Tagarchief: mieren

Lavendel: etherische olie.

Standaard

categorie :  Gezondheid en gezondheidsproducten

 

 

 

 

 

.

.

Lavendel etherische olie

.

Lavendel etherische olie is zeer veelzijdig. Iedereen kent Lavendel als tuinplant. Als de lavendel bloeit ruikt de hele tuin heerlijk. Je kunt daarna de bosjes drogen. Dat ziet er decoratief uit en geeft nog steeds een heerlijke geur. Na een tijdje begint toch het natuurlijk aroma wat af te nemen. Lavendelolie is dan zeker een goed alternatief om ruimtes in je huis heerlijk te laten ruiken.

.

Lavendel, Lavandula officinalis, komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied.

Het is een groenblijvende houtachtige struik tot 1 meter hoog met prachtige violet-blauwe bloemen.

 

 

Echte lavendel olie is echter schaars omdat het een zeer veel gevraagde olie is. De beste lavendel etherische olie komt van planten die hoger dan 600 meter groeien. Vaak wordt ook Lavandin als Lavendel olie verkocht. Maar Lavandin heeft niet dezelfde therapeutische kwaliteiten als Lavendel. Let dus op dat als je lavendel etherische olie koopt dat je ook echte lavendelolie krijgt.

 

.

.

.

.

Wat kun je allemaal doen met deze veelzijdige olie?

 

Lavendelolie kent heel veel toepassingen:

 

– Kalmerend:

De geur van lavendel voert je mee naar het zuiden. Je voelt als het ware de stralende Provençaalse zon.

Je komt tot rust. Je slaapt ’s nachts beter door voor het slapen 1 of 2 druppeltjes olie op je kussen te doen of 1 uurtje voor het slapen gaan te vernevelen met een diffuser. Dit werkt tevens afstotend voor muggen.

 

 

– Luchtverfrisser

Een druppeltje lavendelolie in een ruimte in huis geeft je een frisse, aangename geur en verjaagt snel vervelende geurtjes van bijvoorbeeld huisdieren of sigarettenrook.

Je kan de lavendelgeur in huis verspreiden via  potpourri, een aromalamp, aromadiffuser, geursteentje of luchtbevochtiger. Zelfs via de stofzuiger(zak) en in de vloerzeep.

Voor snel resultaat met een aromalamp neem je wat warm water, 4 tot 6 druppeltjes lavendelolie erbij. Door de warmte van de lamp zal het water samen met de olie verdampen en op die manier de heerlijke geur van lavendel brengen en je snel verlossen van onaangename geurtjes.

Als je echt van de lavendelgeur geniet kun je een paar druppeltjes lavendelolie toevoegen aan je doekje wat je in de droger gebruikt, je wasgoed ruikt heerlijk naar lavendel. Of een paar druppels lavendelolie toevoegen aan het laatste spoelwater van de wasmachine. Ook in de kledingkast kun je een doekje of een washandje verstoppen met lavendelolie.

Maak je eigen wasmiddel en wasverzachter met lavendel etherische olie

 

 

– Insectenvrij

Insecten houden nadrukkelijk niet van lavendel.

Bij een insectenbeet, mierenbeet, kwallenbeet of een wespensteek helpt lavendelolie om de pijn te verzachten. Doe rechtsreeks een druppeltje olie op de zere plek. Na ca. 15 min. zal de werking van de olie voelbaar zijn. Ingeval van hardnekkige beten/steken en vervelende jeuk/pijn, herhaal dit een paar keer.

Last van mieren? Doe enkele druppeltjes Lavendelolie op de plaats van het mierennest en herhaal dit indien nodig. De mieren zullen snel een ander heenkomen zoeken. Een natuurlijke manier om van de mieren af te komen en beter dan de alle schadelijke chemische middelen.

 

 

 

Nog meer nuttige tips met Lavendel etherische olie:

 

  • Lavendelolie heeft een ontsmettende en pijnstillende werking.
  • Lavendelolie mag niet ontbreken in de verbanddoos.
  • Lavendel is kalmerend, verzachtend, opbeurend en brengt de geest in balans.
  • Lavendelolie helpt bij: snijwonden, wonden, brandwonden, kneuzingen, puistjes, allergieën, insectenbeten en keelontstekingen.

 

 

 

 

Ook bij ontstekingen (puisten etc.) werkt lavendolie genezend.

De olie werkt ook slijmoplossend en helpt daardoor bij verkoudheid en griep.

Bij brandwonden is het belangrijk om eerst te koelen, daarna elk uur een paar druppels lavendelolie op de plek aanbrengen, evt. een doekje in lavendelolie drenken en dat op de wond leggen.

Lavendelolie werkt bloeddruk verlagend, voorkomt maagkramp en misselijkheid en spijsverteringsstoornissen.

Ook geeft Lavendel etherische olie verlichting bij reumatische aandoeningen.

Voeg een paar druppels toe aan een neutrale, natuurlijke shampoo, het helpt roos te voorkomen.

Gebruik na het wassen van je haar een laatste spoeling van een kopje water met 4 druppels lavendel olie. Masseer je hoofdhuid en haar hiermee. Niet meer uitspoelen.
Je haar zal heerlijk subtiel naar lavendel ruiken.

Spanning, depressie, slapeloosheid en stress kunnen uitstekend behandeld worden met lavendelolie.

Heb je allergische uitslag, bultjes of rode uitslag, een paar druppeltjes lavendelolie op het gebied toepassen. De uitslag verdwijnt binnen 30 minuten!

Lavendelolie mag direct op de huid gebruikt worden, na gebruik, de huid niet afdekken met een pleister of verband.

Het is aan te raden altijd een flesje Lavendelolie in de nabijheid te hebben, hoe sneller je het gebruikt als het nodig is des te beter zal de werking zijn.

 

 

Lavendelolie versterkt de werking van andere etherische olie en kan daarom met bijna elke etherische olie gecombineerd worden.

Lavendel etherische olie is onmisbaar in de collectie van etherische oliën en de perfecte olie voor iedereen die wil starten met aromatherapie.

 

 

 

 

 

 

 

 

Advertentie

Vergeten wikke : Vicia sativa subsp. segetalis

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

img_9758-gr-vergeten-wikke

 

 

Goed te herkennen aan
– de helder roze vlinderbloemen,
– die alleenstaand of met 2-4 in de bladoksels staan en
– waarvan de zwaarden duidelijk donkerder gekleurd zijn dan de vlag
– en de samengestelde bladeren met vertakte rank

 

 

img_9745-gr-vergeten-wikke

 

 

 

Algemeen

 

Vergeten wikke is eenjarig en komt zeer algemeen voor op grazige zandgrond en in akkers. Vergeten wikke wordt 10 tot 100 cm hoog. Ze is verspreid behaard.

 

 

 

 

 

Bloem

 

Ze bloeit vanaf mei tot en met juli. De bloemen staan alleen of met 2-4 in de bladoksels. Ze hebben een heel kort steeltje en zijn helder roze. De zwaarden zijn duidelijk donkerder van kleur dan de vlag.

 

 

 

 

 

Blad

 

De bladeren hebben kleine steunblaadjes met klieren, die bij zonnig weer nectar produceren, waar vooral mieren op afkomen. De deelblaadjes van de bovenste bladeren zijn smaller dan die van de onderste bladeren. De overgang gaat geleidelijk. Ze zijn in of boven het midden het breedst (3-6 mm). De stengels zijn slap en de plant vindt door middel van de ranken steun bij omringend gras, soortgenoten of andere planten. De ranken zijn vertakt en zitten aan het uiteinde van de samengestelde bladeren in het verlengde van de bladspil.

 

 

 

 

 

Algemeen

 

vlinderbloemenfamilie (Fabaceae)
– eenjarig
– zeer algemeen
– 10 tot 100 cm

Bloem
– helder roze
– vanaf mei t/m juli
– tros
– vlinderbloem
– 1 tot 2 cm
– 5 kroonbladen, vergroeid
– 5 kelkbladen met gelijke tanden
– 10 meeldraden
– 1 stijl

Blad
– verspreid
– samengesteld
– even veervormig
– top rankend
– deelblaadjes :
– smal eirond tot langwerpig
– in of boven het midden het breedst
– zeer kort gesteeld
– top rond met spits uitsteekseltje
– rand gaaf
– voet afgerond
– veernervig
– behaard

Stengel
– klimmend
– weinig behaard

zie wilde bloemen

 

 

 

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

 

JOHN ASTRIA

 Smalle wikke : Vicia sativa subsp. nigra

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

smalle-wikke

 

 

Goed te herkennen aan
– de helder roze vlinderbloemen, die alleenstaand of met 2-4 in de bladoksels staan en
– waarvan de zwaarden nagenoeg dezelfde kleur hebben als de vlag
– en de samengestelde bladeren met vertakte rank

 

 

plant-smalle-wikke

 

 

 

Algemeen

 

Smalle wikke is een eenjarige, zeer algemeen voorkomende plant en groeit op grazige zandgrond.

 

 

 

 

 

Bloem

 

Ze bloeit van mei tot en met juli met helder roze, kort gesteelde bloemen, die alleen of met 2-4 in de bladoksels staan. De zwaarden en vlag zijn nagenoeg gelijk van kleur. Dit in tegenstelling tot vergeten wikke, waarbij de vlag duidelijk lichter is dan de zwaarden.

 

 

 

 

 

Blad en stengel

 

De stomp vierkantige stengels, die 10 tot 100 cm lang kunnen worden, zijn slap en de plant vindt door middel van de ranken steun bij omringend gras, soortgenoten of andere planten. De ranken zijn vertakt en zitten aan het uiteinde van de samengestelde bladeren in het verlengde van de bladspil. De bladeren hebben kleine steun- blaadjes met klieren, die bij zonnig weer nectar produceren, waar vooral mieren op afkomen. De deelblaadjes van de bovenste bladeren zijn veel smaller dan die van de onderste bladeren. De overgang in breedte is tamelijk abrupt. De overgang in breedte van de deelblaadjes bij vergeten wikke gaat heel geleidelijk.

 

 

 

 

 

Algemeen

 

vlinderbloemenfamilie (Fabaceae)
– eenjarig
– zeer algemeen
– 10 tot 100 cm

Bloem
– helder roze
– vanaf mei t/m juli
– tros
– vlinderbloem
– 1 tot 2 cm
– 5 kroonbladen, vergroeid
– 5 kelkbladen met gelijke tanden
– 10 meeldraden
– 1 stijl

Blad
– verspreid
– samengesteld
– even veervormig
– top rankend
– deelblaadjes :
– smal eirond tot langwerpig
– in of boven het midden het breedst
– zeer kort gesteeld
– top rond met spits uitsteekseltje
– rand gaaf
– voet afgerond
– veernervig
– behaard

Stengel
– klimmend
– weinig behaard
– stomp vierkantig

zie wilde bloemen

 

 

smalle-wikke

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

mijne kop a4

Hengel : Melampyrum pratense

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

hengel-110729-082

 

 

Goed te herkennen aan
– bleekgele lipbloemen in een eenzijdige, ijle tros met
– groene schutbladen die aan de voet priemvormige tanden hebben

 

 

18093

 

 

 

Algemeen

 

De hengel is een plant uit de bremraapfamilie. Tot 2001 werd de hengel ingedeeld bij de helmkruidfamilie. Het is een half-parasiet die zelf fotosynthetiseert, maar water en nutriënten met zijn wortels aftapt uit de wortels van andere planten. Door deze strategie kan de hengel in een aantal weken volledig uitgroeien en ook in droge milieus voldoende water opnemen. Er zijn verschillende gastheerplanten bekend, zoals de eik, berk, blauwe bes en rode bes. De hengel bloeit van mei tot september en sterft af in het eind van de zomer.

Vanaf juli vindt de verspreiding van het zaad plaats waarschijnlijk met behulp van mieren. Hengel komt voor in open bossen, bosranden, houtwallen en wegbermen met bomen. Bij dichtgroei met bomen neemt de hengel in aantal af. In Engelse eikenbossen wordt in sterk begraasde stukken minder hengel gevonden. De hengel komt vooral in het oosten van Nederland voor en het aantal lijkt de laatste jaren achteruit te zijn gegaan.

 

 

 

 

 

Bloem

 

Hengel bloeit vanaf mei tot en met augustus. De bloemen zijn bleekgeel, soms iets rood aangelopen en hebben dooiergele verdikkingen op de onderlip. De bovenlip is helmvormig en de onderlip steekt recht naar voren. De bloemen staan in de oksels van de schutbladen, wijzen allen dezelfde kant op en vormen zo een eenzijdige tros. De schutbladen (de bladeren in de bloeiwijze) zijn groen en hebben aan de voet 1 of meerdere priemvormige tanden. Bij de onderste schutbladen ontbreken de tanden.

 

 

 

 

 

Blad en stengel

 

De stengelbladeren (de bladeren onder de bloeiwijze) zijn lancet- tot lijnlancetvormig met gave rand en staan tegenover elkaar. De stengels zijn kantig en vaak wijd vertakt; ook kruisgewijs, waardoor de plant bolvormig is in omtrek.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijzonderheden

 

Hengel is een half-parasiet. Met haar bladeren kan ze suiker maken, maar voor water en andere belangrijke stoffen is ze afhankelijk van omringende vegetatie. Ze parasiteert voornamelijk op eik, berk en blauwe en rode bosbes.

 

 

 

 

 

Algemeen

 

bremraapfamilie (Orobanchaceae)
– eenjarig
– vrij algemeen tot ontbrekend
– 15 tot 50 cm

Bloem
– bleekgeel, soms iets rood aangelopen
– vanaf mei t/m augustus
– eenzijdige tros
– lipbloem
– 15 tot 20 mm
– 4 kroonbladen, vergroeid
– 4 kelkbladen, vergroeid
– 4 meeldraden
– 1 stijl

Blad
– tegenoverstaand
– enkelvoudig
– lancet- tot lijnlancetvormig
– top spits
– rand gaaf
– voet afgerond
– veernervig

Stengel
– rechtop
– glad en kaal, bovenaan wat behaard

zie wilde bloemen

 

 

hengelb

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

John Astria

 Heggenwikke : Vicia sepium

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

img_3866-m-heggenwikke

 

 

Goed te herkennen aan
– blauwachtig- tot vuil blauwpaarse bloemen
– met paars gestreepte vlag en
– zeer ongelijke kelktanden en
– deelblaadjes die onder het midden het breedst zijn

 

 

jcs-vicia-sepium-48356

 

 

 

Algemeen

 

De heggenwikke  (Vicia sepium) is een vaste plant uit de vlinderbloemfamilie(Leguminosae) die groeit op vochtige, voedselrijke, vaak kalkhoudende grond. De heggenwikke is klimmend of kruipend en is te vinden langs wegen, in heggen (vandaar de Nederlandse naam), op bouwland, grasland en in gemengd bos.

 

 

 

 

 

Bloem

 

Ze bloeit vanaf mei tot en met augustus met blauwachtig tot vuil blauwpaarse bloemen, die een paars gestreepte vlag hebben. Ze zijn zelden wit. De bloemen zijn kort gesteeld, hebben zeer ongelijke kelktanden en staan met 2-6 in de bladoksels.

 

 

 

 

 

Blad en stengel

 

De bladeren zijn samengesteld en bestaan uit 3-9 paar langwerpige tot eironde deelblaadjes, die onder het midden het breedst zijn. Aan het einde van het blad, in het verlengde van de bladspil zit een vertakte rank, waarmee heggenwikke zich vastgrijpt aan omringende planten en zo omhoog klimt. De stengels en bladeren hebben korte haartjes of ze zijn nagenoeg kaal. De steunblaadjes geven net als bij vergeten wikke nectar af, waar mieren op af komen.

 

 

 

 

 

Algemeen

 

vlinderbloemenfamilie (Fabaceae)
– overblijvend
– algemeen tot zeer zeldzaam
– 30 tot 100 cm

Bloem
– blauwachtig tot vuil blauwpaars
– vanaf mei t/m augustus
– tros
– vlinderbloem
– 1,2 tot 2 cm
– 5 kroonbladen, vergroeid
– 5 vergroeide kelkbladen met ongelijke   tanden
– 10 meeldraden
– 1 stijl

Blad
– verspreid
– samengesteld
– even veervormig
– top rankend
– behaard
– deelblaadjes :
– eirond tot langwerpig
– onder het midden het breedst
– zeer kort gesteeld
– top (soms) iets uitgerand met spits     uitsteekseltje
– rand gaaf
– voet afgerond
– veernervig

Stengel
– klimmend
– weinig behaard
– vierkant gegroefd

zie wilde bloemen

 

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

John Astria

De mier in de Bijbel

Standaard

categorie : religie

 

 

 

 

 

 

De mier

 

 

Spreuken 30:24-25

 

“Vier dieren zijn de kleinste op aarde, maar zij zijn buitengewoon wijs; de mieren – sterk zijn ze niet, maar al in de zomer leggen ze een voorraad aan.” 

 

Wij weten niet wie Agur was – de schrijver van deze woorden – maar hij had wel ogen om op te merken en ver-stand om de lessen te trekken uit wat hij waargenomen had. In het land Israël wemelt het van allerlei soorten mieren, van zeer klein tot zo groot als een bij. Het soort waarover Agur het had, was waarschijnlijk de oogstmier, die in de kustgebieden veel voorkomt. Deze mier verzamelt in de zomer een voorraad zaden en slaat ze op in ondergrondse galerijen. Zaden die zouden kunnen ontkiemen, worden verwijderd en buiten het nest gedepo-neerd, om later als voedselbron te dienen. Al eerder in het boek Spreuken vestigt Salomo de aandacht op deze ijverige insekten:

 

Spreuken 6:6-8

 

“Ga naar de mieren, luiaard, kijk hoe ze werken en word wijs. Hoewel er onder hen geen leider is, geen aanvoerder, geen koning, halen ze in de zomer voedsel binnen, leggen ze in de oogsttijd een voorraad aan.” 

 

 

Iedere mier kent zijn of haar plaats in de mierenstaat; zij werken allemaal op efficiënte wijze samen, om voor de koningin en haar larven te zorgen. Sommige miersoorten zijn gevaarlijk en trekken samen uit op rooftocht, maar de oogstmier is vegetarisch en vormt geen bedreiging voor andere dieren. In tropische landen komt men de be-faamde bladmier tegen, wiens voorraad uit vers afgebeten bladgedeelten bestaat, en wiens heen en weer gaan tussen boom en nest op een protestmars lijkt. Mieren weten instinctief dat hun leven afhangt van het tijdig inza-melen. Wij mensen hebben de neiging om dingen uit te stellen en gaan liever luieren in de zon. Maar, zegt Salo-mo, die weg leidt tot armoede en gebrek.

 

Spreuken 6:6-11

 

6 Kijk naar de mieren, luiwammes, kijk hoe ze leven, en leer daar iets van.
7 Want ook al hebben ze geen aanvoerder, geen leider en geen koning,
8 toch verzamelen ze in de zomer alvast hun eten voor de winter. In de oogsttijd verzamelen ze voedsel.
9 Maar jij, luiwammes, hoelang blijf je nog liggen? Wanneer sta je eindelijk eens op?
10 ‘Nog even slapen, nog even soezen, nog even lekker liggen met de handen achter mijn hoofd’ –
11 Maar daar komt de armoede al op je af, zo snel als een hardloper. Gebrek overvalt je als een rover.

 

 

Mieren zijn niet alleen voorbeeldig in hun ijver, maar ook in de manier waarop zij samenwerken; alle energie wordt in dienst van de kolonie of staat gestopt. Van gelovigen wordt dat ook gevraagd.

 

 

Filippenzen 2:2

 

“maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn, één in liefde, één in streven, één van geest.”

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

Boerenwormkruid : Tanacetum vulgare

Standaard

categorie : Kamerplanten en bloemen

.

.

.

.

.

Goed te herkennen aan

.
– de talrijke gele schijfvormige bloemhoofdjes en
– de geveerde bladeren en
– de groei in grote pollen

.

.

.

.

.

Algemeen

.

Boerenwormkruid is een sterk ruikende, overblijvende plant van 60 tot 120 cm hoog. Ze vormt grote pollen door ondergrondse uitlopers. Ze is zeer algemeen voorkomend in de Lage Landen. Je vindt boerenwormkruid op vochtige tot droge, omgewerkte grond op dijken en in bermen, de uiterwaarden, langs spoorwegen en aan akkerranden.

.

.

.

.

Bloem

.

Ze bloeit vanaf juli tot en met september met gele bloemen, die schermvormige pluimen vormen aan het einde van de stengel.

.

.

.

.

.

Blad en stengel

.

De bladeren doen wat denken aan varenbladeren. In het volle zonlicht richten zij zich plat naar het zuiden. Als ze gewreven worden geven ze een kruidige geur af. De stengel is enigszins verhout en bovenaan sterk vertakt.

.

.

.

.

Toepassingen

.

Boerenwormkruid kent vele toepassingen. Zo is het een insecten werend middel en verjaagt onder andere vlie-gen, muggen, mieren en vlooien. Vroeger werd het bij mens en dier gebruikt als middel tegen wormen. Verder is ze zeer geschikt voor droogbloem boeketten, omdat de bloemen bij droging mooi hun gele kleur behouden.

.

.

.

.

Algemeen

– composietenfamilie (Asteraceae)
– overblijvend
– zeer algemeen voorkomend
– vrij zeldzaam in het noordelijk   zeekleigebied
– 60 tot 120 cm

Bloem
– geel
– vanaf juli t/m september
– hoofdje
– schermvormige pluim
– alleen buisbloemen
– 7 tot 13 mm
– omwindselblaadjes vliezig gerand

Blad
– verspreid
– samengesteld
– dubbel afgebroken veerdelig
– top spits of toegespitst
– rand scherp gezaagd
– voet gevleugld
– veernervig
– bovenste niet gesteeld

Stengel
– rechtop
– enigszins verhout
– glad en kaal
– bovenaan vertakt
– meerkantig

zie wilde bloemen

.

.

.

.

.

.