink als een citer op het bevel van zijn Woord.  Ik streef niets na dan wat van God komt, daar ik van Hem uitging. Uit Hem ben ik gegroeid en ik wil geen andere God’.

Ook het Geloof ( ‘Fides’) probeert niet de ongelovige van zijn opvatting af te brengen; zij
verweert zich alleen tegen het gerationaliseer, en bekent dat zij ‘een spiegel van God’ zou
willen zijn.

 

.

 

afbeelding-6

Oproep tot geloof

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

.

DE JUISTE MAAT

.

Hildegard is zeer sceptisch over de uitwassen van ascese, waarbij mensen door een verkeerd
opgevatte vroomheid hun lichaam tiranniseren:

‘De mateloosheid van deze houding leidt hem (de mens) vervolgens tot het onverdraaglijke, en voert de onthouding in hem op tot in het overdrevene, zodat hij zich dan in zijn mateloosheid ook geoorloofde dingen onthoudt en tenslotte ook een afkeer van andere deugden krijgt.

In de waan dat hij terugkeert tot de gerechtigheid en dat hij overloopt van nauwgezetheid, zet hij voor zichzelf de valstrik van de vermoeidheid, omdat hij met een dergelijke buitensporige onthouding de breekbaarheid van de moed en de achtzaamheid negeert. Tenslotte twijfelt hij eraan of hij zich noch wel staande kan houden, en loopt zo in de valkuil van de vertwijfeling’.

 

.

 

LOFZANG OP HET JUISTE EVENWICHT

.

‘O hoe heerlijk is de Godheid, die, terwijl Zij schept en werkt door haar schepselen, zelf haar werkelijkheid openbaart! Als de mens zijn vlees met mate voedt, is ook zijn gedrag vrolijk en aangenaam. Wanneer hij er echter op los leeft in schranspartijen en drankgelagen, dan legt hij de kiem voor elke schandelijke ondeugd.

Maar wie zijn lichaam door dwaze onthouding schaadt, loopt altijd met een nors gezicht
rond. Hoe zou de liefde in jou kunnen wonen wanneer jij niets wilt weten van medelijden met de
ziekten van andere mensen? Houd je tempel zorgvuldig op orde, zodat de groene levenskracht, waarmee jij God in liefde omgeeft, geen schade lijdt, want God heeft jouw ziel intens lief.’

.

.

 

GOD IS OOK IN JE DAGELIJKSE BESLOMMERINGEN

.

Aan bisschop Eberhard van Salzburg, die bij haar om raad vraagt, omdat oververmoeid
raakt doordat er van alle kanten aan hem werd getrokken schrijft zij:

 

‘De lichte kanten van datgene wat u wilt, beschouwt u als een huisgenoot, maar de
schaduwzijde van de moeite van de wereld als een vreemdeling. Gij laat niet toe dat zij
samenkomen en daardoor is uw geest vaak vermoeid.

Want ge ziet uw zoeken naar God en uw inspanningen voor het volk niet als een eenheid. En toch kunnen beide, zowel het hemelse als uw inzet voor het volk, gezien worden als één
deugd. Zo hing ook Christus het hemelse aan en was hij tegelijkertijd begaan met het volk’.

 

 

.

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

.

 

voorpagina openbaring a4

 

.

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

.

 

JOHN ASTRIA